Twee zusjes tegen een stiefvader De laatste vrouw van Fellini en Moravia BOEKENLEGGER KINDERBOEKEN Mannen in oorlogstijd in monumentale roman van Pat Barker Jubileum Bezige Bij Kinderboekenweekgeschenk Hotel met leuke gasten isR MM DE STEM BOEKEN DE STEM Over geboorte en afwezigheid Thrillerachtige roman met spruitjeswalm van Mensje van Keulen Belgische prijs Manifestatie rond werk van Caymax Cursus Mondriaan Michael Ryan in Bergen VRIJDAG 18 NOVEMBER 1994 D Door Y.Né Leonard Nolens is een van de weinige Vlaamse dichters die in Nederland echt zijn doorgebro ken. Dit jaar verscheen alweer de derde druk van zijn rijke verzamelbundel Hart tegen hart. Bijna iedere twee jaar komt er van hem een gedichtenbundel uit en dit gedurende al ruim twintig jaar. Honing en as is zijn nieuw ste boorling. Als hij niet schrijft, verliest hij alle gevoel voor richting, zei No- lens over zichzelf. Zijn gedichten zijn voor hem een geboortebe wijs. Steeds opnieuw wil hij de eigen geboorte bewezen zien. El ke dag gaat hij met de bus naar zijn boshut om aldaar poëzie te schrijven. Dat leven maakt hij tot onderwerp van zijn gedich ten. Dat leven werd onderwerp van zijn leven. Nolens heeft het gevoel, dat hij niet met zichzelf samenvalt. Er is in de gedichten telkens sprake van een 'ik, en een 'jij'. Allebei lijken ze een ander deel van Nolens te weerspiegelen. Die 'jij' is meestal de poëzie zelf, die als als geliefde wordt aangesproken en bekeken. Dat zij Leen ge noemd wordt, zegt genoeg. Zij is geen privé-bezit en hij kan niet volledig over haar beschikken. Maar het is altijd met haar dat hij vecht, altijd om haar en tegen haar. Poëzie schrijven is voor hem een middel om 'onder de mensen te komen', om zich 'te rug te trekken in het hart van vreemden'. Via het gedicht wil hij de vele stemmen in zichzelf laten spreken. Maar die stemmen zijn onmiskenbaar de stem van die ene dichter Nolens. Veel Nederlandse dichters schrijven over het onvermogen van het schrijven zelf. Nolens schrijft over het onvermogen te leven en over 'afwezigheden'. Hij wenst ook psychologie in zijn gedichten toe te laten. De dich ter zegt, dat hij altijd achttien is gebleven, in de leeftijd der twij felaars. Altijd is hij 'het kruis punt van al zijn magnifieke on mogelijkheden' en 'draaischijf van een onmogelijk heden', om dat hij niet wil kiezen voor één richting. Alleen in de poëzie kunnen alle wegen tegelijk bewandeld wor den. In het dagelijks leven voelt hij zich een blinde, in het donker van het eigen innerlijk ziet hij het scherpst. De burgerlijke eti quette van het ouderlijk huis die ook hem werd nagelaten, zorgt voor een nog grotere vervreem ding van het naakte leven. Hier mee zijn in het kort de vier hoofdstukken genoemd: 'Dag- blind', 'Achttien', 'Etiquette' en 'Nachtzien'. Van iemand voor wie het dichten zo van levensbelang is .verwacht je eigenlijk meer woelen en wor stelen en een heviger zoeken naar uitersten dan in deze laat ste bundel voelbaar is. Het lijkt erop dat Nolens zich nu rustig op weg begeeft met de eigen oude wagensporen onder de wie len. Alsof hij toch niet dagblind genoeg is en ook de nacht niet angstaanjagend donker genoeg. De gewezen achttienjarige kent zijn thema's en de gebruiken. Zijn benadering is nu vaak een puur poëticale, bijna altijd gaat het alleen over het dichten zelf. Zou dit toch Nederlandse in vloed zijn? Was je zo dood als een geboren psychiater, Dan