DE STEM
Adrie van der Poel (35) zorgeloos bezig aan zijn tweede jeugd
Jacobs Breda Electronics
CB zend
apparatuur
nu vanaf 99,-
zou
kunnen
'Alleen nog fietsen
voor het geld
ik nooit
opbrengen'
'Ik wil nog een
keer gokken op
de wereldtitel
bij 't veldrijden'
importeur/groothandel/dealer van geluid en communicatie systemen
Liesbosstraat 14 Breda/Princenhage Tel. 076 21 28 81
Sport
ZATERDAG 1 OKTOBER 1994 DEEL B
3
0 Adrie van der Poel voor zijn prachtige landhuis in de bossen net buiten het Vlaamse Kapellen. „Ik waardeer mijn welstand, maar de sport staat voorop."
FOTO DE STEM/BEN STEFFEN
Van onze verslaggever
Jacques Eestermans
Kapellen - Hij heeft z'n
zaakjes dik voor elkaar.
Een fraaie erelijst, een
prachtig landhuis in de
bossen net buiten het
Vlaamse Kapellen, een leuk
gezin.
Veertien jaar geleden, bij z'n en
tree in het professionele wieier-
metier, had hij daar niet eens
over durven dromen. Adrie van
der Poel, de eenvoudige boeren
jongen uit Hoogerheide, had des
tijds slechts één doel voor ogen:
slagen als beroepsrenner. In de
wetenschap dat hij niet over bui
tensporig veel talent beschikte,
wendde hij z'n onverwoestbare
karakter aan om te bereiken wat
bij wilde.
Sport voorop
„Natuurlijk, ik hoopte als ieder
ander dat ik als prof een leuk
buisje en wat centjes op de bank
bij elkaar zou kunnen fietsen,
maar dat was niet de drijfveer.
Mijn ambities lagen op het spor
tieve vlak en dat is nog steeds het
geval," zegt Van der Poel in wel
haast onvervalst Vlaams. „Ik
waardeer mijn welstand, het is
beel prettig om zo te kunnen le
ven, maar de sport staat voorop,
[k moet er niet aan denken om al
leen nog te fietsen voor het geld.
Dat zou ik nooit kunnen opbren
gen."
Adrie van der Poel werd in juni
J5 jaar, hij is daarmee de oudste
Nederlandse prof, maar het moge
duidelijk zijn dat het heilige vuur
Jog immer in hem brandt. Ster
ker, hij lijkt bezig aan z'n tweede
leugd. In het metier wordt weer
met ontzag over hem gesproken,
heeft-ie ondervonden na zijn ze
vende plaats in Parijs-Brussel
^n paar weken geleden.
arm gevoel
„José de Cauwer (werkloos Bel-
gisch ploegleider, J.E.) belde me
een dag later op," vertelt Van der
4Ik tel blijkbaar weer mee'
Poel met gepaste
trots. „Hij vond
dat hij me moest
laten weten dat
hij van me had
genoten. 'Ik heb
de Van der Poel van tien jaar ge
leden aan het werk gezien,' zei hij
me. Tja, dan krijg je toch een
ouderwets warm gevoel van bin
nen."
Niet alleen de lovende woorden
van een man als De Cauwer,
maar ook - en meer nog - het res
pect dat hij afdwingt bij colle
ga's, doen hem goed. Zo hebben
de Italianen Bartoli en Casagran-
de zich bij hun ploegleiding sterk
gemaakt voor zijn rentree bij
Mercatone Uno. Adrie van der
Poel heeft er wel oren naar. Van
daag, aan de vooravond van Pa
rijs-Tours, de voorlaatste wereld
bekerwedstrijd van het seizoen,
heeft er zelfs een gesprek plaats
tussen de Vlaamse Brabander en
een afvaardiging van de Italiaan
se wielerstal.
Herboren
„Ik zou het erg leuk vinden om
met die mannen te gaan werken,"
geeft Van der Poel toe. „Dat ze
zich inzetten voor mijn komst als
een soort wegkapitein, is natuur
lijk een goede basis om op te bou
wen. Bovendien heb ik vorig jaar
een mooie tijd gehad bij die
ploeg. Ik voelde me herboren na
het seizoen. De beleving, de hele
sfeer rond het wielrennen is in
Italië anders dan hier. Het is
prettiger, zonder dat ik nu pre
cies kan aangeven waarom. Maar
het is nog niet gezegd dat ik ook
echt terug ga. Ik heb nog meer ij
zers in het vuur. Ik tel blijkbaar
weer mee.
Hoe anders
was dat een
jaartje gele
den. Frans
Maassen
maakte zich toen sterk voor de
rentree van Adrie van der Poel bij
de ploeg van Jan Raas, maar de
Zeeuwse ploegleider liet in een
kort telefoongesprek weten geen
plek te hebben. Cees Priem had
wel belangstelling, maar koos
uiteindelijk-'voor Steven Rooks,
omdat-ie meende dat de Noord
hollander meer inzetbaar was. En
de manager van Mercatone Uno
dacht pas aan de Nederlander,
toen hij z'n complete budget al
had uitgegeven. Van der Poel leek
serieus het slachtoffer te worden
van de financiële crisis binnen de
wielersport.
