Amerika, een Nederlands avontuur ODILON REDON GER Odilon Redon: Franse de prins der dromen De traditie van glaskunst principieel anse prijs D2 over de wereld DESTEM GROTE GIDS DB Roman van Dirk Vellenga over Roosevelt, Fonda en Yanderbilt IN BEELD A.r.t.-galerie Het lichaam en het licht Romy Finke 1 21 OKTOBER 1994 re Japanse Nobelprijswinnaar uit 1968, Yasunari Kawabata' Terwijl diens werk uitgesproken 'Japans' van karakter is, be schrijft Oë meer 'universele the ma's, die culturele, historische en taalkundige grenzen over schrijden', aldus een criticus. In Hirosjima Notities uit 1965 doet Oë verslag van zijn bezoek aan de door een atoombom ver nietigde stad, waarin hij ook de wanhoop over zijn zoon be schrijft. Drie jaar later wint hij de Shinchosa literatuurprijs met zijn boek Een persoonlijke kwes tie, waarin hij de strijd van een vader beschrijft die een geeste lijk gehandicapte zoon opvoedt Dergelijke thema's zijn hoogst ongebruikelijk in Japan, waar een groot deel van de literatuur in het teken staat van de rituele zelfmoord. Terwijl Kawabata in lijn met de Japanse literaire traditie oorlog en geweld romantiseert, verte genwoordigen de boeken van Oë een breuk met die traditie. De bekroning van Oë's werk met de Nobelprijs wordt als een 'goed teken' gezien door alternatieve schrijvers, bijvoorbeeld auteurs uit etnische minderheden. Kenzaburo Oë fotoafp Sombras. Hij vertelt het bewo gen leven van een vrouw op haar zoektocht naar liefde, gedurende het einde van de vorige eeuw tot na de tweede wereldoorlog. Zo'n 330 romans, veelal geschre ven onder pseudoniem, kwamen in aanmerking voor de 43-ste Planeta-prijs. Eerdere prijswin naars waren onder meer Jorge Semprum, voormalig minister van cultuur en de Peruaans/ Spaanse schrijver Mario Vargas Llosa. Semprun ontving vorige week nog de Vredesprijs van de Duitse boekhandel. Net al is Passie ontmoeten de personages, die feitelijk niets met elkaar te maken hebben, elkaar in een magisch-realis- tische werveling van grens- en tijdoverschrijdende gebeurtenis sen. Picasso krijgt een verhou ding met Handel, de katholieke arts, liefhebber van muziek, maagd, denker en dwaas en met Sappho: 'Het woord keert in lief de terug', wat dat ook betekenen moge. Moderne ethische en medische 'dilemma's worden afgezet tegen hun historische wortels in een bizar sprookje met essayistische elementen waarop de lezer maar moeilijk greep kan krijgen. De briljante Winterson heeft hier haar eigen artistieke en intellec tuele grenzen zodanig overschre den dat Kunst Leugens een mislukt boek is worden. Sommi ge fragmenten zijn weliswaar fascinerend maar verliezen door gebrek aan samenhang hun be tekenis. Na haar geestige debuut Oran ges are not the only fruit, Passie en Sexing the cherry (Kersen kruisen) is de Engelse schrijfster, een van de belangrijkste van onze tijd, jammer genoeg steeds minder overtuigend in haar po gingen om haar enorme fantasie te paren aan haar kolossale in tellectuele bagage. In haar voor laatste roman, Op het lichaam geschreven, was die ontwikke ling al ingezet. Jeanette Winterson: 'Kunst Leugens. Uitg. Contact, prijs 29.90. VRIJDAG 21 OKTOBER 1994 Door onze redacteur Hans Rooseboorrr Het Boek Rinnering van Dirk Vellenga is de kroniek van vier geslachten Nederlanders in Amerika. De families Fonda, Roosevelt, Vanderbilt en Rinnering: hoe ze in driehonderd jaar van ploeterende sloebers uitgroeien tot boegbeelden van de Amerikaanse Droom. ju een historische roman van meer dan 400 bladzijden krijgen deze Nederlandse Amerikanen gestalte. Auteur Dirk Vellenga, redacteur van Dagblad De Stem, heeft jaren van studie en reizen achter de rug om dit boek te kunnen schrijven. i Vellenga (46) schreef eerder de succesvolle biografie van Colo nel Parker, de ontdekker en ma nager van Elvis Presley. Parker heet eigenlijk Dries van Kuijk, die werd