kon je vanavond je bloedei gen ziel laten vlinderen diep In het binnenste van je patiën ten. Je vliesdunne vleugels van han den Pelden het dikke verdriet dat daar klem zit In bloesems van vlees. Je tong zong de zenuwen tos Van hun liefde die echt is als haat En die echt is want zeer doet. Maar jij ligt afwezig Te zijn op die biechtbank en braakt je wat kwalen verzinnen, Verlangt ook niet langer geboor te. Leonard Nolens: 'Hart tegen hart', Uitg. Querido, prijs 49,90 Leonard Nolens: 'Honing en as'. Uitg. Querido, prijs 29,90 Door Marjan Mes De Engelse schrijfster Pat Bar ker (1943) was, voordat zij Nie mandsland (Regeneration) publi ceerde, bekend van vier feminis tisch getinte romans over vrou wen uit de arbeidersklasse in Noord-Engeland. Union Street werd zelfs door Hollywood-re- gisseur Martin Ritt verfilmd. Een geromantiseerde en versim pelde versie onder de titel Stan ley and Iris, met Robert de Niro als een analfabeet die leert lezen en schrijven van een arbeiders weduwe (Jane Fonda) met wie hij iets moois krijgt. Met Niemandsland maakte de auteur onverwacht grote indruk vanwege de gedegen documenta tie en de manier waarop zij zich wist te verplaatsen in een uitge sproken mannenwereld: de sme rige loopgravenoorlog van 1914 aan het westelijk front waarbij tienduizenden Engelsen als ka- nonnenvoer dienden. Haar hoofdpersonen waren o.a. de dichter Siegfried Sassoon en de neuroloog/psychiater dr. Rivers, wier geschriften zij in haar ro man, de eerste van een trilogie over de Eerste Wereldoorlog, verwerkt had. Niemandsland speelde zich voor een groot deel af in het instituut waar dr. Rivers jonge Britse offi cieren tracht te genezen van shell shock en andere psychoso matische trauma's die zij in de loopgraven hebben opgelopen. Zelf raakt de psychiater in een innerlijk conflict omdat hij de tegenstrijdige opdracht heeft om mannen, die door de hel zijn gegaan, opnieuw klaar te stomen voor de oorlog. Een van de patiënten in deze boeiende roman was luitenant Billy Prior die zijn spraakvermo gen had verloren, toen hij na een bombardement de oogbal van een gesneuvelde kameraad in de hand hield. Prior is een van de belangrijkste figuren in het tweede deel van Pat Barkers trilogie, Het oog in de deur (The Eye in the Door). Na de behandeling door dr. Ri vers wordt Billy Prior aangesteld bij de Britse inlichtingendienst om een aanslag op de Britse minister-president Lloyd George te onderzoeken. De aanslag zou zijn gepleegd door Beattie Ro per, een voormalige suffragette en pacifiste, door middel van in gif gedoopte pijltjes. Prior heeft deze vrouw in zijn jeugd goed gekend. Luitenant Prior ontdekt dat de oud geworden vrouw, die opge sloten zit in een afschuwelijke gevangeniscel, het slachtoffer is van politiek gekonkel. Hij wordt verscheurd door tegenstrijdige emoties. Eigenlijk voelt hij zich solidair met de vriendin uit zijn (arbeiders)jeugd, maar hij heeft ook een afkeer van het verraad aan zijn voormalige kameraden in de helse oorlog. Priors innerlijke verscheurdheid komt ook tot uitdrukking in zijn bi-seksualiteit. In het begin van het boek heeft hij een heftige seksuele ervaring met de gehuw de mede-officier Manning, die eveneens bij dr. Rivers in behan deling is geweest. De Engelse hysterie rond homo seksualiteit bedreigt in 1918 de Britse oorlogsinspanningen. Ho moseksuelen worden samen met de pacifisten aangewezen als verantwoordelijk