In Palestina waren eindelijk schone
lakens
Strijd Egypte
tegen terreur
heeft succes
Har
Het kapitalisme heeft niet gewonnen, het is overgebleven'
Perspd
der Linken
Ex-prof Al
Miljonaire Zlata verlangt
nog steeds naar Sarajevo
TXT
DE STEM
BUITENLAND
Jodin overleeft als door een wonder vernietigingskamp Bergen Belsen
Aantal slachtoffers daalt
Blitzhit
WOENSDAG 24 AUGUSTUS 1994
Van onze correspondente
Willy Werkman
Tel Aviv - „Ik dank de lieve
heer dat ik in leven ben ge
bleven. Ik geniet er iedere
dag van. Het had heel anders
kunnen zijn."
Charlotte Niri-Rozenblatt is 83
jaar. Ze zit tevreden in haar flat
in Tel Aviv. Met de foto's van
haar dochter, haar kleinkinderen
en haar achterkleinkind om haar
heen. Met haar Duitse krantje,
haar kristallen vaasjes in de kast
enhaar herinneringen.
Vijftig jaar geleden kwam ze als
door een wonder vrij uit het
Nazi-concentratiekamp Bergen-
Belsen. Een gebroken, uitgemer
gelde vrouw toen, met haar
dochtertje Peggy aan haar hand.
Een uitzonderlijk uitwisselings
object.
Samen met een aantal andere
joden werd ze in 1944 in Istan
bul uitgewisseld tegen een groep
Duitse Tempeliers uit toenmali
ge Palestina.
Het is niet gemakkelijk voor
Charlotte de pijn en het verdriet
van toen weer op te halen.
Haar handen beven. De glans in
haar ogen is verdwenen. Haar
mond vertrekt, als de emoties
haar te veel worden. „Moet ik
echt alles vertellen?" vraagt ze
voorzichtig. Maar als we samen
tenslotte de stukjes klaargezette
watermeloen opeten, komt de
stroom van woorden.
Ze werd op 6 februari 1911 in
Wenen geboren en kwam in 1935
in Wenen terecht, toen ze er
trouwde met Robert Lesser, een
Duitse jood, die in Amsterdam
een confectiefabriek had. „Een
gelukkige tijd," zegt ze nu. „Een
leven in een land van melk en
honing."
Maar in die verschrikkelijke
nacht in 1942 kwam er aan haar
droom een einde. Een wilde raz
zia. Duitsers met getrokken pis
tolen, die de hele buurt rondom
het toenmalige Daniël Willink
plein in Amsterdam-Zuid van
joden kwamen zuiveren. „Ik had
niet eens meer tijd om mijn
dochtertje Peggy aan te kleden.
We moesten meteen mee. We
werden in de tram gestopt. Lijn
24, in de Beethovenstraat. Ik
weet nog hoe ik de tramconduc
teur de sleutel van ons huis toe
stopte. „Bewaar dit," smeekte ze
hem. Wat wist ze toen van de
N azi-moordplannen?
Charlotte, haar man Robert en
hun dochtertje Peggy werden
met honderden anderen naar
naar Westerbork gebracht, het
Nederlandse concentratiekamp
in Drenthe. Ze bleven er tot in
februari 1944 de dodenreis be
gon naar Bergen-Belsen. „Gesta-
po-mannen met geweren om ons
heen. Bloedhonden, die tegen
ons gromden. Ik werd samen met
Peggy in de vrouwenafdeling ge
gooid. Ik beefde van angst. Maar
ik liet het niet merken. Ook niet,
toen er op een dag een bom viel
op de barak, waar mijn kind
was."
Op een dag moesten alle kamp
bewoners, die een zogenaamd
Palestina-certificaat hadden,
naar de appèlplaats komen. Wat
ze toen nog niet wisten, was een
op handen zijnde uitwisseling
van 222 Nederlandse joden, die
familieleden in het toenmalige
Palestina hadden, tegen een
groep Duitse Tempeliers. Die
Tempeliers, behorend tot een re
ligieuze sekte in Duitsland,
woonden toen de oorlog uitbrak
in het Heilige Land en wilden
naar 'de Heimat' terugkeren.
