Beter een kopie dan
helemaal geen schilderij
16 Kunstenaars uit Brabant
Het overdadige beeld
^hot
ij ven
rhalen
zameld
Samenwerkingsproject De
Nacht gaat over grenzen
Familie van Degas laat
reeks tekeningen veilen
DE STEM
GROTE GIDS
D3
Museum Boymans van Beuningen onderzoekt collectie oude kunst
IN BEELD
VRIJDAG 14 OKTOBER 1994
t vierletter woord'
d Keiman ook ai
'oor de Booker
roman A Disa]jec.
00 Engelse poncien
mille) betekent het
e Booker Prize ook
stimulans voor de
s van de gelauwer-
winnaar van vorig
Roddy Doyle, heeft
-eer dan 300.000
-an zijn bekroonde
Ha Ha Ha over de
gaan.
schop. In de toe-
kt de schrijver klei-
enten die de lezer
eeldscherm in een
e kan zetten,
s zijn vrijwel onbe-
-n te voorkomen dat
overrompeld voelt
mogelijkheden, zal
optreden als een
tor. Hij suggereert
p bijvoorbeeld drie
lijkheden. De koers
st, anders zou het
n gewoon boek met
en vastgelegd begin
betekenis van nieu-
chnieken voor het
'it moment voorals-
ot, zo geeft Veltho-
ertekst is nog te ver
dagelijkse praktijk
rse denken over een
en en einde om op
n een echte door
etekenen. Er zijn
„chijfjes te koop met
het werk van alle
ters door de eeuwen
ardig om dat werk
verhypen en te kij-
ieuwe dwarsverban-
evert. Maar voorals-
de prijzen van deze
wat te hoog, tien-
uldens.
oriete illustratie'.
iet achtste woud van
n blijft mooi, maar
rit uit Biegels Nacht-
nk je: 'wat een raar
Van de opzet, een
ling die de lezer het
trekt, is niets overge-
ten we maar hopen
:er zo geïrriteerd of
d raakt, dat hij het
wil lezen. Een sterk
dat de bundel zich
jk leent om voorgele-
len.
'oriete illustratie ver
schrijvers wat zij de
illustratie uit hun
mden, en waarom,
er gekozen voor de
strator: Annie M.G.
os Langhors van Fiep
Rindert Kromhout
doostertuin van Jan
Barnard vertelt over
ar Zimbabwe die hij
'ouw, de illustratrice
lema maakte. Onder-
oetten ze een oude
nige overlevende van
na een moordpartij,
kende hem, Barnard
kening, want 'in die
wordt het leed van
delijk gemaakt, tege-
'ergeet hij de Afri-
vrijheid niet.'
mans favoriete illus-
een van Sylvia Weve,
itdrukt wat hij niet in
kan vangen. 'Ik ben
oed in beeldende be-
van diepe gevoe-
nt Eykman.
die niet meer vertel-
de tekst staat, vindt
lechte illustraties, be-
vanneer ze iets toevoe-
beste illustraties zet-
'erhaal op kijn kant.
stuk te maken,
olf Verroen beminnen
assenen de illusie: in
ken moet het leven liet
kijkers haken af wan-
een tekening zien dat
iets meer in de pya"
heeft dan alleen elas-
i in nachtblauw', verza-
Selma IMiewold. Uitg-
a, prijs 27,50
ivoriete illustratie,
s over de mooiste teK
hun werk.' Uitg. Ouer
f 29,50
Door Paul Kokke
Soms lijkt een museum meer
op een natuurwetenschappe
lijk onderzoeksinstituut dan
op een instelling die kunst
ophangt. En dat kan tot
pijnlijke ontdekkingen lei
den.
Zo is het Rotterdamse museum
Boymans-van Beuningen de af
gelopen jaren verschillende
oude meesters 'kwijtgeraakt'.
Niet echt natuurlijk, dat zou
voor een museum uitermate
slordig zijn, maar feit is dat het
Boymans dankzij natuurlijkwe-
tenschappelijk onderzoek heeft
moeten constateren dat bepaal
de schilderijen niet van de kun
stenaar zijn, aan wie de werken
in eerste instantie waren toege
schreven. Dat gold voor bepaal
de schilderijen; die toegedicht
waren aan Rembrandt en dat
geldt nu voor een schilderij, de
'Bruiloft van Kana', dat tot vo
rige week op naam stond van
Jeroen Bosch (ca 1450-1516).