voor de gruwe lijke verliezen. Het gerucht gaat dat er een zwartboek bestaat met de namen van 47.000 Engel sen, waaronder vele hoogge- plaatsten, die zich schuldig heb ben gemaakt aan verdorven sek suele praktijken. Niet alleen het gerucht over het zwartboek blijkt aan de werke lijkheid ontleend, zoals uit Pat Barkers nawoord blijkt, maar ook dat over Winston Churchill, de minister van buitenlandse za ken, die iets gehad zou hebben met zijn privé-secretaris. Pat Barker schreef opnieuw een monumentale, goed gedocumen teerde roman. Het mooist zijn overigens de hoofdstukken waarin zij zich loszingt van de historische feiten, die soms al te letterlijk worden aangehaald. De personages worden dan mannen van vlees en bloed worden, met trauma's en destructieve neigin gen die van alle tijden zijn. Bar kers feminisme richt zich op de kwetsbaarheid van deze mannen en op de kracht van sommige vrouwenfiguren, die uitspraken doen die meer van onze tijd zijn dan van 1918. Vorig jaar won deze boeiende roman de Guar dian Fiction Prize. Pat Barker: 'Het oog in de deur'. Uitg. De Geus, prijs 44.90. Door Johan Diepstraten 'Ik eet het smakelijkst als ik een prak met 'n kuiltje jus voor m'n neus heb,' zegt de hoofd persoon in de debuutroman Bleekers zomer (1972) van Mensje van Keulen. In ruim twintig jaar is er niet wezenlijk iets veranderd met de persona ges in haar romanwereld. Doorgekookte sperziebonen, stinkende sudderlappen en veel spruitjes zijn de symbolen voor een manier van leven. De kler ken die in het weekend liever veilig op kantoor verblijven dan 'gezellig' thuiszitten, zijn langzaam maar zeker ingeruild voor huisvrouwen die op drie hoog-achter vereenzamen. Maar de Hollandse treurigheid blijft als een walm over de pagina's hangen. Ook in haar nieuwe roman De rode strik is er weinig vrolijk heid. De gescheiden moeder met twee kinderen in groep 6 en 8 leegt de prullenbakken, stoft de bureaus en gaat met de stofzuiger rond. Ook al is een collega van haar ontslagen om dat ze een paar vellen postze gels had ontvreemd, dat weer houdt de moeder er niet van om iedere week een pak koffie mee te nemen naar huis. 'Dat stopte ze om half zeven alvast in haar tas.' De man met wie ze tegenwoor dig samenwoont - oom Leen voor de kinderen - typeert Mensje van Keulen in enkele zinnen: 'Hij zei dat als hij Pet rus was, hij vrijwel niemand door de hemelpoort zou laten. Geen communisten, geen brui nen, geen joden, geen Arabie ren, geen buren, geen ministers, geen vuilakken van de verkeer de kant. In de hel was plaats zat.' Sfeer In het vroegere werk volstond Mensje van Keulen met de be schrijving van het uitzichtloze bestaan van haar romanperso nages. De verhalen en romans bevatten nauwelijks een ont wikkeling of een plot. Dat was ook niet echt nodig omdat de beeldschone dialogen en de op geroepen sfeer veel, zo niet al les vergoedden. Maar niet al leen de maatschappij verander de, ook de literatuur kreeg de afgelopen decennia een ander aanzien. Wat twintig jaar gele den in de literaire wereld van Mensje van Keulen onmogelijk voor oom Leen de bijnaam 'de beestenman' bedenkt omdat hij in een dierenwinkel werkt waar hij voornamelijk in de weer is met krioelende maden en ver delgingsmiddelen. In de bij naam 'beestenman' is al haar weerzin samengevat: alles wat haar beangstigt in het dagelijk se leven, projecteert Maria op de indringer. 