Miskend
Hij weigerde zich daar echter bij
neer te leggen. Hij voelde zich
miskend, wist dat zijn pezige li
chaam nog lang niet versleten
was, zoals hij nog had bewezen
met ereplaatsen in Parijs-Rou-
baix (vijfde) en de Amstel Gold
Race (zesde). Adrie van der Poel
zocht naar eerherstel en kreeg
tenslotte de kans bij de Coll-
strop-formatie van Willy Teirlin-
ck.
De voormalige winnaar van de
Amstel Gold Race, de Ronde van
Vlaanderen en Luik-Bastenaken-
Luik mocht dit seizoen zijn eigen
programma bepalen. Hij be
schaamde het vertrouwen van
Teirlinck niet, al duurde het tot
de Tour DuPont, voordat Van der
Poel goed ging rijden.
„In de voorjaarsklassiekers
kwam ik te kort," zegt hij terug
kijkend met zin voor realiteit.
„Toen ik daaraan begon, had ik
er niet meer dan tien koersdagen
opzitten vanwege het veldrijden.
Te weinig op mijn leeftijd. Het
probleem is dat je er naarmate je
ouder wordt, meer voor moet
doen, maar tegelijkertijd ook
meer rust moet nemen. Het kost
even tijd om je daar op in te stel
len. Vanaf de Tour DuPont liep
het ineens weer lekker. In het Ne
derlands kampioenschap was ik
op het podium gekomen, als ik
niet drie ronden voor het einde
lek had gereden. Zeker weten.
Een lelijke val in de Ronde van
Engeland verpestte vervolgens
mijn voorbereiding op het we
reldkampioenschap. Dat kwam
nu iets te vroeg. Maar ik ben al
die tijd hard blijven werken, blij
ven luisteren naar mijn lichaam
en ik wist daarom dat ik er in Pa
rijs-Brussel weer zou staan. En
zondag in Parijs-Tours (vorig
jaar werd hij nog vijfde, J.E.) rijd
ik normaal gesproken weer van
voren. Al moet je er altijd een
beetje geluk bij hebben."
Vierduizend
Hard werken is voor Adrie van
der Poel evenwel niet zomaar
hard werken, maar veel, heel veel
trainen. Zoals hij nooit anders
heeft gedaan. Afgelopen vier we
ken trapte hij liefst vierduizend
kilometer weg. „Wel inclusief de
koersen die ik heb gereden,"
haast hij zich te zeggen. „Maar
toch, het is erg veel, ja. Het komt
neer op zo'n tweehonderd kilo
meter per dag, want ik doe min
stens één kepr in de week een dag
helemaal niks. Vroeger zou zo'n
rustdag niet eens in mijn hoofd
zijn opgekomen. Dan zou ik een
schuldgevoel hebben gekregen
van heb ik jou daar. Tegenwoor
dig kan ik goed een dagje zonder,
maar dat is dan ook het enige
verschil met vroeger. Och, ik kan
het nog makkelijk opbrengen en
het leuke is dat het resultaat op
levert."
Toetsen
Het woord afscheid neemt Van
der Poel dan ook niet in de mond.
Wel is hij inmiddels zo ver, dat
hij de stand van zaken per jaar
bekijkt. En omdat hij beseft dat
aan alles een einde komt, heeft
hij zich onlangs ingeschreven
voor de (verkorte) cursus wieier-
trainer. „Daar wil ik niet de ko
mende winter mee beginnen,
maar pas de volgende.
Het geven van trainingen zie ik
als mijn toekomst voor na het
fietsen. Dat is niet plotseling bij
me opgekomen, maar die ambitie
heb ik altijd al gehad. Het zal wel
te maken hebben met het feit dat
ik zelf een echt trainingsdier ben.
Ik heb het gevoel dat ik er inmid
dels heel veel vanaf weet. Op
mijn manier dan. En die wil ik
wel eens toetsen aan de theorie
uit de boeken."
Trainer/coach
Het ploegleiderschap ambieert
Adrie van der Poel na zijn actieve
loopbaan daarentegen absoluut
niet.
„Dan ben je nog meer van huis
dan nu al het geval is. Daar voel
ik helemaal niets voor," stelt hij
met nadruk. „De combinatie trai
ner/coach, ja, daar kan ik me wel
wat bij voorstel
len. Bijvoor
beeld bij de
veldrijders of in
het mountainbi-
ken. Maar ploeg
leider, nee. Ik ben er volgens mij
ook niet geschikt voor. Daar moet
je toch een speciaal type voor
zijn. Maar ik weet wel dat ik din
gen anders zou doen dan ze nu
worden gedaan als ik ploegleider
zou zijn van een Nederlandse for
matie."