De afgelopen vijftien jaar is het
Boymans druk doende geweest
om de collectie oude kunst op
nieuw te bestuderen en te cata
logiseren. Dat karwei is nu af
gerond en heeft geresulteerd in
de tentoonstelling 'Van Eyck tot
Bruegel', waarin vrijwel alle
Vlaamse en Noordnederlandse
meesters uit de vijftiende en
zestiende eeuw die het Boymans
bezit, worden getoond. Een in
drukwekkende, engelstalige ca
talogus begeleidt deze tentoon
stelling.
Jaarringen
Niet .alleen werden van alle
schilderijen röntgenfoto's ge
maakt, maar werd bovendien de
helft van de panelen onderwor
pen aan dendro-chronologisch
onderzoek. Die onderzoeksme
thode, waarmee de ouderdom
van de houten panelen kan wor
den vastgesteld, leidde tot de
conclusie dat de 'Bruiloft van
Kana' niet door Jeroen Bosch
geschilderd kan zijn. Bosch
overleed in 1516, terwijl het
gebruikte paneel uit 1544 da
teert. Hoe men dat nu zo zeker
weet? Eigenlijk is het heel sim
pel. Het dendro-chronologisch
onderzoek is weinig meer dan
een veredelde manier van het
tellen en meten van de jaarrin
gen die op elk stuk hout te zien
zijn.
De aantallen en de diktes ervan
worden bepaald door de ouder
dom van de boom en door de
klimatologische omstandighe
den. Door die jaarringen te ver
gelijken met bekende reeksen
jaarringen uit andere stukken
hout waarvan de datering be
kend is, kan men zeer nauwkeu
rig de ouderdom van het paneel
vaststellen. Conclusie: toen
Jeroen Bosch in 1516 stierf,
groeide de boom, die gebruikt
werd voor het paneel, nog zo'n
Detail van 'De toren van Babel' van Pieter Bruegel de Oude.
28 jaar door en werd deze pas
rond 1544 gekapt. De 'Bruiloft
van Kana' staat nu te boek als
een kopie van een niet meer
bestaand schilderij van Bosch.
Overigens bestond er al langere
tijd twijfel rond de authentici
teit van het schilderij. In 1960
werd een tekening uit de
Rothschild-collectie in het
Louvre gepubliceerd, met vrij
wel exact dezelfde voorstelling
als die van het schilderij, zij het
dat op de tekening nog een
heilige en de vermoedelijke op
drachtgever waren afgebeeld.
Kunstpraktijk
Mogelijk is deze tekening door
een anoniem volger van Bosch
gemaakt naar aanleiding van
diens originele schilderij. Dat
op het schilderij in het Boymans
heilige en opdrachtgever ont
breken, ligt voor de hand: im
mers, de latere kopiist had er
geen belang bij om die twee af
te beelden.
Op zich zou je natuurlijk kun
nen treuren om zo'n verlies. Per
slot van rekening zijn de schil
derijen van Jeroen Bosch in Ne
derlands openbaar bezit niet
echt dik gezaaid. De meeste
schilderijen, zoals het fameuze
'Tuin der lusten', verblijven in
Spanje. Maar het Boymans
houdt er nog steeds vier over
die met grote mate van waar
schijnlijkheid op het conto van
Jeroen Bosch geschreven kun
nen worden. Zoals 'De Mars
kramer', dat wonderbaarlijke
schilderij met veel verborgen
symboliek. Trouwens, je kunt
betere een zeer goede kopie
hebben van een schilderij dat
niet meer bestaat, dan helemaal
geen schilderij. En gezegd moet
dat de 'Bruiloft van Kana' een
fantastisch schilderij was, is en
tot in lengte van dagen zal blij
ven.
