De laatste Burghers van Sri Lanka Borsi Onderzo de stem Guus Hes wachtte halve eeuw op doctorstitel -DE STEM- r" de Stem BINNENLAND BUITENLAND LJ J Wijers waars( DESTEM Hoop en vre V DONDERDAG 27 OKTOBER 1994 A2 Door Michel Koster 'De tachtigjarige Osse econoom Guus Hes schreef op zijn onder duikadres in 1943 het proefschrift 'Risico als economisch pheno- meen'. Het proefschrift verdween na de Tweede Wereldoorlog in een oude koffer op de zol der van Hes. Het kwam vijftig jaar later weer tevoorschijn en promo veert hij erop. Hes wordt op 3 november Promovendus Guus Hes de oudste promovendus F0T0 peter van huijkelom in de geschiedenis van die nodig waren voor het de Katholieke Univer- proefschrift. Ik gebruikte alles Siteit Brabant. om miint denkbeelden en ken nis vast te leggen. De hoop papieren en schriften staat in schril contrast met het boekwerk dat nu klaar is. Op een mooie grijze kaft staat: 'Risico als economisch pheno- meen. Speurtocht naar de plaats van het risico in de economische literatuur en practijk in de jaren vooraf gaand aan de Tweede Wereld oorlog'. Hes heeft bewust gekozen voor de oude spelling met dubbele o's en sch. „Ik wilde de sfeer van vijftig jaar gele den vasthouden. Soms was dat ingewikkeld. De typiste van het proefschrift vroeg zich af waarom ik zoveel taalfouten had gemaakt. Mijn kinderen riepen ook meteen toen het klaar was dat ze blunders in de spelling hadden ontdekt." Hes, officier in de Orde van Oranje Nassau en auteur van het boek over de jodenvervol ging in Oss 'Opdat zij niet vergeten worden', wil niet te diep ingaan op de inhoud van zijn proefschrift. „Ik' heb me bezig gehouden met de vooroorloogse litera tuur over risico in de econo mie. Het proefschrift kan mee genomen worden in de discus sie over hoe het risico verdeeld wordt over de gemeenschap. Maar het is alleen voor weten schappers te begrijpen," be toogt hij. „Het heeft weinig zin om andere mensen daar mee lastig te vallen." In 1936 studeerde hij aan de toenmalige Roomsch Katho lieke Handelshoogeschool in Tilburg af. Nu' komt hij op 3 november terug op de Katho lieke Üniversiteit Brabant 'om de kroon op zijn werk te zet ten. „De titel doctorandus stelt niet echt veel voor", meent Hes. „In het buitenland zegt zo'n titel niets. Doctor, dat klinkt." De oudste promovendus in de geschiedenis van de KUB wijst naar zijn laatste stelling van het proefschrift. „Die moet niet moeilijk te verdedi gen zijn." Op het papier valt te lezen: Men is nooit te oud om te leren. De tachtigjarige Guus Hes dook in 1943 met zijn gezin onder in een badkamer van het klooster in Batenburg. In de ruimte van een paar vier kante meter bestonden die da gen tijdens de Tweede Wereld oorlog uit spelletjes, lezen en wat huishoudelijk werk. De joodse Nederlander Hes besloot de tijd te doden door het economisch proefschrift 'Risico als economisch pheno- meen' te schrijven. Na de oorlog verdwenen de aantekeningen naar de zolder van het Osse herenhuis van Hes. Daar bleven ze vijftig jaar lang liggen. Met ditzelfde proefschrift, nog steeds in de oude spelling, staat Hes op het punt om te promoveren aan de Katholieke Universiteit Brabant. Hes heeft een halve eeuw moeten wachten op de titel doctor. „Tijdens de oorlog kon ik als joodse Nederlander natuurlijk niet promoveren. En na de bezetting had ik wel wat an ders aan mijn hoofd," vertelt de gepensioneerde directeur van Akzo Pharma in Oss. Hij had