de Stem m Over onze genen structuur en functie van dna H SPIRAALVORM Trede ^Touw T V G,A_C g ta De verloedering van Rio ZIE WEEKEND 4 Een verdoezeld oorlogsverleden ZIE WEEKEND 2 Ritzen: minister onder vuur ZIE WEEKEND 3 Wetenschappers over de hele wereld proberen achter de geheimen van de mens te komen. Stukje bij beetje wordt ons erfe lijk materiaal ontrafeld. Vorige maand is de eerste fase van dit Humane Genoom Project afge rond, alle erfelijke eigen schappen van de mens zijn in kaart gebracht. Over tien jaar moet dui delijk zijn wat we met al deze informatie kunnen gaan doen, als ook de sa menstelling van het DNA en onze genen is vastge steld. In een reeks artike len gaan wij in op de be tekenis, de techniek en de ethische vragen bij dit grote onderzoek naar de erfelijkheid. 'Vandaag de eerste afleve- ring. De geheimen van onze erfelijke code worden ontrafeld Infografiek Hugo Vermaas en Julius Wintermans Weekend ZATERDAG 12 NOVEMBER 1994 DEEL E De door Watson en Crick voorgestelde structuur van het DNA-molecuul is opgebouwd als een touwladder die als een dubbele spiraal om een denkbeeldige centrale as is gewikkeld. De 'touwen' bestaan afwisselend uit desoxyribose (een suiker) en een fosfaatgroep (een fosforverbinding). De 'treden' zijn opgebouwd uit vier basen, die adenine, thymine, guanine en cytosine heten (afgekort A,T, G en C). RITSSLUITING De dubbele streng van het DNA-molecuul kan als een ritssluiting uit elkaar worden getrokken. Op de helft die dan overblijft past door deze codering maar één andere code. Dit is het mechanisme dat de celdeling en de groei van organismen 'stuurt'. l Waterstofbrugl Desoxyribose Fosfaat BESTANDDELEN De vier basen vormen een code die voor elke levensvorm en voor elk individu uniek is. De codering van de informatie vindt plaats doordat A steeds door middel van een waterstofbrug verbonden is met T en C met G. C kan niet tegenover A liggen en T niet tegenover G. Alle levensvormen op aarde zijn opgebouwd uit cellen. Een hoog ontwikkeld zoogdier als de mens heeft er miljarden. De meeste le vende cellen op aarde hebben een kern (alleen primitieve een- celligen als blauwwieren en bac teriën moeten het zonder stellen). In die kern ligt het erfelijk materi aal ,van de betreffende levens vorm opgesloten in de chromo somen. Chromosomen treden al tijd op in paren. De mens heeft er 46,22 gelijke paren en een onge lijk paar, de zogenaamde ge slachtschromosomen, die bepa len of de drager een vrouw is -(XX, naar de vorm van het betref fende chromosoom) of een man (XY). De chromosomen bestaan in feite uit lange strengen in elkaar ge draaide moleculen van een stof die 'desoxyribonucleïnezuur' wordt genoemd of DNA, afgekort naar de Engelse term Deoxyribo- Nucleid Acid. Elk DNA-molecuul bestaat uit een zogenaamde dubbele helix, twee moleculaire strengen die in een spiraalvorm om elkaar gedraaid zijn. De strengen zijn opgebouwd uit suikers en fosfaten; zij vormen de ruggegraat van het DNA. Als het DNA wordt 'uitgerold', ziet het eruit als een zich herhalend geheel van 'blokjes'. Elk blokje bestaat achtereenvolgens uit een fosfaatmolecuul, daarnaast een suikermolecuul, in het midden als verbinding twee basen, dan weer suiker en fosfaat. Het basenpaar in het midden vormt de onderlinge verbinding van de DNA-strengen, een beetje zoals de tandjes in een ritsslui ting. Het menselijk DNA bevat naar schatting drie miljard van die basenparen. De erfelijkheid is vastgelegd in een 'code' waarin de basenparen de 'letters' vor men. De volgorde van de basenparen is bepalend voor de genetische informatie. Alle erfelijke codes' op aarde zijn opgebouwd uit slechts vier van die 'letters': A (voor de base Adenine), T (Thymine), C (Cytosine) en G (Guanine). De vier basen kunnen bovendien maar op twee manieren gekop peld worden: A 'paart' altijd met T; C altijd met G. Een stukje DNA op een chromosoom laat zich dan bijvoorbeeld als volgt beschrij ven: GCATATGC etc. Overigens is het DNA van alle le vensvormen op aarde voor het grootste deel identiek. Het erfelijk materiaal van een muis bijvoor beeld bevat minder dan vijftig 'genen' die verschillen van die van de mens. Dat is niet veel als je bedenkt dat de totale hoeveel heid erfelijke informatie die nodig is om een mens te maken, ver moedelijk uit meer dan honderd duizend genen bestaat. De op het oog reusachtige verschillen tus sen mens en muis worden dus 'gecodeerd' door een betrekkelijk geringe hoeveelheid erfelijk ma teriaal. Genen zijn de eigenlijke bron van onze erfelijke eigenschappen. Elk DNA-molecuul bevat er talloze van. Een gen is niets anders dan klein stukje van een DNA-mole cuul. Een gen regelt de vorming van bepaalde eiwitten die op hun beurt zorgen dat de oorspronke lijk ongedifferentieerde cellen zich ontwikkelen tot bijvoorbeeld botcellen, spiercellen, zenuwcel len en geslachtscellen. Niet alle genen zijn even groot: er zijn er gevonden die minder dan duizend basen tellen, maar er zijn er ook die vermoedelijk vele mil joenen basen groot zijn. Halverwege de jaren tachtig zijn wetenschappers voorzichtig be gonnen met het in kaart brengen van alle genen' in het menselijk DNA. Die verzameling genen wordt het 'menselijk genoom' ge noemd. In het 'Human Genome Project' (afgekort Hugo) werken biologen en chemici uit de hele wereld samen in de jacht op het menselijk genoom. De vorderin gen zijn verbijsterend. Werd aan vankelijk gerekend op tientallen jaren werk, naar het zich nu laat aanzien zullen alle menselijke ge nen nog dit jaar in kaart zijn ge bracht. de mens een laboratorium in Washington achter een fikse computer. Even een passeerwoordje intikken, dan een nummer. „Vraag maar wat," zegt de 'computerbeheerder'. „Wat wil je weten?" Of we even mogen zien wat er momenteel in Nederland gaande is. „Geen probleem. Op welk ge bied?" Hij suggereert een onder werp, even later rollen alle onder zoeksgegevens van de Katholieke Universiteit Nijmegen over het scherm. „Als je wilt kan ik nu voor je vergelijken wat ze in Singapore of in Japan op dit terrein doen." Ontdekkingen in Nijmegen zijn, legt de man uit, de vol gende dag al in Amerika be kend. Het centrale steunpunt in Baltimore bestudeert de medede ling, hangt er een etiket aan, en speelt de resultaten via het compu ternetwerk van de internationale 'elektronische snelweg' door aan de rest van de wereld. Iedereen met een abonnement op het systeem, waar ook ter wereld, kan zodoende voort durend op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in het Hu mane Genoom Project. Het computertijdperk en de voort durend voortschrijdende techniek hebben inmiddels de speurtocht naar de geheimen van ons menszijn danig versneld. Zo kwam er een me thode om snel stukjes DNA te on derzoeken: de PCR (polymerase ket tingreactie), een vinding die Muilis en Smith in 1993 de Nobelprijs ople verde. Het voornaamste gevolg van het grootschalige onderzoek en alle successen is dat, vele jaren eerder dan gepland, de wetenschap door dringt in de diepste geheimen van ons bestaan. Nog dit jaar wordt de eerste grove kaart van onze chromo somen afgerond. En niet pas ver in de 21e eeuw kunnen we de detail kaart, het stratenboek van ons DNA, verwachten, maar reeds rond het jaar 2005 is die klus geklaard. Collins is een gedreven 'genenjager', met voorsprong de beroemdste ter wereld, bezeten van zijn werk. „Dit is een avontuur, we maken een blauwdruk