'Het komt alle maal door de beestenman,' luidt de openingszin van de roman en daarmee doelt Maria op wat er gebeurde nadat ze haar stiefvader vermoordde: haar kleine zusje Bee begon te gillen en werd opgenomen in de psychiatrische inrichting Sint Theresia. Aan het begin van de roman probeert Maria haar negenjari ge zusje weer op aarde terug te krijgen, maar ze reageert ner gens op. 'Zulke lege ogen. Ver onderstel dat ze dacht dat ze niets was. Niets. Dat zou bete kenen dat ze niet eens denken kon.' Na bijna twee honderd pagina's flash-back kan Maria tijdens het bezoekuur aankon digen dat 'het onheil uit de straat is vertrokken' en Bee geeft haar eerste levensteken: ze aait het bedreigde konijn dat Maria de inrichting heeft bin nengesmokkeld. Mensje van Keulen was, gebeurt nu in De rode strik. Van subtiele treiterijen of inge houden wraakacties is geen sprake meer: oom Leen - een neef van de weggelopen vader Cor - wordt tegen het einde van de roman door de dochters ge woon met een koekepan om de oren geslagen en in het trapgat gegooid. Als het slachtoffer zich een paar uur later moei zaam tree voor tree omhoog hijst, staat dochter Maria bo venaan: 'Ik hoefde nooit een woord meer van hem te horen. Ik tilde mijn voet op en schop te, schopte hem in het gezicht. Ik schopte hem naar de hel.' Indringer Het is niet gebruikelijk om de plot van een roman te onthul len, maar de schrijfster vertelde de ontknoping al uitgebreid bij Ischa en voegde er bovendien aan toe dat haar hoofdpersonen Maria en Bee Talberg nog ge lijk hadden ook. Jawel, ze kon zich goed verplaatsen in de mo tieven en de haatgevoelens van FOTO ROEL HAZEWINDUS Volksbuurt de twee zusjes ten opzichte van deze indringer in huis. Ze hadden gelijk? vraagt de lezer zich verbaasd af. Dat heeft Mensje van Keulen dan toch niet aannemelijk gemaakt in de roman, voor zover dat al mogelijk zou zijn. Toegegeven: oom Leen is een soort Tedje van Es vol tatoeages, laat win den, heeft zweetvoeten, schijnt voortdurend naar de jenever- fles te pakken, laat peuken in de wc liggen en staat op het punt om het lievelingskonijn van de zusjes de nek om te draaien. Ondanks al zijn beper kingen is hij een stiefvader die toch het beste met de zusjes voorheeft. 'Heb nou maar even geduld. Het is voor hem ook niet gemakkelijk,' vergoelijkt de moeder zijn gedrag tegen over dochter Maria. Beestenman Mensje van Keulen vertelt de roman vanuit het perspectief van dochter Maria en alle ge beurtenissen zijn door haar vi sie gekleurd. Het is Maria die De flash-backs bestaan uit kor te scenes waarin Mensje van Keulen een beeld geeft van het gewone kinderleven in een Haagse volksbuurt in de perio de dat F.C Den Haag nog ge woon ADO heette. Daarin heeft zij ook de ontreddering van de kinderen verweven vanwege de komst van de stiefvader. Steeds vaker komt hij op bezoek, hij blijft na verloop van tijd slapen en voor Maria en Bee het goed en wel beseffen, is hij in huis opgenomen. Kleine ergernissen groeien uit tot haatgevoelens, zodanig dat Maria en Bee plot seling besluiten dat ze van oom Leen afwillen. Hij moet dood. De rode strik heeft bij vlagen de allure van een psychologi sche thriller. Dat heeft vooral te maken met de onbereken baarheid van de hoofdpersoon, de elfjarige Maria Talberg. Het kleine serpent - nog liefkozend Bambi genoemd door haar stiefvader - bestaat gelukkig alleen in een romanwerkelijk heid. Mensje van Keulen: 'De rode