b.v. DE STEM Streven naar lach windkracht acht KRO brengt 13-delig familiedrama over legendarische bokkerijders Zappa's 4Civilization' drie uur op NOS-radio Eerbewijs van VPRO aan 'maker' Roelof Kiers f. KOOPJESDAG ;rs en toebehoren ce, bet Kermiskinderen houden niet van één plek John Lanting, de vader van de Nederlandse klucht 1994 X 67 kleur fl. 1.979,- Ifcit fl 1.449,- '210 Mb kleur fl 2.189,- 4/210 Mb kleur fl 2.549,- fl 579,- fl 1.179,- fl 939,- HD vanaf fl 9,- d. Elke week nieuwe aanbieding^' 30 uur e magazijn op het terrein) orstelijk hotel met kunt genieten van etaalt een vaste alle maaltijden :bruik iciliteiten. ZIE RAGAZZI OP DE ACHTERZIJDE Gids john Lanting en zijn Theater van de Lach. Ze vormen een begrip in de Nederlandse uitgaanswe- reld en zijn ook het dage lijks spraakgebruik bin nengedrongen. Voor de genen die zijn repertoire toch niet scherp voor ogen staat, een paar ti tels: Nee schat nu niet, In dekast op de kast, Een scheve schaats, Hoe ver sier ik een stuk, Hé, mag ik mijn echtgenote terug, Vijf hoog het raam uit, Kom van het dak af, In pakken en wegwezen. Lanting is inmiddels 64. Zijn groep bestaat vol gend jaar een kwart eeuw, althans volgens zijn eigen tijdrekening. Een ontmoeting met een beetje mensenschuwe clown, die niet van gek- doenerij houdt. i uitgaanscentrum Door Arnold Verplancke De lach van het publiek is zijn specialiteit. Hij hoort er aanwijzingen in. „De afkeu rende lach bestaat ook, een die plotseling afbreekt. Ik noem dat een lach met een wondje." Moeiteloos somt hij verder op: de gniffellach, de harde lach, de achter-de- hand lach, besmuikt als het een beetje schuin wordt. .Soms komt de lach zo explo sief, dat mensen er bij gaan staan. Ons toppunt noem ik 'ko renveld windkracht acht', als de hele zaal golft van het lachen. Heerlijk is ook de tweetrapsra ket, als mensen eerst vertederd lachen en daarna pas de hele grap doorhebben. Óf zo'n lach die ketst tegen de muren, die blijft gaan"." Tijdens de voorstelling luistert John Lanting scherp. Want soms kan het publiek echt niet meer. Dan moeten hij en zijn spelers wat gas terugnemen, zelfs een paar grappen eruit halen, om aan het slot nog naar een climax te kunnen werken. Meestal is dat niet nodig, omdat de dosering klopt. „Ik compo neer de voorstelling vooraf zorg vuldig. Dan zit ik te schuiven met grappen. Van tevoren weet ik: daar gaat het publiek over de rooie. Ik kan een hele dag zitten spinnen om op een bepaalde plek een lach windkracht acht te krij gen. Mijn hele dag is goed als ik de grap vind." Mensenschuw Hij mag dan in Nederland onge veer de vader van de klucht zijn, praten over zijn werk doet hij heel serieus. Het gesprek heeft aanvankelijk plaats in een door hem gekozen modaal wegrestau rant. Waarom? „Thuis kom ik met zo goed los. Als iemand voor het eerst bij mij komt, ben ik gereserveerd en snel afgeleid." Mensenschuw noemde hij zich zelf ooit. Nog steeds? „Eigenlijk "el. Ik voel me nog steeds een Einzelganger. Maar het is onge lofelijk veel erger geweest, dat ik mensen zelfs niet durfde aankij ken." Een tweede gesprek mag, na lan ge aarzeling, wel bij hem thuis. John m i Lanting: „Er komt geen Theater van de Lach zonder mij. ont er met Jenneke. met met hun opdachten vooruit st. Hij woont er met Jenneke, met wie hij al 27 jaar is getrouwd. Vrij lang voor een artiest? „Zij werkt overdag in het onderwijs, ik ben veel 's avonds weg", zegt hij alsof hij zich moet veront schuldigen. Zoon Derk is al lang volwassen en het huis uit. Een gerieflijke woning met een prachtige tuin. Thuis kómt hij al vertellend toch ook op dreef. Hij blijkt zelfs niet meer te stuiten als het over zijn hartstochten gaat: Spanje met zijn prachtige steden, muziek en historie en Argentinië met de originele tango-muziek. Versnipperd over de twee ont moetingen geeft Lanting college over