b.v.
DE STEM
Streven naar lach windkracht acht
KRO brengt 13-delig familiedrama over legendarische bokkerijders
Zappa's 4Civilization'
drie uur op NOS-radio
Eerbewijs van VPRO aan
'maker' Roelof Kiers
f.
KOOPJESDAG
;rs en toebehoren
ce, bet
Kermiskinderen
houden niet
van één plek
John Lanting, de vader van de Nederlandse klucht
1994
X 67
kleur fl. 1.979,-
Ifcit fl 1.449,-
'210 Mb kleur fl 2.189,-
4/210 Mb kleur fl 2.549,-
fl 579,-
fl 1.179,-
fl 939,-
HD vanaf fl 9,-
d. Elke week nieuwe aanbieding^'
30 uur
e magazijn op het terrein)
orstelijk hotel met
kunt genieten van
etaalt een vaste
alle maaltijden
:bruik
iciliteiten.
ZIE RAGAZZI OP DE ACHTERZIJDE
Gids
john Lanting en zijn
Theater van de Lach. Ze
vormen een begrip in de
Nederlandse uitgaanswe-
reld en zijn ook het dage
lijks spraakgebruik bin
nengedrongen. Voor de
genen die zijn repertoire
toch niet scherp voor
ogen staat, een paar ti
tels: Nee schat nu niet, In
dekast op de kast, Een
scheve schaats, Hoe ver
sier ik een stuk, Hé, mag
ik mijn echtgenote terug,
Vijf hoog het raam uit,
Kom van het dak af, In
pakken en wegwezen.
Lanting is inmiddels 64.
Zijn groep bestaat vol
gend jaar een kwart
eeuw, althans volgens
zijn eigen tijdrekening.
Een ontmoeting met een
beetje mensenschuwe
clown, die niet van gek-
doenerij houdt.
i uitgaanscentrum
Door Arnold Verplancke
De lach van het publiek is
zijn specialiteit. Hij hoort er
aanwijzingen in. „De afkeu
rende lach bestaat ook, een
die plotseling afbreekt. Ik
noem dat een lach met een
wondje." Moeiteloos somt hij
verder op: de gniffellach, de
harde lach, de achter-de-
hand lach, besmuikt als het
een beetje schuin wordt.
.Soms komt de lach zo explo
sief, dat mensen er bij gaan
staan. Ons toppunt noem ik 'ko
renveld windkracht acht', als de
hele zaal golft van het lachen.
Heerlijk is ook de tweetrapsra
ket, als mensen eerst vertederd
lachen en daarna pas de hele
grap doorhebben. Óf zo'n lach
die ketst tegen de muren, die
blijft gaan"."
Tijdens de voorstelling luistert
John Lanting scherp. Want soms
kan het publiek echt niet meer.
Dan moeten hij en zijn spelers
wat gas terugnemen, zelfs een
paar grappen eruit halen, om
aan het slot nog naar een climax
te kunnen werken.
Meestal is dat niet nodig, omdat
de dosering klopt. „Ik compo
neer de voorstelling vooraf zorg
vuldig. Dan zit ik te schuiven
met grappen. Van tevoren weet
ik: daar gaat het publiek over de
rooie. Ik kan een hele dag zitten
spinnen om op een bepaalde plek
een lach windkracht acht te krij
gen. Mijn hele dag is goed als ik
de grap vind."
Mensenschuw
Hij mag dan in Nederland onge
veer de vader van de klucht zijn,
praten over zijn werk doet hij
heel serieus. Het gesprek heeft
aanvankelijk plaats in een door
hem gekozen modaal wegrestau
rant. Waarom? „Thuis kom ik
met zo goed los. Als iemand voor
het eerst bij mij komt, ben ik
gereserveerd en snel afgeleid."
Mensenschuw noemde hij zich
zelf ooit. Nog steeds? „Eigenlijk
"el. Ik voel me nog steeds een
Einzelganger. Maar het is onge
lofelijk veel erger geweest, dat ik
mensen zelfs niet durfde aankij
ken."
Een tweede gesprek mag, na lan
ge aarzeling, wel bij hem thuis.
