Weekend
1994 e|
DE STEM
Bevrijding bracht
Europa in the
mood voor
Amerikaans
amusement
Het was zo'n merkwaardig, schijnbaar zinloos moment in de historie van de
mensheid. Majoor Glenn Miller, in het voorjaar van 1944 vanuit Amerika naar
het Engelse front overgekomen met zijn populaire Army Airforce Band, wilde op
een mistige decemberdag in '44 Het Kanaal oversteken in een één-motorige
Norseman. Hij moest een aantal concerten regelen in het bevrijde Parijs. Het
toestel verdween in de nevelen van de tijd. Glenn Miller, trombonist, bandleider
en componist uit het landelijke Iowa, pas veertig jaar oud, werd een jaar later
officieel dood verklaard.
De jongste
generaties zijn
geboren met hun
rug naar het oosten!
ZATERDAG 17 SEPTEMBER
De schlager werd hit
en scheisze werd shit
der zuchtte op het witte doek. De
film Drei von der Tankstelle (1930)
werd een langdurig succes. Heinz
Rühmann, Hans Albers, Emil Jan-
nings en Mariene Dietrich waren
de sterren. En de ware filmkunst
was niet Mary Pickford in een
sentimenteel Hollywood-produkt,
maar natuurlijk Peter Lorre in M
van Fritz Lang (1931).
Maar er vonden dramatische ver
anderingen plaats in het Duitse
rijk. Creatieve geesten begonnen
hun geboorteland te verlaten, voor
al na 1933, toen het fascisme het
land in de boeien legde en Joseph
Goebbels de kunst ging zuiveren.
Vermaarde auteurs als Thomas en
Heinrich Mann, Stefan Zweig, Jo
seph Roth, Bertolt Brecht en Her
man Hesse gingen vrijwillig in bal
lingschap in Nederland, Zwitser
land of Amerika, het oppervlakki
ge, maar vrije Amerika.
Op het moment dat
Glenn Miller veronge
lukte, klonken zijn
composities in feestza
len in Engeland,
Frankrijk en Zuid-Ne
derland, overal waar geallieerde
soldaten de dansvloer zochten:
Moonlight Serenade, Chattanooga
Choo Choo, American Patrol,
Pennsylvania 6-500, In the Mood.
De golvende, melodieuze muziek
was een streling na het gebulder en
geknetter van de oorlog. Bij de
klanken van deze beschaafde swing
kon je zwijmelen, dromen en ver
liefd fluisteren.
Voor Nederland was In the Mood
uit 1939 het lied van 1944-1945.
Via BBC-radio en vaderlandse
dansorkestjes trok het mee met de
bevrijders. Het gekke is dat het in
Duitsland de hele oorlog door een
geliefd nummer is geweest, sinds
het de swing jugend in 1941 in het
Berlijnse Sportpalast gek maakte.
Goebbels stond het nummer toe,
maar dan moest het wel onder de
titel Stimmungen vertolkt worden.
De Amerikaanse bevrijders namen
muziek mee van de Andrew Sisters
(Don't fence me in en Rum and
Coca Cola), van uitbundige negers
en van huilerige, blanken met een
cowboyhoed. Bovendien was er tij
dens de bezetting in de VS een
nieuw fenomeen opgestaan, dat
overal koren van gillende meisjes
op de been bracht. De magere,
brutaal ogende en zingende Frank
Sinatra had de grote Bing Crosby
van de troon gestoten.
Glenn Miller haalde het Europese
vasteland niet, maar zijn muziek
veroverde de ene hoofdstad na de
andere. Het tragische vliegtuigon
geluk had onvermoede, grote ge
volgen. Het vrije Europa raakte in
the mood voor de Amerikaanse
cultuur, de aanval op de Duitse
almacht in de concertzalen,
schouwburgen, bisocopen èn bibli
otheken was ingezet.
Nu, vijftig jaar later, mag je de
Duitse nederlaag op het gebied van
de populaire cultuur volledig noe
men. Kunt u op dit moment zo uit
uw hoofd een bekende jonge Duitse
filmacteur noemen? Of een Duits
boek dat in de afgelopen twee jaar
succesvol was? Fluit u eens een
recent Duits melodietje...
De omslag voltrok zich als een
langzame revolutie. Vóór de Twee
de Wereldoorlog knielde Nederland
in ademloze bewondering voor het
machtige Duitse taalgebied, de hei
lige grond van Goethe, Beethoven
en Schiller, de opwindende wereld
van Kafka, Freud en Hegel. Die
historie, die vitaliteit, die diep
gang, daar kon toch geen land
tegen op?