ook de moed niet om de koffer met de aantekenin gen te openen. Hes was bang voor pijnlijke herinneringen of dat het proefschrift tegen zou vallen. In 1993 hakte hij de knoop door. De koffer ging open. „Het viel verschrikkelijk mee. Als het proefschrift niets had voorgesteld, dan was het zon der blikken of blóZen in de prullenbak beland. Het ver- haa bleek goed in elkaar te zitten. Met een extra hoofd stuk zou het compleet zijn. Ik besloot met een promotie mijn wetenschappelijk leven waar dig af te sluiten." Hes laat de oude papieren kof fer zien. Die is gevuld met een stapel blaadjes en schriften in alle vormen en maten. „Dat was het grote probleem," blikt hij terug. „Hoe kwam je in het klooster aan papier en studieboeken. Met de hulp van vrienden kreeg ik de dingen Uitgave van uitgeversmaatschappij De Stem B.V. Directie: drs. J.H.M. Brader en D. Ahles (adjunct). Hoofdredactie: H. Coumans - hoofdredacteur. C. Hamans en H. Vermeulen - adjunct-hoofdredacteuren. Hoofdkantoor: Spinveld 55, Breda. Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda. 076-236911/Telefax 076-236405. Telefax redactie 076-236309. Bezorgklachten en abonnementenadministratie: Afdeling Lezerscontact 06-0226116 (gratis) ma. t/m vrij. 8.00-17.00 uur, zat. 8.00-12.00 uur. Kantoren: Bergen op Zoom, Postbus 65, 4600 AB; 01640-36850, fax 01640-40731, redactie 01640-37253. Etten-Leur, Markt 28, 01608-21550, fax 01608-17829. Goes, Klokstraat 1, 01100-28030, fax 01100-21928. Hulst, Steenstraat 14, 01140-13751, fax 01140-19698. Oosterhout, Bredaseweg 108B,® 01620-54957, fax 01620-34782. Roosendaal, Molenstraat 45,® 01650-37150, fax 01650-44929. Terneuzen, Zuidlandstraat 32,® 01150-17920, fax 01150-96554. Vlissingen, Scheldestraat 7-9, 01184-19910, fax 01184-11446. Openingstijden: van 8.30-17.00 uur. (Middagpauze van 12,30-13.30 uur m.u.v. Oosterhout) Fotoservice 076-236573. Advertenties (tijdens kantooruren 8.30-17.00 uur): Rubrieksadvertenties 't Kleintje 076-236882 en bij Teuben, Ginnekenweg 7, Breda. Grote advertenties uitsluitend 076-236881. Fax 076-236405. Geboorte- en overlijdensadvertenties maandag t/m vrijdag tot 16.00 uur S 076-236881fax 076-236405 zondag van 18.30 tot 20.30 uur 076-236242/236911 Alle advertentie-opdrachten worden uitgevoerd onder toepass1 an de Algemene Voorwaarden van Uitgeversmaatschappij De Stem B.V. alsrt, Regelen voor het Advertentiewezen. Bankrelaties: Postgiro 1114111 - ABN/AMRO rek. 520538447 De Stem op band: Centrum voor gesproken lektuur 0886C-32345. Noteer als nieuwe abonnee:_ Naam: Adres: Postcode: Plaats:_ Telefoon (voor controle bezorging): De nieuwe abonnee betaalt per: kwartaal acceptgiro 87.20 c maand automatisch 29.05 De Parkerpen zenden aan: Naam: Adres: n Postcode:Plaats:_ kwartaal automatisch bank/gironr. 84.70 In de pen moet komen te staan: (max. 15 letters) De pen wordt opgestuurd zodra wij het eerste abonnementsgeld ont vangen hebben. Stuur deze bon in een open envelop zonder postze- I naar Dagblad De Stem, Antwoordnummer 112, 4800 VB Breda. Een oude Gereformeerde kerk. "~i DE STEM. EEN KRANT DIE JE WAT ZEGT. Singhalezen en Tamils vormen de grootste etni sche groeperingen op het deze week opnieuw door geweld geteisterde Sri Lanka - het vroegere Ceylon. De kleinste groe pering op het eiland ech ter bestaat uit nazaten van de Vereenigde Oost- Indische Compagnie, de zogenaamde 'Dutch Burghers'. Een uitster vende groep met een gou den verleden. Een