Het was 29 juni 1944. „We
mochten niets meenemen," her
innert Charlotte zich. „Maar ik
verstopte mijn kam." Een kost
baar bezit toen, want er was
overal luis. En Peggy, haar kost
baarste bezit, moest daarvan ge
vrijwaard worden. Midden in de
nacht moesten ze lopen. Tien
kilometer, naar het dichtstbij
zijnde treinstation.
Daarna een treinreis, dagen
lang, via Wenen, Boedapest, Bel
grado en Sofia naar Turkije.
Charlotte had tijdens haar ver
blijf in het kamp wat stukjes
touw gespaard, een typisch ver
schijnsel van concentratiekamp
bewoners. Ze maakte er een
koord van om haar kind bovenin
het bagagerek vast te binden.
„Eindelijk kon ze slapen. Ik zelf
ging op de grond liggen."
Op de Bosporus bij Istanboel
vond de merkwaardige uitwisse
ling plaats. De goed doorvoede
Tempeliers tegen de uitgehon
gerde en inmiddels sterk vervuil
de Nederlandse joden. De Tur
ken hadden koekjes en vijgen
klaargezet. Maar Charlotte was
kwaad. „Waarom hebben julllie
niet voor een goede pan soep
gezorgd?", beet ze hen verbitterd
toe.-
Maar de reis was nog niet voor
bij. Vrij inmiddels van het nazi-
juk gingen ze verder op weg naar
het toen nog onder Brits bestuur
staande Palestina. Niets was
toen belangrijk meer. Charlotte
genoot van haar vrijheid. En van
het stromende water, waarmee
ze zich en haar Peggy eindelijk
kon wassen.
Haifa, nu Israels grootste zeeha
ven, was tenslotte het eindpunt
van een tien dagen en tien nach
ten durende treinrit via Syrië en
Libanon. En de aankomst in Pa
lestina was voor 200 Nederland
se joden de bevrijding uit de
nazi-hel.
„We werden naar een immigran
tenkamp gebracht,", vertelt
Charlotte. „Er waren schone
witte lakens. En er was zeep! Ik
heb met Peggy drie keer achter
elkaar gedoucht."
...En toen stortte ze in elkaar. Ze
was maandenlang ziek, probeer
de op een ligstoel bij te komen.
Onder de groene bomen, die ze
sei dank," zegt ze in haar
dertaai. „Ik leefde."
Niet zo veel later ging ze terj
naar haar huis in Amsterdan
Om te kijken wat er van J
inboedel was overgebleven. Et
vriendin van haar had de sleuti
gekregen van de tramconductei
van lijn 24. De inhoud van hj
huis was door de Duitsers wei
gehaald. „We moesten opnieui
beginnen. Maar dat gaf niet, I
had er de kracht voor." Ook
overleed Robert, haar man, koi
tijd later, en was ze enkele jarg
na haar tweede huwelijk op.
nieuw weduwe.
Bijna vijftig jaar later kijkt
terug op een moeilijk ley
Maar ze voelt zich rijk. „Ik
iedere dag dankbaar. Ik kan
deur niet meer uit, maar ik klaa
niet. Ik heb Peggy, mijn mooist
bezit, voor wie ik in die moeilij
ke jaren zo gevochten heb. En i
heb mijn kleinkinderen en
achterkleinkind. Hier zijn de
to's. Kijk er goed naar. Ik
aan het einde van mijn le._
Maar deze jonge mensen zijn hs
mooiste, dat er bestaat."
Door Cherif Cordahi (ips)
Cairo - Nóg steeds hangen veiligheidsagenten in witte unifor
men rond bij banken in de Egyptische hoofdstad, met
draagbare radiootjes tegen hun oor gedrukt.
