Beter een kopie dan helemaal geen schilderij 16 Kunstenaars uit Brabant Het overdadige beeld ^hot ij ven rhalen zameld Samenwerkingsproject De Nacht gaat over grenzen Familie van Degas laat reeks tekeningen veilen DE STEM GROTE GIDS D3 Museum Boymans van Beuningen onderzoekt collectie oude kunst IN BEELD VRIJDAG 14 OKTOBER 1994 t vierletter woord' d Keiman ook ai 'oor de Booker roman A Disa]jec. 00 Engelse poncien mille) betekent het e Booker Prize ook stimulans voor de s van de gelauwer- winnaar van vorig Roddy Doyle, heeft -eer dan 300.000 -an zijn bekroonde Ha Ha Ha over de gaan. schop. In de toe- kt de schrijver klei- enten die de lezer eeldscherm in een e kan zetten, s zijn vrijwel onbe- -n te voorkomen dat overrompeld voelt mogelijkheden, zal optreden als een tor. Hij suggereert p bijvoorbeeld drie lijkheden. De koers st, anders zou het n gewoon boek met en vastgelegd begin betekenis van nieu- chnieken voor het 'it moment voorals- ot, zo geeft Veltho- ertekst is nog te ver dagelijkse praktijk rse denken over een en en einde om op n een echte door etekenen. Er zijn „chijfjes te koop met het werk van alle ters door de eeuwen ardig om dat werk verhypen en te kij- ieuwe dwarsverban- evert. Maar voorals- de prijzen van deze wat te hoog, tien- uldens. oriete illustratie'. iet achtste woud van n blijft mooi, maar rit uit Biegels Nacht- nk je: 'wat een raar Van de opzet, een ling die de lezer het trekt, is niets overge- ten we maar hopen :er zo geïrriteerd of d raakt, dat hij het wil lezen. Een sterk dat de bundel zich jk leent om voorgele- len. 'oriete illustratie ver schrijvers wat zij de illustratie uit hun mden, en waarom, er gekozen voor de strator: Annie M.G. os Langhors van Fiep Rindert Kromhout doostertuin van Jan Barnard vertelt over ar Zimbabwe die hij 'ouw, de illustratrice lema maakte. Onder- oetten ze een oude nige overlevende van na een moordpartij, kende hem, Barnard kening, want 'in die wordt het leed van delijk gemaakt, tege- 'ergeet hij de Afri- vrijheid niet.' mans favoriete illus- een van Sylvia Weve, itdrukt wat hij niet in kan vangen. 'Ik ben oed in beeldende be- van diepe gevoe- nt Eykman. die niet meer vertel- de tekst staat, vindt lechte illustraties, be- vanneer ze iets toevoe- beste illustraties zet- 'erhaal op kijn kant. stuk te maken, olf Verroen beminnen assenen de illusie: in ken moet het leven liet kijkers haken af wan- een tekening zien dat iets meer in de pya" heeft dan alleen elas- i in nachtblauw', verza- Selma IMiewold. Uitg- a, prijs 27,50 ivoriete illustratie, s over de mooiste teK hun werk.' Uitg. Ouer f 29,50 Door Paul Kokke Soms lijkt een museum meer op een natuurwetenschappe lijk onderzoeksinstituut dan op een instelling die kunst ophangt. En dat kan tot pijnlijke ontdekkingen lei den. Zo is het Rotterdamse museum Boymans-van Beuningen de af gelopen jaren verschillende oude meesters 'kwijtgeraakt'. Niet echt natuurlijk, dat zou voor een museum uitermate slordig zijn, maar feit is dat het Boymans dankzij natuurlijkwe- tenschappelijk onderzoek heeft moeten constateren dat bepaal de schilderijen niet van de kun stenaar zijn, aan wie de werken in eerste instantie waren toege schreven. Dat gold voor bepaal de schilderijen; die toegedicht waren aan Rembrandt en dat geldt nu voor een schilderij, de 'Bruiloft van Kana', dat tot vo rige week op naam stond van Jeroen Bosch (ca 1450-1516). De afgelopen vijftien jaar is het Boymans druk doende