Van de andere kant levert dit
soort onderzoek veel op. Het
verschaft meer inzicht in de
kunstpraktijk van de zestiende
eeuw, zegt iets over de popula
riteit van de werken van Bosch
(waarom zou men ze anders
kopieren) en leidt tot een meer
exacte datering. Bovendien
heeft hetzelfde dendro-chrono
logisch onderzoek geleerd dat
een schilderij, voorstellend Ma
ria met Christuskind dat het
Boymans in bruikleen heeft van
de Rijksdienst Beeldende
Kunst, geen negentiende eeuwse
vervalsing is, doch een authen
tiek vijftiende eeuws paneel dat
waarschijnlijk afkomstig is uit
het atelier van de Vlaamse
schilder Petrus Christus die in
in 1475 of 1476 te Brugge over
leed.
Friedlander
Dat deze tentoonstelling de
naam 'Van Eyck tot Bruegel'
draagt, heeft een tweeledige re
den. Ten eerste bezit het Boy
mans als een van de weinige
musea in de wereld zowel een
werk van Jan van Eyck als een
van Pieter Bruegel de Oude.
Bovendien kan men haar opvat
ten als een soort eerbetoon aan
de kunsthistoricus Max Fried
lander, die in 1921 zijn stan
daardwerk 'Von Eyck bis Brue
gel, Studiën zur Geschichte der
mederlandischen Malerei' pu
bliceerde. Friedlander gold lan
ge tijd als een van de grootste
experts op het gebied van de
vijftiende en zestiende eeuwse
Vlaamse en Noordnederlandse
schilderkunst. Maar dat terzij
de.
De collectie Noordnederlandse
en Vlaamse schilderkunst in het
Boymans is de grootste van Ne
derland, nog groter dan die van
het Rijksmuseum. In de vorige
eeuw was de oude kunst niet
echt populair en richtten verza
melaars en musea zich veel
meer op de Gouden Eeuw. Maar
dank zij de verzamelaars D.G,
van Beuningen en W. van der
Vorm, die regelmatig kunstwer
ken aan het museum schonken,
en museumdirecteur Dirk Han-
nema wist het Boymans in de
periode voor de Tweede We
reldoorlog een belangrijke ver
zameling vijftiende en zestiende
eeuwers aan te leggen.
Zo was het aan Hannema te
danken dat het museum in 1931
voor het toenmalig astrono
misch bedrag van 262.000 gul
den 'De Marskramer' van
Jeroen Bosch kon verwerven.
Zelf had het museum zoveel
geld niet, maar Hannema wist
het bedrag bij elkaar te krijgen
dankzij zijn voortreffelijke rela
tie met diverse geldschieters
voor wie hij ook als adviseur
optrad.
Jan Gossaert
Het Boymans slaagde er in om
reeksen topwerken te verwer
ven, soms van grote kunste
naars als Jan van Eyck maar
ook van onbekende meesters.
Van Van Eyck zien we op deze
tentoonstelling het prachtige
stuk 'Drie Maria's aan de tom
be',van Pieter Bruegel de Oude
de overweldigende 'Toren van
Babel', een van de topstukken
in de collectie van het Rotter
damse museum. Er zijn enkele
schiterende 'Maria met
Christuskind'-stukken te zien,
zoals 'Maagd met Kind in een
landschap van Gerard David
(Oudewater ca 1460-Brugge
1523).
Maar is er is één schilderij waar
ik hier wat meer aandacht aan
wil besteden, namelijk 'De me
tamorfose van Hermafrodites en
Salmacis' van de Zuidneder
landse renaissance-schilder Jan
Gossaert (Maubeuge 1478 -
Middelburg 1533/56). Het is
zo'n prachtig en lief dingetje
met een mooi verhaal. Want
volgens de overlevering bereik
ten Hermafrodites en Salmacis
de ultieme liefde door niet al
leen hun zielen maar ook hun
beider lichamen met elkaar te
doen versmelten. Daardoor
konden zij aan hun verlangen
tegemoet komen om in eikaars
lichaam te willen wonen, de
meest onmogelijke uiting van
opperste liefde.
Bovendien, en dat was wel de
gelijk seksueel, zouden ze ook
in staat zijn zichzelf een veel
heftiger en langduriger seksueel
genot te verschaffen dan nor
maal gesproken mogelijk is,
omdat ze tot één tweeslachtig
lichaam versmolten zouden zijn.