geboren in Breda maar sinds de jaren '20 als Amerikaan 'onder de Amerikanen leeft. Dat fascineert mij. Mensen die hun leven opgeven en elders he lemaal opnieuw beginnen, met een nieuwe identiteit", aldus Dirk Vellenga, zelf 21 jaar gele den van Friesland naar Brabant geëmigreerd. „Zo'n nieuwe iden titeit aannemen deed Dries van Kuijk, alias Colonel Parker. Met zo'n onderwerp wilde ik verder .gaan. Er zijn in het verleden zo veel Nederlanders naar Amerika Dat ging in golfbewe- in verschillende eeuwen. Dt heb gekozen voor de pioniers, de eerste Nederlanders die zich, in Amerika vestigden. Gaande-' weg kreeg mijn verhaal vorm, en ■koos ik Voor de romanvorm". Het boek getuigt, zeker in het begin, van een brede documentatie. Franklin Delano Roosevelt fotoarchief de stem „Ik wilde heel uitvoerig aange ven hoe men in Nederland in de 17e eeuw leefde, en wat de rede nen waren waarom die mensen naar Amerika wilden. Vooral voor Amerikaanse lezers heb ik de situatie in de oude wereld willen verhelderen. Ik wil aanto nen hoe moeizaam het bestaan was in Friesland en in Amster dam. Het beeld van de emigratie is pas compleet als beide kanten belicht zijn." Dus je hebt het boek voor Ameri kaanse lezers geschreven? „Het boek is zeker voor een, breder publiek bestemd dan al leen het Nederlandse. Het onder werp stijgt duidelijk boven Ne derland uit. In mijn achterhoofd heb ik steeds de gedachte gehad dat ook duidelijk moest zijn voor Amerikaanse lezers" Toch zal het voor Nederlanders een verrassing zijn om te leren dat bijvoorbeeld de familie Fon da uit Nederland komt. „De hele Nederlands-Ameri kaanse connectie is een onbe kend onderwerp. Je leert er op school bijna niks over. Je weet dat New York vroeger Nieuw Amsterdam heette, je kent Peter Stuyvesant met z'n houten been, en je weet dat Nederland New York verkwanseld heeft. En ver der ken je misschien namen als Roosevelt en Vanderbilt. Wil je meer weten, dan zijn gegevens in Nederland heel moeilijk te vin den. Vreemd genoeg is er weinig over geschreven. Er zijn wel een aantal wetenschappelijke wer ken, maar die gaan meestal over een stukje van het onderwerp. Of ze zijn alleen uit Nederlandse, of alleen uit Amerikaanse hoek ge schreven. Ik heb een totaalbeeld willen geven. Overigens lijkt het wel alsof Nederland zich schaamt voor dit stukje kolo niaal verleden, dat bovendien op zo'n armzalige manier is afgelo pen. Het verhaal van de Fonda's is het minst bekend, maar de lijn die loopt van de Friese emigrant Jelle Douwes naar Henry Fonda, en Jane en Peter, bleek voor mij wel de meest interessante. In dat geslacht kun je de beroemde Ameeriaanse trek naar het Wes ten perfect terugvinden." Je bent voor je boek ook in het voormalige Nieuw Nederland ge weest. Zijn daar veel sporen van de oude Nederlanders te vinden? „De Nederlandse aanwezigheid in Nieuw Nederland is nog altijd sterk voelbaar. Je slaat in de Hudson Valley maar een tele foonboek op bij de V en je ziet Dirk Vellenga: „Het waren gewone jongens, landarbeiders, soldaten, op de vlucht, soms wanhopig.foto de stem/johan van gurp bladzijden namen beginnend met Van. Ik ben die mensen niet allemaal gaan opzoeken. Ik ben er geweest om de sfeer te bekij ken, oude kerken met Neder landse opschriften. Ik heb vooral veel baat gehad bij de biblio theek en het archief van Albany, de hoofdstad van de staat New York. Daar bestaat een afdeling New Netherlands Studies. Die houdt zich bezig met de geschie denis van de eerste Nederlanders in Amerika. Die zaten overigens niet alleen in de huidige staat New York, maar ook in New Jersey. John Updike (Opdijck) is daar geboren, zijn familie stam de uit Elburg. En ook Bruce Spingsteen, wiens voorouders uit Groningen kwamen". Je hebt heel veel kennis en infor matie in je boek willen stoppen. Zoals over Nederlandse woorden die in het Amerikaans terecht zijn