geweest om de collectie oude kunst op nieuw te bestuderen en te cata logiseren. Dat karwei is nu af gerond en heeft geresulteerd in de tentoonstelling 'Van Eyck tot Bruegel', waarin vrijwel alle Vlaamse en Noordnederlandse meesters uit de vijftiende en zestiende eeuw die het Boymans bezit, worden getoond. Een in drukwekkende, engelstalige ca talogus begeleidt deze tentoon stelling. Jaarringen Niet .alleen werden van alle schilderijen röntgenfoto's ge maakt, maar werd bovendien de helft van de panelen onderwor pen aan dendro-chronologisch onderzoek. Die onderzoeksme thode, waarmee de ouderdom van de houten panelen kan wor den vastgesteld, leidde tot de conclusie dat de 'Bruiloft van Kana' niet door Jeroen Bosch geschilderd kan zijn. Bosch overleed in 1516, terwijl het gebruikte paneel uit 1544 da teert. Hoe men dat nu zo zeker weet? Eigenlijk is het heel sim pel. Het dendro-chronologisch onderzoek is weinig meer dan een veredelde manier van het tellen en meten van de jaarrin gen die op elk stuk hout te zien zijn. De aantallen en de diktes ervan worden bepaald door de ouder dom van de boom en door de klimatologische omstandighe den. Door die jaarringen te ver gelijken met bekende reeksen jaarringen uit andere stukken hout waarvan de datering be kend is, kan men zeer nauwkeu rig de ouderdom van het paneel vaststellen. Conclusie: toen Jeroen Bosch in 1516 stierf, groeide de boom, die gebruikt werd voor het paneel, nog zo'n Detail van 'De toren van Babel' van Pieter Bruegel de Oude. 28 jaar door en werd deze pas rond 1544 gekapt. De 'Bruiloft van Kana' staat nu te boek als een kopie van een niet meer bestaand schilderij van Bosch. Overigens bestond er al langere tijd twijfel rond de authentici teit van het schilderij. In 1960 werd een tekening uit de Rothschild-collectie in het Louvre gepubliceerd, met vrij wel exact dezelfde voorstelling als die van het schilderij, zij het dat op de tekening nog een heilige en de vermoedelijke op drachtgever waren afgebeeld. Kunstpraktijk Mogelijk is deze tekening door een anoniem volger van Bosch gemaakt naar aanleiding van diens originele schilderij. Dat op het schilderij in het Boymans heilige en opdrachtgever ont breken, ligt voor de hand: im mers, de latere kopiist had er geen belang bij om die twee af te beelden. Op zich zou je natuurlijk kun nen treuren om zo'n verlies. Per slot van rekening zijn de schil derijen van Jeroen Bosch in Ne derlands openbaar bezit niet echt dik gezaaid. De meeste schilderijen, zoals het fameuze 'Tuin der lusten', verblijven in Spanje. Maar het Boymans houdt er nog steeds vier over die met grote mate van waar schijnlijkheid op het conto van Jeroen Bosch geschreven kun nen worden. Zoals 'De Mars kramer', dat wonderbaarlijke schilderij met veel verborgen symboliek. Trouwens, je kunt betere een zeer goede kopie hebben van een schilderij dat niet meer bestaat, dan helemaal geen schilderij. En gezegd moet dat de 'Bruiloft van Kana' een fantastisch schilderij was, is en tot in lengte van dagen zal blij ven. Van de andere kant levert dit soort onderzoek veel op. Het verschaft meer inzicht in de kunstpraktijk van de zestiende eeuw, zegt iets over de popula riteit van de werken van Bosch (waarom zou men ze anders kopieren) en leidt tot een meer exacte datering. Bovendien heeft hetzelfde dendro-chrono logisch onderzoek geleerd dat een schilderij, voorstellend Ma ria met Christuskind dat het Boymans in bruikleen heeft