de klucht, een genre dat in Nederland nauwelijks traditie bezit en soms op onbegrip stuit. Zijn uitgangspunten: „Een klucht gaat over gewone, geloof waardige mensen in volkomen ongeloofwaardige omstandighe den. In tegenstelling tot het blij spel. Daar zijn de situaties wel geloofwaardig, maar de mensen' zijn zó ongelofelijk ad rem en spitsvonding met woordspelin gen. Dat ik me persoonlijk na een blijspel altijd een beetje in ferieur voel en denk: daar kan ik niet aan tippen." Een klucht noemt hij ook wel 'een drama op wielen', omdat spelers en publiek telkens in een hogere versnelling kunnen scha kelen. En géén misverstand: hij heeft niet de pretentie toneel kunst te brengen, maar puur amusement. Kenmerk De kritiek op zijn werk kent hij. Recensies negeert hij zoveel mo gelijk omdat de critici meestal toch niet weten waar ze het over hebben, is zijn ervaring. „Maar hun stupiditeiten hebben me in dertijd wel beïnvloed. Klagen ze dat het verhaal zo ongeloof waardig is. Maar dat is een ken merk van de klucht! Of dat ze een grap van tevoren zien aan komen, maar ook dat hoort! Pre meditating comedy heet dat in Engeland: je moet de mensen met hun gedachten vooruit stu ren." Schmieren, knoeien, overdreven gek doen komt niet voor bij het Theater van de Lach, stelt hij met nadruk. „Ik herinner me hoe ik als jong, onbezoldigd toneel knechtje in Haarlem Potasch en Perlemoer zag van Johan Kaart en Johan Boskamp. Ik was er weg van. Later 2ag jk ze terug. Het hele stuk bleek weg-geschmierd. Als ik ooit zo iets ga doen, dacht ik toen, moet ik een systeem bedenken dat de voorstelling goed blijft." Karakter Hij bewaakt zijn produktie nauwkeurig, ook al zijn er 22 uitvoeringen per maand en meer dan 130 per seizoen. Hij maakt video-opnamen, evalueert zeer regelmatig met zijn groep, om ingeslopen fouten eruit te halen. Onderling grappen-maken tij dens de voorstelling is uit den boze. Gek doen naar het publiek evenzeer: „Daar heeft de klucht zo'n slechte naam door gekregen lij Nederland. Ik doe niet gek op het toneel, ik speel een karak ter." Als hij een gereserveerde reactie bespeurt: „Van de vier weken dat we repeteren, zijn we twee weken aan tafel bezig de karak ters uit te diepen, daar zelf in houd aan te geven." Vertaling, bewerking, regie en hoofdrol neemt hij zelf ter hand. Dialogen schrijft hij ook indien nodig, maar niet een hele klucht. Een goede plot construeren lukt hem niet. Nederlandse schrijvers kunnen het ook niet, is zijn erva ring. „Die komen onmiddellijk met verbale grappen." Daarom koopt hij tegenwoordig meéstal stukken van Ray Cooney, een Engelse schrijver die een heel jaar werkt aan een nieuwe klucht met een sterke plot. „Cooney blijft schrijven aan een nieuw stuk.- Hij brengt try-outs van wel vier verschillende ver sies voordat een nieuwe produk tie naar zijn eigen theater op het Londense West-End gaat. Cooney investeert ai een miljoen vóór de première. Dat kan ik me niet permitteren." Lanting, die als kind al clown wilde worden, speelt meestal zelf de nitwit. „Het publiek wil in zo'n stuk een absolute minkukel zien, die telkens onderuit gaat. Dat komt goed uit, want zoiets gaat mij gemakkelijk af." Hoe rijmt hij zijn uitspraken over karakterspel en minkukel? Lanting: „De nitwit heeft ook een karakter en daar komt een ontwikkeling in. Hij zet enkele stappen in de goede richting naar' een volwaardig mens. Dat wil het publiek, het applaudi- seert als de underdog gaat win nen." „Voor alle spelers geldt dat ze hun karakter te pakken moeten krijgen en vast moeten houden. Zet je één stap uit het karakter, trek je een wenkbrauw verkeerd op, dan valt het publiek stil. Omdat het niet meer klopt. Het publiek is ook in het dagelijks leven gewend mensen te bekij ken en conclusies te trekken. Dat is niet de tweede, maar de eerste natuur. Om te overleven, om in evenwicht