Amerika, een Nederlands avontuur
ODILON REDON
GER
Odilon Redon: Franse
de prins der dromen
De traditie van glaskunst
principieel
anse prijs
D2
over de wereld
DESTEM
GROTE GIDS
DB
Roman van Dirk Vellenga over Roosevelt, Fonda en Yanderbilt
IN BEELD
A.r.t.-galerie
Het lichaam
en het licht
Romy Finke
1
21 OKTOBER 1994
re Japanse Nobelprijswinnaar
uit 1968, Yasunari Kawabata'
Terwijl diens werk uitgesproken
'Japans' van karakter is, be
schrijft Oë meer 'universele the
ma's, die culturele, historische
en taalkundige grenzen over
schrijden', aldus een criticus.
In Hirosjima Notities uit 1965
doet Oë verslag van zijn bezoek
aan de door een atoombom ver
nietigde stad, waarin hij ook de
wanhoop over zijn zoon be
schrijft. Drie jaar later wint hij
de Shinchosa literatuurprijs met
zijn boek Een persoonlijke kwes
tie, waarin hij de strijd van een
vader beschrijft die een geeste
lijk gehandicapte zoon opvoedt
Dergelijke thema's zijn hoogst
ongebruikelijk in Japan, waar
een groot deel van de literatuur
in het teken staat van de rituele
zelfmoord.
Terwijl Kawabata in lijn met de
Japanse literaire traditie oorlog
en geweld romantiseert, verte
genwoordigen de boeken van Oë
een breuk met die traditie. De
bekroning van Oë's werk met de
Nobelprijs wordt als een 'goed
teken' gezien door alternatieve
schrijvers, bijvoorbeeld auteurs
uit etnische minderheden.
Kenzaburo Oë fotoafp
Sombras. Hij vertelt het bewo
gen leven van een vrouw op haar
zoektocht naar liefde, gedurende
het einde van de vorige eeuw tot
na de tweede wereldoorlog.
Zo'n 330 romans, veelal geschre
ven onder pseudoniem, kwamen
in aanmerking voor de 43-ste
Planeta-prijs. Eerdere prijswin
naars waren onder meer Jorge
Semprum, voormalig minister
van cultuur en de Peruaans/
Spaanse schrijver Mario Vargas
Llosa. Semprun ontving vorige
week nog de Vredesprijs van de
Duitse boekhandel.
Net al is Passie ontmoeten de
personages, die feitelijk niets
met elkaar te maken hebben,
elkaar in een magisch-realis-
tische werveling van grens- en
tijdoverschrijdende gebeurtenis
sen. Picasso krijgt een verhou
ding met Handel, de katholieke
arts, liefhebber van muziek,
maagd, denker en dwaas en met
Sappho: 'Het woord keert in lief
de terug', wat dat ook betekenen
moge.
Moderne ethische en medische
'dilemma's worden afgezet tegen
hun historische wortels in een
bizar sprookje met essayistische
elementen waarop de lezer maar
moeilijk greep kan krijgen. De
briljante Winterson heeft hier
haar eigen artistieke en intellec
tuele grenzen zodanig overschre
den dat Kunst Leugens een
mislukt boek is worden. Sommi
ge fragmenten zijn weliswaar
fascinerend maar verliezen door
gebrek aan samenhang hun be
tekenis.
Na haar geestige debuut Oran
ges are not the only fruit, Passie
en Sexing the cherry (Kersen
kruisen) is de Engelse schrijfster,
een van de belangrijkste van
onze tijd, jammer genoeg steeds
minder overtuigend in haar po
gingen om haar enorme fantasie
te paren aan haar kolossale in
tellectuele bagage. In haar voor
laatste roman, Op het lichaam
geschreven, was die ontwikke
ling al ingezet.
Jeanette Winterson: 'Kunst
Leugens. Uitg. Contact, prijs
29.90.