repor tage. Door ED VAN DE KERKHOF DE WEG naar het noorden was heet en lang en de klamme tro- penlucht had zich muf en voch tig tot in de papiervezels van het boek gedrongen. De auteur was R.L. Brohier en de titel was Links between Sri Lanka and the Netherlands. De pagina's voelden aan als nat karton en plakten aaneen. Het was Brohiers dertiende boek ge weest. De eerste drukproeven waren samen met de drukkerij in vlammen opgegaan. Niemand had dat vreemd gevonden. Onge luksgetallen moet je serieus ne men op Sri Lanka. Voor in de auto had father Godf rey zijn witte toog tot op zijn broek afgestroopt. Voor de zesde keer speelde hij het nummer I Edelweiss op zijn accordeon. Soms oefende hij De Uil zat in de Olmen. Dat hadden wij hem in een onbewaakt ogenblik ge leerd. Hij vond het een mooie melodie voor een nieuwe liturgi sche hymne. Hij zou er eens mee naar de bisschop gaan, zei hij. In een hete vlaag van fantasie hoorde ik hoe de paus - die voor volgend jaar een bezoek aan Sri Lanka heeft afgekondigd - bin nengehaald zou worden op een stichtelijke variant van 'koe - koek! koe - koek!...' Maar ook dat moment gleed weg in de natte rijstvelden naast de pokdalige weg, rijstvelden die gèleidelijk plaats maakten voor moerassen en kreken vol witte reigers. Fort KALPITYA BLEEK een morsig kustplaatsje met tegen elkaar schurkende uitdragerijtjes vol gedroogde vis en vliegen. Buiten wees father Godfrey op een grij ze, stenen muur, overwoekerd met oud gras en nieuw prikkel draad. „Hier heb je je fort," zei hij. Het was niet toegankelijk. Binnen de oude vesting had zich het Srilan- kaanse leger genesteld, uitturend naar het noorden waar vandaan opstandige Tamils konden ko men. Aan de gammele pier lagen ge deukte vissersboten. Bruine mannen met lendedoeken hurk ten bij hun netten en spuugden rood sap in de verlaten baai die volgens de kaart Dutch Bay heette, de Nederlandse Baai. Het was moeilijk voor te stellen dat dit ooit een bloeiende haven plaats was geweest, waar het rood-wit-blauw van de Veree nigde Oost-Indische Compagnie wapperde. Exodus Nog eenmaal keek ik naar de muren van het voormalige Ne derlandse fort. Nadien pelde ik door het boek van Brohier. In het gedeelte over Kalpitya dat ooit Calpentyn heette, las ik zin nen over afbrokkelende muren, onhandige pogingen om met wil lekeurig aangebracht cement de schade te herstellen, zinnen over gestadig verval... Ach, geschiedenis is verval. Het was niet alleen met de muren van het fort gebeurd, maar ook met de afstammelingen van de kooplieden en soldaten van de VOC. Als Burghers hadden ze het als kleine maar levenslustige minderheid tot na de Tweede Wereldoorlog volgehouden tus sen Singhalezen en Tamils. Vervolgens was de exodus op gang gekomen, naar Canada, naar Engeland, maar voorai Sint Nikolaas Home; Doreen Henrichs sleet er jaren. naar Australië. Ach nee, ze gin gen niet allemaal en ze gingen niet ineens - er' waren er die achterbleven óm tot op de dag van vandaag de kleinst mogelij ke etnische minderheid op het eiland te blijven vormen: 0,26 procent volgens de laatste tellin gen- Sint Nicolaas HET HUIS lag als een oase in een van die door vervallen kolo niale veranda's getekende bui tenwijken van Colombo, waar de geuren van dieseldampen sa menspannen met die van open riolen en op houtvuur sudderen de fishcurry's. Het dametje sprak Engels. Ze was diep in de zeventig en haar gelaatskleur had de tint van een