te blijven screent ie dereen voortdurend de mensen in zijn omgeving. Zeg dat mijn publiek gemiddeld veertig jaar oud is: mensen die al veertig jaar de wereld bekijken, zijn uiter mate kritisch en hebben in de gaten als je buiten je boekje gaat. Alleen de minkukel kan zich iets meer veroorloven, om dat die op hol slaat. Dat past in zijn karakter." Onderbroeken De term onderbroekenlol kan hem giftig maken. Er komt vrij wel geen onderbroek voor, be zweert hij. De ene keer blijkt het om een Schots rokje te gaan, de andere keer om een maillot, een sportbroekje of heel decent on dergoed. Maar dat is het punt niet. „Hij die het publiek kan laten lachen door zijn broek te laten zakken, mag zich bij mij melden", heeft hij al eens ge plaagd uitgeroepen. FOTO KLAAS KOPPE Nu legt hij uit hoe belangrijk het is wiens broek omlaag gaat. Hij geeft als voorbeeld de autoritaire hoteleigenaar, die langs een toe vallig op de knieën liggende man loopt. De eerste vertegenwoor digt het gezag. Wanhopig maakt de tweede man een beweging en trekt per ongeluk de broek van de eigenaar omlaag. „Dan wordt het gezag te kijk gezet", aldus Lanting. „En als de hoteleige naar wegloopt en struikelt over zijn broek, krijg je helemaal een harde hoera-lach", grinnikt hij. Dat toneelrecensenten vaak ne gatief zijn, heeft hij al eens aar dig geanalyseerd: „Zo'n voor stelling is een groepsgebeuren. Krantemensen kunnen daar niet aan deelnemen. Die willen zich onderscheiden als individu, niet synchroon met de zaal lachen, zich niet encanailleren." Hij zit er niet mee. Begin vorig jaar huldigde hij zijn twee miljoenste bezoeker, de televisiekijkers niet meegerekend. Mensen die niet van zijn werk houden, kunnen zelfs op enig begrip rekenen. „Je zult mij niet zien bij de opera, en niet meer bij het ballet, daar ben ik op uitgekeken. Maar daarom zijn opera en ballet nog niet slecht." Lanting, geboren in Bloemen- daal, verliet kort na de oorlog het ouderlijk huis. Hij zat nog in de vierde van de HBS. Op zijn zwerftocht door Frankrijk, Spanje, Noord-Afrika werkte hij in hotels, achter de coulissen van het theater en met een Spaanse zang- en dansgroep. In de jaren vijftig volgde hij de toneelschool en ging hij aan de slag bij het Nieuw Rotterdams Toneel. In de jaren zestig oogstte hij groot succes met zijn creatie van De Aap van Kafka. Onvergete lijk voor degenen die het hebben gezien. Succes in het buitenland, twee maal vertoond op televisie. Nu zegt hij: „Ik zag er zelf eigenlijk helemaal niets in, in die Aap. Ik begreep er geen bal van toen ik het verhaal voor het eerst las. Erik Vos, de regisseur, drong enorm aan. Ik had eigenlijk al besloten het niet te doen, toen er Man onze rtv-redactie Ze voelden nattigheid toen regis seur Karst van der Meulen als stagiaire hun Stedelijke Scholen gemeenschap in Maastricht be zocht. Lennert Hillige en Philipp Zafirakis vonden dat hij de leerlin gen wel erg nauwkeurig zat te bekijken. Bovendien oogde hij te oud. En inderdaad, Van der Meulen zocht l°ng talent voor zijn dertiendelige tv- serie De legende van de bokkerijders, e de KRO vanaf vanavond op de buis Mengt. Lennert en Philipp vielen in de Pnjzen. Lennert speelt de boerenzoon Martien Kremers die goud uit een Zerkkluis steelt zodat zijn zusje Lotte re naar de Alpen, de 'witte bergen' kan °m beter te worden. Philipp speelt zijn Tnend, Wolf de zwerver. De knapen acteerden in de Voerstreek temidden van bekende namen als Joost Prinsen, Hugo Metsers en John Leddy. „Die mensen kende ik alleen maar van de tv. En dan zitten ze naast je en blijken het ook gewone mensen te zijn", vertelt Lennert. De legende van de bokkerijders speelt zich af in Zuid-Limburg, anno 1760. De troepen van de Oostenrijkse keize rin Maria Theresia plunderen de boe renbevolking. Zij legt de boeren zware belastingen op. Veel landarbeiders zien