Twee zusjes tegen een stiefvader
De laatste vrouw van Fellini en Moravia
BOEKENLEGGER
KINDERBOEKEN
Mannen in oorlogstijd
in monumentale
roman van Pat Barker
Jubileum Bezige Bij
Kinderboekenweekgeschenk
Hotel met leuke gasten
isR
MM
DE STEM
BOEKEN
DE STEM
Over geboorte
en afwezigheid
Thrillerachtige roman met spruitjeswalm van Mensje van Keulen
Belgische prijs
Manifestatie
rond werk
van Caymax
Cursus
Mondriaan
Michael Ryan
in Bergen
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1994 D
Door Y.Né
Leonard Nolens is een van de
weinige Vlaamse dichters die in
Nederland echt zijn doorgebro
ken. Dit jaar verscheen alweer
de derde druk van zijn rijke
verzamelbundel Hart tegen hart.
Bijna iedere twee jaar komt er
van hem een gedichtenbundel uit
en dit gedurende al ruim twintig
jaar. Honing en as is zijn nieuw
ste boorling.
Als hij niet schrijft, verliest hij
alle gevoel voor richting, zei No-
lens over zichzelf. Zijn gedichten
zijn voor hem een geboortebe
wijs. Steeds opnieuw wil hij de
eigen geboorte bewezen zien. El
ke dag gaat hij met de bus naar
zijn boshut om aldaar poëzie te
schrijven. Dat leven maakt hij
tot onderwerp van zijn gedich
ten. Dat leven werd onderwerp
van zijn leven.
Nolens heeft het gevoel, dat hij
niet met zichzelf samenvalt. Er
is in de gedichten telkens sprake
van een 'ik, en een 'jij'. Allebei
lijken ze een ander deel van
Nolens te weerspiegelen. Die 'jij'
is meestal de poëzie zelf, die als
als geliefde wordt aangesproken
en bekeken. Dat zij Leen ge
noemd wordt, zegt genoeg. Zij is
geen privé-bezit en hij kan niet
volledig over haar beschikken.
Maar het is altijd met haar dat
hij vecht, altijd om haar en tegen
haar. Poëzie schrijven is voor
hem een middel om 'onder de
mensen te komen', om zich 'te
rug te trekken in het hart van
vreemden'. Via het gedicht wil
hij de vele stemmen in zichzelf
laten spreken. Maar die stemmen
zijn onmiskenbaar de stem van
die ene dichter Nolens.
Veel Nederlandse dichters
schrijven over het onvermogen
van het schrijven zelf. Nolens
schrijft over het onvermogen te
leven en over 'afwezigheden'. Hij
wenst ook psychologie in zijn
gedichten toe te laten. De dich
ter zegt, dat hij altijd achttien is
gebleven, in de leeftijd der twij
felaars. Altijd is hij 'het kruis
punt van al zijn magnifieke on
mogelijkheden' en 'draaischijf
van een onmogelijk heden', om
dat hij niet wil kiezen voor één
richting.
Alleen in de poëzie kunnen alle
wegen tegelijk bewandeld wor
den. In het dagelijks leven voelt
hij zich een blinde, in het donker
van het eigen innerlijk ziet hij
het scherpst. De burgerlijke eti
quette van het ouderlijk huis die
ook hem werd nagelaten, zorgt
voor een nog grotere vervreem
ding van het naakte leven. Hier
mee zijn in het kort de vier
hoofdstukken genoemd: 'Dag-
blind', 'Achttien', 'Etiquette' en
'Nachtzien'.
Van iemand voor wie het dichten
zo van levensbelang is .verwacht
je eigenlijk meer woelen en wor
stelen en een heviger zoeken
naar uitersten dan in deze laat
ste bundel voelbaar is. Het lijkt
erop dat Nolens zich nu rustig
op weg begeeft met de eigen
oude wagensporen onder de wie
len. Alsof hij toch niet dagblind
genoeg is en ook de nacht niet
angstaanjagend donker genoeg.
De gewezen achttienjarige kent
zijn thema's en de gebruiken.
Zijn benadering is nu vaak een
puur poëticale, bijna altijd gaat
het alleen over het dichten zelf.
Zou dit toch Nederlandse in
vloed zijn?