gekomen. „Dat is in het midden van het boek, een soort rustpunt. Ik ben dan halverwege de geschiedenis van mijn families, aan het begin de negentiende eeuw. Dan is het tijd om even stil te staan en te resumeren wat er eigenlijk is overgebeleven van de Nederlan ders en van de Nederlandse taal in Amerika. Op dat moment is er eigenlijk al geen sprake meer van Nederlanders maar van Amerikanen. Als Nieuw-Nederland in 1664 wordt overgedaan aan de Engel sen (Vrede van Breda), worden de Amerikaanse Nederlanders in de steek gelaten. De hoge heren gaan terug naar Nederland, maar de Fonda's, Roosevelts en Vanderbilts blijven achter. Ze worden Amerikaan. Hun wegen scheiden zich, ze zwermen west waarts uit. Het zijn gewone jon gens, landarbeiders, soldaten, op de vlucht, soms wanhopig. Ik heb hun eenzaamheid willen aangeven, in dat onherbergzame land, afgesneden van elkaar en van hun wortels. Ze leven in een land zonder herinnering. Een zaamheid, onherbergzaamheid en ontworteldheid: dat zijn be langrijke onderdelen van de Amerikaanse identiteit". Jouw families bereiken uiteinde lijk de top in de politiek, het grootkapitaal en de amusement sindustrie. Zijn de Roosevelts, Fonda's en Vanderbilt onmisbaar geweest bij het tot stand komen van de Amerikaanse Eeuw? „We moeten het Nederlandse aandeel in de geschiedenis van Amerika niet overdrijven. De Roosevelts, de Vanderbilts en de Fonda's hebben belangrijk bijge dragen aan de Amerikaanse Eeuw, de 20e eeuw, maar zonder hen was Amerika er waarschijn lijk ook wel gekomen. Ook de rol van Nieuw Nederland, het ge bied rond Manhattan en de Hudson, was niet zo groot als Nederlanders wel eens hopen. In dezelfde tijd dat de Nederlandse kolonisten een pover bestaan leidden, waren Engelse immi granten in Massachusetts in het noorden en in Virginia in het zuiden, al veel verder gevorderd met definitieve vestigingen. En ze waren met veel meer. Het is niet zo dat Amerika een Neder landstalig land zou zijn gewor den als we New York in 1664 hadden behouden. Het is wel zo dat Manhattan de allergunstig ste plek aan de Amerikaanse kust was. Dat hadden de Neder landers goed gezien". Had je een achterliggend idee met het boek? „Het boek is een reis naar Ame rika en terug. Het volgt de trek van Europa naar Amerika, de opbouw van het land tot in de twintigste eeuw, de American Century, de machtige positie van de Amerikaanse cultuur en het Amerikaanse entertainment, film, televisie, reclame en nieuw- sindustrie in de hele wereld, en tenslotte de neergang van Ame rika en de terugkeer naar Euro pa. Het grote Amerikaanse avontuur loopt ten einde. Een avontuur dat ook een beetje een Nederlands avontuur is". Je had al over Amerikaanse le zers. Je Elvis-boek was een best seller in de VS. Hoe staat het met dit boek? „Dat ziet er wel gunstig uit. Het Boek Rinnering ligt momenteel 'in de week' bij de twee Ameri kaanse uitgevers. De ene is Dell, de uitgever van mijn vorige boek, de andere is Alfred Knopf. Beiden hebben belangstelling, we wachten af". Het eerste exemplaar van 'Het Boek Rinnering', uitgegeven door Conserve, wordt woensdag 26 ok tober in Den Haag aangeboden aan prof. dr. J.W. Schulte Nordholt. Dirk Vellenga signeert zijn boek op zaterdag 29 oktober tussen 15 en 17 uur bij boekhandel Van Re- ijen, Nieuwe Ginnekenstraat 9 in Breda Werk van Odilon Redon Amsterdam (anp) - Halverwege de tentoonstelling hangen op ooghoogte vijf bistro-achtige stoelen tegen de muur. Ze zijn in een ovale vorm geplaatst, om een denkbeeldige tafel heen. Als gezellig zitje om even uit te rusten zijn ze niet bedoeld. De stoelen bieden plaats aan kunst; litho's van de Franse kunstenaar Odilon Redon. Henry Fonda foto archief de stem Vlak voordat de tentoonstelling Odilon Redon (1840-1916) 'Droom en fantasie' in het Van Goghmuseum in Amsterdam is gisteren officieel geopend. In de zaal staan