En dat in prachtige tinten van
ultramarijn, groenen en gele en
gouden okers.
Alleen al zo'n schilderijtje,
slechts 33 bij iets meer dan 21
centimeter, is de reis naar Rot
terdam meer dan de moeite
waard. De rest is dan slechts
meegenomen. Mooi meegeno
men, dat wel.
'Van Eyck tot Bruegel' in Mu
seum Boymans-Van Beuningen,
Rotterdam. Tot 23 januari. Di-za
10-17 uur, zon- en feestdagen
11-17 uur. Catalogus ƒ74.
In Turnhout, in cultureel cen
trum de Warande, heeft de Til-
burgse galeriehoudster Resy
Muijsers een mooie tentoonstel
ling ingericht met werk van
kunstenaars uit Brabant. Een
divers gezelschap van 16 indi
viduele kunstenaars die in ie
der geval twee dingen gemeen
hebben. Ten eerste de toevallig
heid dat ze in Brabant geboren
zijn en daar in de meeste geval
len ook werken. Dat maakt ze
natuurlijk niet tot Brabantse
kunstenaars, zo Brabantse
kunst al definieerbaar is en
zodoende bestaat.
De tweede noemer waaronder
deze 16 zich scharen is die van
kwaliteit. En die vaststelling is
natuurrijk veel belangrijker
dan de vraag naar het Brabant
gehalte van beeldende kunst.
Er zijn belangrijke zaken te
zien van kunstenaars die niets
met elkaar te maken hebben en
die binnen deze ruimte ook niet
met elkaar geconfronteerd wor
den. Elke kunstenaar zijn eigen
hoek. Dat künkt niet avontuur
lijk maar het voorkomt zeker
onvruchtbare vergelijkingen en
ongewenste relaties. Wat het
wel oplevert, zijn 16 verschil
lende artistieke houdingen die
van belang zijn en die een aar
dig beeld opleveren van wat in
Brabant gebeurt op het gebied
van de beeldende kunst.
Er is een, naar leeftijd gezien,
dwarsdoorsnede van wat in
Brabant voorhanden is aan ar
tistiek vermogen. Natuurlijk de
internationaal belangrijke J.C.J
van der Heyden (1928) en Henk
Visch (1950) van wie naast twee
beelden een reeks schitterende
litho s te zien is. De hoofdper
soon bij hem is de wat abstrac
te, hiëratische mensfiguur die
met een enkel detail concreet
en aanraakbaar gemaakt wordt
en vanzelfsprekend beweegt in
de lege wereld van Henk Visch.
theo Kuijpers (1939) is er die
ooit begon als kunstenaar in
arte povera-stijl met objecten
van materiaal die hij op het
'St. Franciscus V' van Johan Claassen
Brabantse platteland vond, zo
als varkensblaas, afvalhout,
touw, zeildoek etc. Sinds een
aantal jaren legt zijn werk di-
rekte getuigenis af van vreemde
streken waar hij verblijft. Hier
zijn grote werken te zien in
gemengde techniek die de ver
latenheid oproepen van Zuid-
Spanje en Italië. De jongste
generatie is aanwezig in Korrie
Besems (1961, Den Hout) en
André van de Wijdeven (1964).
Gelukkig is er veel werk van
Johan Claassen te zien. Claas
sen is de maker van een opval
lend consistent oeuvre dat je
altijd meteen zult herkennen.
Hij blijft trouw aan een bepaal
de opvatting van stijl die zo
onnadrukkelijk is. Zijn benade
ring, om het even of het om een
beeld, een tekening, een schil
derij of een kastje gaat, drukt
boven alles een verwondering
uit. Hij blijft de argeloze die
het volhoudt om onbezwaard
en vers tegen de dingen aan te
kijken die de hand schept. Uit
die vertrouwde handen tovert
de oude geest vormen en ver
schijningen die tot het domein
van Johan Claassen horen en
van niemand anders. En in
weerwil van hun bekendheid
verrassen ze telkens weer. Jo
han Claassen is een jager voor
wie de prooi, het beeld, altijd
uniek blijft.