Was je zo dood als een geboren
psychiater,
Dan kon je vanavond je bloedei
gen ziel laten vlinderen diep
In het binnenste van je patiën
ten.
Je vliesdunne vleugels van han
den
Pelden het dikke verdriet dat
daar klem zit
In bloesems van vlees.
Je tong zong de zenuwen tos
Van hun liefde die echt is als
haat
En die echt is want zeer doet.
Maar jij ligt afwezig
Te zijn op die biechtbank en
braakt je wat kwalen verzinnen,
Verlangt ook niet langer geboor
te.
Leonard Nolens: 'Hart tegen
hart', Uitg. Querido, prijs 49,90
Leonard Nolens: 'Honing en as'.
Uitg. Querido, prijs 29,90
Door Marjan Mes
De Engelse schrijfster Pat Bar
ker (1943) was, voordat zij Nie
mandsland (Regeneration) publi
ceerde, bekend van vier feminis
tisch getinte romans over vrou
wen uit de arbeidersklasse in
Noord-Engeland. Union Street
werd zelfs door Hollywood-re-
gisseur Martin Ritt verfilmd.
Een geromantiseerde en versim
pelde versie onder de titel Stan
ley and Iris, met Robert de Niro
als een analfabeet die leert lezen
en schrijven van een arbeiders
weduwe (Jane Fonda) met wie
hij iets moois krijgt.
Met Niemandsland maakte de
auteur onverwacht grote indruk
vanwege de gedegen documenta
tie en de manier waarop zij zich
wist te verplaatsen in een uitge
sproken mannenwereld: de sme
rige loopgravenoorlog van 1914
aan het westelijk front waarbij
tienduizenden Engelsen als ka-
nonnenvoer dienden. Haar
hoofdpersonen waren o.a. de
dichter Siegfried Sassoon en de
neuroloog/psychiater dr. Rivers,
wier geschriften zij in haar ro
man, de eerste van een trilogie
over de Eerste Wereldoorlog,
verwerkt had.
Niemandsland speelde zich voor
een groot deel af in het instituut
waar dr. Rivers jonge Britse offi
cieren tracht te genezen van
shell shock en andere psychoso
matische trauma's die zij in de
loopgraven hebben opgelopen.
Zelf raakt de psychiater in een
innerlijk conflict omdat hij de
tegenstrijdige opdracht heeft om
mannen, die door de hel zijn
gegaan, opnieuw klaar te stomen
voor de oorlog.
Een van de patiënten in deze
boeiende roman was luitenant
Billy Prior die zijn spraakvermo
gen had verloren, toen hij na een
bombardement de oogbal van
een gesneuvelde kameraad in de
hand hield. Prior is een van de
belangrijkste figuren in het
tweede deel van Pat Barkers
trilogie, Het oog in de deur (The
Eye in the Door).
Na de behandeling door dr. Ri
vers wordt Billy Prior aangesteld
bij de Britse inlichtingendienst
om een aanslag op de Britse
minister-president Lloyd George
te onderzoeken. De aanslag zou
zijn gepleegd door Beattie Ro
per, een voormalige suffragette
en pacifiste, door middel van in
gif gedoopte pijltjes. Prior heeft
deze vrouw in zijn jeugd goed
gekend.
Luitenant Prior ontdekt dat de
oud geworden vrouw, die opge
sloten zit in een afschuwelijke
gevangeniscel, het slachtoffer is
van politiek gekonkel. Hij wordt
verscheurd door tegenstrijdige
emoties. Eigenlijk voelt hij zich
solidair met de vriendin uit zijn
(arbeiders)jeugd, maar hij heeft
ook een afkeer van het verraad
aan zijn voormalige kameraden
in de helse oorlog.
Priors innerlijke verscheurdheid
komt ook tot uitdrukking in zijn
bi-seksualiteit. In het begin van
het boek heeft hij een heftige
seksuele ervaring met de gehuw
de mede-officier Manning, die
eveneens bij dr. Rivers in behan
deling is geweest.