Ook op viaducten staan bewa
pende agenten van de paramili
taire macht Quwat al-Amn,
maar ze hebben weinig anders te
doen dan té spugen naar het
verkeer dat onder hen door
raast.
De laatste bomaanslag op een
bank vond drie maanden geleden
plaats. Zes maanden geleden
werden de laatste toeristen in
Cairo door terroristisch geweld
getroffen. Acht Australiërs raak
ten in december gewond bij een
aanslag op de toeristenbus waar
in zij zaten.
Het aantal mensen dat werd ge
dood bij gevechten tussen veilig
heidstroepen en militante mos
lims daalt elke maand: in maart
waren het er nog 44, in mei 17.
Gedurende twee jaar van terro
ristisch geweld zijn in totaal 500
mensen gedood, waarvan vier
toeristen.
Verkopers van snuisterijen be
kijken het komende toeristensei
zoen inmiddels met optimisme.
„Er zullen meer toeristen ko
men," zegt een gids die zijn
slaperige kameel tot actie pro
beert te bewegen. „We zullen
weer wat kunnen verdienen."
Richard Bousfield, marketing
manager van het luxueuze Inter
continental Hotel, ziet het ook
weer zitten. „We zien een duide
lijke verbetering sinds januari.
De interesse voor Egypte begint
terug te komen."
Nu Turkije, Egypte's concurrent
op de mediterrane toeristen-
markt, met toenemend geweld te
kampen heeft, hoopt de Egypti
sche regering dat het miljoen
toeristen dat het land in 1991
bezocht, maar vorig jaar weg
bleef, zal terugkeren als in okto
ber het hoogseizoen begint.
„Het is te vroeg om dat te zeg
gen," zegt James Berkeley, di
recteur in Cairo van de tour
operator Abercombie en Kent.
„Maar de voortekenen zijn gun
stig." Voor de eigenaars van de
150 cruise-schepen die op de Nijl
pendelen tussen Luxor en Aswan
maar uit de vaart genomen zijn
vanwege het wegblijven van toe
risten, is dat goed nieuws.
Is de nachtmerrie van het terro
risme voorbij? Slaagde de Egyp
tische regering waar de Algerijn
se autoriteiten falen? Zijn de
militante islamitische groeperin
gen die de toeristenindustrie het
leven zuur maakten werkelijk
verslagen? Waarnemers vragen
het zich af. „De regering is erin
geslaagd de militante moslims
een zware slag toe te brengen,"
zegt Hussein Amin, oud-ambas
sadeur in Algerije en islam-des-
kundige.
Na het succes van de strijd tegen
het terrorisme verplaatst de
Egyptische regering haar aan
dacht naar de verboden Moslim
Broederschap. Hoewel de orga
nisatie volhoudt dat ze tegen het
gebruik van geweld is, blijven de
Politieagenten houden toeristen weg van de touringcars. De bussen zijn beschadigd bij een aanslag
Egyptische hoofdstad, in maart vorig jaar.
autoriteiten haar verdenken van
hulp aan meer militante bewe
gingen.
„Eerst zegt de regering dat we
geen terroristen zijn, dan weer
dat we het wel zijn," klaagt
Mamoun Hodeiby, woordvoerder
van de Broederschap. „Ik zeg u
Moslimfundamentalisten in de rechtszaal. Met het spandoek willen zij de rechter duidelijk
maken dat zij geen toeristen hebben gedood. fotoepa
dat we geen banden hebben met
terroristen." Maar ook Westerse
diplomaten zijn niet overtuigd.
„De regering zegt dat ze banden
met militante groepen heeft ont
dekt. Er is zeker een schemerge
bied tussen hen," zegt een diplo
maat. Ook andere waarnemers
zien een overlap tussen de Broe
derschap en militante groeperin
gen in de slums van Cairo en
Assyut.