van de mens. Wat we nu doen, is voor de eeuwigheid, de mens ontleden hoef je maar één keer te doen." Met zijn helm in de hand wijst hij de weg naar de bibliotheek van de NIH. Kasten vol met dia's heeft hij aange legd. Foto's van de kleinste stukjes uit ons lichaam. Van de cellen zijn niet alleen foto's beschikbaar. Om onze genen, en de andere moleculen in het genoom te kunnen bestuderen moet het DNA 'ontward worden' en uit de cel worden gelicht. Nadat het DNA uit de qellen is gehaald, maken de onderzoekers kopieën: alle stuk jes DNA worden, zoals dat heet, 'ge kloond' en belanden - anoniem - in een zogenaamde 'bibliotheek' waar ze voor iedereen die er mee wil wer ken opvraagbaar zijn. De grootste bibliotheek met gekloond DNA staat in het Amerikaanse Los Ala mos, negentig procent van alle in formatie waar de wetenschap mo menteel mee werkt komt daar van daan. Die bibliotheek bevat in es sentie alle geheimen van ons leven. Het complex van de NIH heeft een eigen busdienst, voor verbinding tussen de tientallen gebouwen. Voor Francis Collins gaat dat allemaal te langzaam. Hij knoopt z'n leren jack dicht, slingert zich op de motor. Helm dicht, op weg naar de volgen de bespreking. Honderd uur per week steekt hij in zijn werk, tijd is kostbaar. De jager leidt een jachtig bestaan. Toch bouwt overtuigd christen Col lins, actief lid van de Baptistenkerk, in zijn praatjes ook momenten van bezinning in. „We kunnen bij men sen allerlei ziekten opsporen. Soms maak ik me zorgen. Hoe moet ik ie mand vertellen dat hij aanleg heeft voor Alzheimer. Moet ik het wel ver tellen, als ik die man geen genezing kan aanbieden?" Een rode Honda scheurt over het ziekenhuisterrein. Een lange vent in spijkerbroek gaat op weg naar een bespreking over borstkanker-genen. Geen patiënt die deze man voorbij ziet komen, vermoedt dat wellicht de toekomst van een hele generatie vrouwen in handen van deze snelheidsduivel ligt. De volgende aflevering verschijnt zaterdag 19 november. De blauwdruk van Door Hans Rube Bezie de mens. Een samen bundeling van cellen, keurig gegroepeerd zodat een levend, denkend we zen ontstaat. Wat stuurt deze persoon? Hoe groei en wij uit tot wat we zijn9 Wat maakt dat we rood haar hebben, kort en dik zijn, of juist lang en slank? En vooral, hoe worden we ziek? Wat is het geheim van de mens? Prof. dr. Francis Collins is directeur van het Amerikaanse Humaan Gen oom Onderzoekscentrum. Een lange stevige man, voeten gestoken in blinkende Amerikaanse cowboy laarzen en gehuld in de kleding van een motorrijder. Buiten staat zijn felrode Honda Nighthawk 750, in de hoek van de kamer ligt een koffer met elektrische gitaar. Met zijn staf 'bewoont' Collins een van de torens op het complex van de National Institutes of Health (NIH), de prestigieuze nationale gezond heidsinstituten van de VS in Bethes- da, net buiten Washington DC. Col lins is op jacht naar de geheimen van de mens, de oorsprong van al het le ven, de oorzaken achter ziekten. Hij wil een landkaart van de mens schetsen, waarop alle onderdelen staan, die ons tot mens maken. Vooral wil h'ij weten waarom wij ziekten krijgen. Een gigantische klus, beaamt hij. „Ik gebruik wel eens deze vergelij king: je weet dat ergens tussen Was hington en Los Angeles een gloei lamp in een woning kapot is. Die lamp wil je vinden en vervangen. Maar je weet niet in welk deel van het land, laat staan dat je weet in welke stad, straat of in welk huis je die ene lamp moet gaan zoeken." Collins wil zo duidelijk maken hoe moeilijk het is om achter de oorzaak van kwalen te komen. Iedereen weet bijvoorbeeld dat sommige vormen van borstkanker erfelijk zijn. Hele families worden door de ziekte ge troffen, en