breekbaar oud rose, overdekt met een laagje getaand vernis. Ze heette Doreen zei ze, op z'n Engels, Doreen Henrichs - ja, dat was nog Nederlands, of Duits misschien, ze wist het niet zo goed. Ze bracht in dit huis de rest van haar tijd door, wachtend, net zoals dat rijtje andere dametjes op de veranda - wachtend met hun breekbare bleke lijfjes in de schaduwen van dit huis dat Sint Nikolaas' Home heette en dat op de voorgevel het wapen torste van de VOC met daaronder de spreuk 'Eendracht Maakt Macht'. Ach ja, zei ze, ze had een doch ter. Die zat al veertig jaar in Engeland. Haar zoon woonde al tijdenlang in Melbourne, Austra lië, daar waar het grootste deel van de diaspora van Srilankaan- se Dutch Burghers was neerge streken na het uitroepen van de onafhankelijkheid van het ei land. En ach ja, ze had het ook gepro beerd, eerst in Engeland en na dien in Australië, maar ze had maar niet kunnen wennen aan het kille klimaat. „Too cold, no?", had Doreen gezegd. Ceylon, Sri Lanka, het eiland zat al zeker vierhonderd jaar in haar botten. Dat kreeg je er niet meer uit. Kaneel GESCHIEDENIS BEGINT er gens en deze geschiedenis begint met kaneel. Of Raja Sinha II, heerser over het koninkrijk Kan- dy, in de bergen van Sri Lanka. De Portugezen hadden bezit ge nomen van de kust en Raja Sin- ha vroeg de Hollanders van de VOC hem te helpen de indringers uit de havens te verjagen. Dat was ergens halverwege de zeven tiende eeuw. En zo waren de Hollanders ge komen en ze waren gebleven. Ze hadden de koning verteld dat het maar een tijdelijke inbeslagname was, tot hij zijn'rekening voor de verleende hulp had betaald. Die rekening bedroeg - na aftrek van geleverde olifanten, juwelen en specerijen - op de kop af 7.265.460 gulden, 11 stuivers en 1 penning en zoveel had de ko ning niet in kas... De werkelijke reden voor deze schandalige afperserij was ka neel. Het eiland had 'de koste lijkste ende fijnste caneel, die Mevrouw Henrichs Helena ende kostelijke bruydt, daar om zoo veel jaren aan de Portuguesche en Nederlandtsche kant gekampt is,' aldus een kro niekschrijver. Kaneel was goud. Dominees De Hollanders bleven er hon derdvijftig jaar. Na de soldaten kwamen de kooplieden en avon turiers en de gereformeerde do minees die-de Bijbel vertaalden in het Tamil en Singhalees, witte kerken met klokgevels bouwden en scholen" stichtten 'tot Voort planting van de Waare Christe- lyke Gereformeerde Religie', zo als nog te zien is op een bewaard gebleven gevelsteen in het Ne derlands Museum in Colombo. Maar de dominees moesten het uiteindelijk afleggen tegen de populariteit van de heilige Anto- nius en de met pijlen doorboorde Sebastiaan, martelaar en even eens heilige, katholiek van huis uit. De Hollandse VOC-bestuurderen werden op de drempel van de negentiende eeuw verjaagd door de Engelsen die eerst koffie- en toen theeplantages en nadien ook de spoorlijnen naar het ei land brachten. De Hollandse afstammelingen die achterbleven nestelden zich al gauw genoeg behaaglijk in het koloniale gebouw dat de Britten optrokken op Ceylon - welis waar niet in de salon, want die was voorbestemd voor de Britten zelf, maar vanaf de bijgebouwen tot in de keuken wemelde het van de Burghers, en een enkeling wist zelfs tot in de betere kamers door te dringen. Ze zouden er blijven zitten tot ook de Britten op hun beurt verdwenen. Dat was in 1948. Maar waren het eigenlijk wel Hollanders? Mengelmoes EEN