Abdel Harith Madani, een fun
damentalistische advocaat die in
april in een politiecel overleed, is
een van de slachtoffers van de
nieuwe regeringscampagne. Vol
gens de autoriteiten overleed hij
aan de gevolgen van een astma-
aanval.
Montasser al Zayyat, een mede
werker van Madani die de blinde
geestelijke Sjeikh Omar Abdel
Rahman vaak voor de rechtbank
verdedigde, zou wel eens het
volgende slachtoffer kunnen
zijn.
Volgens de regering behoort
Zayyat, die in mei gearresteerd
werd, tot een 'geheime groep die
tot doel heeft de regering met
geweld omver te werpen, de ide
ologie van extremistische groe
peringen verbreidt en opdrach
ten en geld ontvangt van de
vlak bij het Cairomuseum in de
FOTO EPA
leiders van de groep in het bui
tenland.'
De Egyptische Organisatie voor
Mensenrechten (EOHR) zegt dat
Zayyat slechts een van de 23
advocaten is die in Egypte zon
der aanklacht worden vastge
houden. Sommigen hebben drie
of vier jaar vastgezeten, zijn
vrijgelaten nadat ze onschuldig
bevonden waren, maar werden
onder de draconische noodwet
ten opnieuw gearresteerd.
„De advocaten worden beschul
digd van het doorgeven van op
drachten van terroristen in de
gevangenis naar hun collega's
buiten de gevangenis," aldus de
EOHR. „Na ondervraging bleken
de advocaten onschuldig te zijn.
Toch worden ze nog steeds ge
vangen gehouden."
Niemand weet of de militante
moslims nu voorgoed het zwij
gen is opgelegd. „Het is het
einde van de eerste ronde," zegt
de islamitische schrijver Fahmi
Huweidi. „Totdat er democratie
is, zullen er altijd redenen voor
extremisme zijn."
„We leven al 4000 jaar zo, van
de ene farao naar de andere,"
aldus een lid van de regerende
Nationale Democratische Partij.
„Denk je dat er hier plotseling
iets verandert? Dat is zeer on
waarschijnlijk."
moeien russen j_,uxor en Aswan maken dat zi) geen toeristen hebben ggdood. fotoepa ten en geld ontvangt van de waarschijnlijk."
in onze correspondent DDR-tijd, a-democratische oude kame- bedanken'. Hij deed in de Bondsdag als Bondsdag gewerkt in het besef, dat
ansWijnands raden, en kleine mopperaars; ontevre- s, vanzelfsprekend zijn mond open, „om- in alle opzichten erop of eronder wo
Van onze correspondent
Frans Wijnands
Bonn - 'Je reinste communisme in
een bedrieglijke pseudo-democrati-
sche verpakking'. Dat is in Duits
land de algemeen gangbare opvat
ting over de PDS, de 'Partei des
Demokratischen Sozialismus'.
Na spectaculaire recente verkiezings
successen, vooral bij de Europese ver
kiezingen, staat de PDS volop in de
belangstelling. Centraal staat de vraag
hoe (on)gevaarlijk deze partij is? En:
slagen de post-communisten er in, om
komende herfst de 5-procents-horde
naar de Bondsdag te nemen of blijven
ze een onbetekenende Oostduitse regio
club?
Voorlopig een open vraag, al gaan de
meeste politici en politieke experts er
van uit, dat de oorspronkelijk en nög
typisch Oostduitse PDS, nooit voldoen
de aanhang in het westen van de
Bondsrepubliek zal krijgen om inder
daad in de Bondsdag te kunnen komen.
'De PDS', analyseert de in Wetzlar
geboren Parijzenaar Patrichk Moreau,
'is een partij tussen linksextremisme en
links-populisme'. Op z'n minst links-ra
dicaal met socialistische staatsopvattin
gen die haaks staan op het wezen van
de parlementaire democratie. Een ver
gaarbak van gestaalde kaders uit de
DDR-tijd, a-democratische oude kame
raden, en kleine mopperaars; ontevre
den burgers die in de gemakkelijke
kretologie van de PDS-leiders hun ei
gen frustraties en teleurstellingen her
kennen.