De Engelse hysterie rond homo
seksualiteit bedreigt in 1918 de
Britse oorlogsinspanningen. Ho
moseksuelen worden samen met
de pacifisten aangewezen als
verantwoordelijk voor de gruwe
lijke verliezen. Het gerucht gaat
dat er een zwartboek bestaat
met de namen van 47.000 Engel
sen, waaronder vele hoogge-
plaatsten, die zich schuldig heb
ben gemaakt aan verdorven sek
suele praktijken.
Niet alleen het gerucht over het
zwartboek blijkt aan de werke
lijkheid ontleend, zoals uit Pat
Barkers nawoord blijkt, maar
ook dat over Winston Churchill,
de minister van buitenlandse za
ken, die iets gehad zou hebben
met zijn privé-secretaris.
Pat Barker schreef opnieuw een
monumentale, goed gedocumen
teerde roman. Het mooist zijn
overigens de hoofdstukken
waarin zij zich loszingt van de
historische feiten, die soms al te
letterlijk worden aangehaald. De
personages worden dan mannen
van vlees en bloed worden, met
trauma's en destructieve neigin
gen die van alle tijden zijn. Bar
kers feminisme richt zich op de
kwetsbaarheid van deze mannen
en op de kracht van sommige
vrouwenfiguren, die uitspraken
doen die meer van onze tijd zijn
dan van 1918. Vorig jaar won
deze boeiende roman de Guar
dian Fiction Prize.
Pat Barker: 'Het oog in de deur'.
Uitg. De Geus, prijs 44.90.
Door Johan Diepstraten
'Ik eet het smakelijkst als ik
een prak met 'n kuiltje jus voor
m'n neus heb,' zegt de hoofd
persoon in de debuutroman
Bleekers zomer (1972) van
Mensje van Keulen. In ruim
twintig jaar is er niet wezenlijk
iets veranderd met de persona
ges in haar romanwereld.
Doorgekookte sperziebonen,
stinkende sudderlappen en veel
spruitjes zijn de symbolen voor
een manier van leven. De kler
ken die in het weekend liever
veilig op kantoor verblijven
dan 'gezellig' thuiszitten, zijn
langzaam maar zeker ingeruild
voor huisvrouwen die op drie
hoog-achter vereenzamen.
Maar de Hollandse treurigheid
blijft als een walm over de
pagina's hangen.
Ook in haar nieuwe roman De
rode strik is er weinig vrolijk
heid. De gescheiden moeder
met twee kinderen in groep 6
en 8 leegt de prullenbakken,
stoft de bureaus en gaat met de
stofzuiger rond. Ook al is een
collega van haar ontslagen om
dat ze een paar vellen postze
gels had ontvreemd, dat weer
houdt de moeder er niet van om
iedere week een pak koffie mee
te nemen naar huis. 'Dat stopte
ze om half zeven alvast in haar
tas.'
De man met wie ze tegenwoor
dig samenwoont - oom Leen
voor de kinderen - typeert
Mensje van Keulen in enkele
zinnen: 'Hij zei dat als hij Pet
rus was, hij vrijwel niemand
door de hemelpoort zou laten.
Geen communisten, geen brui
nen, geen joden, geen Arabie
ren, geen buren, geen ministers,
geen vuilakken van de verkeer
de kant. In de hel was plaats
zat.'
Sfeer
In het vroegere werk volstond
Mensje van Keulen met de be
schrijving van het uitzichtloze
bestaan van haar romanperso
nages. De verhalen en romans
bevatten nauwelijks een ont
wikkeling of een plot. Dat was
ook niet echt nodig omdat de
beeldschone dialogen en de op
geroepen sfeer veel, zo niet al
les vergoedden. Maar niet al
leen de maatschappij verander
de, ook de literatuur kreeg de
afgelopen decennia een ander
aanzien. Wat twintig jaar gele
den in de literaire wereld van
Mensje van Keulen onmogelijk
voor oom Leen de bijnaam 'de
beestenman' bedenkt omdat hij
in een dierenwinkel werkt waar
hij voornamelijk in de weer is
met krioelende maden en ver
delgingsmiddelen. In de bij
naam 'beestenman' is al haar
weerzin samengevat: alles wat
haar beangstigt in het dagelijk
se leven, projecteert Maria op
de indringer. 'Het komt alle
maal door de beestenman,'
luidt de openingszin van de
roman en daarmee doelt Maria
op wat er gebeurde nadat ze
haar stiefvader vermoordde:
haar kleine zusje Bee begon te
gillen en werd opgenomen in de
psychiatrische inrichting Sint
Theresia.
