In Palestina waren eindelijk schone lakens Strijd Egypte tegen terreur heeft succes Har Het kapitalisme heeft niet gewonnen, het is overgebleven' Perspd der Linken Ex-prof Al Miljonaire Zlata verlangt nog steeds naar Sarajevo TXT DE STEM BUITENLAND Jodin overleeft als door een wonder vernietigingskamp Bergen Belsen Aantal slachtoffers daalt Blitzhit WOENSDAG 24 AUGUSTUS 1994 Van onze correspondente Willy Werkman Tel Aviv - „Ik dank de lieve heer dat ik in leven ben ge bleven. Ik geniet er iedere dag van. Het had heel anders kunnen zijn." Charlotte Niri-Rozenblatt is 83 jaar. Ze zit tevreden in haar flat in Tel Aviv. Met de foto's van haar dochter, haar kleinkinderen en haar achterkleinkind om haar heen. Met haar Duitse krantje, haar kristallen vaasjes in de kast enhaar herinneringen. Vijftig jaar geleden kwam ze als door een wonder vrij uit het Nazi-concentratiekamp Bergen- Belsen. Een gebroken, uitgemer gelde vrouw toen, met haar dochtertje Peggy aan haar hand. Een uitzonderlijk uitwisselings object. Samen met een aantal andere joden werd ze in 1944 in Istan bul uitgewisseld tegen een groep Duitse Tempeliers uit toenmali ge Palestina. Het is niet gemakkelijk voor Charlotte de pijn en het verdriet van toen weer op te halen. Haar handen beven. De glans in haar ogen is verdwenen. Haar mond vertrekt, als de emoties haar te veel worden. „Moet ik echt alles vertellen?" vraagt ze voorzichtig. Maar als we samen tenslotte de stukjes klaargezette watermeloen opeten, komt de stroom van woorden. Ze werd op 6 februari 1911 in Wenen geboren en kwam in 1935 in Wenen terecht, toen ze er trouwde met Robert Lesser, een Duitse jood, die in Amsterdam een confectiefabriek had. „Een gelukkige tijd," zegt ze nu. „Een leven in een land van melk en honing." Maar in die verschrikkelijke nacht in 1942 kwam er aan haar droom een einde. Een wilde raz zia. Duitsers met getrokken pis tolen, die de hele buurt rondom het toenmalige Daniël Willink plein in Amsterdam-Zuid van joden kwamen zuiveren. „Ik had niet eens meer tijd om mijn dochtertje Peggy aan te kleden. We moesten meteen mee. We werden in de tram gestopt. Lijn 24, in de Beethovenstraat. Ik weet nog hoe ik de tramconduc teur de sleutel van ons huis toe stopte. „Bewaar dit," smeekte ze hem. Wat wist ze toen van de N azi-moordplannen? Charlotte, haar man Robert en hun dochtertje Peggy werden met honderden anderen naar naar Westerbork gebracht, het Nederlandse concentratiekamp in Drenthe. Ze bleven er tot in februari 1944 de dodenreis be gon naar Bergen-Belsen. „Gesta- po-mannen met geweren om ons heen. Bloedhonden, die tegen ons gromden. Ik werd samen met Peggy in de vrouwenafdeling ge gooid. Ik beefde van angst. Maar ik liet het niet merken. Ook niet, toen er op een dag een bom viel op de barak, waar mijn kind was." Op een dag moesten alle kamp bewoners, die een zogenaamd Palestina-certificaat hadden, naar de appèlplaats komen. Wat ze toen nog niet wisten, was een op handen zijnde uitwisseling van 222 Nederlandse joden, die familieleden in het toenmalige Palestina hadden, tegen een groep Duitse Tempeliers. Die Tempeliers, behorend tot een re ligieuze sekte in Duitsland, woonden toen de oorlog uitbrak in het Heilige Land en wilden naar 'de Heimat' terugkeren. Het was 29 juni 1944. „We mochten niets meenemen," her innert Charlotte zich. „Maar ik verstopte mijn kam." Een kost baar bezit toen, want er was overal luis. En Peggy, haar kost baarste bezit, moest daarvan ge vrijwaard worden. Midden in de nacht moesten ze lopen. Tien kilometer, naar het dichtstbij zijnde treinstation. Daarna een treinreis, dagen lang, via Wenen, Boedapest, Bel grado en Sofia naar