De PDS is een aangepaste voortzetting
- voor sommigen de erfgename - van de
SED, de vroegere - uiteraard dictato
riale - socialistische 'eenheidspartij'
van de DDR.
De meeste PDS-kopstukken zijn inder
tijd in Moskou opgeleid en waren actief
voor de Stasi en/of in de SED, zoals
ere-voorzitter Hans Modrow, voorzitter
Lothar Bisky, penningmeester Dietmar
Bartsch en partij-ideoloog André Brie.
„We zijn aanvankelijk wat naïef ge
weest, dat we niet meteen begrepen dat
we als historisch belaste DDR-partij
werden gezien," geeft Gregor Gysi toe.
Hij bepaalde enkele jaren het gezicht en
de koers van de partij, maar legde in
1992 het voorzitterschap neer. Wel bleef
hij leider van de PDS-groep in de
Bondsdag. Gysi geldt als de meest de
mocratische in de PDS-top. Niettemin
een kind van de DDR, waar zijn vader
jarenlang minister van Cultuur was.
Gysi heeft zich wondersnel aangepast
aan de democratische spelregels van de
oude Bondsrepubliek, zonder zijn verle
den te verloochenen. „Een van de on
aangenaamste ervaringen voor mij was
dat nieuwe Bondsdagleden uit Oost-
>r\€
Gysi. foto epa
duitsland, met name die van CDU en
FDP, hun eerste optreden in de Bonds
dag begonnen met de zin dat ze dank
baar waren voor de grote eer om in dat
huis te mogen spreken."
Gysi heeft nooit voor 'die eer willen
bedanken'. Hij deed in de Bondsdag als
vanzelfsprekend zijn mond open, „om
dat ik een democratische socialist ben
en omdat ik vind dat democratisch
socialisme alleen met democratische
middelen te bereiken is. Ook de linksen
hebben verdomd nog aan toe, de plicht
en de opdracht zich de moeite te geven
de meerderheid van de samenleving te
overtuigen en voor alternatieve structu
ren en tegen-culturen te zorgen."
Want democratie mag dan een groot
goed zijn, het kapitalisme is dat zeker
niet. De crisis is volgens Gysi nog steeds
niet echt opgelost. „Het kapitalisme
heeft in werkelijkheid niet gewonnen,
het is gewoon overgebleven," meent hij
cynisch.
Gregor Gysi weet zijn woorden en argu
menten te kiezen, maar de toonzetting
is gevaarlijk, waarschuwen toonaange
vende politici uit coalitie en oppositie.
Na de winst bij de deelstaatverkiezin
gen in Saksen-Anhalt leek het er even
op alsof de PDS zelfs aanspraak zou
maken op regeringsdeelname. De geves
tigde democratische partijen wezen dat
af; de sociaal-democratische SPD ver
klaarde luid en duidelijk in de PDS
geen partner, laat staan een bondgenoot
te zien.
Dat schept tenminste duidelijkheid, al
lijkt de PDS zich niet aan dat politieke
isolement te storen. Optimistisch wordt
aan de verkiezingscampagne voor de
Bondsdag gewerkt in het besef, dat het
in alle opzichten erop of eronder wordt.
Lukt het niet om in de Bondsdag te
komen dan verschrompelt de partij.
Dan kunnen alleen buiten-parlementai
re protestacties nog enig rumoer ver
oorzaken, maar verder dan de oostduit
se regio komt de partij dan niet meer.