Aan het begin van de roman
probeert Maria haar negenjari
ge zusje weer op aarde terug te
krijgen, maar ze reageert ner
gens op. 'Zulke lege ogen. Ver
onderstel dat ze dacht dat ze
niets was. Niets. Dat zou bete
kenen dat ze niet eens denken
kon.' Na bijna twee honderd
pagina's flash-back kan Maria
tijdens het bezoekuur aankon
digen dat 'het onheil uit de
straat is vertrokken' en Bee
geeft haar eerste levensteken:
ze aait het bedreigde konijn dat
Maria de inrichting heeft bin
nengesmokkeld.
Mensje van Keulen
was, gebeurt nu in De rode
strik.
Van subtiele treiterijen of inge
houden wraakacties is geen
sprake meer: oom Leen - een
neef van de weggelopen vader
Cor - wordt tegen het einde van
de roman door de dochters ge
woon met een koekepan om de
oren geslagen en in het trapgat
gegooid. Als het slachtoffer
zich een paar uur later moei
zaam tree voor tree omhoog
hijst, staat dochter Maria bo
venaan: 'Ik hoefde nooit een
woord meer van hem te horen.
Ik tilde mijn voet op en schop
te, schopte hem in het gezicht.
Ik schopte hem naar de hel.'
Indringer
Het is niet gebruikelijk om de
plot van een roman te onthul
len, maar de schrijfster vertelde
de ontknoping al uitgebreid bij
Ischa en voegde er bovendien
aan toe dat haar hoofdpersonen
Maria en Bee Talberg nog ge
lijk hadden ook. Jawel, ze kon
zich goed verplaatsen in de mo
tieven en de haatgevoelens van
FOTO ROEL HAZEWINDUS Volksbuurt
de twee zusjes ten opzichte van
deze indringer in huis.
Ze hadden gelijk? vraagt de
lezer zich verbaasd af. Dat
heeft Mensje van Keulen dan
toch niet aannemelijk gemaakt
in de roman, voor zover dat al
mogelijk zou zijn. Toegegeven:
oom Leen is een soort Tedje
van Es vol tatoeages, laat win
den, heeft zweetvoeten, schijnt
voortdurend naar de jenever-
fles te pakken, laat peuken in
de wc liggen en staat op het
punt om het lievelingskonijn
van de zusjes de nek om te
draaien. Ondanks al zijn beper
kingen is hij een stiefvader die
toch het beste met de zusjes
voorheeft. 'Heb nou maar even
geduld. Het is voor hem ook
niet gemakkelijk,' vergoelijkt
de moeder zijn gedrag tegen
over dochter Maria.
Beestenman
Mensje van Keulen vertelt de
roman vanuit het perspectief
van dochter Maria en alle ge
beurtenissen zijn door haar vi
sie gekleurd. Het is Maria die
De flash-backs bestaan uit kor
te scenes waarin Mensje van
Keulen een beeld geeft van het
gewone kinderleven in een
Haagse volksbuurt in de perio
de dat F.C Den Haag nog ge
woon ADO heette. Daarin heeft
zij ook de ontreddering van de
kinderen verweven vanwege de
komst van de stiefvader. Steeds
vaker komt hij op bezoek, hij
blijft na verloop van tijd slapen
en voor Maria en Bee het goed
en wel beseffen, is hij in huis
opgenomen. Kleine ergernissen
groeien uit tot haatgevoelens,
zodanig dat Maria en Bee plot
seling besluiten dat ze van oom
Leen afwillen. Hij moet dood.
De rode strik heeft bij vlagen
de allure van een psychologi
sche thriller. Dat heeft vooral
te maken met de onbereken
baarheid van de hoofdpersoon,
de elfjarige Maria Talberg. Het
kleine serpent - nog liefkozend
Bambi genoemd door haar
stiefvader - bestaat gelukkig
alleen in een romanwerkelijk
heid.
Mensje van Keulen: 'De rode
strik'. Uitg. Atlas, prijs 29,90.