Claassen, geboren in 1943 op de
grens van Meijerij en Peel,
blijft ook letterlijk zijn gebied
trouw. In het begin zocht en
vond hij zijn motief in en rond
de boerderij op die oude zand
en veengronden in Oost-Bra
bant. De instrumenten van het
boerenbedrijf uit de voorbije
tijd, de tijd dat zeis, hooivork,
ploegijzer en zo meer nog ver
lengstuk waren van het mense
lijke lijf. Met dat wat afge
dankt was en werkeloos wacht
te op de vergankelijkheid,
maakte Claassen zijn eerste
beelden. Ze hadden vaak iets
weg van vogelverschrikkers,
maar ook die vrije associatie is
te concreet. Met herkenbare,
uit onze wereld afkomstige vor
men en motieven maakt hij te
kens die tot een andere wereld
behoren, zijn eigen mythologie.
Johan Claassen tekent en con
strueert en droomtaal die van
heel ver weg lijkt en ons toch
heel nabij is. Hij werkt naar de
geest van zijn Brabantse we
reld, maar niet naar de letter
van wat de logica voorschrijft.
Het is die geest, een soort ma
gie, die bij hem altijd herken
baar is. Zo gezien is hij van
deze 16 kunstenaars uit Bra
bant wel de meest Brabantse:
zo een plek een eigen atmosfeer
heeft, een eigen ziel misschien
wel, raakt Johan Claassen het
Brabantse land in de ziel, op
een manier die universeel is.
Want de fantasie houdt zich
niet aan grenzen, ook niet aan
die van Brabant.
De Warande, Warandestraat 42,
Turnhout, tot 24 oktober (alleen
maandag gesloten)
De vrouwen die beeldhouwer
Bart van Hoek uit brons schept,
zijn monumenten. Naar de ver
schijning wel te verstaan, veel
minder naar hun betekenis. De
beelden benadrukken vooral de
massa en het volume van de
gegoten vorm. In die kwaliteit
nemen ze nadrukkelijk bezit
van de ruimte met een aplomb
waar je niet omheen kunt. De
beelden zijn er, daarover gen
misverstand. De licht geabstra
heerde vrouwenfiguren zitten
te peinzen, exposeren zichzelf
met de schaamteloosheid die
alleen het beeld zich kan toeëi-
genen, ze staan, springen en
dansen. Aan beweging geen ge
brek. Ze stralen een beweeg
lijkheid en vitaliteit uit die
lijnrecht lijkt te staan tegen
over het gegoten volume.
De vrouwenbeelden van Bart
van Hoek zijn uitermate volup
tueus. Ze zijn gedacht en ge
maakt vanuit het onderlijf dat
zowel van voren als van achter
van een indrukwekkende om
vang is. De grote kont, dat is
het basement van het beeld.
Zoals ze daar gezeten is op een
sokkel of gewoon op de grond,
zo lijkt ze helemaal verklonken
met de aarde. Ze zit alsof ze
niet meer in staat zal zijn haar
zwaartepunt nog ooit te ver
plaatsen en dus nog iets anders
te doen dan vrouw te zitten
zijn.
Typisch dat het bovenlichaam
van zowat alle vrouwenbeelden
die hier te zien zijn, aanmerke
lijk minder in overdaad zwelgt.
Hoe kan dat onderstel dan zo
disproportioneel uitgroeien?
Alsof het buiten het lichaam
staat?
Het antwoord ligt misschien
wel in de kleine schetsen die
Van Hoek dagelijks maakt en
die het beeld flankeren. Schet
sen in de betekenis van ontwer
pen zijn het overigens niet echt,
daarvoor zijn ze te ver uitge
werkt. Maar ze zijn mooi, in al
hun kleinheid. Ze tonen in pot
lood of rood krijt dezelfde
Door Frits de Coninck
vrouwengestaltes, met hetzelf
de anonieme gezicht en eenzelf
de uitgelatenheid van houding.