John
m i
Lanting: „Er komt geen Theater van de Lach zonder mij.
ont er met Jenneke. met met hun opdachten vooruit st.
Hij woont er met Jenneke, met
wie hij al 27 jaar is getrouwd.
Vrij lang voor een artiest? „Zij
werkt overdag in het onderwijs,
ik ben veel 's avonds weg", zegt
hij alsof hij zich moet veront
schuldigen. Zoon Derk is al lang
volwassen en het huis uit. Een
gerieflijke woning met een
prachtige tuin.
Thuis kómt hij al vertellend toch
ook op dreef. Hij blijkt zelfs niet
meer te stuiten als het over zijn
hartstochten gaat: Spanje met
zijn prachtige steden, muziek en
historie en Argentinië met de
originele tango-muziek.
Versnipperd over de twee ont
moetingen geeft Lanting college
over de klucht, een genre dat in
Nederland nauwelijks traditie
bezit en soms op onbegrip stuit.
Zijn uitgangspunten: „Een
klucht gaat over gewone, geloof
waardige mensen in volkomen
ongeloofwaardige omstandighe
den. In tegenstelling tot het blij
spel. Daar zijn de situaties wel
geloofwaardig, maar de mensen'
zijn zó ongelofelijk ad rem en
spitsvonding met woordspelin
gen. Dat ik me persoonlijk na
een blijspel altijd een beetje in
ferieur voel en denk: daar kan ik
niet aan tippen."
Een klucht noemt hij ook wel
'een drama op wielen', omdat
spelers en publiek telkens in een
hogere versnelling kunnen scha
kelen. En géén misverstand: hij
heeft niet de pretentie toneel
kunst te brengen, maar puur
amusement.
Kenmerk
De kritiek op zijn werk kent hij.
Recensies negeert hij zoveel mo
gelijk omdat de critici meestal
toch niet weten waar ze het over
hebben, is zijn ervaring. „Maar
hun stupiditeiten hebben me in
dertijd wel beïnvloed. Klagen ze
dat het verhaal zo ongeloof
waardig is. Maar dat is een ken
merk van de klucht! Of dat ze
een grap van tevoren zien aan
komen, maar ook dat hoort! Pre
meditating comedy heet dat in
Engeland: je moet de mensen
met hun gedachten vooruit stu
ren."
Schmieren, knoeien, overdreven
gek doen komt niet voor bij het
Theater van de Lach, stelt hij
met nadruk. „Ik herinner me hoe
ik als jong, onbezoldigd toneel
knechtje in Haarlem Potasch en
Perlemoer zag van Johan Kaart
en Johan Boskamp. Ik was er
weg van. Later 2ag jk ze terug.
Het hele stuk bleek
weg-geschmierd. Als ik ooit zo
iets ga doen, dacht ik toen, moet
ik een systeem bedenken dat de
voorstelling goed blijft."
Karakter
Hij bewaakt zijn produktie
nauwkeurig, ook al zijn er 22
uitvoeringen per maand en meer
dan 130 per seizoen. Hij maakt
video-opnamen, evalueert zeer
regelmatig met zijn groep, om
ingeslopen fouten eruit te halen.
Onderling grappen-maken tij
dens de voorstelling is uit den
boze. Gek doen naar het publiek
evenzeer: „Daar heeft de klucht
zo'n slechte naam door gekregen
lij Nederland. Ik doe niet gek op
het toneel, ik speel een karak
ter."
Als hij een gereserveerde reactie
bespeurt: „Van de vier weken
dat we repeteren, zijn we twee
weken aan tafel bezig de karak
ters uit te diepen, daar zelf in
houd aan te geven."
Vertaling, bewerking, regie en
hoofdrol neemt hij zelf ter hand.
Dialogen schrijft hij ook indien
nodig, maar niet een hele klucht.
Een goede plot construeren lukt
hem niet. Nederlandse schrijvers
kunnen het ook niet, is zijn erva
ring. „Die komen onmiddellijk
met verbale grappen." Daarom
koopt hij tegenwoordig meéstal
stukken van Ray Cooney, een
Engelse schrijver die een heel
jaar werkt aan een nieuwe
klucht met een sterke plot.