VOORBEELD. In 1885 werd op Ceylon J. Audrey Mar- tensz geboren, Engelse voorna men, Nederlandse achternaam. Audrey stamde uit een gerenom meerd Burgher- geslacht dat trots was op een stamboom die terugging tot ergens in Neder land, zeventiende eeuw. Audrey maakte naam als advo caat, werd parlementslid en in 1948 werd hij benoemd tot Hoge Commissaris van Ceylon in Au stralië. De eerste. Bij zijn benoe ming werden de gegevens van zijn afkomst tot op de komma vastgelegd als zijnde 62,5 pro cent Nederlands, 25 procent Schots en 12,5 procent Singha lees. Zo was het met velen, zo niet met allemaal gegaan. De nazaten van de VOC bestonden uit een mengelmoes van huursoldaten uit de Duitse en Zwitserse lan den, hugenootse kooplieden uit Frankrijk, avonturiers uit de Hollandse provincies, uit elke uithoek van Europa kwamen ze, Ierland, Schotland, Denemar ken, noem maar op - en dit alles vermengd met het hete bloed van Portugese en inlandse vrou wen hetgeen de voortplantings- drift bevorderde en dat zou ze, toen de na-oorlogse exodus op gang kwam, nog goed van pas komen. Thuis spraken ze een soortement van Portugees koeterwaals, doorspekt met wat Nederlandse termen en toen de Britten kwa men gingen ze over tot een vorm van kokosnoten-Engels. Losbollen Zoals gezegd, de ongebreidelde voortplantingsdrift van de Burg hers zou hen nog van pas komen. „Wat mij aan hen zo bijzonder bevalt," schreef de heer Frost, Australisch immigratiebeambte in 1948 enthousiast vanuit Co lombo naar Canberra, „is hun uiterst vruchtbare voortplan tingsgedrag. Grote gezinnen met zeven of acht of zelfs twaalf kinderen is de regel." Volgens de heer Frost ideale voorwaarden om het geboortepeil in Australië danig op te schroeven... Ach, het moet een levenslustig volkje zijn geweest - het volkje van postkantoorhouders en kan toorklerken, treinmachinisten en plantageopzichters met Neder landse namen en gemengd bloed. „Dutch?" zei onze gastheer grijnzend. Hij maakte een hand gebaar naar zijn mond, alsof hij een fikse slok nam. De Burghers waren, zo legde hij uit, op Sri Lanka het synoniem geworden voor drankzucht, losbolligheid en verkwisting van eigen en an dermans centen. Maar dat zal de kift wel zijn geweest.... Stamboom DE TOPLAAG bracht het in middels tot rechter en advocaat en journalist -en als zodanig wisten ze met het blad Examiner menige Britse autoriteit de boom in te jagen. In hun vrije tijd groeven zij driftig naar stambomen en hoe Hollandser die was, hoe hoger het aanzien in eigen en ander mans kring. („De Nederlandse afstammelingen behoren tot de best opgeleide en nuttige leden van de eilandbevolking en vor men de bovenlaag van de Burgher-groepering op Ceylon;" schreef de historicus P. Arunachalaam in 1901.) De genealogische bevindingen werden uiteraard gepubliceerd en wel in de Journal of the Dutch Burgher Union of Ceylon -volwaardig lid van die club kon men alleen worden, als aan getoond kon worden dat de af stamming voor minstens zeven tig procent Europees was... Kakhuisje Ach, het blad bestaat nog. Maar neem het eerste nummer, dat van maart 1908. Voorin een foto van het Sinterklaasfeest van 1907 in Colombo en achterop twee annonces - de ene voor 'Hoppe's Old Holland Gin' ('Re commended by Doctors','aanbe volen door de heren geneeskun digen) en de andere voor '2 Po pular Dutch Cigars'. De afgedrukte ledenlijst bevat tientallen oud-Nederlandse na men, van Anthonisz en Bartholo- meusz