lithostoelen opgesteld. De vormgeving van de stoelen is meer dan een leuk ideetje van een fantasierijk ontwerper, ver telt Fred Leeman, hoofdconser vator van het Van Goghmuseum. De stoelen verwijzen naar een brief van Frederik van Eeden aan Lodewijk van Deyssel, waarin hij schrijft dat hij de litho's van Redon op stoelen om zich heen heeft 'geëtaleerd'. „En dan wordt het groot en duister en verschrikkelijk om je heen", citeert Leeman de brief. En Van Eeden heeft gelijk. De werken uit de serie 'In de droom' (1879) zijn nachtmerrieachtig. Donkere, angstaanjagende af beeldingen van grillige monsters, gnoompjes. De donkerblauw ge schilderde zaal verhoogt het spookachtige gevoel. Ook het werk tegenover de Droomserie is niet bepaald vrolijk. Leeman richtte er een koppensnellers- hoekje in, met tekeningen van afgehakte hoofden. Sommige koppen hebben een vredige uit drukking. Anderen vertonen een pijnlijke grimas. Het Van Goghmuseum laat voor het eerst zo'n compleet overzicht zien van het werk van de Franse kunstenaar. De tentoonstelling De kunst van het glasblazen drijft op een lange traditie. On onderbroken en naar eigen mo des, die niet altijd parallel lo pen met de stijlperiodes uit de kunstgeschiedenis. Een grote verandering die heeft plaatsge vonden is de scheiding in ge- bruiksglas en vrije, decoratieve1 ontwerpen. En in die vrije op-' vatting, waarin het glas bevrijd is van de nuttige funktie omj vloeistof bijeen te houden, is is de glaskunst autonome kunst geworden. Een vorm van glas sculptuur die zich deels onder werpt aan de normen van de beeldende kunst en deels ge bonden blijft aan de ijzeren wetten van het fabricageproces. Want zo vrij kan glaskunst na tuurlijk nooit zijn: die moeilijke en kwetsbare techniek van het blazen blijft een zichtbare rol spelen. Wie over eigentijdse glaskunst in Nederland spreekt, heeft het over Willem Heesen. Willem Heesen (1925) volgde een oplei ding aan de Glasschool in Leer dam, Waar hij naast gebruiks- glas ook unica ontwierp. Hij is de oprichter van glasstudio De Oude Hom in Acquoy, waar ook Door Frits de Coninck zijn zoon Bernard Heesen (1958) en Yvon Trossèl werken. Deze drie kunstenaars, aangevuld met de Engelsman Richard Pri ce, exposeren hun glaskunst in 't Tongerlohuys. Het is een schitterende tentoon stelling van vrije glaskunst die een sterk decoratief karakter heeft. En die nog sterk de aan dacht vraagr voor het ambach telijke karakter. De vaststelling overheerst dat het heel knap is dit soort glas in kleur en soms grillige, breekbare vormen te maken. Dat kan natuurlijk ook anders. Ook glaskunst kan een hoge mate van abstractie en onthechtheid tonen. Maar daar van is op deze tentoonstelling geen sprake. Vrijwel alle ont werpen zijn heel aards en aan- raakbaar, concreet en stevig van voorstelling. Maar bovenal kwetsbaar en met een enorme zorgvuldigheid gemaakt. Yvon Trossèl (1962) lijkt van dit gezelschap degene die het meest artistiek te werk gaat en zich de grootste vrijheid permitteert. Haar glaskunst lijkt weg te dro men naar eigen vormen die soms ondefinieerbaar geworden zijn. Als glaskunst geen vaas, kom of drinkglas meer hoeft te zijn, dan is alles mogelijk. Maar wat blijft is de noodzaak van harmonie tussen kleur en vorm, de goede maatvoering, een evenwicht tussen volume en massa en vooral de verrassing.' In haar glazen die wel als glas gebruikt zouden kunnen wor den, heeft ze dat effect bereikt door ze enigszons uit het even wicht te trekken. Een ogen- Portretten van Romy Finke, te zie in het Markiezenhof in Bergen op Zoom. schijnlijk kleine daad die juist de vraag oproept naar het artis tieke gehalte van wat zo ge woon lijkt. Glaskunst in 't Tongerlohuys, Molenstraat 2, Roosendaal, tot 8 november (open dinsdag t/m zon dag) Drie verschillende kunstenaars tonen hun werk in de A.r.t.