van de Rijksdienst Beeldende Kunst, geen negentiende eeuwse vervalsing is, doch een authen tiek vijftiende eeuws paneel dat waarschijnlijk afkomstig is uit het atelier van de Vlaamse schilder Petrus Christus die in in 1475 of 1476 te Brugge over leed. Friedlander Dat deze tentoonstelling de naam 'Van Eyck tot Bruegel' draagt, heeft een tweeledige re den. Ten eerste bezit het Boy mans als een van de weinige musea in de wereld zowel een werk van Jan van Eyck als een van Pieter Bruegel de Oude. Bovendien kan men haar opvat ten als een soort eerbetoon aan de kunsthistoricus Max Fried lander, die in 1921 zijn stan daardwerk 'Von Eyck bis Brue gel, Studiën zur Geschichte der mederlandischen Malerei' pu bliceerde. Friedlander gold lan ge tijd als een van de grootste experts op het gebied van de vijftiende en zestiende eeuwse Vlaamse en Noordnederlandse schilderkunst. Maar dat terzij de. De collectie Noordnederlandse en Vlaamse schilderkunst in het Boymans is de grootste van Ne derland, nog groter dan die van het Rijksmuseum. In de vorige eeuw was de oude kunst niet echt populair en richtten verza melaars en musea zich veel meer op de Gouden Eeuw. Maar dank zij de verzamelaars D.G, van Beuningen en W. van der Vorm, die regelmatig kunstwer ken aan het museum schonken, en museumdirecteur Dirk Han- nema wist het Boymans in de periode voor de Tweede We reldoorlog een belangrijke ver zameling vijftiende en zestiende eeuwers aan te leggen. Zo was het aan Hannema te danken dat het museum in 1931 voor het toenmalig astrono misch bedrag van 262.000 gul den 'De Marskramer' van Jeroen Bosch kon verwerven. Zelf had het museum zoveel geld niet, maar Hannema wist het bedrag bij elkaar te krijgen dankzij zijn voortreffelijke rela tie met diverse geldschieters voor wie hij ook als adviseur optrad. Jan Gossaert Het Boymans slaagde er in om reeksen topwerken te verwer ven, soms van grote kunste naars als Jan van Eyck maar ook van onbekende meesters. Van Van Eyck zien we op deze tentoonstelling het prachtige stuk 'Drie Maria's aan de tom be',van Pieter Bruegel de Oude de overweldigende 'Toren van Babel', een van de topstukken in de collectie van het Rotter damse museum. Er zijn enkele schiterende 'Maria met Christuskind'-stukken te zien, zoals 'Maagd met Kind in een landschap van Gerard David (Oudewater ca 1460-Brugge 1523). Maar is er is één schilderij waar ik hier wat meer aandacht aan wil besteden, namelijk 'De me tamorfose van Hermafrodites en Salmacis' van de Zuidneder landse renaissance-schilder Jan Gossaert (Maubeuge 1478 - Middelburg 1533/56). Het is zo'n prachtig en lief dingetje met een mooi verhaal. Want volgens de overlevering bereik ten Hermafrodites en Salmacis de ultieme liefde door niet al leen hun zielen maar ook hun beider lichamen met elkaar te doen versmelten. Daardoor konden zij aan hun verlangen tegemoet komen om in eikaars lichaam te willen wonen, de meest onmogelijke uiting van opperste liefde. Bovendien, en dat was wel de gelijk seksueel, zouden ze ook in staat zijn zichzelf een veel heftiger en langduriger seksueel genot te verschaffen dan nor maal gesproken mogelijk is, omdat ze tot één tweeslachtig lichaam versmolten zouden zijn. En dat in prachtige tinten van ultramarijn, groenen en gele en gouden okers. Alleen al zo'n schilderijtje, slechts 33 bij iets meer dan 21 centimeter, is de reis naar Rot terdam meer dan de moeite waard. De rest is dan slechts meegenomen. Mooi meegeno men, dat wel. 