VRIJDAG 21 OKTOBER 1994
Door onze redacteur Hans Rooseboorrr
Het Boek Rinnering van Dirk Vellenga is de kroniek van vier
geslachten Nederlanders in Amerika. De families Fonda,
Roosevelt, Vanderbilt en Rinnering: hoe ze in driehonderd
jaar van ploeterende sloebers uitgroeien tot boegbeelden van
de Amerikaanse Droom.
ju een historische roman van
meer dan 400 bladzijden krijgen
deze Nederlandse Amerikanen
gestalte. Auteur Dirk Vellenga,
redacteur van Dagblad De Stem,
heeft jaren van studie en reizen
achter de rug om dit boek te
kunnen schrijven. i
Vellenga (46) schreef eerder de
succesvolle biografie van Colo
nel Parker, de ontdekker en ma
nager van Elvis Presley. Parker
heet eigenlijk Dries van Kuijk,
die werd geboren in Breda maar
sinds de jaren '20 als Amerikaan
'onder de Amerikanen leeft.
Dat fascineert mij. Mensen die
hun leven opgeven en elders he
lemaal opnieuw beginnen, met
een nieuwe identiteit", aldus
Dirk Vellenga, zelf 21 jaar gele
den van Friesland naar Brabant
geëmigreerd. „Zo'n nieuwe iden
titeit aannemen deed Dries van
Kuijk, alias Colonel Parker. Met
zo'n onderwerp wilde ik verder
.gaan. Er zijn in het verleden zo
veel Nederlanders naar Amerika
Dat ging in golfbewe-
in verschillende eeuwen.
Dt heb gekozen voor de pioniers,
de eerste Nederlanders die zich,
in Amerika vestigden. Gaande-'
weg kreeg mijn verhaal vorm, en
■koos ik Voor de romanvorm".
Het boek getuigt, zeker in het
begin, van een brede
documentatie.
Franklin Delano Roosevelt
fotoarchief de stem
„Ik wilde heel uitvoerig aange
ven hoe men in Nederland in de
17e eeuw leefde, en wat de rede
nen waren waarom die mensen
naar Amerika wilden. Vooral
voor Amerikaanse lezers heb ik
de situatie in de oude wereld
willen verhelderen. Ik wil aanto
nen hoe moeizaam het bestaan
was in Friesland en in Amster
dam. Het beeld van de emigratie
is pas compleet als beide kanten
belicht zijn."
Dus je hebt het boek voor Ameri
kaanse lezers geschreven?
„Het boek is zeker voor een,
breder publiek bestemd dan al
leen het Nederlandse. Het onder
werp stijgt duidelijk boven Ne
derland uit. In mijn achterhoofd
heb ik steeds de gedachte gehad
dat ook duidelijk moest zijn voor
Amerikaanse lezers"
Toch zal het voor Nederlanders
een verrassing zijn om te leren
dat bijvoorbeeld de familie Fon
da uit Nederland komt.
„De hele Nederlands-Ameri
kaanse connectie is een onbe
kend onderwerp. Je leert er op
school bijna niks over. Je weet
dat New York vroeger Nieuw
Amsterdam heette, je kent Peter
Stuyvesant met z'n houten been,
en je weet dat Nederland New
York verkwanseld heeft. En ver
der ken je misschien namen als
Roosevelt en Vanderbilt. Wil je
meer weten, dan zijn gegevens in
Nederland heel moeilijk te vin
den. Vreemd genoeg is er weinig
over geschreven. Er zijn wel een
aantal wetenschappelijke wer
ken, maar die gaan meestal over
een stukje van het onderwerp. Of
ze zijn alleen uit Nederlandse, of
alleen uit Amerikaanse hoek ge
schreven. Ik heb een totaalbeeld
willen geven. Overigens lijkt het
wel alsof Nederland zich
schaamt voor dit stukje kolo
niaal verleden, dat bovendien op
zo'n armzalige manier is afgelo
pen.
Het verhaal van de Fonda's is
het minst bekend, maar de lijn
die loopt van de Friese emigrant
Jelle Douwes naar Henry Fonda,
en Jane en Peter, bleek voor mij
wel de meest interessante. In dat
geslacht kun je de beroemde
Ameeriaanse trek naar het Wes
ten perfect terugvinden."
