Week nd
Een kwestie van opvoeding
Een hockeyende Engelandvaarder
I jaar heeft de belastingdienst
I bij Jomanda overhoop ge-
„Zoals dat toen gebeurde,
dat nog niet meegemaakt,"
J De Vaal, zelf ex-belastin-
Itenaar. Jacques Onderwater:
lebben alles bekeken en zelfs
pgbijeenkomsten bijgewoond
1 kijken wat dat nou inhield.
Ize hebben niets gevonden. Er
Ik niets te vinden, alles is
Itwoord. tot op de laatste
Een nieuwe Arbo-wet verplicht
bedrijven vanaf vandaag
maatregelen te treffen tegen
seksuele intimidatie op de
werkvloer. Maar wat betekent
dat in de praktijk? Is het dan
voortaan afgelopen met billen
tikken, vette knipogen en
ranzige opmerkingen? „In
sommige bedrijven worden
vrouwen niet bij hun naam
genoemd, maar worden ze
aangesproken met 'gleufdier' of
'kutje'. De mannen vinden dat
dan heel normaal," zegt
deskundige Alie Kuiper.
E3
Vanaf vandaag zijn
bedrijven verplicht
om maatregelen te
treffen tegen
seksuele -
intimidatie
Op het moment dat de Duitse
legers in 1940 over de
Nederlandse grens trokken,
speelde Jan Kouwenberg hockey
in het eerste elftal van Breda, in
die tijd een landelijke topclub.
Tegelijk was de 21-jarige
Zundertse jongeman bezig met
voorbereidingen voor een eigen
jam- en conservenfabriekje.
Beide feiten zouden bepalend
zijn voor de manier waarop hij
in de vijf jaar durende oorlog
meewerkte om de gehate
bezetter dwars te zitten.
Hoe Jan
Kouwenberg via
een hockeyclub in
Spanje aan de
Duitsers ontkwam
1 OKTOBER 1994 E Qg STEM
en'
FOTO COR VIVEEN
Irlijk niet, en dat proberen we
(anderhalf jaar aan de belas-
penst duidelijk te maken.
lien over privé-rekeningen
pomanda en Onderwater bij
nlandse banken doet Onder-
J af als nonsens en als ver-
Imakingen afkomstig van
In die Jomanda proberen
i te maken. Maar de scheiding
n Line en Johanna Wilhelmi-
letronella Damman, zoals Jo-
|a voor de fiscus heet, is op
ninst onduidelijk te noemen.
Ichtpaar Onderwater leeft van
Iften die de mensen aan Jo-
|a-privé doen. Dat gebeurt
Via haar eigen girorekening
kan het nummer op de 'inge-
ïde' kaartjes (van Line) staat
pld, en via de collectebussen
J door Line gehuurde hal waar
Inda optreedt.
ïaal toont de belastingaangif-
ran Jomanda van de laatste
jaar. In 1991 heelt ze aan
i ontvangen: 45.100, in 1992:
>00 en in 1993: ƒ43.000. „Dat
il hun inkomen, meer was er
En daar blijft dan ongeveer
100 gulden aan besteedbaar
ren van over. Die mensen le-
ntzettend bescheiden, ze wil-
ik niet anders."
es Onderwater, het organisa-
h brein van Jomanda, beseft
ls Jomanda er om wat voor
dan ook niet meer in zou
i 'Liefde en Positiviteit' van
mei aan de aarde door te
ze allebei naar de bijstand
?1 moeten. Het vermogen van
chting Line (dat op 1 juli 1994
miljoen bedroeg) zal dan ge-
an goede doelen moeten wor-
iesteed. Geen cent dus voor
hters, bestuursleden, Joman-
sn andere 'betrokkenen'. On-
ater kan er niet wakker van
„Ach die zekerheden, daar
k niet van. Ik ben hier zomaar
old. en als het ineens ophoudt,
m Volgens hem is het voor-
nog niet zo ver. „Ik zeg je'
nda is nu nog geen tien pro
van wat het straks gaat wor-
Een man in een keurig kos
tuum wordt op het werk
lastig gevallen door een
hond, die driftig tegen hem
op staat te rijen. Wanhopig pro
beert de man de hitsige reu van
zich af te duwen. Tevergeefs.