Turkije. Charlotte had tijdens haar ver blijf in het kamp wat stukjes touw gespaard, een typisch ver schijnsel van concentratiekamp bewoners. Ze maakte er een koord van om haar kind bovenin het bagagerek vast te binden. „Eindelijk kon ze slapen. Ik zelf ging op de grond liggen." Op de Bosporus bij Istanboel vond de merkwaardige uitwisse ling plaats. De goed doorvoede Tempeliers tegen de uitgehon gerde en inmiddels sterk vervuil de Nederlandse joden. De Tur ken hadden koekjes en vijgen klaargezet. Maar Charlotte was kwaad. „Waarom hebben julllie niet voor een goede pan soep gezorgd?", beet ze hen verbitterd toe.- Maar de reis was nog niet voor bij. Vrij inmiddels van het nazi- juk gingen ze verder op weg naar het toen nog onder Brits bestuur staande Palestina. Niets was toen belangrijk meer. Charlotte genoot van haar vrijheid. En van het stromende water, waarmee ze zich en haar Peggy eindelijk kon wassen. Haifa, nu Israels grootste zeeha ven, was tenslotte het eindpunt van een tien dagen en tien nach ten durende treinrit via Syrië en Libanon. En de aankomst in Pa lestina was voor 200 Nederland se joden de bevrijding uit de nazi-hel. „We werden naar een immigran tenkamp gebracht,", vertelt Charlotte. „Er waren schone witte lakens. En er was zeep! Ik heb met Peggy drie keer achter elkaar gedoucht." ...En toen stortte ze in elkaar. Ze was maandenlang ziek, probeer de op een ligstoel bij te komen. Onder de groene bomen, die ze sei dank," zegt ze in haar dertaai. „Ik leefde." Niet zo veel later ging ze terj naar haar huis in Amsterdan Om te kijken wat er van J inboedel was overgebleven. Et vriendin van haar had de sleuti gekregen van de tramconductei van lijn 24. De inhoud van hj huis was door de Duitsers wei gehaald. „We moesten opnieui beginnen. Maar dat gaf niet, I had er de kracht voor." Ook overleed Robert, haar man, koi tijd later, en was ze enkele jarg na haar tweede huwelijk op. nieuw weduwe. Bijna vijftig jaar later kijkt terug op een moeilijk ley Maar ze voelt zich rijk. „Ik iedere dag dankbaar. Ik kan deur niet meer uit, maar ik klaa niet. Ik heb Peggy, mijn mooist bezit, voor wie ik in die moeilij ke jaren zo gevochten heb. En i heb mijn kleinkinderen en achterkleinkind. Hier zijn de to's. Kijk er goed naar. Ik aan het einde van mijn le._ Maar deze jonge mensen zijn hs mooiste, dat er bestaat." Door Cherif Cordahi (ips) Cairo - Nóg steeds hangen veiligheidsagenten in witte unifor men rond bij banken in de Egyptische hoofdstad, met draagbare radiootjes tegen hun oor gedrukt. Ook op viaducten staan bewa pende agenten van de paramili taire macht Quwat al-Amn, maar ze hebben weinig anders te doen dan té spugen naar het verkeer dat onder hen door raast. De laatste bomaanslag op een bank vond drie maanden geleden plaats. Zes maanden geleden werden de laatste toeristen in Cairo door terroristisch geweld getroffen. Acht Australiërs raak ten in december gewond bij een aanslag op de toeristenbus waar in zij zaten. Het aantal mensen dat werd ge dood bij gevechten tussen veilig heidstroepen en militante mos lims daalt elke maand: in maart waren het er nog 44, in mei 17. Gedurende twee jaar van terro ristisch geweld zijn in totaal 500 mensen gedood, waarvan vier toeristen. Verkopers van snuisterijen be kijken het komende toeristensei zoen inmiddels met optimisme. „Er zullen meer toeristen ko men," zegt een gids die zijn slaperige kameel tot actie pro beert te bewegen. „We zullen weer wat kunnen verdienen." Richard Bousfield, marketing manager van het luxueuze Inter continental Hotel, ziet het ook weer zitten. „We zien een duide lijke verbetering sinds januari. De interesse voor Egypte begint terug te