-ga lerie in Roosendaal. Verschil lend van stijl, van motief en van herkomst. De enige Neder lander is Eric Campman, uit Rotterdam, die daar niet alleen als beeldend kunstenaar werkt, maar ook zijn eigen galerie be gonnen is. Wat hij bedoelt te schilderen is niet minder dan aan te sluiten bij wat hij ziet als de traditie in de Europese schilderkunst. Dat is natuurlijk heel veel, en in ieder geval genoeg om over te struikelen of in algemeenhe-, den te blijven steken. Dat laat ste is het geval. Zijn werk blijft hangen in de gemakkelijke bui tenkant en doet te weinig uit spraak. Ook niet als je bereid bent een en ander ironisch op te vatten. Een knipoog werkt pas als de ernst voorafgaat. De mooie galerieruimte van Stuart aan de Zuidzijde Haven in Bergen op Zoom hangt vol met lijven van de hand van Willem van Hest (1953). Stuk voor stuk naakte lichamen die houdingen aannemen die alleen vanuit de verf gedacht en be grepen kunnen worden. Het zijn schilderkunstige vormen die dienen om het schilderen te laten zien. Zo gezegd zijn de lijven slechts aanleiding voor iets anders. De lichamen zijn met grote nadruk geschilderd, en alle op een ver gelijkbare manier. Breed en grof van penseelstreek, overwe gend in de kleuren blauw en geel. Dat geel, wegstromend naar wit of gloedrood, sugge reert een natuurlijk licht dat het lichaam omstraalt, althans in de bedoeling. Maar wat als fysieke lichrbrton moet wer ken, staat te los van de ruimte om het lichaam. Het licht blijft dan gewoon verf. Willem van Hest voert zijn kij kers onvoldoende mee in de geschilderde verbeelding. De opvallende houdingen van de naakte mannen en vrouwen ten spijt. Het geheel van schilde rijen is het verhaal in verf van Willem van Hest, zonder dat er veel meer verteld wordt dan er te zien is. Willem van Hest in Stu-Art Ga lerie, Zuidzijde Haven 7, Bergen op Zoom, tot 6 november (open vrijdag en zaterdag en op af spraak: 01640-52374) Aretta R. Christie woont en werkt in Astoria, Oregon, U.S.A. Ze schildert emotioneel en heftig. Het is een manier omj de weg tussen enerzijds het denken en het voelen (bij haar is dat louter voelen) en ander zijds het schilderij zo kort mo gelijk te laten zijn. Dat levert dan een voorstelling op die van het doek spettert. En de kijker Die blijft er buiten staan. Die ziet emotioneel getekende en geschilderde symbolen die vol komen particulier blijven en' eigenlijk geen communicatie/ aangaan. Emotionaliteit, het, eerst gegeven motief van dit soort kunst, werkt pas in de; relatie tot de kijker, maar niet| als ze zich beperkt tot de be doeling van de maker. Kunst is overdracht. De derde kunstenaar is de uit Hong Kong afkomstige Laifung die al geruime tijd in Neder land werkt. Maar de bron, de/ Chinese cultuur, blijft duidelijk zichtbaar. A.r.t.-galerie, Oude Markt 93, Roosendaal; tot 19 december (open op vrijdag, zaterdag en zon dag) De portretfoto's van Romy Fin-1 ke (1961) gaan een heel direkte confrontatie aan met de kijker. Wie daar geportretteerd zijn is niet belangrijk; het zijn stuk j voor stuk koppen die je aankij- ken en die er nadrukkelijk zijn. j Romy Finke heeft de mensen en face gefotografeerd en vervol gens die opname zo vergroot dat er een een-op-een-verhou ding bestaat tussen kijker en foto. De méést gelijkwaardige ontmoeting. Een foto die het ons vertrouwde, kleinere for maat heeft, schept een nave nant grotere afstand tussen kij ker en object; een foto die veel groter is dan de mensenmaat doet de kijker terugdeinzen. Met de geportretteerden van' Finke sta je op gelijk niveau. Het zijn gezichten die zonder gêne de wereld inkijken. Die geen enkel moment de indruk wekken te poseren voor het portret. En die op geen enkele manier zichzelf presenteren. Dit zijn heel bijzondere opna mes van anonieme mensen in een volstrekt souvereine hou ding, waaruit een sterk bewust zijn spreekt van het eigen lijf. Gewoon