Met dit Postbus-51-spotje is de
overheid deze week een campagne
begonnen tegen seksuele intimida
tie op de werkplek. Het filmpje
moet mannen duidelijk maken hoe
een vrouw zich voelt als ze wordt
lastiggevallen.
r?
Door Riet Pijnappels
ZATERDAG 1 OKTOBER 1994
De eerste gedachte die veel kijkers
waarschijnlijk in het hoofd komt,
is om de hond (de man dus eigen
lijk) een flinke trap tegen zijn ach
terste te geven. Helaas, fout ge
dacht. In driekwart van de gevallen
werkt dit averechts, zo blijkt uit
onderzoek. De lastposten zijn vaak
chefs of directeuren, en die worden
niet graag op hun nummer gezet
door een ondergeschikte. In het
beste geval wordt er gelachen om
'die kittige reactie'. In het slechtste
geval volgen er represailles.
Seksuele intimidatie wordt, on
danks alle publiciteit van de laat
ste jaren, in het bedrijfsleven nog
nauwelijks gezien als een pro
bleem. Schunnige moppen, sugges
tieve opmerkingen over billen, bor
sten en buik, stoere verhalen over
seksprestaties, het is vaak zo inge
sleten in een bedrijfscultuur dat
het lijkt alsof het erbij hoort. Zo
zeer zelfs, dat mannen (heel soms
vrouwen) zich te pletter schrikken
als de bom barst en ze beschuldigd
worden van ongewenste intimitei
ten.
„Dan hebben ze het niet zo be
doeld," vertelt organisatiedeskun
dige Alie Kuiper van het Rotter
damse bureau 'Bezemer en Kuiper'.
Het bureau komt voort uit de in
middels opgeheven Stichting 'Han
den Thuis' en is het enige bureau in
Nederland dat bedrijven advies en
training geeft bij beleid tegen sek
suele intimidatie.
„Er zijn bedrijven waar vrouwen
niet bij hun naam worden ge
noemd. De aanspreektitel is dan
'gleufdier' of 'kutje'. De mannen
vinden dat dan heel normaal. In
een dergelijke organisatie, met zo'n
seksistische bedrijfscultuur, krij
gen de mannen volop de ruimte
voor dergelijk gedrag. Als je ze er
dan op aanspreekt, zeggen dat ze
het niet zo bedoeld hebben. Meest
al is dat dan ook zo."
Steven Verbeek, arts en clusterma
nager van de I-SZW van Zuid-
West Nederland, de voormalige Ar
beidsinspectie, noemt het 'een her
kenningsprobleem'. Veel mannen
realiseren zich pas dat ze over de
schreef gaan, als ze ermee worden
geconfronteerd. Bovendien besef
fen ze vaak niet wat er met 'seksu
ele intimidatie' bedoeld wordt.
Verkrachting of aanranding kan
natuurlijk niet door de beugel. Dat
vindt zelfs degrootste seksist.
„Maar dat andere, die hinderlijke
blikken, een tik tegen de billen, een
arm over de schouder, daarvan
moeten ze nog ontdekken dat dat
bijzonder vervelend kan zijn. Of
denken ze nou echt dat het leuk is
om dertig keer per dag 'schatje' te
worden genoemd?"
Een kwestie van opvoeding dus.
Maar het probleem is echter dat
seksuele intimidatie nauwelijks on
derwerp van gesprek is in het be
drijfsleven. 'Dat komt bij ons niet
voor,' is meestal de eerste reactie.
Verbeek: „Bedrijven geven niet
graag toe dat er bij hen vieze
dingen gebeuren."
Seksuele intimidatie wordt, ondanks alle publiciteit van de laatste jaren,
nauwelijks gezien als een probleem.
in het bedrijfsleven nog
FOTO COR VIVEEN
De talrijke onderzoeksresultaten
liegen er echter niet om. Veel da
mes gaan wel degelijk gebukt on
der het hitsige gedrag van collega's
of chefs. Volgens een recent onder
zoek van het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid zegt
een op de drie vrouwen 'wet eens
last te hebben, of te hebben gehad'
van seksuele intimidatie. Het rap
port 'Werken onder druk', van het
zelfde ministerie, leert bovendien
dat ongewenste intimiteiten een
van de grootste oorzaken is van
stress bij werkende vrouwen.