ergens in hun cellen moet dus een foutje geslopen zijn. „In mijn eigen familie komt nogal wat kanker voor. Toen ik scheikun de ging studeren, zei genetica mij niets. Tijdens mijn studie stuitte ik op de geheimen van het DNA. Ik was verbijsterd toen ik erachter kwam dat ziekte in de genen vastligt. Ik wilde daar alles van weten." Wetenschappers ontdekken steeds vaker, dat minuscule foutjes in de menselijke cel grote gevolgen kun nen hebben. Langzaam maar zeker worden alle erfelijke ziekten in beeld gebracht. Het lijkt het er zelfs op dat iedere ziekte die de mens kan krijgen al bij onze geboorte in de cellen 'beschreven' ligt. Zo nu en dan geeft Collins 'praatjes', voor leken. Hij nodigt maatschappe lijk werkers en andere geïnteres seerden uit om te vertellen wat de genetici in hun laboratoria doen. Want ook in de VS geloven nog steeds miljoenen mensen dat weten schappers door 'geknutsel aan ge nen' andere mensen wil creëren. Hij probeert die colleges zo simpel mogelijk te houden. Beschouw de mens als een wereldbol, zegt Collins dan. Op die bol liggen continenten - onze 24 chromosomenparen -, in die werelddelen landen - het DNA - met steden: onze genen. De genen bepa len hoe wij er uit zien en kunnen ziekten veroorzaken. De' stoffen waaruit deze genen bestaan noemt Collins hun 'straat en huisnummer'. De menselijke wereldbol heeft op die manier een compleet boek met instructies, die er voor zorgen dat we kunnen blijven draaien. Dat in gewikkelde pakket, opgebouwd uit miljarden minuscule deeltjes in het DNA, noemen we het 'genoom'. Sinds een aantal jaren zijn vele duizenden wetenschappers net als Francis Collins over de hele wereld bezig om de men selijke 'aardbol' tot in detail te teke nen. Dit onderzoek heeft de naam 'Humane Genoom-project' meege kregen. Het is inmiddels het grootste bio-medische onderzoek dat ooit heeft plaatsgevonden, het kost mil jarden guldens. Het 'humane gen oom project' moet alle erfelijke ei genschappen van de mens op de kaart zetten. Het hart van het onderzoek bevindt zich in de VS, hoewel ook Europa - met name Frankrijk en Engeland - en het Verre Oosten een stevig woordje meespreken. Regionale kantoren staan In Londen, Moskou en Osaka. De centrale 'bibliotheek' bevindt zich in Amerika. Ook het coördinerende werk gebeurt in de VS. Laboratoria in de hele wereld zijn via een centraal punt, de Johns Hopkins Universiteit in Baltimore, met elkaar verbonden. De biologen vergelijken hun speur werk met dat van middeleeuwse ontdekkingsreizigers. Zoals Colum bus op weg ging om landkaarten te schetsen, zo zoeken moderne biolo gen de witte vlekken van ons DNA af. Dagelijks komen ze daarop onbe kende 'eilandjes' tegen. Dat blijken dan genen. Die krijgen futuristische namen: BRCAI en BRCA2, bijvoor beeld, de twee genen die vorige maand werden ontmaskerd als de veroorzakers van borstkanker. Ondanks de wereldwijde inspanning zal het nog jaren duren voor elk stukje van de menselijke cel op de kaart staat. Toch gaat het onderzoek eigenlijk razendsnel. Want pas in 1988 zijn in Amerika de eerste werk afspraken voor het wereldwijde pro ject gemaakt. De jaren daarna ont ving het project een officiële status en is een organisatie op poten gezet die de naam HUGO kreeg: de Hu- man Genome Organisation. Om de omvang van die club te schet sen: vrijwel wekelijks zijn wel er gens op de wereld zogenaamde 'af- stemmingsvergaderingen'. HUGO organiseert trainingen, regelt onder zoeksbudgetten en zorgt dat er in Japan niet hetzelfde onderzoek plaatsvindt als in Londen of Parijs. Al dat onderzoek wordt via compu ternetwerken doorgegeven. Zo sta je dan ergens in een gang in

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 9