Door Aart Heering
Gewapend met bewonderens
waardige rondingen, een klas
sieke opvoeding en een fikse
dosis ondernemingslust kwam
de pas afgestudeerde neerlan
dica Rosita Steenbeek zeven
jaar geleden aan in Rome. Haar
ambitie lag bij de film, maar op
een paar rolletjes na bleek
daarin voor haar geen grote
carrière weggelegd. Met meer
succes legde zij zich toe op het
bedrijven van literatuur en het
betoveren van oudere heren.
Het resultaat van die beide ac
tiviteiten is neergelegd in een
aangrijpend autobiografisch
verslag rond haar verhouding
met drie grijze mannen aan wie
zij in Italië kennis kreeg. Het
interessante daarbij is dat twee
van hen wereldberoemde figu
ren waren: de schrijver Alberto
Moravia en de cineast Federico
Fellini, die in deze sleutelro
man (waarvan de sleutel overi
gens nauwelijks omgedraaid
hoeft te worden) respectievelijk
Eduardo Pincrini en Marcello
Leoni heten.
Het verhaal van 'de laatste
vrouw' van de drie 'oude goden'
begint wanneer de hoofdper
soon Susanna berooid en ver
twijfeld ingaat op het voorstel
van een Romeinse sjacheraar
om tegen betaling een weekein
de door te brengen met een
schatrijke Siciliaan. Ondanks
deze ongewone manier van
kennismaking vat Susanna al
gauw genegenheid op voor de
meer dan twee keer zo oude
psychiater Roberto Colafiori,
als gevolg van een huizenhoog
vadercomplex dat iedere blad
zijde van het boek doorsijpelt.
Moravia
Desondanks wordt hun relatie
van meet af aan getormenteerd
door Roberto's ziekelijke ja
loersheid en zijn bizarre sek
sualiteit. Ook zijn omgeving
werkt niet mee. Susanna ergert
zich aan Roberto's provinciaal-
elitaire vrienden die zwelgen in
dure restaurants en zelfgenoeg
zame praat, maar verder bitter
weinig te melden hebben. Wel
leveren Sicilië en Rome vol
doende andere ervaringen op
waarin zij zich ten volle kan
uitleven in een niet geheel van
Rosita Steenbeek
pathos verstoken, couperiaans
aandoende stijl.
Het tweede deel van het drie
luik wordt ingevuld door Pin
crini (Moravia). Susanna leert
hem hem kennen wanneer zij
hem een interview afneemt
voor een Nederlands tijdschrift.
De bejaarde bard heeft wel
schik in de pronte Hollandse
die op haar beurt weer door
hem gefascineerd raakt. Er ont
staat een literair-platonische
relatie, waarin Susanna en de
schrijver vooral veel samen
eten en naar de films gaan die
hij wekelijks recenseert. Daar
bij is zij hem ook van dienst
door de zinnen te herhalen die
zijn dove oren niet meer horen.
Niettemin mag Pincrini zijn
muze af en toe ook gaarne een
fikse tuchtiging toedienen met
de vlakke hand op haar blote
billen, een gunst die zij echter
met groeiende tegenzin ver
leent. Het contact met de oude
FOTO FERRUCCIO CASTRONUOVO
izegrim mag dan wel intellec
tueel stimulerend zijn - zo ver
taalt zij onder meer zijn boeken
in het Nederlands - maar haar
belangstelling voor hem wordt
beduidend minder wanneer zij
Leoni (Fellini) ontmoet.
Het aan hem gewijde derde en
laatste deel is zonder meer het
meest opgewekte, vooral omdat
Leoni verreweg de aardigste
van de drie is. Susanna heeft de
70-jarige regisseur al eerder
ontmoet doordat zij een rolletje
heeft gespeeld in zijn voor
laatste film ('Ginger en Fred'),
maar nu krijgt zij door tussen
komst van Pincrini de kans om
ook hem een interview af te
nemen.
Hofmakerij
Weer loopt het tweegesprek uit
in een duurzamer contact en
meteen al raken de bladzijden
vervuld van een zinderende
sensualiteit, die soms dreigt te
ontaarden in kasteelromantiek.
Toch is ook in deze verhouding
seks van ondergeschikt belang.
