Week nd
De oorlog leeft maar de emotie sterft
op
Hebt
u
Anne Frank
gekend?'
op jacht naar voedsel
De jongste
generaties zijn
eboren met hun
naar het oosten
BESTEM
E10
Vijftig jaar bevrijding is voor de zuidelijke provincies,
gemeenten en scholen een kapstok om flink uit te
pakken. Vooral voor het onderwijs is een overvloed
aan materiaal beschikbaar. Maar hoe is dat zonder
vijftigjarig jubileum? Leeft de oorlog - en dan gaat het
altijd over de Tweede Wereldoorlog - nog in het
hedendaagse onderwijs? Een speurtocht in het
zogeheten onderwijsveld. De oorlog leeft maar de
mensen die de emotie van die oorlog kunnen
overbrengen sterven uit.
'Verplaatsen in
anderen
belangrijke
pedagogische en
onderwij skundige
doelstelling'
Laatste
oud-kampgevange
nen brengen de
emotie van de
oorlog in de klas
PTEMBER 1994
gezinnetje vormden in een
e buitenwijk vol ruimte
1961 kwam Alles draait om
(ook NCRV). Donna E
r opgroeiende dochter en
ewogen zich met een voor
ongewone lichtheid en ze
n door de week én zondas
broeken en lichte gymschoe-
dereen reed in een open auto
een zee van vrije tijd. Als de
en thuiskwamen, riep moe-
olijk: „There are cookies ui
r and there's milk in the
rator."
ruste opvoeders zagen geva-
die centrale plaats van de
st in de Amerikaanse gezin
aar de Nederlandse omroe-
■ochten de ene serie na de
Via Perry Mason, Lassie, 1
ucy ging het naar Peyton
dat een tijd lang een stempel
op ons avond-leven, en later
Dallas en de soaps. In die
f maakte Nederland ookken-
et de Kennedy's, de jonge
ent met zijn mooie vrouw,
de huiskamers vaste gasten
n. Amerika was jong, vlot en
Personality en sex appeal
nieuwe woorden die de Ne-
ders in die tijd leerden ge-
n.
en zestig met hun openheid,
ratisermg en sterk gestegen
ens, openden op alle gebie-
e deuren voor Amerika. De
kanen Andy Warhol en Roy
enstein zorgden voor een re-
e met hun kunst van het
e, de pop-art. De toneelstuk-
an Arthur Miller en Tennes-
illiams werden in de oude
serieus genomen. Films van
azan, John Huston en andere
ood-regisseurs kregen échte
ies in de Nederlandse kran-
Marilyn Monroe en James
werden idolen en alleen be-
zwartkijkers hadden het
merikaanse toestanden',
ren wel begaafde Duitse ci-
n, Volker Schlöndorff, Rai-
erner Fassbmder, Wim Wen-
maar ze merkten dat Europa
r was geraakt en alle nieuwe
kkelingen uit Amerika kwa-
Vroeger of later lonkten ze
aal naar Hollywood. Nu zijn
eeste in Duitsland gemaakte
veroordeeld tot de filmhuizen
ga's. De Nederlandse bisoco-
orden volledig beheerst door
ikaanse concerns en Ameri-
e actiefilms.
levisie is in ons land, vooral
de commercialisering en te-
ding van de overheid, van 's
ns vroeg tot 's avonds laat
ikaans geworden. De Duitse
s doen slechts mee in de
e. Ondertussen galoppeert Jo-
ayne over de Duitse tv, ook al
kt hij Duits. Jawohl, sir.
vloeiden Duitse uitdrukkingen
merkt uit Nederlandse mon-
So wie so, überhaupt, drum
dran, rücksichtslos, unverjro-
m groszen ganzen, ins blauen
n, nicht ïm Frage, unheirhlicK
dganger, Spielerei, Ausdauer,
o weiter, und so weiter. In de
zeventig en tachtig verdween
Duits uit talenpakketten op
1, uit kranten en tijdschriften.
spreektaal,
mgste generaties zijn geboren
hun rug naar het oosten. De
is volledig gericht op de vef'
-industrie van Amerika. He
of jongeren alleen aan he
ian van Duitsland herinnero
én als Oranje voetbalt tege"
annschaft.
