STEM
lichaam
WÊÊimÊmamÊÊÊ^ÊÊÊÊaÊÊmm
Nieuwe
generatie
kunstenaars
zoekt het niet
in de grootse
verbeelding
Grote Gids
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1994 DEEL I
f/EMBER 1994
Natuurlijk levert het ten
toonstellingsproject Ger
minations geen samen
hangend overzicht op.
Althans geen enkele sa
menhang in de inhoude
lijke betekenis. De loka-
tie is daarvoor te gedeeld:
centrum voor beeldende
kunst De Beyerd en
kunstacademie St.-Joost
in de nieuwe, fraaie be
huizing, beide in Breda.
Maar ook in andere in
richting zou een homoge
ne tentoonstelling niet
mogelijk zijn.
Het gaat om 64 kunste
naars uit 15 Europese
landen die met verschil
lende werken aanwezig
zijn. Dat betekent, heel
banaal gesproken, con
tainers vol kunst. Die
veelheid en verscheiden
heid bieden ook kans op
verrassing door het nieu
we en het jonge, dat wat
bezig is zich een weg te
banen. Dat te zien is al
tijd verrassend.
De blik
op het
mevr. Van den Berg
den tot de gasten.
ifscheid.
eigen
Een deel van de tentoonstelling Germinations in het atrium van St.-Joost in Breda: divers en verrassend.
Het enige kunstwerk dat verwijst naar de maatschappelijke actualiteit: praalgraf met helmen van de Griek Nikos Charalambides.
Door Frits de Coninck
De presentatie van Germi
nations is de achtste versie
van een initiatief dat in
1981 genomen is in Frans-
Duitse samenwerking. De
bedoeling was het om gere
geld een overzicht te geven
van werk van kunstenaars
die recent aan de kunstaca
demies afgestudeerd wa
ren. Inmiddels hebben zich
vijftien landen bij dit ini
tiatief aangesloten en is het
een Europees project ge
worden. Na deze duo-ten
toonstelling in Breda gaat
de kunst op reis naar War
schau, Athene en waar
schijnlijk Perpignan.
De diverse academies uit de deel
nemende landen dragen kunste
naars voor die over opvallend ta
lent blijken te beschikken en die
niet langer dan drie jaar geleden
afgestudeerd mogen zijn. De se
lectie-vindt dus in de landen zelf
plaats en dat betekent dus totaal
verschillende commissies van
deskundigen die ook uiteenlopen
in opvattingen ten aanzien van
kwaliteit.
De diversiteit die daarvan onont
koombaar het gevolg is, is heel
zichtbaar in de twee tentoonstel
lingen, en dat is van een zekere
charme. Ook de bezoekers die be
reid zijn met open oog te kijken,
moeten hier hun eigen weg vin
den. Wat er te zien is, is jong en
nog kwetsbaar en vraagt om kre
diet. Naar gearriveerde kunst
kijkje anders.
Als het erom gaat hoe te kijken
naar deze nog niet gevestigde
kunst, is Antonia von Collas uit
Duitsland (München, 1963) een
interessant voorbeeld. In het gro
te atrium van St.-Joost hangen
vier doeken van haar bij elkaar.
Vier verschillende stijlopvattin
gen, vier verschillende onderwer
pen maar ontstaan uit één hand
die kan schilderen. Maar het is en
blijft vooralsnog zoeken naar het
eigen geluid. Bij de doeken is een
zekere echo- van grote meesters
hoorbaar. Afwisselend denk je
toch aan Ruysdael of aan de
twintigste eeuwse Anselm Kiefer,
vooral waar het landschappelijke
wordt opgeroepen.
Het merkwaardigste schilderij
toont een vrouw gezeten op een
stoel tegen een donkerbruin inte
rieur. Het hoofd is aan het kij
kersoog onttrokken door het vin-
gerige blad van een hoge palm
dat het gelaat als het ware weg
duwt. Een truc wellicht, maar
wel een die een spanning oproept
door wat kennelijk wel geschil
derd maar niet gezien mag wor
den. De verlokking van het gehei
me, een thema waar de Franse
schilder Balthus een heel oeuvre
op gebouwd heeft. De handen en
de armen van de dame zijn nog
onhandig geschilderd, de plooi
val van de lange jurk in zachtgeel
en beschenen door gefilterd licht,
is een schilderij op zich.
Nederlanders
Het werk dat de Nederlandse
kunstenaars op de tentoonstel
ling aanwezig is, valt op door ho
ge kwaliteit. Het presenteert zich
met een opvallend zelfbewustzijn
en professionaliteit. Het gaat dan
ook om mensen die, wat je noemt,
al ontdekt zijn. En op wie de
kunstmarkt zich met graagte
stort. Ontdekt in Nederland, dat
wil zeggen gelauwerd via de Ko
ninklijke Subsidie of de Prix de
Rome, gepresenteerd op de Kun-
stRAI of besproken in een uitvoe
riger publicatie in Metropolis M,
het kunsttijdschrift voor de actu
ele stand van zaken in de eigen
tijdse kunst. En natuurlijk een
tentoonstelling in een van de
Paar echt belangrijke galeries.