Het komt er pas van na vijf
maanden van vrolijke hofma
kerij, maar dan wordt het ook
indringend genoeg beschreven
zodat het commerciële succes
van de toekomstige Italiaanse
vertaling bij voorbaat verze
kerd lijkt.
Verder laat de maestro zich met
Susanna vooral gaan in barok
ke taal en wise - cracks van het
type: '"Is Nederland godsdien
stig?' 'Protestants' 'Goed zo.
Voor een land dat elk moment
onder water kan verdwijnen is
het goed een God te hebben.'"
Maar aan de verhouding met
beide reuzen van de Italiaanse
■cultuur komt plotsklaps een
einde in september 1990, wan
neer Moravia-Pincrini over
lijdt. Ook de cineast die met
Susanna en de schrijver een
merkwaardig soort gerontolo-
gische driehoeksverhouding
had opgezet, laat niet meer van
zich horen. Inmiddels is ook hij
overleden, terwijl Roberto oud
en eenzaam op Sicilië vege
teert. De titel van het boek laat
zich daarmee zeer letterlijk le
zen.
Voor Susanne tenslotte is de
erotische vriendschap met de
drie Italianen een noodzakelij
ke ervaring geweest om zich te
ontworstelen aan de dominan
tie van een vervaarlijke en bril
jante christelijk - historische
vaderfiguur. In een aan de
Griekse mythologie ontleende
allegorie besluit zij haar boek
daarom zo: 'De god van het
vuur en de kunsten kliefde het
hoofd van de vader, de grootste
der goden, en bevrijdde de
dochter. Niet langer zou ze do
len in het labyrint, niet langer
zou ze door zijn ogen naar de
wereld kijken. Haar eigen be
nen waren sterk genoeg.
Even draaide ze zich om naar
de oude goden die haar nake
ken, een zweem van melancho
lie glansde in hun ogen, maar
ook vertrouwen en berusting.
Ze zwaaide en liep verder.'
Enig effectbejag is Rosita
Steenbeek niet vreemd, maar
voor wie daar tegen kan is haar
boek alleszins lezenswaardig.
Rosita Steenbeek: 'De laatste
vrouw'. Uitg. Contact, prijs
34,90
Vijftig jaar geleden werd uitge
verij De Bezige Bij opgericht.
Vóór de officiële oprichting was
al illegaal de rijmprent De acht
tien doden van Jan Campert uit
gegeven. De Amsterdamse uitge
verij viert nu feest en dat begint
met de presentatie op 28 novem
ber van het boek Geert Lubber
huizen, uitgever. Het mysterie
van de Van Miereveldstraat'. Dit
portret van de oprichter van De
Bezige Bij is geschreven door
Wim Wennekes.
In het weekend van 9, 10 en 11
december wordt op vijf locaties
in Amsterdamm het jubileumfes
tival 'Het Vrije Woord' gehou
den, waar de ongeveer 70 au
teurs van De Bezige Bij aan het
woord komen. Op vrijdag 9 de
cember interviewt Adriaan ,'an
Dis op een sprekersavond over
lezen en uitgeven o.a. Harry Mu-
lisch, Marja Brouwers en Hans
Magnus Enzensberger (Stads
schouwburg, 20.15 uur). Diezelf
de avond is er een confrontatie
tussen Willem Frederik Hermans
en Theo van Gogh (Nassaukerk,
21 uur), wordt over passie ge
sproken door o.a. Martin Bril,
Pamela Koevoets en Adriaan
Morriën (Melkweg, 21 uur) en
presenteert Henk Hofland een
nachtprogramma met debatten
(Paradiso, 23 tot 2 uur).
Zaterdag 10 december biedt on
der meer 'Vrijheid van vorm',
waarin Dirk van Weelden en
Michaël Zeeman de schrijvers
Hugo Claus, Remco Campert,
Louis Ferron e.a. interview
(Stadsschouwburg, 16 uur). Et
een dichtersmarathon met
H.H. ter Balkt, Jules Deelder,
Né, Hans Verhagen en Si®
Vinkenoog (Stadsschouwbm
20.15 uur). Zondag 11 decemb
zorgen Kees van Kooten, Lei
de Winter, Jan Wolkers, Hai
Magnus Enzensberger en
Santen 'Vertellingen op de z
dagmiddag' (Stadsschouwbi.