„Cooney blijft schrijven aan een
nieuw stuk.- Hij brengt try-outs
van wel vier verschillende ver
sies voordat een nieuwe produk
tie naar zijn eigen theater op het
Londense West-End gaat.
Cooney investeert ai een miljoen
vóór de première. Dat kan ik me
niet permitteren."
Lanting, die als kind al clown
wilde worden, speelt meestal zelf
de nitwit. „Het publiek wil in
zo'n stuk een absolute minkukel
zien, die telkens onderuit gaat.
Dat komt goed uit, want zoiets
gaat mij gemakkelijk af."
Hoe rijmt hij zijn uitspraken
over karakterspel en minkukel?
Lanting: „De nitwit heeft ook
een karakter en daar komt een
ontwikkeling in. Hij zet enkele
stappen in de goede richting
naar' een volwaardig mens. Dat
wil het publiek, het applaudi-
seert als de underdog gaat win
nen."
„Voor alle spelers geldt dat ze
hun karakter te pakken moeten
krijgen en vast moeten houden.
Zet je één stap uit het karakter,
trek je een wenkbrauw verkeerd
op, dan valt het publiek stil.
Omdat het niet meer klopt. Het
publiek is ook in het dagelijks
leven gewend mensen te bekij
ken en conclusies te trekken. Dat
is niet de tweede, maar de eerste
natuur. Om te overleven, om in
evenwicht te blijven screent ie
dereen voortdurend de mensen
in zijn omgeving. Zeg dat mijn
publiek gemiddeld veertig jaar
oud is: mensen die al veertig jaar
de wereld bekijken, zijn uiter
mate kritisch en hebben in de
gaten als je buiten je boekje
gaat. Alleen de minkukel kan
zich iets meer veroorloven, om
dat die op hol slaat. Dat past in
zijn karakter."
Onderbroeken
De term onderbroekenlol kan
hem giftig maken. Er komt vrij
wel geen onderbroek voor, be
zweert hij. De ene keer blijkt het
om een Schots rokje te gaan, de
andere keer om een maillot, een
sportbroekje of heel decent on
dergoed. Maar dat is het punt
niet. „Hij die het publiek kan
laten lachen door zijn broek te
laten zakken, mag zich bij mij
melden", heeft hij al eens ge
plaagd uitgeroepen.
FOTO KLAAS KOPPE
Nu legt hij uit hoe belangrijk het
is wiens broek omlaag gaat. Hij
geeft als voorbeeld de autoritaire
hoteleigenaar, die langs een toe
vallig op de knieën liggende man
loopt. De eerste vertegenwoor
digt het gezag. Wanhopig maakt
de tweede man een beweging en
trekt per ongeluk de broek van
de eigenaar omlaag. „Dan wordt
het gezag te kijk gezet", aldus
Lanting. „En als de hoteleige
naar wegloopt en struikelt over
zijn broek, krijg je helemaal een
harde hoera-lach", grinnikt hij.
Dat toneelrecensenten vaak ne
gatief zijn, heeft hij al eens aar
dig geanalyseerd: „Zo'n voor
stelling is een groepsgebeuren.
Krantemensen kunnen daar niet
aan deelnemen. Die willen zich
onderscheiden als individu, niet
synchroon met de zaal lachen,
zich niet encanailleren." Hij zit
er niet mee. Begin vorig jaar
huldigde hij zijn twee miljoenste
bezoeker, de televisiekijkers niet
meegerekend.
Mensen die niet van zijn werk
houden, kunnen zelfs op enig
begrip rekenen. „Je zult mij niet
zien bij de opera, en niet meer
bij het ballet, daar ben ik op
uitgekeken. Maar daarom zijn
opera en ballet nog niet slecht."
Lanting, geboren in Bloemen-
daal, verliet kort na de oorlog
het ouderlijk huis. Hij zat nog in
de vierde van de HBS. Op zijn
zwerftocht door Frankrijk,
Spanje, Noord-Afrika werkte hij
in hotels, achter de coulissen van
het theater en met een Spaanse
zang- en dansgroep. In de jaren
vijftig volgde hij de toneelschool
en ging hij aan de slag bij het
Nieuw Rotterdams Toneel.