Maar beter nog dan het beeld
laten ze zien dat in handen van
Van Hoek de vrouw is opge
bouwd uit losse stukken. Ar
men, benen, borsten, en billen
lijken los van elkaar in de torso
geschroefd. Van Hoek zoekt
kennelijk niet naar een harmo
nie in volume tussen de diverse
onderdelen van het menselijke
lijf. En zo kan een deel, het
basement bij voorbeeld, los van
de rest uitgroeien tot een mo
numentale omvang. In ordente
lijke beeldhouwerstermen ge
sproken: de beelden van Van
Hoek hebben een teveel aan
plastiek. Volume en massa gaan
zo zeer op in een soepele bewe
ging, dat het ten koste gaat van
de betekenis. Want uiteindelijk
blijven de beelden anoniem en
zijn de gebaren loos, hoe uit
bundig ze ook zijn.
Aan de muren van de galerie
toont Ron Ekkelenkamp zijn
olieverfschilderijen Het zijn in
kleur doorwerkte beelden die te
verstaan zijn als je de herkomst
kent. Ekkelenkamp heeft het
figuratieve schilderen ontdaan
van zijn illusie dat de dingen
iets anders voorstellen dan ze
in werkelijkheid zijn: vormen
op een plat doek. Wat hij zag
heeft hij geabstraheerd tot een
wereld in kleur die zijn eigen
wetmatigheden volgt. De wet
van het schilderen.
Ron Ekkelenkamp en van Bart
van Hoek in galerie De Verbeel
ding, Klokkenstraat 12, Baarle-
Nassau, tot 6 november
De beste leerlingen van verschillende kunstinstellingen werken
aan De Nacht in het gebouw H19 in Oosterhout.
FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP
Van onze verslaggever
Frank Lambregts
Oosterhout - Het wordt een swingende combinatie van
muziek, dans, theater, literatuur en beeldende kunst. Het
wordt een stoofpot van stijlen en invloeden. Het is het eerste
samenwerkingsproject van kunstzinnige instituten uit Ooster
hout, Breda, Etten Leur en Roosendaal. En het wordt allemaal
'heel uniek': het integratieproject 'De Nacht'.
Peet van Tilburg uit Oosterhout
krijgt eenmaal in de vier jaar de
kriebels, zoals hij zelf zegt. Dan
moet er iets 'interdisciplinairs'
van de grond komen: een groot
project waar alle muzen in mee
mogen spelen, dansen, zingen,
schilderen en musiceren. En vol
gend jaar is het weer vier jaar
geleden.
„Nee, geen totaaltheater. Aan
dat woord heb ik een hekel. Zo
gedateerd", zegt Van Tilburg.
„Iedereen die een liedje laat zin
gen in een toneelstuk vindt zich
zelf al 'totaaltheaterig' bezig.
Het unieke van dit project begint
er al mee dat we niet uitgaan
van een bestaand toneelstuk,
maar de teksten zelf schrijven.
We zijn begonnen met een the
ma: de Nacht. Vanuit alle disci
plines zijn we vervolgens aan het
werk gegaan. Het stuk is gebo
ren uit de impulsen van een
aantal creatieve mensen die bij
elkaar zijn gaan zitten."
Over grenzen
Van Tilburg legt uit waarom
voor het thema De Nacht geko
zen is: „In de nacht kun je over
grenzen gaan. Moorden, brand
stichtingen, dat soort dingen, het
gebeurt allemaal 's nachts. De
nacht heeft een speciale aantrek
kingskracht. En wat er al niet
ontstaat in de nacht. Het meeste
leven, om te beginnen, maar ook
veel kunst. In de nacht leven de
mensen een totaal ander be
staan. Sommige mensen leven in
de nacht zelfs een tweede leven.
Ik ben op het thema gekomen
toen ik een bericht in de krant
las over een man die 's nachts
werd neergestoken en die van
niemand hulp kreeg omdat men
bang van hem was. Omtrent dat
gegeven hebben we bijvoorbeeld
een choreografie ontworpen."
En Oosterhout alleen is voor
zoiets een beetje te klein vinden
Peet van Tilburg en Eite Wolfis
van H19 uit Oosterhout. Van
daar dat samenwerking is ge
zocht met muziekscholen en in
stituten voor kunstzinnige vor
ming in Breda (De Nieuwe Ves
te), Etten Leur (muziekschool
Sint Frans) en Roosendaal (ge
meentelijke Roosendaalse mu
ziekschool), waarbij geprobeerd
wordt om de kwaliteiten van
elke instelling optimaal te be
nutten. Zo zijn ze in Oosterhout
bijvoorbeeld goed in integratie
tussen de verschillende kunsten
en in Roosendaal weten ze aar
dig de weg in de moderne mu
ziek.