zoals het is, zonder •correctie, zonder opmaak en zonder schaamte. Tijdloos en naamloos. Er is sprake van een merk waardige spanning tussen de geportretteerde personen en de ruimte waarin ze geplaatst zijn. De open gezichten en de direkt- heid waarmee ze gefotogra feerd zijn veronderstellen een zekere intimiteit. Je ziet ie mand die je kent en niet kent, want uiteindelijk blijven ze anoniem, maar die in ieder ge val uiterlijk niks verborgen houdt. Van kleding is op enkele foto's na dan ook geen sprake. Maar de ruimte om de personen is volkomen leeg en abstract. Van een afstandelijkheid die enige oriëntatie op de concrete omgeving (waar staat hij, wat doet zij, enz.) onmogelijk maakt. Die leegte om het potret heen relativeert de intimiteit van de aanblik. Een fototen toonstelling die zeer de moeite waard is. Foto's van Romy Finke tot 7 november in Het Markiezenhof, Steenbergsestraat 8, Bergen op Zoom bestaat uit 170 werken, waarvan bijna de helft afkomstig is uit particulier bezit. De presentatie werd samen met The Art Institu te of Chicago en de Royal Aca demy in Londen georganiseerd. Afgelopen zomer stond de kunst van de 'prins der dromen' in Chicago opgesteld. Na 14 janua ri, de laatste dag in Amsterdam, reist de tentoonstelling naar Londen. Het eerste zaaltje van de ten toonstelling geeft een soort sa menvatting van Redons werk. De kunstwerken - schilderijen, grafiek, houtskooltekeningen," pastels - hangen gewoonlijk ver spreid over de wereld. Nu illus treren ze de verschillende tech nieken en thema's uit de carrière van Redon. De mismaakte figu ren steken af tegen de zoetsappi ge engelachtige portretten en de vazen met vrolijk gekleurde bloemen. Er is goed en slecht, donker en licht. Demonen, sa tans, Christusbeelden. Redon is vooral bekend om z'n zoete, lief-' lijke werk, zegt Leeman. Maar uit onderzoek blijkt dat hij de grillige fantasieën als de kern van z'n werk beschouwde. Het werk hangt verspreid over de twee bovenste verdiepingen van het museum. De derde etage is ingeruimd voor vooral de schilderijen en pastels. Een ver dieping lager biedt de 'zaal der suggestie' het zogenoemde ver borgen werk. Leeman wijst op een litho van een vrouwenkop. De afdruk is uniek, zegt hij. De steen brak waardoor de voorstel ling niet nog een tweede keer kon worden afgedrukt. Wel ge bruikte Redon de steen opnieuw voor een andere voorstelling. Het is voor het eerst dat de werken onder de juiste titel en met de exacte datering zijn te1 zien. Redon bracht nooit data aan. De namen van zijn werken veranderden soms onder invloed van de mode. Een team van onderzoekers uit Chicago, Am sterdam en Londen, was de afge lopen vier jaar bezig de oor spronkelijke namen en jaartallen te achterhalen. Naarmate het werk vorderde, 'bleek ook dat het occultisme ën de mystiek een veel belangrijker rol in het leven van Redon speel-i den dan hij altijd beweerde. In de jaren 1890-1900 verkeerde de kunstenaar wel degelijk in oc culte kringen, zo leerden de oor spronkelijke titels van zijn werk. In later jaren moest Redon niks van het occulte weten. Nederland is voor Redon altijd een tweede vaderland geweest. Z'n kunst werd gewaardeerd en gekocht door mensen als Van Eeden, Isaac Israels, Jan Toorop en Andries Bonger, de zwager van Theo van Gogh. Toorop was ook mede-initiatiefnemer van de eerst grote overzichtstentoon stelling van Redon. Dat eerste overzicht van de Haagsche Kunstkring werd dit jaar precies een eeuw geleden gehouden. Er waren toen 'maar' zeventig wer ken te zien, waaronder een teke ning van een onthoofd figuur op een schaal, eigendom van Jan Toorop. De tekening behoort nu tot de collectie van het Kröller- Müllermuseum in Otterlo. 'Odilon Redon: Droom en fanta sie' is tot en met 14 januari 1995 te zien in hef Van Gogh Museum in Amsterdam

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 17