In de jaren zestig oogstte hij
groot succes met zijn creatie van
De Aap van Kafka. Onvergete
lijk voor degenen die het hebben
gezien. Succes in het buitenland,
twee maal vertoond op televisie.
Nu zegt hij: „Ik zag er zelf
eigenlijk helemaal niets in, in die
Aap. Ik begreep er geen bal van
toen ik het verhaal voor het eerst
las. Erik Vos, de regisseur, drong
enorm aan. Ik had eigenlijk al
besloten het niet te doen, toen er
Man onze rtv-redactie
Ze voelden nattigheid toen regis
seur Karst van der Meulen als
stagiaire hun Stedelijke Scholen
gemeenschap in Maastricht be
zocht. Lennert Hillige en Philipp
Zafirakis vonden dat hij de leerlin
gen wel erg nauwkeurig zat te
bekijken. Bovendien oogde hij te
oud.
En inderdaad, Van der Meulen zocht
l°ng talent voor zijn dertiendelige tv-
serie De legende van de bokkerijders,
e de KRO vanaf vanavond op de buis
Mengt. Lennert en Philipp vielen in de
Pnjzen. Lennert speelt de boerenzoon
Martien Kremers die goud uit een
Zerkkluis steelt zodat zijn zusje Lotte
re naar de Alpen, de 'witte bergen' kan
°m beter te worden. Philipp speelt zijn
Tnend, Wolf de zwerver.
De knapen acteerden in de Voerstreek
temidden van bekende namen als Joost
Prinsen, Hugo Metsers en John Leddy.
„Die mensen kende ik alleen maar van
de tv. En dan zitten ze naast je en
blijken het ook gewone mensen te
zijn", vertelt Lennert.
De legende van de bokkerijders speelt
zich af in Zuid-Limburg, anno 1760.
De troepen van de Oostenrijkse keize
rin Maria Theresia plunderen de boe
renbevolking. Zij legt de boeren zware
belastingen op. Veel landarbeiders zien
zich genoodzaakt in de levensgevaar
lijke mijnen te gaan werken, in 'het
graf van Limburg'. Boerenzoon Mar-
tien wil zijn familie van de ondergang
redden en bedenkt een plannetje. Hij
komt in contact met de arts Joseph
Kirchhoffs (Eugène Bervoets).
Deze besluit de roemruchte bokkerij-
dersbende nieuw leven in te blazen.
Als een Limburgse Robin Hood schiet
hij de bevolking te hulp. De arts en de
boerenzoon worden bijgestaan door
een dappere pastoor, gespeeld door de
Duitser Arthur Brauss. Een mysterieu
ze oom, Lei de Tinnegieter, speelt met
zijn alchemistische praktijken een be
langrijke rol in de avonturen van Mar-
tien.
De serie, die jong en oud kan boeien, is
een co-produktie van KRO, ZDF (dat
al begonnen is met uitzenden), BRT en
France 3. Met de produktie is een
bedrag van vijf miljoen gulden ge
moeid.
De reeks is gebaseerd op het boek
Ontsnapt aan de galg van Ton van
Reen. Deze schrijver verwerkte daarin
half historische, half verzonnen waar
heden rond een Limburgse roversben
de onder aanvoering van de Zwarte
Kapitein.
„De tv-serie is bedoeld voor de Grote
Gemene Deler", licht Van Reen toe.
„Er wordt duidelijk gewerkt naar een
hoge kijkdichtheid. Zo krijgt de hoofd
persoon in de film een ziek zusje. Dat
komt in het boek helemaal niet voor.
Maar op tv moet toch een traan gela
ten kunnen worden. Ook heeft elke
aflevering een clijjhanger: het slot
moet spannend zijn. Die momenten
zijn lang niet allemaal uit het boek te
halen. Ik heb daar overigens geen
problemen mee, zolang ik het boek
maar herken."