'Is hoort bij de jongerencultuu
ederland. Rock, soul, rap, neu
house, grunge, er is ge®
d German bij. Shit is een^
lopulaire krachttermen.
isze zegt, wordt niet verstaan
ls is de taal van de pop-n11^
de mode, de reclame, de coffl'
icatie-industrie en heel vee
re sectoren van het maa
PPelijk leven. m
sland is onze buur, maar nj
n ander werelddeel te ligSe
nood is Amerikaans en dat z
lopig wel zo blijven. So wie s
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1994
Door René van der Velden
Typerende opmerking van
H. Theulings, secretaris
van het Nederlands-
Duits anti-fascisme-co-
mité Nooit meer/Nie
wieder: „We hebben een
tweede generatie geschiedenislera
ren, van wie je je afvraagt 'wat
weten ze er zelf van?'. Je merkt dat
de jeugd die oorlog Rambo-achtig
ziet. Als je zegt dat je in het verzet
gezeten hebt, vragen ze 'hebt u ook
geschoten?'."
Uit onderzoeken blijkt dat Neder
landse jongeren vrij negatief over
Duitsers denken. Volgens een re
cent onderzoek van Clingendael is
maar liefst 56 procent van de jon
geren negatief over Duitsers en
slechts 15 procent positief. Veel
jongeren blijken Duitsers in hoge
mate te associëren met de Tweede
Wereldoorlog en met racisme en
geweld tegen buitenlanders terwijl
ze in het algemeen slécht op de
hoogte zijn van de Tweede Wereld
oorlog.
Toch neemt de oorlog een belang
rijke plaats in in de leerplannen.
In de twee meest gebruikte ge
schiedenismethoden in het basison
derwijs ('Geschiedenis in Onder
werp en Opdracht' en 'Bij de tijd')
staat de Tweede Wereldoorlog in
groep 8 een week of zes centraal bij
het vak geschiedenis. Dat zijn
twaalf lessen van drie kwartier.
Toon Vroegrijk, leraar van groep 8
van de Fatimaschool in Roosen
daal: „De Eerste Wereldoorlog is
vrijwel geheel vergeten, die wordt
niet meer behandeld in de geschie
denisboeken. Maar de Tweede wel.
Dat komt door de blijvende emo
ties van de generatie die die oorlog
meegemaakt heeft. Het is een on
derwerp dat de jeugd steeds blijft
boeien, meer dan hun ouders en
meer dan twintig jaar geleden. Dat
zie je aan de manier waarop ze
luisteren. En aan wat ze meebren
gen. Kinderen zien die spullen bij
hun grootouders. Je staat er ver
steld van wat opa's en oma's nog
bewaard hebben aan gebruiksvoor
werpen en voedselbonnen. Je krijgt
karrevrachten materiaal in je
school. Zoveel dat je er met gemak
een tentoonstelling van kunt ma
ken."
„Ook de leeftijd van de leerkracht
speelt natuurlijk een rol. Ik ben
van net na de oorlog, in 1945
geboren, dus opgegroeid met die
verhalen. Bij mijn geboortehuis
zijn drie kinderen de lucht ingevlo
gen omdat ze met landmijnen
speelden. Ik heb de krater nog
gezien. Maar hoe zal dat zijn bij
iemand van 25?"
Hoe komt de oorlog over bij kinde
ren van 12? „Het gruwelijkste vin
den ze de jodenvervolging. Dat vin
den ze gewoon akelig. Sommigen
Een deel van Brabant Bevrijd, een jongerenkrant die ter gelegenheid van de herdenking van 50 jaar
bevrijding werd uitgegeven door de provincie Noord-Brabant.
weren dan hun gezicht af. Maar het
avontuurlijke van oorlog spreekt
kinderen aan. Je moet 'natuurlijk
oppassen dat je niet in rolpatronen'
vervalt, maar jongens zijn nu een
maal geïnteresseerd in krijgshan
delingen, het type vliegtuigen en
hoe zo'n Engelse militair er uit zag.
Meisjes spreekt het emotionele, het
verdrietige, het zielige aan."
In het voortgezet onderwijs is de
Tweede Wereldoorlog sinds de in
voering van de basisvorming een
verplicht kerndoel bij het vak ge
schiedenis. In mavo3 en havo/vwo4
staat de oorlog een week of acht
(twee lesuren per week) op het
programma. Daarna komt het in de
eindexamenklas weer terug.
Volgens Peter Melissen, leraar ge
schiedenis op de Nassau Scholen
gemeenschap in Breda, is die oor
log absoluut het onderwerp waar
de leerlingen het meest in geïnte
resseerd zijn. „Misschien omdat er
thuis erg veel over gepraat wordt
en omdat er veel oorlog op televisie
komt. Maar ook door een film als
Schindler's List, waar we met drie
honderd leerlingen heen zijn ge
weest."
De instanties die zich in Nederland
dagelijks met de Tweede Wereld
oorlog bezig houden, zijn over het
algemeen tevreden met de aan
dacht die de oorlog krijgt in het
onderwijs.