Je bent voor je boek ook in het
voormalige Nieuw Nederland ge
weest. Zijn daar veel sporen van
de oude Nederlanders te vinden?
„De Nederlandse aanwezigheid
in Nieuw Nederland is nog altijd
sterk voelbaar. Je slaat in de
Hudson Valley maar een tele
foonboek op bij de V en je ziet
Dirk Vellenga: „Het waren gewone jongens, landarbeiders, soldaten, op de vlucht, soms
wanhopig.foto de stem/johan van gurp
bladzijden namen beginnend
met Van. Ik ben die mensen niet
allemaal gaan opzoeken. Ik ben
er geweest om de sfeer te bekij
ken, oude kerken met Neder
landse opschriften. Ik heb vooral
veel baat gehad bij de biblio
theek en het archief van Albany,
de hoofdstad van de staat New
York. Daar bestaat een afdeling
New Netherlands Studies. Die
houdt zich bezig met de geschie
denis van de eerste Nederlanders
in Amerika. Die zaten overigens
niet alleen in de huidige staat
New York, maar ook in New
Jersey. John Updike (Opdijck) is
daar geboren, zijn familie stam
de uit Elburg. En ook Bruce
Spingsteen, wiens voorouders uit
Groningen kwamen".
Je hebt heel veel kennis en infor
matie in je boek willen stoppen.
Zoals over Nederlandse woorden
die in het Amerikaans terecht
zijn gekomen.
„Dat is in het midden van het
boek, een soort rustpunt. Ik ben
dan halverwege de geschiedenis
van mijn families, aan het begin
de negentiende eeuw. Dan is het
tijd om even stil te staan en te
resumeren wat er eigenlijk is
overgebeleven van de Nederlan
ders en van de Nederlandse taal
in Amerika. Op dat moment is er
eigenlijk al geen sprake meer
van Nederlanders maar van
Amerikanen.
Als Nieuw-Nederland in 1664
wordt overgedaan aan de Engel
sen (Vrede van Breda), worden
de Amerikaanse Nederlanders in
de steek gelaten. De hoge heren
gaan terug naar Nederland,
maar de Fonda's, Roosevelts en
Vanderbilts blijven achter. Ze
worden Amerikaan. Hun wegen
scheiden zich, ze zwermen west
waarts uit. Het zijn gewone jon
gens, landarbeiders, soldaten, op
de vlucht, soms wanhopig. Ik
heb hun eenzaamheid willen
aangeven, in dat onherbergzame
land, afgesneden van elkaar en
van hun wortels. Ze leven in een
land zonder herinnering. Een
zaamheid, onherbergzaamheid
en ontworteldheid: dat zijn be
langrijke onderdelen van de
Amerikaanse identiteit".
Jouw families bereiken uiteinde
lijk de top in de politiek, het
grootkapitaal en de amusement
sindustrie. Zijn de Roosevelts,
Fonda's en Vanderbilt onmisbaar
geweest bij het tot stand komen
van de Amerikaanse Eeuw?
„We moeten het Nederlandse
aandeel in de geschiedenis van
Amerika niet overdrijven. De
Roosevelts, de Vanderbilts en de
Fonda's hebben belangrijk bijge
dragen aan de Amerikaanse
Eeuw, de 20e eeuw, maar zonder
hen was Amerika er waarschijn
lijk ook wel gekomen. Ook de rol
van Nieuw Nederland, het ge
bied rond Manhattan en de
Hudson, was niet zo groot als
Nederlanders wel eens hopen. In
dezelfde tijd dat de Nederlandse
kolonisten een pover bestaan
leidden, waren Engelse immi
granten in Massachusetts in het
noorden en in Virginia in het
zuiden, al veel verder gevorderd
met definitieve vestigingen. En
ze waren met veel meer. Het is
niet zo dat Amerika een Neder
landstalig land zou zijn gewor
den als we New York in 1664
hadden behouden. Het is wel zo
dat Manhattan de allergunstig
ste plek aan de Amerikaanse
kust was. Dat hadden de Neder
landers goed gezien".