Voor de opnames streek de filmploeg
onder meer neer in de Voerstreek, aan
gene zijde van de Nederlandse grens.
Het plaatsje Veurs bood de gewenste
sfeer van het achttiende eeuwse boe
renleven. Tot de 25 lokaties behoren
ook de mergelgrotten. De namen zijn
anders dan in het boek, zodat ze in
meer talen uit te spreken zijn. Matthijs
is bijvoorbeeld Martien geworden.
De schrijver ziet de Bokkerijders als
een Europees verschijnsel. „Het zijn in
feite de broertjes van de revolutionai
ren in Frankrijk. In de achttiende
eeuw begonnen burgers hun rechten te
claimen. Veel intellectuelen in Lim
burg spraken Frans. Zo hoorden zij
van de ideeën van Voltaire. Antoon
Bosch uit De Heek was zo'n intellec
tueel. Hij groepeerde wat mensen om
zich heen, zodat die buurt een echt
Bokkerijdersnest werd. Maar lang niet
alle Bokkerijders wisten waar ze mee
bezig waren."
Van Reen ziet De Bokkerijders niet
alleen als een heldhaftige groep Robin
Hood-achtige vrijheidsstrijders. „Bij
bendes horen ook misdadige elemen
ten. Zo is de maffia in diezelfde tijd
ontstaan. Dat is een echte misdadiger-
sorganisatie geworden. Uiteindelijk
hebben alleen de revolutionaire bendes
uit Frankrijk succes, gehad toen zij de
Bastille bestormden."
'De legende van de bokkerijders', Ne
derland 1,18.50 uur
fl
ZATERDAG 22 OKTOBER 1994 DEEL D
een brief van de KRO kwam, die
het op tv wilde uitzenden. Ik
moest Erik Vos laten weten wat
ik deed en ik heb dat laten
afhangen van stoplichten onder
weg. Als de meeste op rood ston
den, zou ik weigeren. Ze stonden
allemaal op groen. En zo is het
gekomen."
Tomaat
Via cabaret Lurelei en solopro
gramma's komt hij bij de klucht.
Dat het archief de oprichting
van zijn Theater van de Lach in
1972 dateert, klopt niet met zijn
eigen tijdrekening.
„Het idee ontstond eigenlijk in
1970. Het was kort na de Actie
Tomaat. Uit het publiek hoorde
je reacties als: 'Je weet tegen
woordig niet meer waar je haar
toe moet. Verwacht je een leuk
stuk, krijg je een abortus op het
toneel.' Ik zou het stuk Nee schat
nu niet gaan doen. Meerburg en
Hoffman produceerden het.
Toen heb ik tegen Meerburg ge
zegd: Je moet het Theater van
de Lach noemen. Dan weet ie
dereen waar hij aan toe is.' Maar
dat kon niet meer, de publiciteit
liep al. Daarna begon ik voor
mezelf en wilde ik de naam
Theater van 'de Lach voeren.
Hoffman waarschuwde de naam
dan te deponeren. Maar dat
kostte een groot bedrag, vijfdui
zend gulden en ik had natuurlijk
geen cent te makken. Iemand
anders adviseerde er gewoon Jo
hn Lanting voor te zetten, dan
komt niemand er aan. Ik vond
het heel pedant, je eigen naam
gebruiken, maar ik heb het toch
gedaan. Niettemin beschouw ik
1970 als het geboortejaar."
Hij is er trots op dat de naam zo
is ingeburgerd als soortnaam.
Knipsels als 'Theater van de
Lach in de Kuip' (over scheids
rechters en voetbal) of 'Mozart
als Theater van de Lach' verza
melt hij. Inmiddels heeft hij de
naam wel gedeponeerd. „Later
kwam ik nog op een betere
naam: Theater van de Schater.
Maar ja, te laat."
Jarenlang 'was hij eigen baas.
„Nu gelukkig niet meer. Dat wil
zeggen: artistiek heb ik nog de
leiding, maar próduktioneel zit
ik bij Joop van den Ende. Het
risico is tussen ons verdeeld,
maar ligt grotendeels bij hem."