komen." Nu Turkije, Egypte's concurrent op de mediterrane toeristen- markt, met toenemend geweld te kampen heeft, hoopt de Egypti sche regering dat het miljoen toeristen dat het land in 1991 bezocht, maar vorig jaar weg bleef, zal terugkeren als in okto ber het hoogseizoen begint. „Het is te vroeg om dat te zeg gen," zegt James Berkeley, di recteur in Cairo van de tour operator Abercombie en Kent. „Maar de voortekenen zijn gun stig." Voor de eigenaars van de 150 cruise-schepen die op de Nijl pendelen tussen Luxor en Aswan maar uit de vaart genomen zijn vanwege het wegblijven van toe risten, is dat goed nieuws. Is de nachtmerrie van het terro risme voorbij? Slaagde de Egyp tische regering waar de Algerijn se autoriteiten falen? Zijn de militante islamitische groeperin gen die de toeristenindustrie het leven zuur maakten werkelijk verslagen? Waarnemers vragen het zich af. „De regering is erin geslaagd de militante moslims een zware slag toe te brengen," zegt Hussein Amin, oud-ambas sadeur in Algerije en islam-des- kundige. Na het succes van de strijd tegen het terrorisme verplaatst de Egyptische regering haar aan dacht naar de verboden Moslim Broederschap. Hoewel de orga nisatie volhoudt dat ze tegen het gebruik van geweld is, blijven de Politieagenten houden toeristen weg van de touringcars. De bussen zijn beschadigd bij een aanslag Egyptische hoofdstad, in maart vorig jaar. autoriteiten haar verdenken van hulp aan meer militante bewe gingen. „Eerst zegt de regering dat we geen terroristen zijn, dan weer dat we het wel zijn," klaagt Mamoun Hodeiby, woordvoerder van de Broederschap. „Ik zeg u Moslimfundamentalisten in de rechtszaal. Met het spandoek willen zij de rechter duidelijk maken dat zij geen toeristen hebben gedood. fotoepa dat we geen banden hebben met terroristen." Maar ook Westerse diplomaten zijn niet overtuigd. „De regering zegt dat ze banden met militante groepen heeft ont dekt. Er is zeker een schemerge bied tussen hen," zegt een diplo maat. Ook andere waarnemers zien een overlap tussen de Broe derschap en militante groeperin gen in de slums van Cairo en Assyut. Abdel Harith Madani, een fun damentalistische advocaat die in april in een politiecel overleed, is een van de slachtoffers van de nieuwe regeringscampagne. Vol gens de autoriteiten overleed hij aan de gevolgen van een astma- aanval. Montasser al Zayyat, een mede werker van Madani die de blinde geestelijke Sjeikh Omar Abdel Rahman vaak voor de rechtbank verdedigde, zou wel eens het volgende slachtoffer kunnen zijn. Volgens de regering behoort Zayyat, die in mei gearresteerd werd, tot een 'geheime groep die tot doel heeft de regering met geweld omver te werpen, de ide ologie van extremistische groe peringen verbreidt en opdrach ten en geld ontvangt van de vlak bij het Cairomuseum in de FOTO EPA leiders van de groep in het bui tenland.' De Egyptische Organisatie voor Mensenrechten (EOHR) zegt dat Zayyat slechts een van de 23 advocaten is die in Egypte zon der aanklacht worden vastge houden. Sommigen hebben drie of vier jaar vastgezeten, zijn vrijgelaten nadat ze onschuldig bevonden waren, maar werden onder de draconische noodwet ten opnieuw gearresteerd. „De advocaten worden beschul digd van het doorgeven van op drachten van terroristen in de gevangenis naar hun collega's buiten de gevangenis," aldus de EOHR. „Na ondervraging bleken de advocaten onschuldig te zijn. Toch worden ze nog steeds ge vangen gehouden." Niemand weet of de militante moslims nu voorgoed het zwij gen is opgelegd. „Het is het einde van de eerste ronde," zegt de islamitische schrijver Fahmi Huweidi. „Totdat er democratie is, zullen er altijd redenen voor