Nederlanders neurieden in de jaren
twintig en dertig deuntjes uit Duit
se operette- en muziekfilms, in die
tijd de belangrijkste leveranciers
van meezingers. Onze biocopen za
ten vol bij Der Kongresz tanszt met
Willi Fritsch en Lilian Harvey,
mensen zongen mee met Es wird
einmahl ein Wunder gescheh'n en
andere schlagers die Zarah Lean-
Amerikaanse dansmuziek, het geluid van de bevrijding.
Door Dirk Vellenga
Glenn Miller: bij zijn beschaaf
de swing kon je zwijmelen, dro
men en verliefd fluisteren.
foto rca
alternatief voor de zoekende jeugd
in de kale jaren vijftig. Hoewel
jonge' intellectuelen met enig zelf
respect het op Europa hielden. Zij
richtten hun blik op Sartre en de
sombere zwarte coltruien in de kel
ders van Parijs.
Duitse schlagers bleven in Neder
land klinken tot na de vernieuwen
de jaren zestig. De Bondsrepubliek
liet de Unterhaltungs-industrie op
volle toeren draaien. De puur Ame
rikaanse rock and roll werd in
Duitsland opgevangen in liedjes
met Engelse titels en Duitse tek
sten door Conny Froboess
(Teenager Melody) en Peter Krauss
(Sugar baby). Grote tv-shows met
Rex Gildo, Alice und Ellen Kessler
en het onvermijdelijke Hazy Oster-
wald Sextet werden in óns land
druk bekeken.
Freddy Quinn stal de harten
van Hollanse jongens en
meisjes met Heimweh (1965),
Die Gitarre und das Meer
(1959) en Junge, komm bald wieder
(1963). Gerhard Wendland stond
bovenaan op de hitparade met Tan-
ze mit mir in den Morgen (1962).
Nederlanders zongen graag Duits,
Leni und Ludwig hadden een groot
succes met Schön ist die Jugend
(1958) en Gert Timmerman maakte
naam met Nimm deine weisse Gi
tarre (1963). Onze Heintje zong de
allergrootste hit van het revolutio
naire jaar 1968: Ich bau' dir ein
Schloss.
Ook na de Beatles en de Stones
ging het nog even door. Drafi
Deutscher had Marmor, Stein und
Eisen bricht (1965), Peter Mafay
zong Du (1971). Toen werd het
minder. We hadden Reinhard Mey
nog, met Gute nacht Freunde in
1974, Kraftwerk met Autobahn in
1975 en Nena met 99 Luftballons in
1983. Daarmee was het wel zo'n
beetje bekeken. Er waren geen
schlagers meer, alleen hits.
Amerika veroverde Europa vooral
via de televisie. Vermaak voor alle
lagen van de bevolking, glad, ge
makkelijk, aan huis bezorgd, daar
op was de industrie in de VS ge
richt. Vanaf 1960 bracht de NCRV
de serie Vader weet het beter,
waarin Robert Young en Jane
Wyatt en hun drie kinderen een
i vu
ideaal gezinnetje vormden in
zonnige buitenwijk vol ruimte
luxe. In 1961 kwam Alles draait
moeder (ook NCRV). Donna Bi
en haar opgroeiende dochter
zoon bewogen zich met een
Europa ongewone lichtheid en
droegen door de week én zond:
spijkerbroeken en lichte gymschi
nen. Iedereen reed in een opi
en had een zee van vrije tijd.
kinderen thuiskwamen, riep ij
der vrolijk: „There are cookies,
the jar and there's milk in
refrigerator."
Verontruste opvoeders
ren in die centrale plaats va"n ij
koelkast in de Amerikaanse
nen, maar de Nederlandse omroê-l
pen kochten de eneserie na
andere. Via Perry Mason, Lassie,
love Lucy ging het naar Pa*
Place, dat een tijd lang een steoj
drukte op ons avond-leven, en late
naar Dallas en de soaps. In fc
tv-golf maakte Nederland ookktJ
nis met de Kennedy's, de joij
president met zijn mooie vroml
die in de huiskamers vaste
werden. Amerika was jong, viotej
knap. Personality en sex
waren nieuwe woorden die deS-l
derlanders in die tijd leerden m
bruiken.
De jaren zestig met huri openhtit|
democratisering en sterk geste
inkomens, openden op alle gel
den de deuren voor Amerika.