'Van Eyck tot Bruegel' in Mu seum Boymans-Van Beuningen, Rotterdam. Tot 23 januari. Di-za 10-17 uur, zon- en feestdagen 11-17 uur. Catalogus ƒ74. In Turnhout, in cultureel cen trum de Warande, heeft de Til- burgse galeriehoudster Resy Muijsers een mooie tentoonstel ling ingericht met werk van kunstenaars uit Brabant. Een divers gezelschap van 16 indi viduele kunstenaars die in ie der geval twee dingen gemeen hebben. Ten eerste de toevallig heid dat ze in Brabant geboren zijn en daar in de meeste geval len ook werken. Dat maakt ze natuurlijk niet tot Brabantse kunstenaars, zo Brabantse kunst al definieerbaar is en zodoende bestaat. De tweede noemer waaronder deze 16 zich scharen is die van kwaliteit. En die vaststelling is natuurrijk veel belangrijker dan de vraag naar het Brabant gehalte van beeldende kunst. Er zijn belangrijke zaken te zien van kunstenaars die niets met elkaar te maken hebben en die binnen deze ruimte ook niet met elkaar geconfronteerd wor den. Elke kunstenaar zijn eigen hoek. Dat künkt niet avontuur lijk maar het voorkomt zeker onvruchtbare vergelijkingen en ongewenste relaties. Wat het wel oplevert, zijn 16 verschil lende artistieke houdingen die van belang zijn en die een aar dig beeld opleveren van wat in Brabant gebeurt op het gebied van de beeldende kunst. Er is een, naar leeftijd gezien, dwarsdoorsnede van wat in Brabant voorhanden is aan ar tistiek vermogen. Natuurlijk de internationaal belangrijke J.C.J van der Heyden (1928) en Henk Visch (1950) van wie naast twee beelden een reeks schitterende litho s te zien is. De hoofdper soon bij hem is de wat abstrac te, hiëratische mensfiguur die met een enkel detail concreet en aanraakbaar gemaakt wordt en vanzelfsprekend beweegt in de lege wereld van Henk Visch. theo Kuijpers (1939) is er die ooit begon als kunstenaar in arte povera-stijl met objecten van materiaal die hij op het 'St. Franciscus V' van Johan Claassen Brabantse platteland vond, zo als varkensblaas, afvalhout, touw, zeildoek etc. Sinds een aantal jaren legt zijn werk di- rekte getuigenis af van vreemde streken waar hij verblijft. Hier zijn grote werken te zien in gemengde techniek die de ver latenheid oproepen van Zuid- Spanje en Italië. De jongste generatie is aanwezig in Korrie Besems (1961, Den Hout) en André van de Wijdeven (1964). Gelukkig is er veel werk van Johan Claassen te zien. Claas sen is de maker van een opval lend consistent oeuvre dat je altijd meteen zult herkennen. Hij blijft trouw aan een bepaal de opvatting van stijl die zo onnadrukkelijk is. Zijn benade ring, om het even of het om een beeld, een tekening, een schil derij of een kastje gaat, drukt boven alles een verwondering uit. Hij blijft de argeloze die het volhoudt om onbezwaard en vers tegen de dingen aan te kijken die de hand schept. Uit die vertrouwde handen tovert de oude geest vormen en ver schijningen die tot het domein van Johan Claassen horen en van niemand anders. En in weerwil van hun bekendheid verrassen ze telkens weer. Jo han Claassen is een jager voor wie de prooi, het beeld, altijd uniek blijft. Claassen, geboren in 1943 op de grens van Meijerij en Peel, blijft ook letterlijk zijn gebied trouw. In het begin zocht en vond hij zijn motief in en rond de boerderij op die oude zand en veengronden in Oost-Bra bant. De instrumenten van het boerenbedrijf uit de voorbije tijd, de tijd dat zeis, hooivork, ploegijzer en zo meer nog ver