iRATIS MATSEN DE STEM Een revolutie op Walcheren lissen!!! Rksident ILu met »Ies and uoor de Zeeuws Museum toont duinen, kerken en 'ismen' uit periode 1900-1920 /V,- 3994 X 5' ZEN Inlijke -kermisexploitanten 'GADERING leester van Terneuzen brengt ter dat op donderdag 29 septem- 19.30 uur in het stadhuis van ppenbare vergadering van de raad li worden gehouden. er voornoemd. Iter en wethouders van Terneuzen lp artikel 18.4 van de Wet milieu- pare kennis, dat zij Nicole Geerinckx ezen tot ambtenaar, belast met het aleving van het bij of krachtens de Ier, de Wet bodembescherming en nder bepaalde binnen de gemeente Iter en wethouders van de gemeente pgen ter openbare kennis, dat zij n als plaatsen die bestemd zijn voor por vergunninghouders aan te wij- ■tal langsparkeerplaatsen aan het llwerk voor de woningen met de tot en met 33. Terneuzen, 23 september 1994 Burgemeester en wethou- ders van Terneuzen, secretaris, burgemeester, de Brauwer, drs. R.C.E. Barbè. fcrneuzen Grote Gids VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1994 DEEL Sooronze redacteur Hans Rooseboom In Veere, Vlissingen, Zou- telande, Middelburg en Domburg waren ze geves tigd, de schilders die de moeizame geboorte van de moderne kunst in Neder- d tot stand brachten. Walcheren was in de revo lutionaire jaren van 1900 tot 1920 een eiland waar moderne kunst leefde, bloeide en groeide. De Nederlandse kunstenaars in die tijd woonden natuurlijk niet alleen op Walcheren. Ze zaten in Amsterdam, ze woonden ver spreid door Nederland, maar vooral ook in een aantal con centraties. Zoals Laren in het Gooi en Bergen in Noord-Hol- 1. De schüders daar kenden elkaar, en beïnvloedden elkaar. Ze hadden elkaar nodig. Zo'n cluster was ook Walche ren. Wat daar in de schilder kunst aan de hand is geweest, is nooit overzichtelijk en in mime hoeveelheden te zien ge weest. Dat is nü wel het geval: in het Zeeuws Museum in Mid delburg is de overzichtstentoon stelling te zien Mondriaan en toorop temidden van hun tijd genoten m Domburg. Aanlei ding tot de tentoonstelling is bet Mondriaan-] aar 1994. Mondriaan stierf in 1944, en behoorde in zijn jeugd tot de Walcherse groep. Over hem is dit jaar al zo veel gezegd en geschreven, dat de aandacht nu ook wel eens naar andere kun- mag uitgaan. Zes zalen in het Zeeuws Mu seum, met zes thema's (één per zaal) zorgen voor een tentoon stelling vol verrassingen. Het merendeel van de werken is van niveau. Het is een exposi tie van kunsthistorisch belang, paar het is ook een puur esthe tische genotservaring om er rond te wandelen. Thema's 'ismen', alle stromingen, «le experimenten in de schil derkunst van rond 1910 werden °P Walcheren beoefend. Lumi- uisme, fauvisme, (neo-)polntil- isme, divisionisme, kubisme, «uk voor stuk waren dat in die 'jd radikale richtingen, die veel •beschouwers in verbijstering rachten. Er waren tussen die schilders dus grote verschillen dt stijl, maar er bestond wel een Pruilende voorkeur voor de zelfde thema's. Dat kan ook v7,n'et anders wanneer je als jh r?er op een Zeeuws eiland yan doen ze zich onvermij- dijk aan je voor: stranden, urnen, bomen, molens, kerk- vuurtorens en Zeeuwse ty pen. J j-n langs die thematische inde- nS zijn de zalen van het eeuwsch Museum dan ook in to- Vijftien schilders zijn r samengebracht in een reü- 7n!'i e?nZZerrnie op het duin, *'sbegeleidende catalogus in reünie haalt her- do °P- Brengt opnieuw wereld tot leven zoals die Theo van Rijsselberghe: 'Gezicht op Veere' (1906). Olieverf op board. (Coll. Stedelijke Musea Gouda Piet Mondriaan: 'Vuurtoren Westkapelle' (1908). Olieverf op doek. (Coll. Haags Gemeentemuseum) honderd jaar geleden was. Een fin-de-siècle-wereld waarin grote veranderingen op til wa ren. In de samenleving, én in de kunst. Klimaat Rond het jaar 1900 overheerste in de Nederlandse kunstwereld het klimaat zoals dat door de schilders van de Haagse en de Amsterdamse school een paar decennia tevoren was gevestigd. In die toestand schudde het gro te voorbeeld van Vincent van Gogh (overleden in 1890 en al direct daarna wereldberoemd) veel jonge kunstenaars wakker. Ze gingen experimenteren met licht, kleur, lijnen en penseel- toets. In Nederland leidde dit tot het luminisme. Jan Toorop was de grote man van het luminisme, de richting waarin ook Piet Mondriaan aanvankelijk actief was - totdat hij de strijd om met natuurlijke kleuren de werkelijkheid te vangen opgaf en hij besloot tot abstractie van die werkelijkheid in primaire kleuren. Luminisme, het woord zegt het al, heeft alles te maken met licht, dat zo rijkelijk voorhan den is in Zeeland. Geen wonder dat het luminisme speciaal wor tel kon schieten tussen de Wal- cherse schilders. „Jan Sluyters, Leo Gestel en Piet Mondriaan ontwikkelden het luminisme tot een radikale stroming", zegt de catalogus. „Mondriaan kwam vanaf 1908 geregeld naar Domburg. Sluij- ters en Gestel zijn in de ten toonstelling opgenomen vanwe ge hun rol in het luminisme, die niet gescheiden kan worden van Domburg." Schaduw Mondriaan, Toorop, Sluyters en Gestel zijn genoegzaam beken de figuren.' Veel aardiger is de kennismaking met schilders die Jacoba van Heemskerck: 'Bos, compositie nr. 6' (1913). Olieverf op doek. (Coll. Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam) wat in de schaduw zijn geble ven. Speciale aandacht verdient het werk van Jacoba van Heemskerck, een schilderes die belangrijk bijdroeg aan de avantgardistische kunst rond 1900. Toch is zij nagenoeg on bekend gebleven. Ten onrechte, dat laat deze tentoonstelling in Middelburg zien, en trouwens ook de expositie in het opnieuw opgebouwde paviljoen in Dom burg. Jacoba van Heemskerck was een der vroegste vertegenwoor digers van het kubisme in Ne derland. Geboren in 1876, ver trok zij in 1904 naar Parijs, het centrum van de wereld, op een paar uur afstand van Nederland gelegen. Haar kennismaking in Parijs met het hyperactuele cu- bisme was doorslaggevend, 's Zomers verbleef zij in Dom burg, waar zij haar inzichten gestalte gaf in grote doeken. Zoals 'Bos, compositie nr. 6', een pronkstuk op de tentoon stelling in Middelburg. Verschil „Jacoba van Heemskerck zei zelf dat ze experimenteerde met goud. Goud geeft de innerlijke diepte weer, de glans van de geest. De kleuren van Jacoba van Heemskerck zijn de taal van de ziel. Bij Jacoba is het onderwerp steeds herkenbaar. Hierin ligt het grote verschil tussen haar en Mondriaan", al dus kunsthistorica Hesther van den Donk in de catalogus. Markant is ook Lodewijk Schelfhout, bijgenaamd 'de eer ste Nederlandse kubist'. Schelf hout is de belichaming van de wisselwerking tussen de artis tieke kringen in Parijs en in Nederland. Wat hij in Parijs leerde bracht hij onmiddellijk naar Nederland, bijvoorbeeld naar Domburg. Hij zorgde zo voor de ene primeur na de an dere. Het waren inderdaad hec tische, revolutionaire tijden in de schilderkunst. Overigens was Lodelijk Schelfhout een klein zoon van Schelfhout, de Win- terschilder. Kleur vlakjes Een heel eigen aanwezigheid straalt het werk van de Brussel se kunstenaar Theo van Rijssel berghe (1862-1926) uit. Deze multidisciplinair begaafde ar tiest zag in 1886 op een ten toonstelling in Parijs het werk van Seurat, en diens pointillis- me is hem sindsdien blijven achtervolgen. Nog in 1906 schil derde hij een 'Gezicht op Veere' (zijn woonplaats) in die stijl. Geen slaafse navolging van Seurat, maar integendeel een eigen toon, met losse, divisio- nistische kleurvlakjes. Een wat bravere pointillist is Ferdinand Hart Nibbrig, wo nende te Zoutelande (in een huis bovenop de duinen, wat toen nog mocht). Hart Nibbrig probeerde, zoals hij zelf zei, 'de kleurenwemeling te doen zin gen'. Dat is hem gelukt in het doek 'Strand bij Zoutelande'. Zachte kleuren, een nevelige horizon, zee en lucht doorscho ten met roze toetsen: een zomers geheel, inderdaad echt Zeeuws van sfeer. Wat niet wegneemt dat Hart Nibbrig er ook nog een 'Larens' leven op na hield. Catalogus Bij de tentoonstelling is een zeer fraaie catalogus versche nen. Daarin komen niet alleen de werken via reproducties in kleur en zwartwit tot leven, maar tevens het hele kunste naarsleven van destijds, in een drietal verhalen van deskundige kunsthistorici. De catalogus is tevens bedoeld als leidraad bij de expositie die momenteel in Domburg is te zien in het herrezen Tentoon stellingsgebouw - waarover de ze krant al eerder heeft bericht. In dat kunstpaviljoen is precies dezelfde tentoonstelling te zien als in het jaar 1912, en het gaat om dezelfde groep schilders als in Middelburg. De kunsthistori ca Jacqueline van Paaschen schrijft haar succesvolle speur tocht naar de doeken van toen. Ze heeft er 70 van de 85 achter haald, uit binnen- en buiten lands bezit. En het ziet ernaar uit dat deze tijdelijke bruikle nen wel eens een permanent karakter kunnen krijgen. Zodat de bloei van de Walcherse schil derkunst van weleer wellicht een definitief onderkomen krijgt op de plek van ontstaan. 'Mondriaan en Toorop temid den van hun tijdgenoten in Dom burg'. Schilderijen van Piet Mond riaan, Jan Toorop, Jacoba van Heemskerck, Mies Elout-Drabbe, Henri Ie Fauconnier, Conrad Kick ed, Leo Gestel, Charly Toorop, Theo van Rijsselberghe, Jan Sluy ters, Lodewijk Schelfhout, Otto von Rees en Ferdinand Hart Nib brig. Zeeuws Museum, Abdijcom plex Middelburg. Geopend van dinsdag t/m vrijdag van 10.00-17.00 uur, van zaterdag t/m maandag van 13.30-17.00 uur. (t/m 15 jan.) De tentoonstelling in Domburg loopt eveneens tót 15 januari. De VVV's in Middelburg en Domburg organiseren arrangementen, wan del- en fietsroutes, de NS biedt een dagtocht.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 19