Had je een achterliggend idee
met het boek?
„Het boek is een reis naar Ame
rika en terug. Het volgt de trek
van Europa naar Amerika, de
opbouw van het land tot in de
twintigste eeuw, de American
Century, de machtige positie van
de Amerikaanse cultuur en het
Amerikaanse entertainment,
film, televisie, reclame en nieuw-
sindustrie in de hele wereld, en
tenslotte de neergang van Ame
rika en de terugkeer naar Euro
pa. Het grote Amerikaanse
avontuur loopt ten einde. Een
avontuur dat ook een beetje een
Nederlands avontuur is".
Je had al over Amerikaanse le
zers. Je Elvis-boek was een best
seller in de VS. Hoe staat het
met dit boek?
„Dat ziet er wel gunstig uit. Het
Boek Rinnering ligt momenteel
'in de week' bij de twee Ameri
kaanse uitgevers. De ene is Dell,
de uitgever van mijn vorige
boek, de andere is Alfred Knopf.
Beiden hebben belangstelling,
we wachten af".
Het eerste exemplaar van 'Het
Boek Rinnering', uitgegeven door
Conserve, wordt woensdag 26 ok
tober in Den Haag aangeboden aan
prof. dr. J.W. Schulte Nordholt.
Dirk Vellenga signeert zijn boek
op zaterdag 29 oktober tussen 15
en 17 uur bij boekhandel Van Re-
ijen, Nieuwe Ginnekenstraat 9 in
Breda
Werk van Odilon Redon
Amsterdam (anp) - Halverwege de tentoonstelling hangen op
ooghoogte vijf bistro-achtige stoelen tegen de muur. Ze zijn in
een ovale vorm geplaatst, om een denkbeeldige tafel heen. Als
gezellig zitje om even uit te rusten zijn ze niet bedoeld. De
stoelen bieden plaats aan kunst; litho's van de Franse
kunstenaar Odilon Redon.
Henry Fonda
foto archief de stem
Vlak voordat de tentoonstelling
Odilon Redon (1840-1916)
'Droom en fantasie' in het Van
Goghmuseum in Amsterdam is
gisteren officieel geopend. In de
zaal staan lithostoelen opgesteld.
De vormgeving van de stoelen is
meer dan een leuk ideetje van
een fantasierijk ontwerper, ver
telt Fred Leeman, hoofdconser
vator van het Van Goghmuseum.
De stoelen verwijzen naar een
brief van Frederik van Eeden
aan Lodewijk van Deyssel,
waarin hij schrijft dat hij de
litho's van Redon op stoelen om
zich heen heeft 'geëtaleerd'. „En
dan wordt het groot en duister
en verschrikkelijk om je heen",
citeert Leeman de brief.
En Van Eeden heeft gelijk. De
werken uit de serie 'In de droom'
(1879) zijn nachtmerrieachtig.
Donkere, angstaanjagende af
beeldingen van grillige monsters,
gnoompjes. De donkerblauw ge
schilderde zaal verhoogt het
spookachtige gevoel. Ook het
werk tegenover de Droomserie is
niet bepaald vrolijk. Leeman
richtte er een koppensnellers-
hoekje in, met tekeningen van
afgehakte hoofden. Sommige
koppen hebben een vredige uit
drukking. Anderen vertonen een
pijnlijke grimas.
Het Van Goghmuseum laat voor
het eerst zo'n compleet overzicht
zien van het werk van de Franse
kunstenaar. De tentoonstelling
De kunst van het glasblazen
drijft op een lange traditie. On
onderbroken en naar eigen mo
des, die niet altijd parallel lo
pen met de stijlperiodes uit de
kunstgeschiedenis. Een grote
verandering die heeft plaatsge
vonden is de scheiding in ge-
bruiksglas en vrije, decoratieve1
ontwerpen. En in die vrije op-'
vatting, waarin het glas bevrijd
is van de nuttige funktie omj
vloeistof bijeen te houden, is is
de glaskunst autonome kunst
geworden. Een vorm van glas
sculptuur die zich deels onder
werpt aan de normen van de
beeldende kunst en deels ge
bonden blijft aan de ijzeren
wetten van het fabricageproces.