lengstuk waren van het mense lijke lijf. Met dat wat afge dankt was en werkeloos wacht te op de vergankelijkheid, maakte Claassen zijn eerste beelden. Ze hadden vaak iets weg van vogelverschrikkers, maar ook die vrije associatie is te concreet. Met herkenbare, uit onze wereld afkomstige vor men en motieven maakt hij te kens die tot een andere wereld behoren, zijn eigen mythologie. Johan Claassen tekent en con strueert en droomtaal die van heel ver weg lijkt en ons toch heel nabij is. Hij werkt naar de geest van zijn Brabantse we reld, maar niet naar de letter van wat de logica voorschrijft. Het is die geest, een soort ma gie, die bij hem altijd herken baar is. Zo gezien is hij van deze 16 kunstenaars uit Bra bant wel de meest Brabantse: zo een plek een eigen atmosfeer heeft, een eigen ziel misschien wel, raakt Johan Claassen het Brabantse land in de ziel, op een manier die universeel is. Want de fantasie houdt zich niet aan grenzen, ook niet aan die van Brabant. De Warande, Warandestraat 42, Turnhout, tot 24 oktober (alleen maandag gesloten) De vrouwen die beeldhouwer Bart van Hoek uit brons schept, zijn monumenten. Naar de ver schijning wel te verstaan, veel minder naar hun betekenis. De beelden benadrukken vooral de massa en het volume van de gegoten vorm. In die kwaliteit nemen ze nadrukkelijk bezit van de ruimte met een aplomb waar je niet omheen kunt. De beelden zijn er, daarover gen misverstand. De licht geabstra heerde vrouwenfiguren zitten te peinzen, exposeren zichzelf met de schaamteloosheid die alleen het beeld zich kan toeëi- genen, ze staan, springen en dansen. Aan beweging geen ge brek. Ze stralen een beweeg lijkheid en vitaliteit uit die lijnrecht lijkt te staan tegen over het gegoten volume. De vrouwenbeelden van Bart van Hoek zijn uitermate volup tueus. Ze zijn gedacht en ge maakt vanuit het onderlijf dat zowel van voren als van achter van een indrukwekkende om vang is. De grote kont, dat is het basement van het beeld. Zoals ze daar gezeten is op een sokkel of gewoon op de grond, zo lijkt ze helemaal verklonken met de aarde. Ze zit alsof ze niet meer in staat zal zijn haar zwaartepunt nog ooit te ver plaatsen en dus nog iets anders te doen dan vrouw te zitten zijn. Typisch dat het bovenlichaam van zowat alle vrouwenbeelden die hier te zien zijn, aanmerke lijk minder in overdaad zwelgt. Hoe kan dat onderstel dan zo disproportioneel uitgroeien? Alsof het buiten het lichaam staat? Het antwoord ligt misschien wel in de kleine schetsen die Van Hoek dagelijks maakt en die het beeld flankeren. Schet sen in de betekenis van ontwer pen zijn het overigens niet echt, daarvoor zijn ze te ver uitge werkt. Maar ze zijn mooi, in al hun kleinheid. Ze tonen in pot lood of rood krijt dezelfde Door Frits de Coninck vrouwengestaltes, met hetzelf de anonieme gezicht en eenzelf de uitgelatenheid van houding. Maar beter nog dan het beeld laten ze zien dat in handen van Van Hoek de vrouw is opge bouwd uit losse stukken. Ar men, benen, borsten, en billen lijken los van elkaar in de torso geschroefd. Van Hoek zoekt kennelijk niet naar een harmo nie in volume tussen de diverse onderdelen van het menselijke lijf. En zo kan een deel, het basement bij voorbeeld, los van de rest uitgroeien tot een mo numentale omvang. In ordente lijke beeldhouwerstermen ge sproken: de beelden van Van Hoek hebben een teveel aan plastiek. Volume en massa gaan zo zeer op in een soepele bewe ging, dat het