extremisme zijn." „We leven al 4000 jaar zo, van de ene farao naar de andere," aldus een lid van de regerende Nationale Democratische Partij. „Denk je dat er hier plotseling iets verandert? Dat is zeer on waarschijnlijk." moeien russen j_,uxor en Aswan maken dat zi) geen toeristen hebben ggdood. fotoepa ten en geld ontvangt van de waarschijnlijk." in onze correspondent DDR-tijd, a-democratische oude kame- bedanken'. Hij deed in de Bondsdag als Bondsdag gewerkt in het besef, dat ansWijnands raden, en kleine mopperaars; ontevre- s, vanzelfsprekend zijn mond open, „om- in alle opzichten erop of eronder wo Van onze correspondent Frans Wijnands Bonn - 'Je reinste communisme in een bedrieglijke pseudo-democrati- sche verpakking'. Dat is in Duits land de algemeen gangbare opvat ting over de PDS, de 'Partei des Demokratischen Sozialismus'. Na spectaculaire recente verkiezings successen, vooral bij de Europese ver kiezingen, staat de PDS volop in de belangstelling. Centraal staat de vraag hoe (on)gevaarlijk deze partij is? En: slagen de post-communisten er in, om komende herfst de 5-procents-horde naar de Bondsdag te nemen of blijven ze een onbetekenende Oostduitse regio club? Voorlopig een open vraag, al gaan de meeste politici en politieke experts er van uit, dat de oorspronkelijk en nög typisch Oostduitse PDS, nooit voldoen de aanhang in het westen van de Bondsrepubliek zal krijgen om inder daad in de Bondsdag te kunnen komen. 'De PDS', analyseert de in Wetzlar geboren Parijzenaar Patrichk Moreau, 'is een partij tussen linksextremisme en links-populisme'. Op z'n minst links-ra dicaal met socialistische staatsopvattin gen die haaks staan op het wezen van de parlementaire democratie. Een ver gaarbak van gestaalde kaders uit de DDR-tijd, a-democratische oude kame raden, en kleine mopperaars; ontevre den burgers die in de gemakkelijke kretologie van de PDS-leiders hun ei gen frustraties en teleurstellingen her kennen. De PDS is een aangepaste voortzetting - voor sommigen de erfgename - van de SED, de vroegere - uiteraard dictato riale - socialistische 'eenheidspartij' van de DDR. De meeste PDS-kopstukken zijn inder tijd in Moskou opgeleid en waren actief voor de Stasi en/of in de SED, zoals ere-voorzitter Hans Modrow, voorzitter Lothar Bisky, penningmeester Dietmar Bartsch en partij-ideoloog André Brie. „We zijn aanvankelijk wat naïef ge weest, dat we niet meteen begrepen dat we als historisch belaste DDR-partij werden gezien," geeft Gregor Gysi toe. Hij bepaalde enkele jaren het gezicht en de koers van de partij, maar legde in 1992 het voorzitterschap neer. Wel bleef hij leider van de PDS-groep in de Bondsdag. Gysi geldt als de meest de mocratische in de PDS-top. Niettemin een kind van de DDR, waar zijn vader jarenlang minister van Cultuur was. Gysi heeft zich wondersnel aangepast aan de democratische spelregels van de oude Bondsrepubliek, zonder zijn verle den te verloochenen. „Een van de on aangenaamste ervaringen voor mij was dat nieuwe Bondsdagleden uit Oost- >r\€ Gysi. foto epa duitsland, met name die van CDU en FDP, hun eerste optreden in de Bonds dag begonnen met de zin dat ze dank baar waren voor de grote eer om in dat huis te mogen spreken." Gysi heeft nooit voor 'die eer willen bedanken'. Hij deed in de Bondsdag als vanzelfsprekend zijn mond open, „om dat ik een democratische socialist ben en omdat ik vind dat democratisch socialisme alleen met democratische middelen te bereiken is. Ook de linksen hebben verdomd nog aan toe, de plicht en de opdracht zich de moeite te geven de meerderheid van de samenleving te overtuigen en voor alternatieve structu ren en tegen-culturen te zorgen." Want