Want zo vrij kan glaskunst na
tuurlijk nooit zijn: die moeilijke
en kwetsbare techniek van het
blazen blijft een zichtbare rol
spelen.
Wie over eigentijdse glaskunst
in Nederland spreekt, heeft het
over Willem Heesen. Willem
Heesen (1925) volgde een oplei
ding aan de Glasschool in Leer
dam, Waar hij naast gebruiks-
glas ook unica ontwierp. Hij is
de oprichter van glasstudio De
Oude Hom in Acquoy, waar ook
Door Frits de Coninck
zijn zoon Bernard Heesen (1958)
en Yvon Trossèl werken. Deze
drie kunstenaars, aangevuld
met de Engelsman Richard Pri
ce, exposeren hun glaskunst in
't Tongerlohuys.
Het is een schitterende tentoon
stelling van vrije glaskunst die
een sterk decoratief karakter
heeft. En die nog sterk de aan
dacht vraagr voor het ambach
telijke karakter. De vaststelling
overheerst dat het heel knap is
dit soort glas in kleur en soms
grillige, breekbare vormen te
maken. Dat kan natuurlijk ook
anders. Ook glaskunst kan een
hoge mate van abstractie en
onthechtheid tonen. Maar daar
van is op deze tentoonstelling
geen sprake. Vrijwel alle ont
werpen zijn heel aards en aan-
raakbaar, concreet en stevig
van voorstelling. Maar bovenal
kwetsbaar en met een enorme
zorgvuldigheid gemaakt.
Yvon Trossèl (1962) lijkt van dit
gezelschap degene die het meest
artistiek te werk gaat en zich de
grootste vrijheid permitteert.
Haar glaskunst lijkt weg te dro
men naar eigen vormen die
soms ondefinieerbaar geworden
zijn. Als glaskunst geen vaas,
kom of drinkglas meer hoeft te
zijn, dan is alles mogelijk. Maar
wat blijft is de noodzaak van
harmonie tussen kleur en vorm,
de goede maatvoering, een
evenwicht tussen volume en
massa en vooral de verrassing.'
In haar glazen die wel als glas
gebruikt zouden kunnen wor
den, heeft ze dat effect bereikt
door ze enigszons uit het even
wicht te trekken. Een ogen-
Portretten van Romy Finke, te zie in het Markiezenhof in Bergen op Zoom.
schijnlijk kleine daad die juist
de vraag oproept naar het artis
tieke gehalte van wat zo ge
woon lijkt.
Glaskunst in 't Tongerlohuys,
Molenstraat 2, Roosendaal, tot 8
november (open dinsdag t/m zon
dag)
Drie verschillende kunstenaars
tonen hun werk in de A.r.t.-ga
lerie in Roosendaal. Verschil
lend van stijl, van motief en
van herkomst. De enige Neder
lander is Eric Campman, uit
Rotterdam, die daar niet alleen
als beeldend kunstenaar werkt,
maar ook zijn eigen galerie be
gonnen is. Wat hij bedoelt te
schilderen is niet minder dan
aan te sluiten bij wat hij ziet
als de traditie in de Europese
schilderkunst.
Dat is natuurlijk heel veel, en
in ieder geval genoeg om over
te struikelen of in algemeenhe-,
den te blijven steken. Dat laat
ste is het geval. Zijn werk blijft
hangen in de gemakkelijke bui
tenkant en doet te weinig uit
spraak. Ook niet als je bereid
bent een en ander ironisch op
te vatten. Een knipoog werkt
pas als de ernst voorafgaat.
De mooie galerieruimte van
Stuart aan de Zuidzijde Haven
in Bergen op Zoom hangt vol
met lijven van de hand van
Willem van Hest (1953). Stuk
voor stuk naakte lichamen die
houdingen aannemen die alleen
vanuit de verf gedacht en be
grepen kunnen worden. Het
zijn schilderkunstige vormen
die dienen om het schilderen te
laten zien.