Kuiper geeft een opsomming in
welke bedrijven hardnekkig seksis
tisch gedrag het meest voorkomt.
Het komt het minst voor bij orga
nisaties waar een machtsevenwicht
bestaat tussen mannen en vrouwen.
Gemiddeld waar mannen alle hoge
functies bekleden, in de meerder
heid zijn en vrouwen laag instro
men. Het meest tenslotte, in bedrij
ven waar de traditionele machts
verhoudingen tussen de seksen
doorbroken worden ten gunste van
vrouwen.
„De verklaring is dat het een uiting
van weerstand is tegen de nieuw
komers. Seksuele intimidatie func
tioneert dan als uitsluitingsmecha
nisme. Het lijkt een beetje op weg
pesten. We hebben dat gezien bij
de politie. Daar kwam seksueel
ongewenst gedrag op zo'n grote
schaal voor dat vrouwen massaal
weer ontslag namen."
De stereotiepe vieze man bestaat
niet, ver-telt Kuiper. Maar door de
bank genomen zijn het toch vaak
autoritaire mannen met 'een tradi
tioneel vrouwenbeeld'. Mannen die
dus eigenlijk vinden dat de vrouw
thuishoort. En niet op de werkplek.
Mannen die ook opmerkingen ma
ken als 'ga toch naar je kinderen'.
Kuiper: „Deze mannen willen zich
niet verdiepen in wat hun gedrag
bij de ander veroorzaakt. Als zij
zichzelf grappig vinden, moet ie
dereen dat maar vinden."
Mannen die worden aangesproken
op hun hinderlijk gedrag, reageren
vaak als een kat in nauw, vertelt
Verbeek. „De pertinente ontken
ning komt het meest voor: 'Dat
mens liegt, ze is hysterisch. Ze
heeft iets tegen me. Ze wil haar
baas aan de schandpaal nagelen.'
Spms is de dader opgelucht. Dan is
hij blij dat er einde komt aan het
seksueel geladen sfeertje. Maar
meestal krijgt de vrouw de schuld."
Met lichte spot: "Dan gaf ze na
tuurlijk aanleiding."
Toch wordt er zelden een officiële
klacht ingediend. Bij de I-SZW in
Breda, voorheen Arbeidsinspectie,
kwamen er dit jaar zeven binnen.
Het topje van de ijsberg, meent
Verbeek 'absoluut zeker' te weten.
Vrouwen willen niet 'zeuren'. Zijn
bang niet serieus te worden geno
men. Of willen niet overkomen als
een haaibaai of een trut. Liever
doen ze dan alsof ze niets merken.
De praktijk leert dat het vooral tot
het uiterst getergde vrouwen zijn
die hun belager aanklagen. Ze wil
len dan een schadevergoeding of
een ontbinding van de arbeidsover
eenkomst. De juridische klachten
procedure is echter een weg vol
hobbels en hindernissen en duurt
zo'n twee tot drie jaar.
Je moet wel heel stevig in je schoe
nen staan, wil je dat tot het laatst
toe volhouden, vertelt de Amster
damse arbeidsjurist Leo Ten Brink.
Hij is gespecialiseerd in klachten
,van seksuele intimidatie op de
werkplek.
„Allereerst is er de dader die haar
probeert zwart te maken. En dan is
er de leiding die niet meewerkt. Ik
geef je op een briefje dat er veel
bedrijven zijn waar vrouwen wor
den lastiggevallen en dat bij de
chefs aankaarten, maar vervolgens
geen poot aan de grond krijgen. Als
een slachtoffer echt een gerechts
procedure wil. moet ze met bewij
zen komen. Dat is heel moeilijk
omdat het vaak tussen twee perso
nen-afspeelt. En het valt ook niet
mee om collega's in een dergelijke
zaak te betrekken. Die haken
meestal snel af. En de vrouw heeft
ook nog te maken met familieleden,
die veelal zeggen: 'Mens, waar
maak je je druk om?' Het eind van
het liedje is meestal dat ze als de
dader wordt gezien. En dat ze haar
eigen positie op het werk onmoge
lijk heeft gemaakt." i
Met duidelijk hoorbare tegenzin
geeft Ten Brink toe dat vrouwen
eigenlijk nog steeds het beste af
zijn door zelf op te stappen. „Of ze
procederen uit principe. 'Mijn baan
kan ik toch wel vergeten' hoor je
dan. 'Maar ik doe het voor de
collega's die straks ook met deze
meneer geconfronteerd worden'."