Het wereldje is klein en heeft
Amsterdam als epicentrum, dus
wie werkelijk talent heeft, wordt
gezien. Dat geldt voor Hans
Hans Broek: pure schilderkunst
Broek (1965), Pascale Ticheler
(1967) en Michael Raedecker
(1963). Nancy Pigmans (1970),
opgeleid aan St.-Joost, en Wine-
ke van Muiswinkel (1969) zijn
nog niet zo ver. Voor hen is Ger
minations mogelijk een opstap
naar de grote bekendheid.
Hans Broek
Van Hans Broek is er in De Bey
erd een schilderij van een rijzige
man in zwart pak voor een hoge
houten schutting waar de onein
dige lucht en de aanzet van bo-
mengroen nog bovenuit steken.
Die witte lucht en dat groen aan
weerszijden van het doek zijn pu
re schilderkunst waar elk doek
van hem uiteindelijk in uitmondt.
Hij haalt het onderwerp dicht
naar zich toe. Het gaat om een
autosnelweg, een auto over de
volle breedte van het doek of over
een mannengestalte.
De zorgvuldigheid waarmee hij
de voorstelling in de steigers zet,
wordt min of meer weggepoetst
door het geschilder dat juist voor
mooie tonen, en dus een sfeer
zorgt. Een belangrijke schilder,
die Stichting De Pont de moeite
waard vond om voor een keer te
breken met de opvatting dat men
kunst vooral niet te vroeg moet
kopen. Recent heeft De Pont een
doek van Hans Broek verworven.
Van Pascale Ticheler hangen er
drie monumentale landschappen.
Vergelijkbaar van onderwerp,
verschillend van stemming. Dat
wat landschap lijkt, is eerst en
vooral schilderij waarin een afge
wogen compositie de dingen pre-
FOTO's DICK DE BOER
cies de plaats geeft die betekenis
losmaakt. Het is schilderen op de
grens van figuratie en abstractie.
In dat wat we als landschap dui
den staat centraal een grote witte
vlek die een sterk gevoel van
ruimte oproept en de kleuren in
ontelbare nuances vast zet tegen
de rand van het doek. Op de voor
grond een uitgerekte boom die
uitwaaiert en de vorm aanneemt
van een wolk en iets vluchtigs
geeft aan een compact en domi
nant aanwezig beeld
Standpunt
In de veelheid en diversiteit van
deze aflevering van Germina
tions tekenen zich ook enkele,
duidelijk waarneembare tenden
sen af. Wat zo goed als uit de aan
dacht verdwenen lijkt, is de
maatschappelijk geëngageerde
kunst. Er zijn er enkelen die in
hun werk een uitgesproken maat
schappelijk standpunt uitdragen,
zoals de Griek Nikos Charalam
bides (1964), Tussen de schotten,
die de mooie ruimte van het atri
um in St.-Joost vervelend inde
len, heeft hij een installatie ge
maakt van oorlogsattributen.
De ruimte wordt aan de ene kant
begrensd dóór een madonna met
kind in camouflage-uitrusting.
Het beeld is een ijzeren staketsel
dat ogenschijnlijk met een me
chanisme overeind gehouden
wordt. Aan de andere kant een
praalgraf in groene legerkleuren.
En daartussenin een massa hel
men hangend aan touwtjes. Het is
beeldende kunst die aan de bui
tenkant blijft, die meer vertelt
dan laat ervaren. In ieder geval
kunst die in West-Europa nog
maar weinig te zien is.
Spiegel
verband nog niet zo belangrijk is.
Want het werk dat het meest in
teressant is, is in hoofdzaak nog
jong. En niet alleen omdat het
gaat om jonge kunstenaars die
niet langer dan drie jaar geleden
de kunstacademie verlaten heb
ben. Maar het werk zelf is veelal
nog jong van mentaliteit. Voor de
meeste van deze kunstenaars
geldt dat ze op enigerlei in staat
zijn de kijker te verrassen met
werk dat zich onderscheidt. Dat
is al heel wat, zeker in beschou
wing genomen dat het om het be
gin van een carrière gaat.
De belangrijkste vraag: waar het
nu echt over gaat, is een vraag
naar de mentale inhoud van het
werk en op die vraag kun je in dit
geval nog geen overtuigend ant
woord verwachten. Daarvoor is
het werk nog te jong en moeten
we genoegen nemen met de belof
te. Wat zich dan toch zelfbewust
en nadrukkelijk aandient, is be
langrijk om opgemerkt te wor
den. En daarvoor staan de gale
riehouders, kopers, musea en cri
tici klaar. Met die zijde van de
kunstmarkt omgaan is een heel
ander verhaal, waar jonge kun
stenaars op de academies nog
amper op voorbereid worden.