strik'. Uitg. Atlas, prijs 29,90. Door Aart Heering Gewapend met bewonderens waardige rondingen, een klas sieke opvoeding en een fikse dosis ondernemingslust kwam de pas afgestudeerde neerlan dica Rosita Steenbeek zeven jaar geleden aan in Rome. Haar ambitie lag bij de film, maar op een paar rolletjes na bleek daarin voor haar geen grote carrière weggelegd. Met meer succes legde zij zich toe op het bedrijven van literatuur en het betoveren van oudere heren. Het resultaat van die beide ac tiviteiten is neergelegd in een aangrijpend autobiografisch verslag rond haar verhouding met drie grijze mannen aan wie zij in Italië kennis kreeg. Het interessante daarbij is dat twee van hen wereldberoemde figu ren waren: de schrijver Alberto Moravia en de cineast Federico Fellini, die in deze sleutelro man (waarvan de sleutel overi gens nauwelijks omgedraaid hoeft te worden) respectievelijk Eduardo Pincrini en Marcello Leoni heten. Het verhaal van 'de laatste vrouw' van de drie 'oude goden' begint wanneer de hoofdper soon Susanna berooid en ver twijfeld ingaat op het voorstel van een Romeinse sjacheraar om tegen betaling een weekein de door te brengen met een schatrijke Siciliaan. Ondanks deze ongewone manier van kennismaking vat Susanna al gauw genegenheid op voor de meer dan twee keer zo oude psychiater Roberto Colafiori, als gevolg van een huizenhoog vadercomplex dat iedere blad zijde van het boek doorsijpelt. Moravia Desondanks wordt hun relatie van meet af aan getormenteerd door Roberto's ziekelijke ja loersheid en zijn bizarre sek sualiteit. Ook zijn omgeving werkt niet mee. Susanna ergert zich aan Roberto's provinciaal- elitaire vrienden die zwelgen in dure restaurants en zelfgenoeg zame praat, maar verder bitter weinig te melden hebben. Wel leveren Sicilië en Rome vol doende andere ervaringen op waarin zij zich ten volle kan uitleven in een niet geheel van Rosita Steenbeek pathos verstoken, couperiaans aandoende stijl. Het tweede deel van het drie luik wordt ingevuld door Pin crini (Moravia). Susanna leert hem hem kennen wanneer zij hem een interview afneemt voor een Nederlands tijdschrift. De bejaarde bard heeft wel schik in de pronte Hollandse die op haar beurt weer door hem gefascineerd raakt. Er ont staat een literair-platonische relatie, waarin Susanna en de schrijver vooral veel samen eten en naar de films gaan die hij wekelijks recenseert. Daar bij is zij hem ook van dienst door de zinnen te herhalen die zijn dove oren niet meer horen. Niettemin mag Pincrini zijn muze af en toe ook gaarne een fikse tuchtiging toedienen met de vlakke hand op haar blote billen, een gunst die zij echter met groeiende tegenzin ver leent. Het contact met de oude FOTO FERRUCCIO CASTRONUOVO izegrim mag dan wel intellec tueel stimulerend zijn - zo ver taalt zij onder meer zijn boeken in het Nederlands - maar haar belangstelling voor hem wordt beduidend minder wanneer zij Leoni (Fellini) ontmoet. Het aan hem gewijde derde en laatste deel is zonder meer het meest opgewekte, vooral omdat Leoni verreweg de aardigste van de drie is. Susanna heeft de 70-jarige regisseur al eerder ontmoet doordat zij een rolletje heeft gespeeld in zijn voor laatste film ('Ginger en Fred'), maar nu krijgt zij door tussen komst van Pincrini de kans om ook hem een interview af te nemen. Hofmakerij Weer loopt het tweegesprek uit in een duurzamer contact en meteen al raken de bladzijden vervuld van een zinderende sensualiteit, die soms dreigt te ontaarden in kasteelromantiek. Toch is ook in deze verhouding seks van ondergeschikt belang. Het komt er pas van na vijf maanden van vrolijke hofma kerij, maar dan wordt het ook indringend genoeg beschreven zodat het commerciële succes van de toekomstige Italiaanse vertaling bij voorbaat verze kerd lijkt. Verder laat de maestro zich met Susanna vooral gaan in barok ke taal en wise - cracks van het type: '"Is Nederland godsdien stig?' 