Amerikanen Andy Warhol en 1
Liechtenstein zorgden voor een rel
volutie met hun kunst van het|
gewone, de pop-art. De toneelstuk
ken van Arthur Miller en Tenue-]
see Williams werden in de out
wereld serieus genomen. Films va
Elia Kazan, John Huston en andere]
Hollywood-regisseurs kregen échte
recensies in de Nederlandse krat
ten. Marilyn Monroe en James|
Dean werden idolen en alleen be
jaarde zwartkijkers hadden bel]
over 'Amerikaanse toestanden'.
Er waren wel begaafde Duitse ci
neasten, Volker Schlöndorff, Ear
ner Werner Fassbinder, Wim Wel
ders, maar ze merkten dat Europa
achter was geraakt en alle nieu«|
ontwikkelingen uit Amerika kwa
men. Vroeger of later lonkten ze
allemaal naar Hollywood. Nu zijl
de meeste in Duitsland gemaakte!
films veroordeeld tot de filmhuizei1
en -liga's. De Nederlandse bisoco
pen worden volledig beheerst doet
Amerikaanse concerns en Ameri
kaanse actiefilms.
De televisie is in ons land, vooral
sinds de commercialisering en te l
rugtreding van de overheid, van)
morgens vroeg tot 's avonds laat]
Amerikaans geworden. De Duit»
krimi's doen slechts mee in
marge. Ondertussen galoppeert Jcf
hn Wayne over de Duitse tv, ook al
spreekt hij Duits. Jawohl, sir.
Ooit vloeiden Duitse uitdrukking®
ongemerkt uit Nederlandse mon
den. So wie so, überhaupt, drum
und dran, rücksichtslos, unverp)
ren, im groszen ganzen, ins Mffl®
hinein, nicht im Frage, unheiiiim
Einzelganger, Spielerei, Ausdrnt'.
und so weiter, und so weiter. In dc:
jaren zeventig en tachtig verdwffl
het Duits uit talenpakketten of
school, uit kranten en tijdschriften
uit de spreektaal.
De jongste generaties zijn
met hun rug naar het oosten. D'
blik is volledig gericht op de vet'
maak-industrie van Amerika. »e
lijkt of jongeren alleen aan l>e
bestaan van Duitsland herinner
worden als Oranje voetbalt tegen
de Mannschaft.
Engels hoort bij de jongerencultu»
in Nederland. Rock, soul, rap,nlt
age, house, grunge, er is ëee
woord German bij. Shit is een W'
de populaire krachttermen. W
scheisze zegt, wordt niet verstas
Engels is de taal van de pop-"®]
ziek, de mode, de reclame, de co»
municatie-industrie en heel ve
andere sectoren van het niaa
schappelijk leven. ..u
Duitsland is onze buur,
in een ander werelddeel te
De mood is Amerikaans en
voorlopig wel zo blijven. So vitt
Duitse filmers emigreerden in rijen
naar Hollywood. Fritz Lang, Ro
bert Siodmak, Ernst Lubitsch, Bil
ly Wilder, Otto Preminger en Jo
seph von Sternberg gingen aan de
slag met Amerikaanse scripts en
Amerikaanse acteurs. Soms werden
ze zelf Amerikanen. Uit Duitsland
kwamen daarna hoofdzakelijk na-'
zi-propagandafilms, blond en
stoer, anti-joods en anti-Ameri
kaans.
Hoe wreed de Duitse bezetters zich
ook gedragen hadden en hoe zoet
de klanken van Glenn Miller ook
waren, na 1945 werd de Duitse
cultuur niet onmiddellijk wegge
vaagd. Er was geen sfeer van afre
kening, daar zorgden de politici
wel voor. Het getemde Duitsland
moest als bondgenoot beschouwd
worden, doorknijpen zou de men
sen in handen drijven van de Rus
sen.
We deden een paar schoften in de
ban: 'onze' Johan Heesters en de
Zweedse Zarah Leander waren
fout geweest. De zware romantiek
van Richard Wagner was uit de
gratie. Ondertussen kwamen oude
patronen uit het stof naar boven,
ook op het gebied van amusement,
waar zwoegend Nederland toch al
niet te veel tijd voor had.
We staken onze handen uit naar de
Goede Duitsers. Mariene Dietrich
en Hildegard Knef waren goed.