Keuze van galeries, public rela
tions, financiële gevolgen en
vooral nieuwe artistieke keuzes:
de kunstenaar is ook een kleine
zelfstandige die zijn zaak moet
organiseren. In die zin is uitver
kiezing voor deze Europese pre
sentatie een door anderen ge
organiseerde duik in het diepe
waarin de kunstenaar zelf zal
moeten zien te overleven, als het
goed is.
'Germinations 8' in De Beyerd,
Boschstraat 22, Breda en in Acade
mie St.-Joost, Beukenlaan 1, Breda.
De tentoonstelling is open dinsdag
t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur
en zaterdag en zondag van 13.00 tot
17.00 uur. Tot en met 4 december.
Kunsthistoricus Edith Deutman
geeft op zondagmiddag 13 novem
ber van 14 tot 15 uur een rondlei
ding door De Beyerd voor kinderen
en hun begeleiders
Wat duidelijk waarneembaar is,
dat is het profiel dat zich in de
beeldende kunst al enkele jaren
aftekent. Dat is het lichamelijke
als terrein van onderzoek. De
kunstenaar blijft dicht bij de ei
gen grenzen en tast het lichaam
af. Houdt zich niet bezig met
grootse verbeeldingen buiten het
eigen blikveld maar plaatst zich
zelf voor de spiegel. Zo Germina
tions een spoor toont van ge
meenschappelijkheid, is dat deze
tendens.
De Pool Achimescu heeft de eer
ste zaal in De Beyerd gevuld met
manshoge werken op papier die
het concrete lichaam tot onder
werp hebben in diverse vormen
van schilderkunstige behande
ling. Alberto Peral en Sonia Rue-
da uit Spanje houden zich op ver
schillende manieren met dit ge
bied bezig, net als de beeldhouw
ster Leen Voet uit België en Zol-
tan Levai uit Hongarije.
Opvallend zijn de protheses van
de Britse Naomi Dines die de in
gang van St.-Joost markeren. Het
zijn leren hulpstukken die hand
en voet tot steun dienen en die,
alhoewel vervanging, heel direkt
het lichaam oproepen. Wineke
van Muiswinkel toont het li
chaam in een filmprojectie. Het
gaat om een anonieme mens in
een schimmige sociale situatie
die half helder gefilmd is, zoda
nig dat alleen de taal van het li
chaam nog spreekt. Een persoon
die met de rug naar de muur voor
elke voorbijganger de bedelende
hand uitsteekt, telkens opnieuw
en steeds afgewezen. In een ver
duisterde cabine in De Beyerd
draait ze een filmpje met de kwa
liteit en het geluid van een ouder
wetse 8mm-projectie. Het
schaars belichte filmpje produ
ceert beelden van mensen in ver
traging, close opgenomen zodat
alles wegvalt op het lichaam na.
Monumentale schilderijen van Pascale Ticheler
Maar wat boven alles uitsteekt is
het werk van de Duitse Christine
Biehler (1964). Haar werk is van
een veelzijdigheid en een diep
gang die je nog bij weinigen hier
aantreft. Het lichamelijke heeft
zij toegespitst op het zintuigelij-
ke. Zij beeldt dan ook niet zo zeer
uit, maar roept een zintuigelijke
sensatie op. Dat maakt dat de kij
ker direct betrokken raakt bij dat
wat hij ziet, voelt, ruikt en hoort.
De sensatie is zijn sensatie. Het
hele, grootse atrium van St.-Joost
is gevuld met het geluid van haar
video-installatie die nieuwsgie
righeid wekt en door de luidruch
tige Duitse bevelen afstoot.
De video laat een vrouw zien die
met haar hele lijf een trap, trede
voor trede, aftast, en niet alleen
met haar handen maar zelfs met
haar tong. De smaak van een
trap. Het lichaam kruipt, glijdt
en wentelt, als om geen gewaar
wording onbenut te laten. Wat je
hoort zijn hard uitgesproken
Duitse bevelen en daarachter een
tedere fluisterstem die verhaalt
van liefde. In een kamer achter
het atrium heeft ze een ledikant
neergezet met daarop een matras
van zoet geurende, rode frambo
zengelei. Een voelbare drilsub-
stantie. Daarboven een licht ge
vend peertje dat langzaam heen
en weer beweegt, lichtvlekken
strooiend over de gelei die daar
door van een steeds wisselend
rood is. Geluid en beweging van
een opwindbaar speelgoedhondje
completeren de zintuigelijke
waarneming. Wat Biehler heel
knap doet is het oproepen van het
lichaam door de zintuigen te acti
veren, wat een eigen, zelfstandige
werkelijkheid oplevert waar de
kijker midden in staat.
Mentaliteit
Deze grote presentatie van jonge,
moderne beeldende kunst dient
met welwillendheid te worden
bezien en wellicht ook zo beoor
deeld. Alhoewel dat oordeel in dit