Het komende seizoen trekt hij
door Nederland en Vlaanderen
met de nieuwe produktie Japon
over het balkon. Daarna maakt
hij zich op voor het zilveren
jubileum van Theater van de
Lach. Hoe lang denkt hij nog
door te gaan? Hij oogt weliswaar
aanmerkelijk jonger dan hij is,
maar hij kan toch niet eeuwig de
stuntelende minkukel blijven
spelen. Of krijgen we een Thea
ter van de Lach zonder Lanting
op het toneel?
Lanting: „Als ik de kwaliteit
niet meer haal, stop ik er mee,
helemaal. Ik ga het niet uitmel
ken. Er komt geen Theatfr van
de Lach zonder mij. Misschien
wordt het jubileum ook wel het
einde, dat weet ik nog niet.
Daarna wil ik blijven acteren,
les geven, film spelen. Ik zou
heel graag een jeugdfilm willen
maken, waarin ik een oude man
speel. Een kinderstuk met Bram
van Erkel, dat is een wensdroom
van me. Ik ben dol op kinderen."
Dat past bij zijn motto: „Hij die
niet van kluchten houdt, is zijn
kinderjaren vergeten."
John Lanting's Theater van de
Lach is met 'Japon over het balkon'
op 25 oktober in Etten-Leur, 26
oktober in Oosterhout, op 1 decem
ber in Terneuzen en op 10 en 11
januari in Bergen op Zoom.
Van onze rtv-redactie
Tot kort voor zijn dood werkte Frank Zappa zo'n dertien
jaar lang aan het project Civilization Phaze III, een
combinatie van gesproken woord en elektronische mu
ziek. De versie die hij voor uitgave selecteerde, wordt
vanavond integraal uitgezonden door de NOS-radio, die
om deze reden een uur zendtijd kreeg van Veronica. Het
project is tussen 22.00 en 01.00 uur te beluisteren in de
rubriek 'Folio II'.
Voor het gesproken woord
haalde Zappa onder meer een
aantal oude banden uit de
kast, die hij eind jaren zestig
in New York had opgenomen
voor de plaat 'Lumpy Gravy'.
Een groepje mensen praat
over de verborgen geheimen
rond het ontstaan van muziek.
De sfeer van de gesprekken
wordt sterk beïnvloed door de
manier van opnemen. Iedereen
vier uur durende uitzending
op 21 december 1990 in ver
band met Zappa's 50e verjaar
dag. Op 18 september 1992
was er de radiopremière van
'The Yellow Shark', een avond
daarvoor opgenomen in
Frankfurt en de uitzending
van 16 augustus 1993: vier uur
rondom Don van Vliet alias
Captain Beefheart, waarbij
Zappa een hoofdrol speelde.
praat als het ware in een P^"'^Tot slot het programma op 6
nó. De stem wordt 'versterkt! December 1993 toen de avond
door de piano waarvan rie$Ösyriprogrammering van de NOS
een pedaal is ingedrukt, zodatW werd gewijzigd, omdat een
de snaren gaan meeklinken.
De muziek bestaat uit een
reeks stukken die Zappa op
zijn synclavier maakte, ver-
•mengd met opnamen van mu
sici, een aantal zangers uit het
Siberische Tuva en geluiden in
en bij zijn huis.
De NOS heeft de afgelopen
jaren veel aandacht besteed
aan Zappa. Zo waren er de
dag eerder bekend werd dat
Zappa was overleden.
De samensteller van het pro
gramma is Co de Kloet, Zap-
pa-liefhebber en ook kenner
van het eerste uur. De Kloet
&as ook verantwoordelijk
voor de andere Zappa-uitzen-
dingen samen.
(Radio 4, 22.00 uur)
Roelof Kiers
Een avondvullend programma
zou volgens Duyns nog te kort
zijn om een compleet beeld te
geven j.^an de betekenis yan
KiersN'De Maker' is een portret
van een bevlogen, eigenzinnige
programmamaker bij de VPRO
en een hartstochtelijk pleitbe
zorger voor het publieke bestel.