Vanaf 1 oktober zijn bedrijven-in
ieder geval verplicht om maatrege
len te treffen tegen seksuele intimi
datie en werknemers proberen zo
veel mogelijk daartegen te bescher
men. Dat betekent een lampje in
het fietsenhok, geen smalle door
gangen bij kopieerapparaten, geen
afgelegen parkeerplaatsen. En, nog
belangrijker, het invoeren van een
klachtenprocedure, een ivertrou-
wenspersoon, en het geven van
voorlichting.
Toch biedt de nieuwe Arbo-wet
slechts beperkte mogelijkheden, al
dus Verbeek. „Het zegt alleen dat
de werkgever beleid moet voeren.
Dat kunnen wij. controleren. In
fabriekshallen waar blote vrou
wenkalenders hangen, kunnen we
de werkgever er fijntjes op wijzen
dat dat niet vrouwvriendelijk is.
Maar wij kunnen niets doen voor
het individuele slachtoffer. Die
moet zelf aanklagen."
De nieuwe wet biedt wel ruimte
voor een interne procedure. „Een
vetrouwenspersoon kan tegen de
baas zeggen: 'Ho even, een van je
werknemers doet rare dingen'. Die
kan dan disciplinair gestraft wor
den. En als er iemand uitgeknik
kerd wordt, reken maar dat dat
invloed heeft binnen in een be-'
drijf."
Afkeer van de nazi's had Jan
Kouwenberg van meet af
aan: „Bijna meteen na de
Duitse inval deed ik mee
met het verzet," zegt hij nu. „Je
deed het zoveel mogelijk indivi
dueel, want het verraad school om
de hoek. Het had niet zo veel te
betekenen, maar je deed het."
Tijdens het gesprek wordt duide
lijk dat hij in de eerste jaren nogal
wat joden heeft geholpen over de
grens te komen. „We kenden de
weggetjes en anders ging ik mee
met de vaste smokkelaars op hun
nachtelijke route."
Door Frans Oudejans
Pas na de oorlog bleek hoe de hele
familie Kouwenberg in touw was
geweest, zijn ouders en zijn twee
broers, ieder op een eigen manier.
„Maar je wist het niet van elkaar,
had hoogstens een vermoeden. Pas
jaren later bleek bijvoorbeeld wat
mijn moeder allemaal had gedaan.
Die was bijvoorbeeld zeer aktief in
de koeriersdienst. Mijn vader en
moeder zijn na de oorlog dan ook
onderscheiden."
Het hockeyelftal waarmee Jan Kouwenberg via Portugal naar Engeland vluchtte.
De jamfabriek ging voorlopig niet
door: „Je zag het aankomen. Ik had
de ketels en zo al in huis, maar heb
het allemaal begraven, zodat het
niet in beslag zou worden geno
men. Er zat nogal wat koper bij en
dat pikten ze meteen in." In plaats
daarvan werd Jan Kouwenberg
ambtenaar, eerst op het distribu
tiekantoor in Zundert, later in Et-
ten: „Daar probeerden we ook de
zaak te saboteren. Een groepje van
zes hield bonnen achter voor on
derduikers. maar de Duitsers kre
gen er lucht van en toen zijn we
opgepakt en in het politiebureau
van Etten-Leur vastgezet. Als eni
ge lukte het me te ontkomen. Ik
ging meteen op de fiets naar huis
en zei tegen m'n ouders: ze zitten
achter me aan, ik probeer naar de
overkant te gaan, Engeland dus. De
Duitsers kwamen prompt, maar ik
was al gevlogen. Ze hebben m'n
vader er nog een week voor vastge
houden, maar die wist van niets
natuurlijk."