zich genoodzaakt in de levensgevaar lijke mijnen te gaan werken, in 'het graf van Limburg'. Boerenzoon Mar- tien wil zijn familie van de ondergang redden en bedenkt een plannetje. Hij komt in contact met de arts Joseph Kirchhoffs (Eugène Bervoets). Deze besluit de roemruchte bokkerij- dersbende nieuw leven in te blazen. Als een Limburgse Robin Hood schiet hij de bevolking te hulp. De arts en de boerenzoon worden bijgestaan door een dappere pastoor, gespeeld door de Duitser Arthur Brauss. Een mysterieu ze oom, Lei de Tinnegieter, speelt met zijn alchemistische praktijken een be langrijke rol in de avonturen van Mar- tien. De serie, die jong en oud kan boeien, is een co-produktie van KRO, ZDF (dat al begonnen is met uitzenden), BRT en France 3. Met de produktie is een bedrag van vijf miljoen gulden ge moeid. De reeks is gebaseerd op het boek Ontsnapt aan de galg van Ton van Reen. Deze schrijver verwerkte daarin half historische, half verzonnen waar heden rond een Limburgse roversben de onder aanvoering van de Zwarte Kapitein. „De tv-serie is bedoeld voor de Grote Gemene Deler", licht Van Reen toe. „Er wordt duidelijk gewerkt naar een hoge kijkdichtheid. Zo krijgt de hoofd persoon in de film een ziek zusje. Dat komt in het boek helemaal niet voor. Maar op tv moet toch een traan gela ten kunnen worden. Ook heeft elke aflevering een clijjhanger: het slot moet spannend zijn. Die momenten zijn lang niet allemaal uit het boek te halen. Ik heb daar overigens geen problemen mee, zolang ik het boek maar herken." Voor de opnames streek de filmploeg onder meer neer in de Voerstreek, aan gene zijde van de Nederlandse grens. Het plaatsje Veurs bood de gewenste sfeer van het achttiende eeuwse boe renleven. Tot de 25 lokaties behoren ook de mergelgrotten. De namen zijn anders dan in het boek, zodat ze in meer talen uit te spreken zijn. Matthijs is bijvoorbeeld Martien geworden. De schrijver ziet de Bokkerijders als een Europees verschijnsel. „Het zijn in feite de broertjes van de revolutionai ren in Frankrijk. In de achttiende eeuw begonnen burgers hun rechten te claimen. Veel intellectuelen in Lim burg spraken Frans. Zo hoorden zij van de ideeën van Voltaire. Antoon Bosch uit De Heek was zo'n intellec tueel. Hij groepeerde wat mensen om zich heen, zodat die buurt een echt Bokkerijdersnest werd. Maar lang niet alle Bokkerijders wisten waar ze mee bezig waren." Van Reen ziet De Bokkerijders niet alleen als een heldhaftige groep Robin Hood-achtige vrijheidsstrijders. „Bij bendes horen ook misdadige elemen ten. Zo is de maffia in diezelfde tijd ontstaan. Dat is een echte misdadiger- sorganisatie geworden. Uiteindelijk hebben alleen de revolutionaire bendes uit Frankrijk succes, gehad toen zij de Bastille bestormden." 'De legende van de bokkerijders', Ne derland 1,18.50 uur fl ZATERDAG 22 OKTOBER 1994 DEEL D een brief van de KRO kwam, die het op tv wilde uitzenden. Ik moest Erik Vos laten weten wat ik deed en ik heb dat laten afhangen van stoplichten onder weg. Als de meeste op rood ston den, zou ik weigeren. Ze stonden allemaal op groen. En zo is het gekomen." Tomaat Via cabaret Lurelei en solopro gramma's komt hij bij de klucht. Dat het archief de oprichting van zijn Theater van de Lach in 1972 dateert, klopt niet met zijn eigen tijdrekening. „Het idee ontstond eigenlijk in 1970. Het was kort na de Actie Tomaat. Uit het publiek hoorde je reacties als: 'Je weet tegen woordig niet meer waar je haar toe moet. Verwacht je een leuk stuk, krijg je een abortus op het toneel.' Ik zou het stuk Nee schat nu niet gaan doen. Meerburg en Hoffman produceerden het. Toen heb ik tegen Meerburg ge zegd: Je moet het Theater van de Lach noemen. Dan weet ie dereen waar hij aan toe is.' Maar dat kon niet meer, de publiciteit liep al. Daarna begon ik voor mezelf en wilde ik de naam Theater van 