democratie mag dan een groot goed zijn, het kapitalisme is dat zeker niet. De crisis is volgens Gysi nog steeds niet echt opgelost. „Het kapitalisme heeft in werkelijkheid niet gewonnen, het is gewoon overgebleven," meent hij cynisch. Gregor Gysi weet zijn woorden en argu menten te kiezen, maar de toonzetting is gevaarlijk, waarschuwen toonaange vende politici uit coalitie en oppositie. Na de winst bij de deelstaatverkiezin gen in Saksen-Anhalt leek het er even op alsof de PDS zelfs aanspraak zou maken op regeringsdeelname. De geves tigde democratische partijen wezen dat af; de sociaal-democratische SPD ver klaarde luid en duidelijk in de PDS geen partner, laat staan een bondgenoot te zien. Dat schept tenminste duidelijkheid, al lijkt de PDS zich niet aan dat politieke isolement te storen. Optimistisch wordt aan de verkiezingscampagne voor de Bondsdag gewerkt in het besef, dat het in alle opzichten erop of eronder wordt. Lukt het niet om in de Bondsdag te komen dan verschrompelt de partij. Dan kunnen alleen buiten-parlementai re protestacties nog enig rumoer ver oorzaken, maar verder dan de oostduit se regio komt de partij dan niet meer. Voor dr. Gerd Langguth, de zakelijk leider van de Konrad Adenauerstich- ting in Sankt-Augustin bij Bonn, is de PDS op de uiterste linkervleugel het zelfde als wat de neo-nazistische 'Repu- blikaner' aan de uiterste rechterkant van het politieke spectrum zijn. En dus moeten ook de 'democratische socialis ten' vastbesloten bestreden worden. Dat betekent in de praktijk vooral de groeiende aanhang van protest-stem mers bij de PDS weghalen door ze te overtuigen van echte democratische al ternatieven. Dat geldt met name voor de opvallend veel (jongere) vrouwen die werkloos zijn geworden en nu liever hun heil bij de PDS zoeken dan bij de gevestigde partijen die zij immers de schuld geven van de ruïneuze werkloos heid in de voormalige DDR. Als dat lukt, is de PDS politiek althans ongevaarlijk. Wat volgens Langguth dan nog overblijft is een platform en clubhuis voor een handvol vroegere 'Genossen' en SED-profiteurs, voor wie het eeuwige socialisme tegelijk de weg en het doel zal blijven. Door Anna Pukas Parijs - Ze is miljonaire, woont op een steenworp afstand van de Champs-Elysées en heeft de oorlogsellende ver achter zich gelaten. Maar toch zou Zlata Filipovic, het dertienjarige schoolmeisje dat met haar dagboek de 'Anne Frank van Sarajevo' werd, het allemaal morgen op geven om terug te kunnen ke ren naar haar door oorlog ge troffen stad. In de zes maanden dat ze weg is uit Bosnië heeft Zlata met haar succes om leren gaan, maar niet met het schuldge voel dat ze nog steeds heeft. Met haar speelgoed-panda en aapje - het enige wat ze nog heeft van vroeger - vastge klemd in haar armen kijkt ze vanaf het balkon neer op de drukke Parijse straat beneden. „Ik voel me schuldig dat ik hier ben terwijl er zoveel ge wonde kinderen zijn die uit Sarajevo weg zouden moeten." „Ik voel me schuldig dat ik een cola kan drinken als ik dat wil. Ik kan naar de Disney- winkel om de hoek lopen en naar al het speelgoed en alle spelletjes kijken, maar dan denk ik aan mijn vriendinne tje thuis, vier jaar is ze. Ze heeft geen speelgoed en ze heeft nooit iets anders gekend dan oorlog." „Vader en moeder dragen nog steeds de kleren die ze hebben meegebracht uit Sarajevo. Ik heb alleen maar nieuwe omdat ik uit de mijne was gegroeid, maar ik ga echt geen jurken van Christian Dior kopen. Ik vraag me de hele tijd maar af waarom mij dit is overkomen. Ik heb alleen maar een dag boek geschreven dat ieder kind in Sarajevo had kunnen schrijven." Zlata's dagboek, dat ze bij het licht van een kaars