Voor dr. Gerd Langguth, de zakelijk
leider van de Konrad Adenauerstich-
ting in Sankt-Augustin bij Bonn, is de
PDS op de uiterste linkervleugel het
zelfde als wat de neo-nazistische 'Repu-
blikaner' aan de uiterste rechterkant
van het politieke spectrum zijn. En dus
moeten ook de 'democratische socialis
ten' vastbesloten bestreden worden. Dat
betekent in de praktijk vooral de
groeiende aanhang van protest-stem
mers bij de PDS weghalen door ze te
overtuigen van echte democratische al
ternatieven. Dat geldt met name voor
de opvallend veel (jongere) vrouwen die
werkloos zijn geworden en nu liever
hun heil bij de PDS zoeken dan bij de
gevestigde partijen die zij immers de
schuld geven van de ruïneuze werkloos
heid in de voormalige DDR.
Als dat lukt, is de PDS politiek althans
ongevaarlijk. Wat volgens Langguth
dan nog overblijft is een platform en
clubhuis voor een handvol vroegere
'Genossen' en SED-profiteurs, voor wie
het eeuwige socialisme tegelijk de weg
en het doel zal blijven.
Door Anna Pukas
Parijs - Ze is miljonaire, woont op een steenworp afstand
van de Champs-Elysées en heeft de oorlogsellende ver
achter zich gelaten.
Maar toch zou Zlata Filipovic,
het dertienjarige schoolmeisje
dat met haar dagboek de
'Anne Frank van Sarajevo'
werd, het allemaal morgen op
geven om terug te kunnen ke
ren naar haar door oorlog ge
troffen stad.
In de zes maanden dat ze weg
is uit Bosnië heeft Zlata met
haar succes om leren gaan,
maar niet met het schuldge
voel dat ze nog steeds heeft.
Met haar speelgoed-panda en
aapje - het enige wat ze nog
heeft van vroeger - vastge
klemd in haar armen kijkt ze
vanaf het balkon neer op de
drukke Parijse straat beneden.
„Ik voel me schuldig dat ik
hier ben terwijl er zoveel ge
wonde kinderen zijn die uit
Sarajevo weg zouden moeten."
„Ik voel me schuldig dat ik
een cola kan drinken als ik dat
wil. Ik kan naar de Disney-
winkel om de hoek lopen en
naar al het speelgoed en alle
spelletjes kijken, maar dan
denk ik aan mijn vriendinne
tje thuis, vier jaar is ze. Ze
heeft geen speelgoed en ze
heeft nooit iets anders gekend
dan oorlog."
„Vader en moeder dragen nog
steeds de kleren die ze hebben
meegebracht uit Sarajevo. Ik
heb alleen maar nieuwe omdat
ik uit de mijne was gegroeid,
maar ik ga echt geen jurken
van Christian Dior kopen. Ik
vraag me de hele tijd maar af
waarom mij dit is overkomen.
Ik heb alleen maar een dag
boek geschreven dat ieder
kind in Sarajevo had kunnen
schrijven."
Zlata's dagboek, dat ze bij het
licht van een kaars schreef
met het geweervuur op de
achtergrond, betekende voor
haar familie een kans om uit
Sarajevo te ontsnappen in een
Frans regeringsvliegtuig, twee
dagen voor de Kerst.
Het boek is een bestseller in
33 talen. De filmrechten wor
den eerdaags verkocht aan
Universal. Volgens een voor
zichtige schatting zal Zlata
uiteindelijk op zo'n vier mil
joen dollar uitkomen.
„Maar toch zou ik zo weg
willen. Parijs is prachtig masr
we zijn geen toeristen, we zijn
vluchtelingen," zegt ze. „Li
chamelijk ben ik hier, maar
mijn hoofd en hart zijn in
Sarajevo bij mijn grootouders,
mijn tantes en mijn beste
vriendin Mirna."
Het appartment van de familie
Filipovic is gerieflijk en ruim,
Zlata en haar familie leven
eenvoudig, zelfs sober. Haar
ouders Alicia, een 45-jarige
scheikundige, en vader Malik,
47 en advocaat, zijn onderge
dompeld in een nieuwe we
reld.