Gastdocenten
Het productieteam bestaat naast
Peet van Tilburg uit: Ben Car-
tens (directeur van de muziek
school in Roosendaal), José
Wonders (vormgevingscoördina-
tor), Ron Franken (muziekcoör-
dinator) en Eite Wolfis (produc
tieleider). Negentien gastdocen
ten van de verschillende instel
lingen worden uitgenodigd om
specifieke stukjes muziek-,
dans-, tekst- of decorstukken in
te vullen. Iedereen maakt een
lapje voor de lappendeken en dat
allemaal onder coördinatie van
de productiegroep.
De muziek gaat uit van de hou-
se-dreun, maar er zullen ook een
heleboel andere stijlen gebruikt
worden. Voor de dans is gebruik
gemaakt van de diensten van
Gerald van Windt, de choreo
graaf van de Amsterdamse It.
Frank Jansen maakt eigentijdse
muziekarrangementen met be
hulp van computers. Bobby Ne
well is verantwoordelijk voor de
zang en performances en José
Wonders brengt architectuur en
beeldende kunst het project bin
nen. Gerard Raams en Eite Wol
fis dragen zorg voor de teksten.
De inspiratie haalt de productie
groep uit het gedicht gedicht 'Do
not go gently into that good
night' van Dylan Thomas.
Het stuk wordt uitgevoerd door
de meest opmerkelijke leerlingen
van de verschillende instellin
gen. „Goede amateurs die niet
alleen technisch kunnen spelen,
maar zich al heel goed in kunnen
leven en zelf met oplossingen
komen. Ze kunnen soleren en
improviseren Op dit moment
zijn nog audities bezig, want de
producent is nog op zoek naar
zulke uiteenlopende artiesten als
zangers, koperblazers en house-
dansers.
Verhogingen
Bij zo'n bijzonder project hoort
geen traditionele theateropstel
ling, die een nadrukkelijke af
stand creeert tussen voorstelling
en publiek. De Nacht wordt dan
ook op verschillende verhogin
gen tussen het publiek uitge
voerd, waardoor de aanwezigen
zich niet kunnen beperken tot
kijken. Ze ondergaan het van
alle kanten. Van Tilburg: „Het
vraagt nogal wat van het pu
bliek. Het is heel confronterend
en desoriënterend. Maar het
heeft een hele sterke structuur
die houvast biedt en het blijft
ongeveer anderhalf uur swingen.
De house-puls blijft maar door
gaan."
Met andere woorden: De Nacht
is een experiment, dat niet tot
elke prijs experimenteel wil zijn.
„Het moet iets met het publiek
doen. Het moet iets te vertellen
hebben, het moet overkomen.
Als dat niet lukt, beschouwen we
het als een mislukking".
In de maand juni van 1995 gaat
De Nacht op toernee langs de
schouwburgen van Etten Leur,
Roosendaal, Oosterhout en Bre
da.
Parijs (ap) - Een belangrijke collectie tekeningen van Edgar
Degas (Parijs, 1834-1917), die altijd in het bezit is geweest van
de familie van de kunstenaar, gaat in december onder de
Parijse veilingshamer.
De tekeningen, die naar verwachting meer dan een miljoen dollar
zullen opbrengen, zijn al meer dan zestig jaar niet of wellicht nooit
aan het publiek getoond. Het gaat vooral om familietarferelen
waaronder twee portretten van een van de favoriete modellen van
Degas, zijn tien jaar jongere broer Rene, op tienjarige leeftijd.
De oningelijste tekeningen die net uit het stoffig karton zijn gehaald
worden verkocht door Arlette Nepveu-Devade. de 75-jarige achter
nicht van Degas. „De schaduw van mijn oom hing over onze
familie", schreef ze in de catalogus die veilingmeester Jacques Tajan
samenstelde. „We woonden, we aten terwijl we tegen wanden
aankeken bedekt met verschillende naakten (schetsen, pasteltekenin
gen en houtskooltekeningen) die ongeordend samen hingen met
ballerinas en paarden."