'Protestants' 'Goed zo. Voor een land dat elk moment onder water kan verdwijnen is het goed een God te hebben.'" Maar aan de verhouding met beide reuzen van de Italiaanse ■cultuur komt plotsklaps een einde in september 1990, wan neer Moravia-Pincrini over lijdt. Ook de cineast die met Susanna en de schrijver een merkwaardig soort gerontolo- gische driehoeksverhouding had opgezet, laat niet meer van zich horen. Inmiddels is ook hij overleden, terwijl Roberto oud en eenzaam op Sicilië vege teert. De titel van het boek laat zich daarmee zeer letterlijk le zen. Voor Susanne tenslotte is de erotische vriendschap met de drie Italianen een noodzakelij ke ervaring geweest om zich te ontworstelen aan de dominan tie van een vervaarlijke en bril jante christelijk - historische vaderfiguur. In een aan de Griekse mythologie ontleende allegorie besluit zij haar boek daarom zo: 'De god van het vuur en de kunsten kliefde het hoofd van de vader, de grootste der goden, en bevrijdde de dochter. Niet langer zou ze do len in het labyrint, niet langer zou ze door zijn ogen naar de wereld kijken. Haar eigen be nen waren sterk genoeg. Even draaide ze zich om naar de oude goden die haar nake ken, een zweem van melancho lie glansde in hun ogen, maar ook vertrouwen en berusting. Ze zwaaide en liep verder.' Enig effectbejag is Rosita Steenbeek niet vreemd, maar voor wie daar tegen kan is haar boek alleszins lezenswaardig. Rosita Steenbeek: 'De laatste vrouw'. Uitg. Contact, prijs 34,90 Vijftig jaar geleden werd uitge verij De Bezige Bij opgericht. Vóór de officiële oprichting was al illegaal de rijmprent De acht tien doden van Jan Campert uit gegeven. De Amsterdamse uitge verij viert nu feest en dat begint met de presentatie op 28 novem ber van het boek Geert Lubber huizen, uitgever. Het mysterie van de Van Miereveldstraat'. Dit portret van de oprichter van De Bezige Bij is geschreven door Wim Wennekes. In het weekend van 9, 10 en 11 december wordt op vijf locaties in Amsterdamm het jubileumfes tival 'Het Vrije Woord' gehou den, waar de ongeveer 70 au teurs van De Bezige Bij aan het woord komen. Op vrijdag 9 de cember interviewt Adriaan ,'an Dis op een sprekersavond over lezen en uitgeven o.a. Harry Mu- lisch, Marja Brouwers en Hans Magnus Enzensberger (Stads schouwburg, 20.15 uur). Diezelf de avond is er een confrontatie tussen Willem Frederik Hermans en Theo van Gogh (Nassaukerk, 21 uur), wordt over passie ge sproken door o.a. Martin Bril, Pamela Koevoets en Adriaan Morriën (Melkweg, 21 uur) en presenteert Henk Hofland een nachtprogramma met debatten (Paradiso, 23 tot 2 uur). Zaterdag 10 december biedt on der meer 'Vrijheid van vorm', waarin Dirk van Weelden en Michaël Zeeman de schrijvers Hugo Claus, Remco Campert, Louis Ferron e.a. interview (Stadsschouwburg, 16 uur). Et een dichtersmarathon met H.H. ter Balkt, Jules Deelder, Né, Hans Verhagen en Si® Vinkenoog (Stadsschouwbm 20.15 uur). Zondag 11 decemb zorgen Kees van Kooten, Lei de Winter, Jan Wolkers, Hai Magnus Enzensberger en Santen 'Vertellingen op de z dagmiddag' (Stadsschouwbi. 