Drie maanden lang zijn ze
door Europa en Noord-Ameri-
ka gereisd, moesten ze lachen
voor de camera's en zestien
uur per dag dezelfde vragen
beantwoorden. Zlata heeft
president Clinton ontmoet en
over Bosnië gesproken met
Amerikaanse congresleden. Ze
werd voor CNN geinterviewd
dooor Larry King.
Niet iedereen gunt Zlata haar
succes. In de Verenigde Staten
beweerde een tijdschift dat
haar dagboek was 'bewerkt'
en politiek gekruid door ande
ren. Vorige week deed het ge
rucht de ronde dat Laffont-
Fixot Zlata's royalities inpikt.
Susanna Lea van de uitgeve
rij: „We houden Zlata's in
komsten voor haar vast omdat
anders haar ouders erg hoge
Franse belastingen moeten be
talen. Ook wilden we het geld
voor hen toegankelijk houden
omdat we niet wisten hoelang
ze in Parijs zouden blijven."
De Filipovic hebben nu een
Franse verblijfsvergunning
voor een jaar. Accountants
hebben hun geadviseerd naar
Ierland te verhuizen, waar
schrijvers geen belasting hoe
ven te betalen, en ze overwo
gen ook naar Slovenië te gaan
omdat ze de taal spreken, er
vrede is in het land en het
dichter bij Bosnië ligt.
(c) The Sunday Times, Londen
e'll meet again,
Ir Ir don't know whe-
W V re, don't know
when, but I know we'll meet
again some sunny day'. Het
blijft een pakkend refrein.
Ongewild neuriede ik mee
met de misschien wel grootste
Hit van de Blitz. 'We'll meet
again' was het nostalgische
lijflied van de Tommies. Het
wordt inmiddels een halve
eeuw vertolkt door de meest
onverslijtbare der Engelse
zangeressen: Vera Welch, be
ter bekend als Vera Lynn,
alias 'the forces sweetheart'.
„U bent zeker blij haar deze
weken weer zoveel te horen
zingen?", vroeg ik de man bij
wie ik toevallig aan tafel was
gekomen in het restaurant
van het Imperial War Mu
seum. Ik had twee afspraken
in de buurt en het leek me
aardig daar een kopje thee te
drinken.
De in goed vertrouwen gestel
de vraag ontlokte een onver
wacht felle reactie. „Blij?!!",
zei de bejaarde marine-man
even venijnig als verontwaar
digd. „Blij?!! Aan dat lied
erger ik me al vijftig jaar. En
helemaal als ze erbij zeggen
dat Vera Lynn de Sweetheart
van ons allemaal was." En
wat zachter: „De meeste van
ons vonden het maar een, tut."
Ik moet bekennen dat ik even
sprakeloos was. Mijn veron
derstelling was immers dat el
ke oorlogsveteraan de Queen
Mother of Song' zou salueren
tot hij er bij neerviel. Maar
deze oud-strijder pleegde niet
alleen majesteitsschennis, hij
bleek een gruwelijke pest te
hebben aan de nationale lie
veling der strijdkrachten. Als
hij me had gezegd dat Marga
ret Thatcher een zacht lief
omaatje was had ik net zo
verbaasd opgekeken.
Door Bob van Huët
De D-Day man ging verder:
„Ze kan toch niet zingen, en
bovendien had ze geen be
nen." Hij wilde het wel even
uitleggen. „We luisterden veel
liever naar Judy Garland of
zelfs naar Dietrich, dat waren
vrouwen die wat beloofden
met hun stem. U bent te jong
om het te weten, maar zwoe
ler dan Dietrich zong nie
mand, geloof me."
Wat was er mis met de benen
van Mrs. Lynn? waagde ik.