tot Van der Straaten en De Vos afgewisseld met rijtjes Van Geyzels, Van Houtens en Van Dorts. Bladerend door de jaargangen stuit men op stambomen en ge- schiedenisvragen - 'What was the Dutch East India Compag- ny?' - en een Engelse vertaling van 'In naam van Oranje doe open de poort' - 'Do open the gate in the name of the Prince'.. Het kostelijkste zijn de woor denlijstjes. Het Singhalese pan- nekuk en boncie verwijst onmis kenbaar naar pannenkoek en boontjes, knopskattia is knoops gat en - neem me niet kwalijk - kakhusiya staat voor onze eigen vaderlandse plee, in de oude da gen ook wel 'kakhuisje' ge noemd. Hoe schril tekent zich daar het laatste nummer van de Journal tegen af. Eén nummer slechts voor het hele jaar 1993. Met als belangrijkste mededeling het dankwoordje van voorzitter Harold Speldewinde aan de Au stralische Burgher-diaspora, voor de financiële ondersteuning van het St. Nikolaas' Home. Precies tweeëntwintig pagina's telt dat jongste exemplaar nog maar - alsof het laatste blaadjes zijn van een verschrompelde boom... Donkere wolken NA DE Tweede Wereldoorlog pakten ze hun koffers en ver trokken, op zoek naar een nieuw thuisland. Ceylon was zelfstan dig geworden en de donkere wolken van Singhalees en Ta- mil-nationalisme pakten zich sa men boven het eiland. Spoedig 'zou het eerste etnische gekrakeel losbarsten, uitmondend ip de massa-moorden van de decennia daarop. Het was alsof de Burghers het aanvoelden. Ceylon was Euro pees geweest, Sri Lanka Aziatisch worden; het Engels dat ze hadden gesproken werd ver vangen door het Singhalees. Niet dat ze weggejaagd werden, inte gendeel. Maar ze voelden zich niet meer thuis en ze gingen. Ze gingen naar Australië. Australië voerde direct na de Tweede Wereldoorlog een blanke immigratiepolitiek. Iedereen de juiste Europese papieren was welkom. En dus kwamen Burghers, mèt hun stambomen en hun voortplantingsdrift. Even dreigde er nog een kink in de kabel te komen, toen bleek er nogal wat Burghers waren die er niet bepaald Europees en blank uitzagen - maar naarmate de Australische variant op 'apartheid' versoepelde werden de bepalingen wat ruimhartiger en op den dppr kon er zoiets moois ontstaan als de Burgher Welfare League of Western Au stralia die geld zou gaan inzame len voor de laatste en ouder wordende achtergeblevenen in het moederland. De laatste EN ZO zaten we die morgen dus in het huis van mevrouw Delo- raine Brohier - afstammelinge van de hugenoot Jean Brohier, kapitein in het VOC-leger, Ze schonk gemberbier die wat ver koeling moest brengen in de klamme hitte. Aan de muren Perzisch en Chinees oud porse lein en daartussen Delfts blauw, zeilschepen, molens, water. Aan een andere muur een inge lijste oorkonde, horende bij de ridderorde die haar vader kreeg van het Nederlandse konings huis, haar vader, R.L. Brohier, auteur van menig geschiedboek over Sri Lanka. Ze was in zijn voetsporen getreden met studies als Who areythe Burghers?, eet uitgave van de Royal Asiatic Society. Ze was, zei ze, een van de sten op Sri Lanka met de naam Brohier. Er waren, zei ze, mannelijke nakomelingen. Jawel, zei ze, zij was nog wel Nederlands Gereformeerd. Ze zou wel een van de laatsten zijn „Hoewel," zei ze met een betove rend glimlachje, „de Burghers nog steeds officieel een etnische groep vormen op het eiland, kleinste weliswaar, van nog geen half procent, maar toch..." En vervolgens had ze koket schouders