15 uur). Kaarten zijn verkrii baar bij alle VW-bespreekli reaus. Vijf genomineerde Vlaair schrijvers kijken met span® uit naar de negende dei als in Brussel de prijs Alt Literair, de opvolger van NC Literair, wordt uitgereikt. I communicatie-gigant heeft ee bedrag van 400.000 francs (oi geveer 21.600 gulden) klaar lii gen. Vorig jaar ging het oi Franstalige boeken, deze kt zijn dus de Vlamingen weer ai de beurt. De uitverkorenen zijn Paul Cla met De Sater, Koenraad Goud seune met Vuile was, Wim Net tens met Menselijke middelt Koen Peeters met De Postbm en Eric Vlaminck met Wotee huilen. Drie van de boeken zi door Nederlandse uitgeverijé op de markt gebracht. Brems is voorziter van de jury. Els Pelgrom schrijft het geschenk van de Kinderboekenweek De Kinderboekenweek heeft volgend jaar als onderwerp 'Kat t Hond', begint op 4 oktober, Werelddierendag, en duurt tot en n zaterdag 14 oktober. Dat heeft de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlands Boek (CPNB) meegedeeld. De gemiddelde oplage van het kinderboe kenweekgeschenk is 230.000 exemplaren. Het prentboekje, dat in di Kinderboekenweek voor de allerkleinsten verschijnt, wordt vócfl 1995 gemaakt door Harrie Geelen. Tekening van Philip Hopman in 'Vreemde gasten' Door Muriel Boll Slaap nu zacht, mijn kleine Na- dia,/ spakojni notsji, goede nacht,/zwart is het water van de Moskwa,/ Djedoesjla houdt heel stil de wacht. Elke avond zong grootvader dit liedje voor Nadia, toen ze nog in Moskou woonde. Nadia is de hoofdpersoon in Zwart is het water van de Moskwa, een van de mooiste verhalen in de bundel Vreemde gasten waaraan elf auteurs een bijdrage leverden. Rode draad door die verhalen is een zomerhuisje in Bergen aan Zee. Dat huisje plus gastenboek, een vriendelijke opa en zijn kleindochter Lieske, zijn de eni ge vaste ingrediënten waar de schrijvers rekening mee hoefden te houden. Het is een boek ge worden met heel verschillende verhalen van wisselende kwali teit. Daaraan ontkom je niet bij een dergelijke opzet. Deson danks is het een sympathiek boek geworden, misschien zelfs dank zij, want het zijn letterlijjk vreemde, maar ook boeiende gasten die de revue passeren. Elke huurder heeft iets in het gastenboek geschreven. Dat is aardig bedacht, op deze manier zijn de verschillen in verhaal en stijl mooi verklaard. Aan het eind van elk verhaal bladeren opa en Lieske verder en daarmee is het toch een geheel geworden. Hans en Monique Hagen schre ven het sterke openingsverhaal. Opa gaat kleiner wonen, met Lieske doet hij voor het laatst de ronde door het oude huis met mooie en droevige herinnerin gen, geheime plekjes en verha len. Het huis is verkocht en opa gaat zolang in het vakantiehuis je in de tuin wonen tot zijn nieuwe huis klaar is. In het tweede verhaal lees je hoe Nadia Leonevskaja en haar fa milie ooit in Bergen terecht kwa men, nadat ze uit Rusland waren weggegaan. Het verhaal gaat over Nadia's herinneringen aan hun moeilijke leven toen de jo den het leven moeilijk werd ge maakt in Rusland, en over haar heimwee later. Over Nadia zou je meer willen lezen. Jacques Vriens volgt met een vlot ge schreven verhaal waarin Jelger ma r 'De brief' van Herman Kruy wraak neemt op zijn vader eil diens vriendin. Pedagogisch vei-l