De documentaire, die twee uur
duurt, is samengesteld aan de
hand van fragmenten uit Kiers'
werk en gesprekken met Jan
Blokker, Hans Keiler, Arie Kleij-
wegt, Wim Noördhoek, Hugo de
Vries, Mat van Hensbergen,
Jochgem van Dijk en Bob
Rooyens.
Duyns vond het een moeilijke
klus, hij had moeite dè juiste
toon te vinden. Het mocht vooral
niet sentimenteel worden. Want
dat was Kiers vreemd. Daardoor
liet hij zich niet leiden, evenmin
door kijkcijfers en marktaahde-
len. Er was één maatstaf: een
goed programma.
Hij kan worden gezien als de
geestelijke vader van een aantal
lopende programma's. Daags
voor zijn dood was hij met een
groep computerfreaks bezig aan
de opzet van een serie over de
elektronische snelweg, waaraan
de VPRO de afgelopen maand
veel aandacht heeft besteed.
De plaats die Kiers bij de VPRO
innam is vier maanden na zijn
dood nog niet bezet. „De kamer
moet maar zo snel mogelijk ge
sloopt worden", suggereerde
Harry Hosman, die de research
voor het programma deed. „Roe-
lofs dood betekende het einde
van een tijdperk."
Kiers was toen hij 26 juni op
56-jarige leeftijd overleed,
hoofdredacteur televisie bij de
VPRO. Onder zijn leiding groei
de de VPRO van C- naar A-om
roep. Sinds hij in 1983 directeur
van de afdeling tv werd, be
waakte hij streng en soms hard
vochtig de identeit van de om
roep. Het accent van de docu
mentaire ligt op zijn werkzaam
heden als programmamaker.
„Hij was een integraal denker",
zegt Blokker. „Hij was de enige
tv-maker die van meet af aan
FOTO ANP
Hilversum (anp) -„Een dag na de dood van Roelof Kiers
opperde programmamaker Cherry Duyns het idee een docu
mentaire over hem te maken. De titel was er toen ook al: 'De
Maker'. De documentaire wordt zondagavond op Nederland 3
uitgezonden.
over de programmering na
dacht."
Gedisciplineerd in zijn research,
zuinig in zijn declaraties. „Aan
het ruwe materiaal was al heel
goed te zien wat het zou wor
den", zegt Blokker. „Hij bereid
de zich heel goed voor en moet
veel over zijn pnderwerpen heb
ben gelezen." Een groot gevoel
voor verantwoordelijkheid.
„Krankzinnig groot", vindt Hans
Keiler die. een hooglopend con
flict met Kiers heeft gehad.
Kiers onderscheidde zich al be
gin jaren zestig bij de AVRO
onder meer door portretten van
de politici Koekoek en Geertse-
ma en van scheepsbouwer Verol-
me. In sober gemaakte documen
taires benaderde hij autoriteiten
op een andere manier dan toen
gebruikelijk was. Hij ondervroeg
gezagsdragers op voet van ge.-
lijkheid.
Kiers moest en zou bij de VPRO
komen. Daar stond de documen
taire al in hoog aanzien, al had
den de vrijzinnig-protestanten
als C-omroep niet meer dan twee
en een half uur zendtijd de
week. Zijn stijl bleef onderver-
anderd zonder opsmuk.
In de jaren zeventig behoorde
Kiers tot de gezichtsbepalende
makers Van de VPRO-televisie.
Kiers was, de eerste J^ederlandse
televisiejournalist dié na de .Cul
turele Revolutie in China fllihde.
Grote faam verwierf hij njetj
films-^iver de Indonesische.,vrij-
heidsstrijd ('Indonesia Merdëka'}
en over de bemanning yShfdjB'ï
Enola Gay, die de Arno
atoombom gooid«Lp>Hi i c 4;S4$B& vi
('Mijn God, wat
zaamheden heéït
„Ik ben niet ggintéreSs'eerd in
een leidinggevéïide functie. Ik
wil gewbo" documentaires ma^
ken. Zelfs als Bassie en Adriaan
hier worden binnengebracht om
het beleid, uit te zetten, zou ik er
niets vobr voelen. Mijn enige
ambitie is het rfiaken van film
pjes."
9