Het wordt allemaal verteld alsof
het de gewoonste zaak van de we
reld was, terwijl de doodsdreiging
boven het hoofd van de jonge Zun-
dertenaar hing. Zijn weg naar de
overkant was omslachtig. „Eerst
zat ik 14 dagen in Leiderdorp bij
de schoonouders van een kennis uit
Zundert. Toen ben ik zwaar ver
momd nog even naar huis gegaan.
In de trein daarheen kwam ik in
gesprek met een pater. Die raadde
me aan in Rotterdam naar de pas
torie aan de Van Vollenhovenstraat
te gaan. Daar werd ik met verras
send begrip ontvangen en geholpen
aan kundig vervalste papieren van
de Duitse Organisation Todt om zo
naar Frankrijk te kunnen reizen.
Wie die pater is geweest heeft de
heer Kouwenberg nooit geweten,
maar navraag bij het bisdom Rot
terdam leert dat het vrijwel zeker
de dominicaan Nic. Apeldoorn O.P.
is geweest die in de oorlog verzets
werk deed onder de naam Victor en
later de meest onderscheiden reli
gieus van Nederland werd. Hij had
zijn 'hoofdkwartier' inderdaad in
de kerk aan de Westzeedijk, hoek
Van Vollenhovenstraat, de latere
kathedraal maar inmiddels ge
sloopt.
Naar Parijs dus, met een omweg
toch een stap in de goede richting.
Daar vond Kouwenberg een onver
wacht onderduikadres in een bor
deel. Opnieuw zonder namen te
kennen: „De bazin noemde ik Ma
dame Rouge." Hij trof nog enkele
ondergedoken Nederlanders en
ontving na een week papieren om
de reis naar de Pyreneeën te kun
nen maken, samen met twee joden
en een voortvluchtige arts uit
Zwolle: „We belandden in Lourdes
en kregen onderdak bij een paar
Franse dames. Die hielpen ons aan
een taxi om de reis naar de Spaan
se grens te maken, heel gevaarlijk
natuurlijk. Wat gebeurt er? Alle
grensposten waren onbemand op
een na en daar zat een Fransman
die ons nog veel geluk toewenste."
Over wonderen gesproken.
Zo werd het uiteindelijk Madrid,
waar de gevluchte Zundertenaar
zich meldde bij de Nederlandse
ambassade. Spanje was officieel
neutraal, maar het regiem van
Franco sympathiseerde zo sterk
met de Duitsers dat niemand zich
echt veilig voelde: „Als de Falange,
de aanhangers van Franco, door de
straat marcheerde, moest je zorgen
dat je meteen stilstond en hen
aankeek, anders liep je kans afge
ranseld te worden. Het was echt
een fascistisch regiem. We moesten
ons eens per week melden."
De ambassade zorgde voor kleren
en huisvesting: „Ik kwam in een
hotel terecht met nog een stel Ne
derlanders. In de buurt zaten er
nog meer, allemaal gevlucht. Jonge
mannen natuurlijk, net als ik. Om
dat er nogal wat hockeyers tussen
zaten, besloten we een elftal te
formeren. Dat getal haalden we net
met een enkele reserve. De direc
teur van Philips-Spanje, de heer
De Jong, een fantastische man,
zorgde voor rood-wit gestreepte
shirts en sticks en zo meldden we
ons bij de Club El Campo. We
mochten deelnemen aan de natio
nale competitie. De start was moei
zaam omdat we niet gewend waren
aan gravel. De heer De Jong zorgde
voor ander schoeisel en toen ging
het opeens veel beter. We wonnen
heel wat, zelfs bekers en medailles.
Er zaten ook hele goeie hockeyers
bij. De gebroeders Reus van
HHIJC, Van Rijswijk van Push,
Wim Esser van TOGO en inciden
teel diens broer Dick, de interna
tional die vrachtvliegtuigen vloog."
Wat als een sportieve ontspanning
begon om de sleur van het gedwon
gen verblijf in de Spaanse hoofd
stad te doorbreken, werd de
droomkans om verder te gaan rich
ting Engeland: „We waren zo goed
dat de ambassade voor ons een
wedstrijd organiseerde in Lissa
bon, compleet met uitreisvisum.
Die wedstrijd hebben we nooit ge
speeld en we zijn zelfs niet in
Lissabon gearriveerd. Een paar
extra mensen maakten de reis per
trein als verstekeling mee door zich
te verstoppen onder de banken.