'de Lach voeren. Hoffman waarschuwde de naam dan te deponeren. Maar dat kostte een groot bedrag, vijfdui zend gulden en ik had natuurlijk geen cent te makken. Iemand anders adviseerde er gewoon Jo hn Lanting voor te zetten, dan komt niemand er aan. Ik vond het heel pedant, je eigen naam gebruiken, maar ik heb het toch gedaan. Niettemin beschouw ik 1970 als het geboortejaar." Hij is er trots op dat de naam zo is ingeburgerd als soortnaam. Knipsels als 'Theater van de Lach in de Kuip' (over scheids rechters en voetbal) of 'Mozart als Theater van de Lach' verza melt hij. Inmiddels heeft hij de naam wel gedeponeerd. „Later kwam ik nog op een betere naam: Theater van de Schater. Maar ja, te laat." Jarenlang 'was hij eigen baas. „Nu gelukkig niet meer. Dat wil zeggen: artistiek heb ik nog de leiding, maar próduktioneel zit ik bij Joop van den Ende. Het risico is tussen ons verdeeld, maar ligt grotendeels bij hem." Het komende seizoen trekt hij door Nederland en Vlaanderen met de nieuwe produktie Japon over het balkon. Daarna maakt hij zich op voor het zilveren jubileum van Theater van de Lach. Hoe lang denkt hij nog door te gaan? Hij oogt weliswaar aanmerkelijk jonger dan hij is, maar hij kan toch niet eeuwig de stuntelende minkukel blijven spelen. Of krijgen we een Thea ter van de Lach zonder Lanting op het toneel? Lanting: „Als ik de kwaliteit niet meer haal, stop ik er mee, helemaal. Ik ga het niet uitmel ken. Er komt geen Theatfr van de Lach zonder mij. Misschien wordt het jubileum ook wel het einde, dat weet ik nog niet. Daarna wil ik blijven acteren, les geven, film spelen. Ik zou heel graag een jeugdfilm willen maken, waarin ik een oude man speel. Een kinderstuk met Bram van Erkel, dat is een wensdroom van me. Ik ben dol op kinderen." Dat past bij zijn motto: „Hij die niet van kluchten houdt, is zijn kinderjaren vergeten." John Lanting's Theater van de Lach is met 'Japon over het balkon' op 25 oktober in Etten-Leur, 26 oktober in Oosterhout, op 1 decem ber in Terneuzen en op 10 en 11 januari in Bergen op Zoom. Van onze rtv-redactie Tot kort voor zijn dood werkte Frank Zappa zo'n dertien jaar lang aan het project Civilization Phaze III, een combinatie van gesproken woord en elektronische mu ziek. De versie die hij voor uitgave selecteerde, wordt vanavond integraal uitgezonden door de NOS-radio, die om deze reden een uur zendtijd kreeg van Veronica. Het project is tussen 22.00 en 01.00 uur te beluisteren in de rubriek 'Folio II'. Voor het gesproken woord haalde Zappa onder meer een aantal oude banden uit de kast, die hij eind jaren zestig in New York had opgenomen voor de plaat 'Lumpy Gravy'. Een groepje mensen praat over de verborgen geheimen rond het ontstaan van muziek. De sfeer van de gesprekken wordt sterk beïnvloed door de manier van opnemen. Iedereen vier uur durende uitzending op 21 december 1990 in ver band met Zappa's 50e verjaar dag. Op 18 september 1992 was er de radiopremière van 'The Yellow Shark', een avond daarvoor opgenomen in Frankfurt en de uitzending van 16 augustus 1993: vier uur rondom Don van Vliet alias Captain Beefheart, waarbij Zappa een hoofdrol speelde. praat als het ware in een P^"'^Tot slot het programma op 6 nó. De stem wordt 'versterkt! December 1993 toen de avond door de piano waarvan rie$Ösyriprogrammering van de NOS een pedaal is ingedrukt, zodatW werd gewijzigd, omdat een de snaren gaan meeklinken. De muziek bestaat uit een reeks stukken die Zappa op zijn synclavier maakte, ver- •mengd met opnamen van mu sici, een aantal zangers uit het Siberische Tuva en geluiden in en bij zijn huis. De NOS heeft de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan Zappa. Zo waren er de dag eerder bekend werd dat Zappa was overleden. De samensteller van het pro gramma is Co de Kloet, Zap- pa-liefhebber en ook kenner van het eerste uur. De Kloet &as ook verantwoordelijk voor de andere Zappa-uitzen- dingen samen. (Radio 4, 22.00 uur) Roelof Kiers Een avondvullend programma zou volgens Duyns nog te kort zijn om een compleet beeld te geven j.