Adrie van der Poel is voorzichtig
in zijn kritiek op Raas en Priem,
omdat hij niet in hun keuken kan
kijken. Maar hij ziet in de wed
strijden dingen gebeuren, die vol
gens hem dringend aan verande
ring toe zijn om het verval van de
Nederlandse wielersport te stop
pen.
Losse elementen
„In mijn ogen wordt er op dit mo
ment te weinig als ploeg gereden.
Er staan wel acht, negen renners
in hetzelfde tricot aan het ver
trek, maar in de koers zelf zijn
het veel te vaak losse elementen.
Een bindende factor ontbreekt,
een renner die altijd maar bezig
is. Dat hoeft niet eens een topper
te zijn, als hij er maar invliegt.
Steeds maar weer.
Zo'n renner houdt het moreel
hoog en vroeg of laat werpt dat
z'n vruchten af. Daar ben ik hei
lig van overtuigd. Tuurlijk, in de
grote koersen is het een vereiste
om tactisch te rijden. Daar ont
kom je niet aan, gezien de belan
gen.
Maar in het gros van de westrij
den is er niks op tegen om je hele
maal leeg te fietsen, om te kijken
het
waar
schip
strandt. Op
die manier
verleg je
ook nog
eens je grenzen. Ik zeg altijd', van
koersen is nog nooit iemand
doodgegaan."
Stress
Daarnaast zou het naar de me
ning van Van der Poel een goede
zaak zijn als er wat minder druk
op de schouders van de renners
zou worden gelegd. „De stress is
veel te groot. Dat begint al bij de
groepstrainingen.
Persoonlijk houd ik er helemaal
niet van, maar als het dan toch
moet, maak er dan geen wedstrijd
van. Er zijn jonge gasten die zich
in twee sessies volledig over de
kop rijden en dan ook nog eens
het risico lopen, dat ze te horen
krijgen dat ze er helemaal niks
van kunnen. Weg is het moreel.
Terwijl vertrouwen krijgen en
hebben juist de basis voor alles is.
Gerrie Knetemann heeft dat goed
ingeschat als WK-coach. Niet
voor niets reed Erik Breukink een
prima wedstrijd. En wat voor
Breukink geldt, gaat ook op voor
mannen als Jelle Nijdam en
Frans Maassen. Die kunnen er
echt nog wel wat van, als ze maar
het vertrouwen krijgen."
„Kort geleden heb ik daarover
nog een gesprekje gehad met
Wiebren Veenstra.
Ik denk dat hij grote wedstrijden
als Gent-Wevelgem, Parijs-Brus
sel of zelfs Parijs-Tours kan win
nen. Zonder gekheid. Hij stond
ervan te kijken dat ik dat zei. Het
is eigenlijk toch te gek voor
woorden, dat hem dat nooit eens
is aangepraat."
Maar Adrie van der Poel heeft
evenzeer zijn bedenkingen over
de instelling van veel renners.
„Er zijn genoeg coureurs met ca
paciteiten, die daar helemaal
niks mee doen," meent hij. „Dat
stoort me geweldig. Als een ren
ner leeft voor z'n vak, niet gek
veel presteert, maar toch riant
wordt beloond, dan heb ik daar
vrede mee. Maar iemand die zijn
kwaliteiten niet uitbuit en toch
zijn hand ophoudt, nee, daar heb
ik geen enkele waardering voor.
Ze zijn een slecht voorbeeld voor
de jongeren en die zijn daar erg
gevoelig voor. Dan krijg je de si
tuatie dat er eerst aan geld en dan
pas aan het fietsen wordt ge
dacht.
Met zo'n instelling red je het
nooit, dat staat als een paal bo
ven water. Maar jammer genoeg
zijn er al jonge profs besmet ge
raakt met dat virus."
Kroon
Hij mag dan begaan zijn met het
lot van zijn collega's en de Neder
landse wielersport in het alge
meen, Adrie van der Poel is eer
lijk genoeg om toe te geven dat
hij nog niet zo ver is, dat hij zich
volledig weg wil cijferen ten fa
veure van een ander.
„Ik ben niet te beroerd om mijn
handen uit de mouwen te steken
voor een ander, maar ik denk ook
nog aan mezelf. Ik pik er mijn
wedstrijdjes uit. Parijs-Tours is
er één van. Dan wil ik er staan en
reken ik op de steun van een an
der."
De wereldbekerwedstrijd van
zondag is meteen ook de laatste
grote wegwedstrijd van zijn sei
zoen. Vanaf maandag gaat Adrie
van der Poel zich weer richten op
het veldrijden. „Alleen op de gro
te wedstrijden," verduidelijkt hij.
„Ik wil nog één keer gokken op de
wereldtitel:. Er is een tijd geweest
dat het een obsessie voor me was.
Dat is niet meer zo. Maar een we
reldtitel zou wel een prachtige
kroon op mijn carrière beteke
nen."