antwoord en toch leuk om l(| lezen. Het verhaal van Henk Figee ii| dat minder. Daarin vertelt rianne aan haar vriendin Je dat haar ouders twee vriendin-| nen zijn. Hun gymlerares ook al lesbisch, maar zegt Jetsj ke: „Wij vinden het heel apart] „En buitengewoon normaal" vult Marianne aan. Braaf vol gens het boekje, maar het vei l haal is nogal aan de kant, net als dat van Berk. In Een vreselijke beschrijft ze het rommelige nieo l we gezin dat een gescheiden marl en een gescheiden vrouw roff hun diverse kinderen op proberen te zetten. Berg schrijft| erg als een volwassene die goede beurt bij kinderen wil ma-I ken: er mag veel en de sfeer il hilarisch. Ergens staat: 'Ze wal ren geloof ik al aan de vierdl fles'. Maar nergens in de tekst ill verder sprake van een ik. Ellen Teysinger schreef over f geadopteerd jongetje uit ZoreaJ een aardig verhaal, maar ze bruikt om de haverklap kleinwoordjes: haartjes, tje, kindjes, enzovoort. Elk ver-I haal gaat over een hedendaag! verschijnsel waar kinderen msl te maken kunnen krijgen. Ri"'| dert Kromhout laat zien hoe i kind in de knel kan komen d' onmogelijke ouders, verder 2 de verhalen over bijstandsou-l ders, over een een-oudergezin of I Curaqao. Het laatste is een uit-| stekende bijdrage van Harm dfl Jonge over Jonie die mooie zin-1 nen verzamelt als 'een kruisspi»| lust geen kruisbessen' en 'n vader vangt vogelspinnen mijn moeder bakt bromvlieg®] in de broccoli'. Het boek eindigt als opa Lieske als laatsten in het d; boek schrijven. 'Vreemde gasten is beslist geen boek vol taal ongerief geworden, het is eet] boeiend boek over het leven vat] kinderen in deze tijd. Philip Hopmans transparante, zwierig! tekeningen passen er mooi bij f* zorgen voor eenheid. H. en M. Hagen e.a.: 'Vreemd! gasten'. III. Philip Hopman. Uitg Van Goor, prijs 25.- 'Bomen' van Jacoba van Heei* In galerie De Ringeloor in Gilze vindt op zondag 20 novembei een manifestatie rond de Vlaam se kunstenares Kathrien Caymax plaats. Er zal een grafiekmap worden gepresenteerd getiteld 'Kleurstof vermengd met liefde' bestaande uit vier kleuretser van Caymax, met teksten var Willem M. Roggeman, directeui van het Vlaams Cultureel Cen trum in Amsterdam. Tevens vindt de presentatie plaats van een boek over Cay max, met teksten van onder an dere Geert van Istendael. Ten slotte wordt er een tentoonstel ling geopend van haar werk var de afgelopen 20 jaar. De mani festatie in De Ringeloor, Nieuwstraat 27a Gilze, duurt van 14.00 tot 17,00 uur. Aan het werk van Piet Mond riaan is een cursus van drie woensdagavonden gewijd in De Nieuwe Veste te Breda. Op 30 november vindt de eerste les plaats. Cursusleider Frits Achten zal de gehele ontwikkeling van Mondriaan, van romantisch-fi- guratief tot abstract, toelichten. Inschrijfformulieren voor de cursus zijn verkrijgbaar bij de Nieuwe Veste, Molenstraat 6 Breda. Kosten voor de drie avon den 50. Een Amerikaanse kunstenaar die zich laat inspireren door Am sterdamse theaters en terrassen en Hollandse rivieren. Dat is 41-jarige Michael P. Ryan, ken ner van de oude meesters, geïn spireerd door onder meer Breit- ner en Sluyters, kolorist, dromer in licht en kleör. Vanaf 1 december zijn zijn schil derijen te zien op een over zichtstentoonstelling in Het Markiezenhof in Bergen op Zoom. De expositie wordt die dag om 16 uur geopend en loopt tot en met 31 december.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 16