Wolfgang Staudte maakte correcte
films op de puinhopen van zijn
land, Die Mörder sind unter uns
(met Knef) en Der Untertan. Graag
keken we naar Die letzte Brücke
over de waanzin van de oorlog met
een ontroerende Maria Schell.
Er waren ook goede schrij
vers, Heinrich Böll en Gün-
ter Grass die het Oostfront
hadden meegemaakt, de
gruwelijke waanzin hadden gezien
en nu het geweten waren geworden
van het nieuwe, schuldbewuste
Duitsland.
Böll kwam in 1951 al met Adam,
waar ben je? en bereikte de hoogste
roem met Biljart om half tien
(1959) en Meningen van een clown
(1963). Günter Grass schreef in
drukwekkend over Gdansk (Dant-
zig) in De blikken trommel (1959).
Er was wel iets bijzonders met de
Duitse boeken die bij ons populair
waren: ze toonden de oorlogswon
den alleen al in hun taalgebruik.
„Onze taal was verwoest, was ver
kommerd, opgeblazen," zei Grass
De Duitse film bepaalde voor de oorlog voor een belangrijk deel het
aanbod in de Nederlandse bioscopen. Mariene Dietrich (hier in De
Blauwe Engel) was een grote ster. foto anp
eens. „Was door de nationaal-so-
cialisten corrupt gemaakt. Sommi
ge woorden konden we niet meer
gebruiken. Woorden als Blut und
Boden. Heimat."
Er bestond nog steeds minachting
van de cultuur van de Amerikanen,
ook waren zé onze bevrijders, voor
al bij de oudere generatie intellec
tuelen. Jan Blokker schreef onlangs
in een van zijn historische be
schouwingen dat hij in de opbouw-
jaren voor nog geen kwartje per
exemplaar de halve Amerikaanse
literatuur kocht. „Hemingway,
Faulkner, Steinbeck, Caldwell, Dos
Passos, Cain, over wie Ter Braak,
Du Perron, Victor van Vriesland en
dr. P.H. Ritter me mooit iets ver
teld hadden."
Amerika was voor de toonaange
vende kunstredacteuren het land
van goedkope westerns en glim
mende bladen als Life en Lady's
Home Journal. De pocketbooks uit
de VS waren geen echte boeken en
de inhoud kon geen literatuur zijn,
'want de kaften waren vervuild
met afbeeldingen - bijna altijd een
meid in een te nauwe broek, met
een laag decolleté en met onnodig
lang blond haar - die in die dagen
voor cryptopornografisch doorgin
gen,' aldus Blokker.
Pete Felleman draaide in 1947 in
zijn nieuwe programma voor de
VARA-radio Swing and sweet from
Hollywood 52nd Street enkele
platen van Sinatra. Veel luisteraars
waren ontstemd en De Waarheid
noemde de zanger 'een eng, week
Amerikaans jpngetje.'
Het woord Amerikanisme bestond
al en zei genoeg over de kwaliteit:
schreeuwerig, dom en goedkoop.
Waardevolle films werden in Euro
pa gemaakt, zeiden de echte lief
hebbers. Italië bood Fietsendieven,
La Strada en andere prachtige rea
listische rolprenten. Frankrijk le
verde Les enfants du paradis en
later de nouvelle vague. De interes
sante dingen die uit Amerika kwa
men, waren op de vingers van één
hand te tellen en ze waren nog door
gevluchte Duitsers gemaakt ook!
High Noon (1952) was van Fred
Zinneman en The best Years of our
Lives van de Elzasser William Wy-
ler.
Sommige jongeren vertoonden wél
aan hang naar Amerika. Ze keken
opgewonden naar de cowboy Roy
Rogers in de cinema-matinees en
de pretentieloze avonturen van
Tarzan. Jan Wolkers heeft het in
De walgvogel over 'Bismarckiaanse
bedorven sauerkrautoprispingen in
celluloid', zijn afkeer van Duitse
discipline en braafheid was groot.
Theo Lingen had volgens hem een
'papegaaiekop'. Enkele dames, zo
als Marika Rökk, konden bij hem
nog wel door de beugel: „Marika
ruk me af, zoals wij zeiden."
Voor jongeren in de bioscoophallen
en cafés was Amerika nieuw en
avontuurlijk, juist omdat hun
ouders het maar niks vonden en er
ook weinig van wisten. De Engelse
en Amerikaanse muziek die Radio
Luxemburg in de avonduren, af en
toe wegzakkend, uitzond, was een
foto duncan p. schiedt