^an de betekenis yan KiersN'De Maker' is een portret van een bevlogen, eigenzinnige programmamaker bij de VPRO en een hartstochtelijk pleitbe zorger voor het publieke bestel. De documentaire, die twee uur duurt, is samengesteld aan de hand van fragmenten uit Kiers' werk en gesprekken met Jan Blokker, Hans Keiler, Arie Kleij- wegt, Wim Noördhoek, Hugo de Vries, Mat van Hensbergen, Jochgem van Dijk en Bob Rooyens. Duyns vond het een moeilijke klus, hij had moeite dè juiste toon te vinden. Het mocht vooral niet sentimenteel worden. Want dat was Kiers vreemd. Daardoor liet hij zich niet leiden, evenmin door kijkcijfers en marktaahde- len. Er was één maatstaf: een goed programma. Hij kan worden gezien als de geestelijke vader van een aantal lopende programma's. Daags voor zijn dood was hij met een groep computerfreaks bezig aan de opzet van een serie over de elektronische snelweg, waaraan de VPRO de afgelopen maand veel aandacht heeft besteed. De plaats die Kiers bij de VPRO innam is vier maanden na zijn dood nog niet bezet. „De kamer moet maar zo snel mogelijk ge sloopt worden", suggereerde Harry Hosman, die de research voor het programma deed. „Roe- lofs dood betekende het einde van een tijdperk." Kiers was toen hij 26 juni op 56-jarige leeftijd overleed, hoofdredacteur televisie bij de VPRO. Onder zijn leiding groei de de VPRO van C- naar A-om roep. Sinds hij in 1983 directeur van de afdeling tv werd, be waakte hij streng en soms hard vochtig de identeit van de om roep. Het accent van de docu mentaire ligt op zijn werkzaam heden als programmamaker. „Hij was een integraal denker", zegt Blokker. „Hij was de enige tv-maker die van meet af aan FOTO ANP Hilversum (anp) -„Een dag na de dood van Roelof Kiers opperde programmamaker Cherry Duyns het idee een docu mentaire over hem te maken. De titel was er toen ook al: 'De Maker'. De documentaire wordt zondagavond op Nederland 3 uitgezonden. over de programmering na dacht." Gedisciplineerd in zijn research, zuinig in zijn declaraties. „Aan het ruwe materiaal was al heel goed te zien wat het zou wor den", zegt Blokker. „Hij bereid de zich heel goed voor en moet veel over zijn pnderwerpen heb ben gelezen." Een groot gevoel voor verantwoordelijkheid. „Krankzinnig groot", vindt Hans Keiler die. een hooglopend con flict met Kiers heeft gehad. Kiers onderscheidde zich al be gin jaren zestig bij de AVRO onder meer door portretten van de politici Koekoek en Geertse- ma en van scheepsbouwer Verol- me. In sober gemaakte documen taires benaderde hij autoriteiten op een andere manier dan toen gebruikelijk was. Hij ondervroeg gezagsdragers op voet van ge.- lijkheid. Kiers moest en zou bij de VPRO komen. Daar stond de documen taire al in hoog aanzien, al had den de vrijzinnig-protestanten als C-omroep niet meer dan twee en een half uur zendtijd de week. Zijn stijl bleef onderver- anderd zonder opsmuk. In de jaren zeventig behoorde Kiers tot de gezichtsbepalende makers Van de VPRO-televisie. Kiers was, de eerste J^ederlandse televisiejournalist dié na de .Cul turele Revolutie in China fllihde. Grote faam verwierf hij njetj films-^iver de Indonesische.,vrij- heidsstrijd ('Indonesia Merdëka'} en over de bemanning yShfdjB'ï Enola Gay, die de Arno atoombom gooid«Lp>Hi i c 4;S4$B& vi ('Mijn God, wat zaamheden heéït „Ik ben niet ggintéreSs'eerd in een leidinggevéïide functie. Ik wil gewbo" documentaires ma^ ken. Zelfs als Bassie en Adriaan hier worden binnengebracht om het beleid, uit te zetten, zou ik er niets vobr voelen. Mijn enige ambitie is het rfiaken van film pjes." 9

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 23