ten koste gaat van de betekenis. Want uiteindelijk blijven de beelden anoniem en zijn de gebaren loos, hoe uit bundig ze ook zijn. Aan de muren van de galerie toont Ron Ekkelenkamp zijn olieverfschilderijen Het zijn in kleur doorwerkte beelden die te verstaan zijn als je de herkomst kent. Ekkelenkamp heeft het figuratieve schilderen ontdaan van zijn illusie dat de dingen iets anders voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn: vormen op een plat doek. Wat hij zag heeft hij geabstraheerd tot een wereld in kleur die zijn eigen wetmatigheden volgt. De wet van het schilderen. Ron Ekkelenkamp en van Bart van Hoek in galerie De Verbeel ding, Klokkenstraat 12, Baarle- Nassau, tot 6 november De beste leerlingen van verschillende kunstinstellingen werken aan De Nacht in het gebouw H19 in Oosterhout. FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP Van onze verslaggever Frank Lambregts Oosterhout - Het wordt een swingende combinatie van muziek, dans, theater, literatuur en beeldende kunst. Het wordt een stoofpot van stijlen en invloeden. Het is het eerste samenwerkingsproject van kunstzinnige instituten uit Ooster hout, Breda, Etten Leur en Roosendaal. En het wordt allemaal 'heel uniek': het integratieproject 'De Nacht'. Peet van Tilburg uit Oosterhout krijgt eenmaal in de vier jaar de kriebels, zoals hij zelf zegt. Dan moet er iets 'interdisciplinairs' van de grond komen: een groot project waar alle muzen in mee mogen spelen, dansen, zingen, schilderen en musiceren. En vol gend jaar is het weer vier jaar geleden. „Nee, geen totaaltheater. Aan dat woord heb ik een hekel. Zo gedateerd", zegt Van Tilburg. „Iedereen die een liedje laat zin gen in een toneelstuk vindt zich zelf al 'totaaltheaterig' bezig. Het unieke van dit project begint er al mee dat we niet uitgaan van een bestaand toneelstuk, maar de teksten zelf schrijven. We zijn begonnen met een the ma: de Nacht. Vanuit alle disci plines zijn we vervolgens aan het werk gegaan. Het stuk is gebo ren uit de impulsen van een aantal creatieve mensen die bij elkaar zijn gaan zitten." Over grenzen Van Tilburg legt uit waarom voor het thema De Nacht geko zen is: „In de nacht kun je over grenzen gaan. Moorden, brand stichtingen, dat soort dingen, het gebeurt allemaal 's nachts. De nacht heeft een speciale aantrek kingskracht. En wat er al niet ontstaat in de nacht. Het meeste leven, om te beginnen, maar ook veel kunst. In de nacht leven de mensen een totaal ander be staan. Sommige mensen leven in de nacht zelfs een tweede leven. Ik ben op het thema gekomen toen ik een bericht in de krant las over een man die 's nachts werd neergestoken en die van niemand hulp kreeg omdat men bang van hem was. Omtrent dat gegeven hebben we bijvoorbeeld een choreografie ontworpen." En Oosterhout alleen is voor zoiets een beetje te klein vinden Peet van Tilburg en Eite Wolfis van H19 uit Oosterhout. Van daar dat samenwerking is ge zocht met muziekscholen en in stituten voor kunstzinnige vor ming in Breda (De Nieuwe Ves te), Etten Leur (muziekschool Sint Frans) en Roosendaal (ge meentelijke Roosendaalse mu ziekschool), waarbij geprobeerd wordt om de kwaliteiten van elke instelling optimaal te be nutten. Zo zijn ze in Oosterhout bijvoorbeeld goed in integratie tussen de verschillende kunsten en in Roosendaal weten ze aar dig de weg in de moderne mu ziek. Gastdocenten Het productieteam bestaat naast Peet van Tilburg uit: Ben Car- tens (directeur van de muziek school in Roosendaal), José Wonders (vormgevingscoördina- tor), Ron Franken (muziekcoör- dinator) en Eite Wolfis (produc tieleider). Negentien gastdocen ten van de verschillende instel lingen worden uitgenodigd om specifieke stukjes muziek-, dans-, tekst- of decorstukken in te vullen. Iedereen maakt een lapje voor de lappendeken en dat allemaal onder coördinatie van de productiegroep. De muziek gaat uit van de hou- se-dreun, maar er zullen ook een heleboel andere stijlen gebruikt worden. Voor de dans is gebruik gemaakt van de diensten van Gerald van Windt, de choreo graaf van de Amsterdamse It. Frank Jansen maakt eigentijdse muziekarrangementen met be hulp van computers. Bobby Ne well is verantwoordelijk voor de zang en performances en José Wonders brengt architectuur en beeldende kunst het project bin nen. Gerard Raams en Eite Wol fis dragen zorg voor de teksten. De inspiratie haalt de productie groep uit het gedicht gedicht 'Do not go gently into that good night' van Dylan Thomas. Het stuk wordt uitgevoerd door de meest opmerkelijke leerlingen van de verschillende instellin gen. „Goede amateurs die niet alleen technisch kunnen spelen, maar zich al heel goed in kunnen leven en zelf met oplossingen komen. Ze kunnen soleren en improviseren Op dit moment zijn nog audities bezig, want de producent is nog op zoek naar zulke uiteenlopende artiesten als zangers, koperblazers en house- dansers. Verhogingen Bij zo'n bijzonder project hoort geen traditionele theateropstel ling, die een nadrukkelijke af stand creeert tussen voorstelling en publiek. De Nacht wordt dan ook op verschillende verhogin gen tussen het publiek uitge voerd, waardoor de aanwezigen zich niet kunnen beperken tot kijken. Ze ondergaan het van alle kanten. Van Tilburg: „Het vraagt nogal wat van het pu bliek. Het is heel confronterend en desoriënterend. Maar het heeft een hele sterke structuur die houvast biedt en het blijft ongeveer anderhalf uur swingen. De house-puls blijft maar door gaan." Met andere woorden: De Nacht is een experiment, dat niet tot elke prijs experimenteel wil zijn. „Het moet iets met het publiek doen. Het moet iets te vertellen hebben, het moet overkomen. Als dat niet lukt, beschouwen we het als een mislukking". In de maand juni van 1995 gaat De Nacht op toernee langs de schouwburgen van Etten Leur, Roosendaal, Oosterhout en Bre da. Parijs (ap) - Een belangrijke collectie tekeningen van Edgar Degas (Parijs, 1834-1917), die altijd in het bezit is geweest van de familie van de kunstenaar, gaat in december onder de Parijse veilingshamer. De tekeningen, die naar verwachting meer dan een miljoen dollar zullen opbrengen, zijn al meer dan zestig jaar niet of wellicht nooit aan het publiek getoond. Het gaat vooral om familietarferelen waaronder twee portretten van een van de favoriete modellen van Degas, zijn tien jaar jongere broer Rene, op tienjarige leeftijd. De oningelijste tekeningen die net uit het stoffig karton zijn gehaald worden verkocht door Arlette Nepveu-Devade. de 75-jarige achter nicht van Degas. „De schaduw van mijn oom hing over onze familie", schreef ze in de catalogus die veilingmeester Jacques Tajan samenstelde. „We woonden, we aten terwijl we tegen wanden aankeken bedekt met verschillende naakten (schetsen, pasteltekenin gen en houtskooltekeningen) die ongeordend samen hingen met ballerinas en paarden."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 17