De toonaangevende Anne Frank
Stichting in Amsterdam heeft niet
te klagen over de aandacht voor de
oorlog. Voorlichter Maarten Bijl:
„De oorlog leeft. De aandacht van
jongeren en scholen is nog steeds
bijzonder groot. Vele tienduizen
den scholen nemen ons informatie
pakket af. Veie scholen bezoeken
ons museum om het educatief pro
gramma te volgen. Onze capaciteit
is constant volledig in gebruik."
Frans Bom is secretaris van de
Nationale Federatieve Raad van
het Voormalig Verzet Nederland.
Hij vertelt trots dat ruim 100.000
leerlingen per jaar 'bijgeschoold
worden op dit gebied'. Daarmee
doelend op gastlessen van ex-ver-
zetsmensen en ex-kampgevange
nen. „Daar wordt ruim gebruik van
gemaakt door scholen. Ik heb daar
een positief beeld van. Maar het
wordt van lieverlee wat moeilijker.
Echte verzetsmensen van onder de
70 kun je met meer krijgen."
Hij verwijst naar P. Nieuwstraten,
voorzitter van de Commissie
Jeugdvoorlichting van dezelfde
raad. Nieuwstraten concludeert na
zeventien jaar gastlessen dat er
'een ontzettende belangstelling is
voor de jaren '40-'45 onder de
jeugd'. „Wij proberen de lijn door
te trekken naar het heden. Want
het gebeurt nu weer. Op veel plaat
sen wordt de menselijkheid be
dreigd door neo-nazi's. Mensen
worden vervolgd, fascisme steekt
de kop op. De boodschap van toen
is een waarschuwing voor het he
den. Zo moeten we het gebruik van
nazi-symbolen tegengaan. Net als
drugs is dat een sluipend gevaar".
Hij keurt het volstrekt af als hier
aan op een school onvoldoende
aandacht wordt gegeven. „Dat is
nalatigheid van de leraren."
De herdenking van de bevrijding
geeft een enorme opleving van acti
viteiten en een hausse aan materi
aal, vooral voor het onderwijs. Met
het educatieprogramma 'Brabant
Bevrijd' besteedt Noord-Brabant
veel aandacht aan vrijheid, tole
rantie en discriminatie met het
voortgezet onderwijs als doelgroep.
Ook Zeeland wacht een storm aan
herdenkingsactiviteiten: de provin
cie maakt een videofilm, gemeente
besturen, scholen en oud-strijders
storten zich eensgezind op de vijf
tigste verjaardag van de bevrijding.
Volgens professor Ido Abram, als
bijzonder hoogleraar Onderwijs
kunde verbonden aan de Universi
teit van Amsterdam, is al die aan
dacht voor vijftig jaar geleden vol
komen terecht. Abram bepleit een
belangrijke plaats voor oorlog en
bevrijding in het onderwijs.
„Onvermogen tot identificatie was
ongetwijfeld de belangrijkste oor
zaak van het feit dat zoiets als
Auschwitz zich temidden van
enigszins beschaafde en goedwil
lende mensen heeft kunnen afspe
len. Je niet met anderen kunnen
identificeren en niet voor andere
groepen willen opkomen, leidt tot
onverschilligheid voor het lot van
anderen en het vöör alles beharti
gen van het eigen voordeel. Dit kan
tot zoiets als Auschwitz leiden, tot
het vernederen en vermoorden van
miljoenen mensen. Daarom is het je
verplaatsen in anderen, in mensen
die anders denken, anders voelen
en anders doen, behalve een huma
ne, ook zo'n belangrijke pedagogi
sche en onderwijskundige doelstel
ling."
Mevrouw L. van Rooij-Overgoor uit Breda vertelt over haar oorlogservaringen op de Nassau Scholengemeenschap: „Ik wéét nog dat ik
honger, kou en angst heb gehad maar ik vóél het niet meer.foto cor viveen
»t'
Door René van der Velden
Zestien jaar was ze, toen
de oorlog begon. Ze had
een kantoorbaantje bij
de spoorwegen. In 1943
leerde ze haar veel latere
echtgenoot kennen. Hij
zat bij de inlichtendienst. „Hij had
inlichtingen nodig en ik heb wat
kunnen verdonkeremanen." Na
ruim een half jaar bleek haar ver
zetsgroep geïnfiltreerd door Van
der Waals. Een nachtmerrie volgde.
Zo begint, voor de zoveelste keer,
het verhaal van mevrouw L. van
Rooij-Overgoor uit Breda. Na een
arbeidzaam leven in de fotohandel,
met zaken in Breda en Domburg,
besloot ze bijna tien jaar geleden
zich aan te sluiten bij de Commis
sie Jeugdvoorlichting van de Stich
ting Samenwerkend Verzet. Om
vervolgens op scholen in West-Bra
bant haar gruwelijke verhaal te
vertellen.