Zo gezegd zijn de lijven slechts
aanleiding voor iets anders. De
lichamen zijn met grote nadruk
geschilderd, en alle op een ver
gelijkbare manier. Breed en
grof van penseelstreek, overwe
gend in de kleuren blauw en
geel. Dat geel, wegstromend
naar wit of gloedrood, sugge
reert een natuurlijk licht dat
het lichaam omstraalt, althans
in de bedoeling. Maar wat als
fysieke lichrbrton moet wer
ken, staat te los van de ruimte
om het lichaam. Het licht blijft
dan gewoon verf.
Willem van Hest voert zijn kij
kers onvoldoende mee in de
geschilderde verbeelding. De
opvallende houdingen van de
naakte mannen en vrouwen ten
spijt. Het geheel van schilde
rijen is het verhaal in verf van
Willem van Hest, zonder dat er
veel meer verteld wordt dan er
te zien is.
Willem van Hest in Stu-Art Ga
lerie, Zuidzijde Haven 7, Bergen
op Zoom, tot 6 november (open
vrijdag en zaterdag en op af
spraak: 01640-52374)
Aretta R. Christie woont en
werkt in Astoria, Oregon,
U.S.A. Ze schildert emotioneel
en heftig. Het is een manier omj
de weg tussen enerzijds het
denken en het voelen (bij haar
is dat louter voelen) en ander
zijds het schilderij zo kort mo
gelijk te laten zijn. Dat levert
dan een voorstelling op die van
het doek spettert. En de kijker
Die blijft er buiten staan. Die
ziet emotioneel getekende en
geschilderde symbolen die vol
komen particulier blijven en'
eigenlijk geen communicatie/
aangaan. Emotionaliteit, het,
eerst gegeven motief van dit
soort kunst, werkt pas in de;
relatie tot de kijker, maar niet|
als ze zich beperkt tot de be
doeling van de maker. Kunst is
overdracht.
De derde kunstenaar is de uit
Hong Kong afkomstige Laifung
die al geruime tijd in Neder
land werkt. Maar de bron, de/
Chinese cultuur, blijft duidelijk
zichtbaar.
A.r.t.-galerie, Oude Markt 93,
Roosendaal; tot 19 december
(open op vrijdag, zaterdag en zon
dag)
De portretfoto's van Romy Fin-1
ke (1961) gaan een heel direkte
confrontatie aan met de kijker.
Wie daar geportretteerd zijn is
niet belangrijk; het zijn stuk j
voor stuk koppen die je aankij-
ken en die er nadrukkelijk zijn. j
Romy Finke heeft de mensen en
face gefotografeerd en vervol
gens die opname zo vergroot
dat er een een-op-een-verhou
ding bestaat tussen kijker en
foto. De méést gelijkwaardige
ontmoeting. Een foto die het
ons vertrouwde, kleinere for
maat heeft, schept een nave
nant grotere afstand tussen kij
ker en object; een foto die veel
groter is dan de mensenmaat
doet de kijker terugdeinzen.
Met de geportretteerden van'
Finke sta je op gelijk niveau.
Het zijn gezichten die zonder
gêne de wereld inkijken. Die
geen enkel moment de indruk
wekken te poseren voor het
portret. En die op geen enkele
manier zichzelf presenteren.
Dit zijn heel bijzondere opna
mes van anonieme mensen in
een volstrekt souvereine hou
ding, waaruit een sterk bewust
zijn spreekt van het eigen lijf.
Gewoon zoals het is, zonder
•correctie, zonder opmaak en
zonder schaamte. Tijdloos en
naamloos.
Er is sprake van een merk
waardige spanning tussen de
geportretteerde personen en de
ruimte waarin ze geplaatst zijn.
De open gezichten en de direkt-
heid waarmee ze gefotogra
feerd zijn veronderstellen een
zekere intimiteit. Je ziet ie
mand die je kent en niet kent,
want uiteindelijk blijven ze
anoniem, maar die in ieder ge
val uiterlijk niks verborgen
houdt. Van kleding is op enkele
foto's na dan ook geen sprake.