schreef met het geweervuur op de achtergrond, betekende voor haar familie een kans om uit Sarajevo te ontsnappen in een Frans regeringsvliegtuig, twee dagen voor de Kerst. Het boek is een bestseller in 33 talen. De filmrechten wor den eerdaags verkocht aan Universal. Volgens een voor zichtige schatting zal Zlata uiteindelijk op zo'n vier mil joen dollar uitkomen. „Maar toch zou ik zo weg willen. Parijs is prachtig masr we zijn geen toeristen, we zijn vluchtelingen," zegt ze. „Li chamelijk ben ik hier, maar mijn hoofd en hart zijn in Sarajevo bij mijn grootouders, mijn tantes en mijn beste vriendin Mirna." Het appartment van de familie Filipovic is gerieflijk en ruim, Zlata en haar familie leven eenvoudig, zelfs sober. Haar ouders Alicia, een 45-jarige scheikundige, en vader Malik, 47 en advocaat, zijn onderge dompeld in een nieuwe we reld. Drie maanden lang zijn ze door Europa en Noord-Ameri- ka gereisd, moesten ze lachen voor de camera's en zestien uur per dag dezelfde vragen beantwoorden. Zlata heeft president Clinton ontmoet en over Bosnië gesproken met Amerikaanse congresleden. Ze werd voor CNN geinterviewd dooor Larry King. Niet iedereen gunt Zlata haar succes. In de Verenigde Staten beweerde een tijdschift dat haar dagboek was 'bewerkt' en politiek gekruid door ande ren. Vorige week deed het ge rucht de ronde dat Laffont- Fixot Zlata's royalities inpikt. Susanna Lea van de uitgeve rij: „We houden Zlata's in komsten voor haar vast omdat anders haar ouders erg hoge Franse belastingen moeten be talen. Ook wilden we het geld voor hen toegankelijk houden omdat we niet wisten hoelang ze in Parijs zouden blijven." De Filipovic hebben nu een Franse verblijfsvergunning voor een jaar. Accountants hebben hun geadviseerd naar Ierland te verhuizen, waar schrijvers geen belasting hoe ven te betalen, en ze overwo gen ook naar Slovenië te gaan omdat ze de taal spreken, er vrede is in het land en het dichter bij Bosnië ligt. (c) The Sunday Times, Londen e'll meet again, Ir Ir don't know whe- W V re, don't know when, but I know we'll meet again some sunny day'. Het blijft een pakkend refrein. Ongewild neuriede ik mee met de misschien wel grootste Hit van de Blitz. 'We'll meet again' was het nostalgische lijflied van de Tommies. Het wordt inmiddels een halve eeuw vertolkt door de meest onverslijtbare der Engelse zangeressen: Vera Welch, be ter bekend als Vera Lynn, alias 'the forces sweetheart'. „U bent zeker blij haar deze weken weer zoveel te horen zingen?", vroeg ik de man bij wie ik toevallig aan tafel was gekomen in het restaurant van het Imperial War Mu seum. Ik had twee afspraken in de buurt en het leek me aardig daar een kopje thee te drinken. De in goed vertrouwen gestel de vraag ontlokte een onver wacht felle reactie. „Blij?!!", zei de bejaarde marine-man even venijnig als verontwaar digd. „Blij?!! Aan dat lied erger ik me al vijftig jaar. En helemaal als ze erbij zeggen dat Vera Lynn de Sweetheart van ons allemaal was." En wat zachter: „De meeste van ons vonden het maar een, tut." Ik moet bekennen dat ik even sprakeloos was. Mijn veron derstelling was immers dat el ke oorlogsveteraan de Queen Mother of Song' zou salueren tot hij er bij neerviel. Maar deze oud-strijder pleegde niet alleen majesteitsschennis, hij bleek een gruwelijke pest te hebben aan de nationale lie veling der strijdkrachten. Als hij me had gezegd dat Marga ret Thatcher een zacht lief omaatje was had ik net zo verbaasd opgekeken. Door Bob van Huët De D-Day man ging verder: „Ze kan toch niet zingen, en bovendien had ze geen be nen." Hij wilde het wel even uitleggen. „We luisterden veel liever naar Judy Garland of zelfs naar