15 uur). Kaarten zijn verkrii
baar bij alle VW-bespreekli
reaus.
Vijf genomineerde Vlaair
schrijvers kijken met span®
uit naar de negende dei
als in Brussel de prijs Alt
Literair, de opvolger van NC
Literair, wordt uitgereikt. I
communicatie-gigant heeft ee
bedrag van 400.000 francs (oi
geveer 21.600 gulden) klaar lii
gen. Vorig jaar ging het oi
Franstalige boeken, deze kt
zijn dus de Vlamingen weer ai
de beurt.
De uitverkorenen zijn Paul Cla
met De Sater, Koenraad Goud
seune met Vuile was, Wim Net
tens met Menselijke middelt
Koen Peeters met De Postbm
en Eric Vlaminck met Wotee
huilen. Drie van de boeken zi
door Nederlandse uitgeverijé
op de markt gebracht.
Brems is voorziter van de jury.
Els Pelgrom schrijft het geschenk van de Kinderboekenweek
De Kinderboekenweek heeft volgend jaar als onderwerp 'Kat t
Hond', begint op 4 oktober, Werelddierendag, en duurt tot en n
zaterdag 14 oktober.
Dat heeft de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlands
Boek (CPNB) meegedeeld. De gemiddelde oplage van het kinderboe
kenweekgeschenk is 230.000 exemplaren. Het prentboekje, dat in di
Kinderboekenweek voor de allerkleinsten verschijnt, wordt vócfl
1995 gemaakt door Harrie Geelen.
Tekening van Philip Hopman in 'Vreemde gasten'
Door Muriel Boll
Slaap nu zacht, mijn kleine Na-
dia,/ spakojni notsji, goede
nacht,/zwart is het water van de
Moskwa,/ Djedoesjla houdt heel
stil de wacht. Elke avond zong
grootvader dit liedje voor Nadia,
toen ze nog in Moskou woonde.
Nadia is de hoofdpersoon in
Zwart is het water van de
Moskwa, een van de mooiste
verhalen in de bundel Vreemde
gasten waaraan elf auteurs een
bijdrage leverden.
Rode draad door die verhalen is
een zomerhuisje in Bergen aan
Zee. Dat huisje plus gastenboek,
een vriendelijke opa en zijn
kleindochter Lieske, zijn de eni
ge vaste ingrediënten waar de
schrijvers rekening mee hoefden
te houden. Het is een boek ge
worden met heel verschillende
verhalen van wisselende kwali
teit. Daaraan ontkom je niet bij
een dergelijke opzet. Deson
danks is het een sympathiek
boek geworden, misschien zelfs
dank zij, want het zijn letterlijjk
vreemde, maar ook boeiende
gasten die de revue passeren.
Elke huurder heeft iets in het
gastenboek geschreven. Dat is
aardig bedacht, op deze manier
zijn de verschillen in verhaal en
stijl mooi verklaard. Aan het
eind van elk verhaal bladeren
opa en Lieske verder en daarmee
is het toch een geheel geworden.
Hans en Monique Hagen schre
ven het sterke openingsverhaal.
Opa gaat kleiner wonen, met
Lieske doet hij voor het laatst de
ronde door het oude huis met
mooie en droevige herinnerin
gen, geheime plekjes en verha
len. Het huis is verkocht en opa
gaat zolang in het vakantiehuis
je in de tuin wonen tot zijn
nieuwe huis klaar is.
In het tweede verhaal lees je hoe
Nadia Leonevskaja en haar fa
milie ooit in Bergen terecht kwa
men, nadat ze uit Rusland waren
weggegaan. Het verhaal gaat
over Nadia's herinneringen aan
hun moeilijke leven toen de jo
den het leven moeilijk werd ge
maakt in Rusland, en over haar
heimwee later. Over Nadia zou
je meer willen lezen. Jacques
Vriens volgt met een vlot ge
schreven verhaal waarin Jelger
ma r
'De brief' van Herman Kruy
wraak neemt op zijn vader eil
diens vriendin. Pedagogisch vei-l
antwoord en toch leuk om l(|
lezen.