„Vraag een willekeurige vete
raan naar zijn favoriete ptf-
up. Ik betaal je een pint wan
neer iemand Vera Lynn
noemt. Rita Hayworth ot
Margaret Lockwood, dié had
den echte benen."
yan onze verslaggever
Capo d'Orlando - Jea
Longo zal tot het einde va
haar loopbaan een controve
siële figuur blijven, rond w
zich met de regelmaat va
een klok conflicten en ruzi
afspelen. Zo was het gist
roehtend in de WK-wegwe
strijd in Capo d'Orland
schandalig om te zien hoe
veterane uit Grenoble het b
lang van de Franse ploeg ve
Door Jean Nelissen
Capo d'Orlando - Een
gistermiddag in Capo d'
strijd in grote hitte de we
het verhaal van de 27-j
Herning op Jutland.
Pedersen werd als professiona
afgekeurd voor de wielerspo
omdat hij hartklachten had. Hi
stopte veertien maanden me
wielrennen, maar kwam al
amateur toch weer terug in he
pelotop. Om gisteren op Sicili'
de grootste triomf in zijn loop
baan te beleven.
„Ik voelde me de hele wedstrij
beresterk," vertelde de Deen
„en ik wilde nog een keer iet
groots presteren. En dat is ge
lukt. Prof word ik nooit meer
want dat milieu beviel me des
tijds al niet. Ik ga gewoon lekke
genieten van mijn succes en va
mijn regenboogtrui."
Toen hij zeventien was, gol
Alex Pedersen als een talent. Hi
won met de Deense ploeg he
wereldkampioenschap tijdrijde
bij de junioren in Villach. Al
amateur stootte hij snel doo
naar de top. De Franse profploe
RMO contracteerde hem. Twe
jaar lang reed Pedersen met wis
selend succes. Toen haalde ON
CE hem naar Spanje. In zijn
tweede seizoen bij de Spaanse
ploeg bleek bij een routine-on
derzoek dat Pedersen een afwij
king aan zijn hart had. ONCE
verlengde daarom zijn contract
niet en Pedersen besloot ontgoo
cheld zijn wielercarrière te
beëindigen. „Veertien maanden
ben ik gestopt. Ik leerde een
andere manier van leven kennen,
die mij erg beviel. Niet langer
meer als een zigeuner van het
ene hotel naar het andere reizen,
geen stress meer. Maar ik ben al
die tijd wel sportman in hart en
nieren gebleven."
Medicijn
Een arts schreef Pedersen een
medicijn voor en de Deen mocht
weer gaan koersen. „Ik begon
weer als amateur. Dit jaar won
ik in Rome al de GP Liberation
met 385 deelnemers. Ik voelde
dat mijn conditie met de week
beter werd. Hier waren de om
standigheden ideaal voor mij. Ik
rijd graag in warm weer en op
een zwaar parcours. Ik heb in de
kopgroep mijn werk gedaan, zo
dat niemand zich kan beklagen.
De sprint verliep ideaal voor mij.
Ik moet het van een lange sprint
nebben, zodat ik gelanceerd uit
de wielen kan komen. Dat ge
beurde precies zo. De Fransen
Mengin en Medan letten vooral
®P de Italiaan Pianegonda. Ik
beb mijn grootste versnelling ge
schakeld, pakte vijf meter en ik
neb niemand meer gezien."
be kopgroep met Pedersen ont
stond na negentig kilometer.
bertien renners verlieten het pe
loton. In de voorlaatste ronde
riel de kopgroep uiteen. Vijf ren-
S» bleven vooraan: Pedersen,
Mengin, Medan, Pianegonda en
oe Slowaak Dvorscik.
o6 Peense wielersport maakt
souden tijden door. Rolf Sören-
Bjarne Riis, Bo Hamburger
nUkrS^er Skibby behoren tot de
bunkers in het peloton. Zij
j or™ in de Tour de France en
klassiekers. Dat heeft het
j e rennen in Denemarken de
J"ste, twee jaar zeer populair
enu,aa ^ex Pedersen zal het
ker me noS ^oen aanwak-
Teleurgesteld
^kwart minuut na de nieuwe
IF„ kampioen won Max van
va>?SuV1i uit baexem de sprint
k. Peloton. Hij finishte als
e Nederlander op de twaalf-