Honderden keren.
Over de kampen in Haaren, Vught,
Ravensbrück en Dachau.
Over haar moeder die door haar
toedoen twee maanden lang zeven
cellen verder zat. Die ze via een
briefje een naam kon laten liegen.
De naam van een dode.
Duizenden vragen heeft ze beant
woord. Hebt u mensen zien vergas
sen? Hebt u lijken gezien? Hebt u
Anne Frank gekend? Hoe deed u
dat nou als het oudjaar was?
De gastlessen begonnen in de jaren
tachtig omdat oud-gevangenen
vonden dat kinderen te weinig over
de oorlog hoorden. Ruim honderd
medewerkers gingen de school in.
Om hun emotionele verhaal te ver
tellen aan klassen vol pubers.
„Met welke drijfveer? Ik hoop ze
immuun te maken voor allerlei ver
schijnselen die je vrijheid beper
ken, voor kwade invloeden van
buitenaf. We proberen de jeugd
bewust te maken van de waarde
van de democratie, van de vrijheid.
Daar doen we het voor. Ik vind dat
het bij de opvoeding hoort. Je moet
kinderen maatschappelijk inzicht
geven in wat er allemaal speelt. Nu
zijn het de vluchtelingen, toen de
joden."
Mevrouw Van Rooij kón dat doen,
zegt ze, omdat ze de oorlogserva
ringen vrij snel verwerkt had. „Dit
is bijna een herbeleving als je niet
oppast. Maar je moet die lessen
niet nodig hebben om te verwer
ken. Ik heb het vroeger verwerkt.
Ik was 21 toen ik terug kwam en
ben thuis geweldig goed opgevan
gen. Je moet proberen om er gees
telijk niet onder door te gaan. Ik
scherm mezelf af en raak niet geë
motioneerd. Ik huil moeilijk of
nooit, dat heb ik afgeleerd daar.
Alleen op het eind van het seizoen,
dan merk ik wel dat ik er genoeg
aan heb."
Mevrouw Van Rooij heeft scholen
bezocht in heel West-Brabant. Ze
heeft haar verhaal verteld op basis
scholen. In groep 8. „Ik heb ook
eens voor groep 7 gestaan maar die
kinderen wisten niet eens wat een
oorlog was," Maar vooral op scho
len voor voortgezet onderwijs, als
emotionele aanvulling op de gru
welijke feiten van het nabije verle
den.
Ze onderstreept de opvatting dat
de Tweede Wereldoorlog - hoewel
steeds langer geleden - zich de
laatste jaren in een stijgende be
langstelling mag verheugen. „De
interesse is enorm toegenomen. In
de hele maatschappij. Ik denk dat
dat komt door de discussie over
kernwapens en de gebeurtenissen
in Irak en Joegoslavië."
Na dit schooljaar komt er een einde
aan de gastlessen. „We hebben de
leeftijd der sterkeren. Het wordt
vermoeiender. Ik zie er wel eens
tegen op om te gaan. Het houdt op
wegens gebrek aan mensen. We
zijn nog maar met zijn achten."
De dag na ons gesprek zien we
mevrouw Van Rooij op school. Ze
geeft een gastles op de Nassau
Scholengemeenschap in Breda. En
vertelt voor de zoveelste keer haar
indringende verhaal. Doodse stilte
in de klas. En na het verhaal de
bekende vragen.
Wat vindt u eigenlijk van de CD? Is
dat weer net zo dreigend voor u als
vroeger
Niet helemaal. Maar je weet niet
wat er ondergronds gebeurt. De
gastarbeiders zijn hier gekomen
voor ons, dat vergeten ze. Je moet
er natuurlijk niet op stemmen.
Is het niet moeilijk om te vergeten
als u steeds dat verhaal weer ver
telt op scholen?
Ik ben heel goed opgevangen na de
oorlog. En getrouwd met iémand
die hetzelfde heeft meegemaakt. Ik
wéét nog dat ik honger, kou en
angst heb gehad maar ik vóél het
niet meer.
Ziet u nog wel eens mensen met
wie u in een kamp gezeten hebt?
Ja, maar dan praten we vooral
over de lol die we gehad hebben.
Want je moest en moet altijd blij
ven lachen.
De bel gaat, de klas blijft zitten.
Nog net even tijd voor 'de moraal'.
„Geen vragen meer? Nou, lees er
maar veel over en houd je ogen en
oren open. Als je een hakenkruis
ziet, doe er wat aan. Neem stelling
ais er weer eens gezegd wordt dat
vreemdelingen onze huizen en ba
nen inpikken. En ga stemmen. Als
jeblieft!"