Dietrich, dat waren vrouwen die wat beloofden met hun stem. U bent te jong om het te weten, maar zwoe ler dan Dietrich zong nie mand, geloof me." Wat was er mis met de benen van Mrs. Lynn? waagde ik. „Vraag een willekeurige vete raan naar zijn favoriete ptf- up. Ik betaal je een pint wan neer iemand Vera Lynn noemt. Rita Hayworth ot Margaret Lockwood, dié had den echte benen." yan onze verslaggever Capo d'Orlando - Jea Longo zal tot het einde va haar loopbaan een controve siële figuur blijven, rond w zich met de regelmaat va een klok conflicten en ruzi afspelen. Zo was het gist roehtend in de WK-wegwe strijd in Capo d'Orland schandalig om te zien hoe veterane uit Grenoble het b lang van de Franse ploeg ve Door Jean Nelissen Capo d'Orlando - Een gistermiddag in Capo d' strijd in grote hitte de we het verhaal van de 27-j Herning op Jutland. Pedersen werd als professiona afgekeurd voor de wielerspo omdat hij hartklachten had. Hi stopte veertien maanden me wielrennen, maar kwam al amateur toch weer terug in he pelotop. Om gisteren op Sicili' de grootste triomf in zijn loop baan te beleven. „Ik voelde me de hele wedstrij beresterk," vertelde de Deen „en ik wilde nog een keer iet groots presteren. En dat is ge lukt. Prof word ik nooit meer want dat milieu beviel me des tijds al niet. Ik ga gewoon lekke genieten van mijn succes en va mijn regenboogtrui." Toen hij zeventien was, gol Alex Pedersen als een talent. Hi won met de Deense ploeg he wereldkampioenschap tijdrijde bij de junioren in Villach. Al amateur stootte hij snel doo naar de top. De Franse profploe RMO contracteerde hem. Twe jaar lang reed Pedersen met wis selend succes. Toen haalde ON CE hem naar Spanje. In zijn tweede seizoen bij de Spaanse ploeg bleek bij een routine-on derzoek dat Pedersen een afwij king aan zijn hart had. ONCE verlengde daarom zijn contract niet en Pedersen besloot ontgoo cheld zijn wielercarrière te beëindigen. „Veertien maanden ben ik gestopt. Ik leerde een andere manier van leven kennen, die mij erg beviel. Niet langer meer als een zigeuner van het ene hotel naar het andere reizen, geen stress meer. Maar ik ben al die tijd wel sportman in hart en nieren gebleven." Medicijn Een arts schreef Pedersen een medicijn voor en de Deen mocht weer gaan koersen. „Ik begon weer als amateur. Dit jaar won ik in Rome al de GP Liberation met 385 deelnemers. Ik voelde dat mijn conditie met de week beter werd. Hier waren de om standigheden ideaal voor mij. Ik rijd graag in warm weer en op een zwaar parcours. Ik heb in de kopgroep mijn werk gedaan, zo dat niemand zich kan beklagen. De sprint verliep ideaal voor mij. Ik moet het van een lange sprint nebben, zodat ik gelanceerd uit de wielen kan komen. Dat ge beurde precies zo. De Fransen Mengin en Medan letten vooral ®P de Italiaan Pianegonda. Ik beb mijn grootste versnelling ge schakeld, pakte vijf meter en ik neb niemand meer gezien." be kopgroep met Pedersen ont stond na negentig kilometer. bertien renners verlieten het pe loton. In de voorlaatste ronde riel de kopgroep uiteen. Vijf ren- S» bleven vooraan: Pedersen, Mengin, Medan, Pianegonda en oe Slowaak Dvorscik. o6 Peense wielersport maakt souden tijden door. Rolf Sören- Bjarne Riis, Bo Hamburger nUkrS^er Skibby behoren tot de bunkers in het peloton. Zij j or™ in de Tour de France en klassiekers. Dat heeft het j e rennen in Denemarken de J"ste, twee jaar zeer populair enu,aa ^ex Pedersen zal het ker me noS ^oen aanwak- Teleurgesteld ^kwart minuut na de nieuwe IF„ kampioen won Max van va>?SuV1i uit baexem de sprint k. Peloton. Hij finishte als e Nederlander op de twaalf-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 8