opgetrokken. „Ach zei ze, „zo is geschiedenis." Geschiedenis ZO IS geschiedenis. In het Ne derlandse vestingstadjè Galb zaten we in de bruine gelagzaal van het New Oriental Hotel en werden bediend door schuifelen de obers met oranje biezen op hun pakken. De borden hadden oranje randjes. Aan de muren hingen prenten van Nederlandse forten en Hollandse driemasters en een kleurenfoto van Beatrix en Claus. Op de omwalling van het stadje werden we aangeklampt door leurders met 'écht Nederlands kant' en andere leurders niet 'échte Nederlandse munten - het waren net lastige vliegen die zich niet met een enkel hand gebaar lieten verjagen. Eindelijk alleen zwierven we wat rond Tot we zagen dat er flinke hap uit een van de muren naar bene den in zee was gegleden. Zo is geschiedenis. Vergankelijk- wegglijdend in de tijd. Want zeg nou zelf: wat kost tegenwoordiê ,nog een busje kaneel? Amsterdam (anp) - Vrac wagenchauffeurs werken lang en te zwaar. Het w gaat dan ook gepaard i veel gezondheidsklachten. pat blijkt uit onderzoek van studiecentrum arbeid en gezo heid van het AMC in Ams dam. Het vijfjarig onderzoel gesubsidieerd door zes Fi bonden. pe studie beschrijft gezo Van onze Haagse redactie Den Haag - De staat v mogelijk honderden miljoe alsnog de modernisering v keert. Pat blijkt uit de antwoorden1 minister Wijers (Economis Zaken) op schriftelijke vra, van het PvdA-kamerlid Crone Pe schadeclaim is te verwach van de Samenwerkende Elek citeits Produktiebedrijven (SE die nu al ruim 160 miljoen g den heeft geïnvesteerd in de i dernisering van de kerncentr: De modernisering maakt het i gelijk de levensduur van kerncentrale te rekken, van jaar 2004 tot en met 2007. In een SEP-aandeelhouders\ gadering heeft SEP-direct Ketting- al gezinspeeld op z claim. De omvang daarvan in een uiterste geval oplopen 467 miljoen gulden, het to' bedrag dat gemoeid is met modernisering. Het ministerie van Economis Zaken houdt, aldus een woo voerdster van Wijers, al terd rekening met een forse scha claim. „Nu heeft de sector al miljoen geïnvesteerd. Als de r dernisering nu gestopt wordl te verwachten dat de sector geïnvesteerd bedrag zal ver len." De- claim lij kt bovendien goede kans te maken, benadi de woordvoerster. Zij wijst een gerechtelijke uitspraak enkele jaren geleden waarin staat werd veroordeeld werd het betalen van een schadei goeding toen de toenmalige nister van Economische Za (ADVERTENTIE) VREDE IS de periode tusse hij lijkt weer gelijk te krijc Israël en Jordanië onder h winst ruikende Amerikaanss Ongeveer op hetzelfde nr Libanese grens, werden wc Hebron met traangas vai gestaakt in Oost-Jeruzalem Israël heeft vrede gesloti besprekingen met Syrië en liefde gezet op weg naar gaat het geweld door. Vanuit Zuid-Libanon drijver Israels noorden nog met ri gestijfde Hamas-aanhange wachten beu, hebben vori gemaakt. En Harnas belooft Toch weerklonk in de Ara' sche lied van de hoop. Is iedereen in het Midden-Ot Paar in geweld volharden! wel van een extremistisch s Riet telt en dat van de slach loen de PI.O zich nog met heer op keer terug. Het hee die met Israël over vrede s overwinningsloze strijd. C hun heil gezocht bij Hama Pen. [yet tegen-geweld zijn di adicalen niet te bestrijder coëxistentie met de aanh, overleg. Als de Amerikaanse presid van een televisieshow na 'sraëlische winnaars van gemaakt. ,IKWERK AimiMAARM h- METABO! tl

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 2