Eenmaal over de Portugese grens
stapten we over op een andere
Jan Kouwenberg: „Die wed
strijd hebben we nooit gespeeld
en we zijn zelfs niet in Lissabon
gearriveerd.
FOTO DE STEM BEN STEFFEN
trein, richting Cossio Antonio,
Daar lag een Engelse mijnenveger
klaar die was getipt door de am
bassade in Madrid en zo werden we
verder naar Gibraltar gebracht, dat
Engels was."
Zo waren ze dus een eind op streek,
maar nog ver van Londen. In de
oceaan loerden Duitse U-Boten en
andere oorlogsschepen om elk vij
andig schip te torpederen. Kou
wenberg kwam terecht op de
'Dempo' die samen met de tot hos
pitaalschip verbouwde 'Oranje' en
de 'Volendam' als Nederlands schip
deel uitmaakte van een konvooi
van 37 schepen, dat onder bescher
ming van de geallieerde marine
richting Engeland ging. „Meteen
na het uitvaren werden we al aan
gevallen door een Duitser, maar
verder is het meegevallen. Het kon
vooi moest alleen voortdurend zig
zag-varen en zo heeft het ettelijke
dagen geduurd. Kerstmis 1943 heb
ben we aan boord gevierd. Voor de
speciale gelegenheid kregen we al
lemaal een flesje bier, dat herinner
ik me nog goed. Het waren troe
pentransportschepen, dat wil zeg
gen dat alles er uit gesloopt was
wat op luxe leek om zoveel moge
lijk mensen te kunnen vervoeren.1
Op 3 januari 1944 kwam Jan Kou
wenberg in Liverpool aan, een dag
later zat hij in Londen. Eindelijk
vrij? „Nee, we werden dagen aan
een stuk grondig ondervraagd door
de geheime dienst, MI 5, want er
was altijd kans dat er spionnen
tussen zaten. Dat hadden ze wel
geleerd. De twijfelgevallen werden
geinterneerd op het eiland Wight,
de zekere verraders werden ge
woon opgehangen. Zo ging dat."
Hij had microfoto's bij zich, onder
andere van het vliegveld Gilze-
Rijen, verborgen in een tube tand
pasta die hij meteen afgaf, maar
zoiets bleek nog geen waarborg
voor betrouwbaarheid. Toch kwam
hij er na een zware week goed
doorheen als een erkend Engeland
vaarder.
„Bij de verhoren zat een stenoty
piste om alles vast te leggen, Joan.
Die stond me wel aan. Op de dag
dat ik vrij kwam, ben ik bij dei
poort gaan wachten tot haar werk
er op zat en nu vieren we in
oktober onze 50-jarige bruiloft."
Hij laat doorschemeren dat het
huwelijk wat hem betreft het enige
goede van de hele Wereldoorlog is
geweest.
In Londen kwamen zijn plannen
om een conservenfabriekje te be
ginnen nog van pas: „Ik kreeg een
post op het Nederlandse ministerie
voor Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening dat zich druk maak
te met de voorbereidingen op de
situatie na de bevrijding. Er werd
veel ingekocht in een enorme ver
scheidenheid om Nederland zo snel
mogelijk van het hoognodige te
kunnen voorzien, thee, koffie, hooi
vorken, spades, conserveringsmid
delen, noem maar op. Koningin
Wilhelmina heb ik in Londen ont
moet, want ze ontving elke Enge
landvaarder persoonlijk en wilde
alles weten over de toestand bij
ons. Een bijzondere vrouw."
Toen een jaar na de Duitse capitu
latie alles vanuit Londen naar het
bevrijde vaderland was overgehe
veld, kwam het echtpaar Kouwen
berg terug naar West-Brabant. „Ik
ben alsnog kleinschalig toch nog
begonnen met m'n fabriekje. Dat-is
later overgenomen door het huidige
Groko in Zundert, waar ik ook nog
een tijd heb gewerkt, maar op een
gegeven moment heb ik in Etten-
Leur de fabriek opgericht die nu
Gfrost Diepvries heet. Daar heb ik
tot mijn 70e gezeten en toen vond
ik het welletjes. Onze oudste zoon!
heeft er nu de leiding."