Maar de ruimte om de personen
is volkomen leeg en abstract.
Van een afstandelijkheid die
enige oriëntatie op de concrete
omgeving (waar staat hij, wat
doet zij, enz.) onmogelijk
maakt. Die leegte om het potret
heen relativeert de intimiteit
van de aanblik. Een fototen
toonstelling die zeer de moeite
waard is.
Foto's van Romy Finke tot 7
november in Het Markiezenhof,
Steenbergsestraat 8, Bergen op
Zoom
bestaat uit 170 werken, waarvan
bijna de helft afkomstig is uit
particulier bezit. De presentatie
werd samen met The Art Institu
te of Chicago en de Royal Aca
demy in Londen georganiseerd.
Afgelopen zomer stond de kunst
van de 'prins der dromen' in
Chicago opgesteld. Na 14 janua
ri, de laatste dag in Amsterdam,
reist de tentoonstelling naar
Londen.
Het eerste zaaltje van de ten
toonstelling geeft een soort sa
menvatting van Redons werk.
De kunstwerken - schilderijen,
grafiek, houtskooltekeningen,"
pastels - hangen gewoonlijk ver
spreid over de wereld. Nu illus
treren ze de verschillende tech
nieken en thema's uit de carrière
van Redon. De mismaakte figu
ren steken af tegen de zoetsappi
ge engelachtige portretten en de
vazen met vrolijk gekleurde
bloemen. Er is goed en slecht,
donker en licht. Demonen, sa
tans, Christusbeelden. Redon is
vooral bekend om z'n zoete, lief-'
lijke werk, zegt Leeman. Maar
uit onderzoek blijkt dat hij de
grillige fantasieën als de kern
van z'n werk beschouwde.
Het werk hangt verspreid over
de twee bovenste verdiepingen
van het museum. De derde etage
is ingeruimd voor vooral de
schilderijen en pastels. Een ver
dieping lager biedt de 'zaal der
suggestie' het zogenoemde ver
borgen werk. Leeman wijst op
een litho van een vrouwenkop.
De afdruk is uniek, zegt hij. De
steen brak waardoor de voorstel
ling niet nog een tweede keer
kon worden afgedrukt. Wel ge
bruikte Redon de steen opnieuw
voor een andere voorstelling.
Het is voor het eerst dat de
werken onder de juiste titel en
met de exacte datering zijn te1
zien. Redon bracht nooit data
aan. De namen van zijn werken
veranderden soms onder invloed
van de mode. Een team van
onderzoekers uit Chicago, Am
sterdam en Londen, was de afge
lopen vier jaar bezig de oor
spronkelijke namen en jaartallen
te achterhalen.
Naarmate het werk vorderde,
'bleek ook dat het occultisme ën
de mystiek een veel belangrijker
rol in het leven van Redon speel-i
den dan hij altijd beweerde. In
de jaren 1890-1900 verkeerde de
kunstenaar wel degelijk in oc
culte kringen, zo leerden de oor
spronkelijke titels van zijn werk.
In later jaren moest Redon niks
van het occulte weten.
Nederland is voor Redon altijd
een tweede vaderland geweest.
Z'n kunst werd gewaardeerd en
gekocht door mensen als Van
Eeden, Isaac Israels, Jan Toorop
en Andries Bonger, de zwager
van Theo van Gogh. Toorop was
ook mede-initiatiefnemer van de
eerst grote overzichtstentoon
stelling van Redon. Dat eerste
overzicht van de Haagsche
Kunstkring werd dit jaar precies
een eeuw geleden gehouden. Er
waren toen 'maar' zeventig wer
ken te zien, waaronder een teke
ning van een onthoofd figuur op
een schaal, eigendom van Jan
Toorop. De tekening behoort nu
tot de collectie van het Kröller-
Müllermuseum in Otterlo.
'Odilon Redon: Droom en fanta
sie' is tot en met 14 januari 1995 te
zien in hef Van Gogh Museum in
Amsterdam