Het verhaal van Henk Figee ii|
dat minder. Daarin vertelt
rianne aan haar vriendin Je
dat haar ouders twee vriendin-|
nen zijn. Hun gymlerares
ook al lesbisch, maar zegt Jetsj
ke: „Wij vinden het heel apart]
„En buitengewoon normaal"
vult Marianne aan. Braaf vol
gens het boekje, maar het vei l
haal is nogal aan de
kant, net als dat van
Berk. In Een vreselijke
beschrijft ze het rommelige nieo l
we gezin dat een gescheiden marl
en een gescheiden vrouw roff
hun diverse kinderen op
proberen te zetten. Berg schrijft|
erg als een volwassene die
goede beurt bij kinderen wil ma-I
ken: er mag veel en de sfeer il
hilarisch. Ergens staat: 'Ze wal
ren geloof ik al aan de vierdl
fles'. Maar nergens in de tekst ill
verder sprake van een ik.
Ellen Teysinger schreef over f
geadopteerd jongetje uit ZoreaJ
een aardig verhaal, maar ze
bruikt om de haverklap
kleinwoordjes: haartjes,
tje, kindjes, enzovoort. Elk ver-I
haal gaat over een hedendaag!
verschijnsel waar kinderen msl
te maken kunnen krijgen. Ri"'|
dert Kromhout laat zien hoe i
kind in de knel kan komen d'
onmogelijke ouders, verder 2
de verhalen over bijstandsou-l
ders, over een een-oudergezin of I
Curaqao. Het laatste is een uit-|
stekende bijdrage van Harm dfl
Jonge over Jonie die mooie zin-1
nen verzamelt als 'een kruisspi»|
lust geen kruisbessen' en 'n
vader vangt vogelspinnen
mijn moeder bakt bromvlieg®]
in de broccoli'.
Het boek eindigt als opa
Lieske als laatsten in het d;
boek schrijven. 'Vreemde gasten
is beslist geen boek vol taal
ongerief geworden, het is eet]
boeiend boek over het leven vat]
kinderen in deze tijd. Philip
Hopmans transparante, zwierig!
tekeningen passen er mooi bij f*
zorgen voor eenheid.
H. en M. Hagen e.a.: 'Vreemd!
gasten'. III. Philip Hopman. Uitg
Van Goor, prijs 25.-
'Bomen' van Jacoba van Heei*
In galerie De Ringeloor in Gilze
vindt op zondag 20 novembei
een manifestatie rond de Vlaam
se kunstenares Kathrien Caymax
plaats. Er zal een grafiekmap
worden gepresenteerd getiteld
'Kleurstof vermengd met liefde'
bestaande uit vier kleuretser
van Caymax, met teksten var
Willem M. Roggeman, directeui
van het Vlaams Cultureel Cen
trum in Amsterdam.
Tevens vindt de presentatie
plaats van een boek over Cay
max, met teksten van onder an
dere Geert van Istendael. Ten
slotte wordt er een tentoonstel
ling geopend van haar werk var
de afgelopen 20 jaar. De mani
festatie in De Ringeloor,
Nieuwstraat 27a Gilze, duurt
van 14.00 tot 17,00 uur.
Aan het werk van Piet Mond
riaan is een cursus van drie
woensdagavonden gewijd in De
Nieuwe Veste te Breda. Op 30
november vindt de eerste les
plaats. Cursusleider Frits Achten
zal de gehele ontwikkeling van
Mondriaan, van romantisch-fi-
guratief tot abstract, toelichten.
Inschrijfformulieren voor de
cursus zijn verkrijgbaar bij de
Nieuwe Veste, Molenstraat 6
Breda. Kosten voor de drie avon
den 50.
Een Amerikaanse kunstenaar die
zich laat inspireren door Am
sterdamse theaters en terrassen
en Hollandse rivieren. Dat is
41-jarige Michael P. Ryan, ken
ner van de oude meesters, geïn
spireerd door onder meer Breit-
ner en Sluyters, kolorist, dromer
in licht en kleör.
Vanaf 1 december zijn zijn schil
derijen te zien op een over
zichtstentoonstelling in Het
Markiezenhof in Bergen op
Zoom. De expositie wordt die
dag om 16 uur geopend en loopt
tot en met 31 december.