Democratie verdeelt Cambodja
Strijd tussen ontwikkeling en milieu op Papoea-Nieuw-Guinea
Nieuwe generatie zakenlieden vormen de yuppies van India
Jaar na verkiezingen is stabiliteit in Zuidoostaziatisch land ver te zoeken
Leger van China plaatst
defensie op tweede plan
DE STEM
BUITENLAND
A6
NAAIMACHINE,
AN 20 JAAR
WASPROGRAMMA.
Koffer berusting
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1994
tier rijden van Goes of Bergen op Zoom).
lg: 8.00-12.00 cn 13.00-17.00
8.30-12.00 cn 13.00-15.0(1
RGELEGENHEID!
ERGENS
Door Geoff Spencer (ap)
Port Moresby - De ooit spran
kelende rivier wordt verstikt
door een melkachtig-grijze
derrie die afkomstig is uit een
stroomopwaarts gelegen
goud- en kopermijn en de pre
mier is woedend - niet op de
mijneigenaars, maar op de
dorpelingen die dezen hebben
aangeklaagd.
In het grootste proces dat ooit in
het buurland Australië is gevoerd
eisen 16.000 dorpelingen die aan
de oevers van de rivier de Ok Te-
di wonen drie miljard dollar
schadevergoeding van de mijnei
genaar, Broken Hill Proprietary.
Premier Paias Wingti is het niet
met hen eens. Hij wil niet dat de
mineraalwinning, waarvan hij
grote welvaart voor zijn land ver
wacht, een strobreed in de weg
wordt gelegd.
Hij geeft toe dat het milieu soms
te lijden heeft, maar is bang dat
het initiatief van de Ok-Tedibe-
woners navolging zal krijgen en
dat beleggers dan zullen wegblij
ven. De Ok-Tedi-aanklacht heeft
het vertrouwen van de beleggers
al aangetast, zegt hij, terwijl Pa
poea-Nieuw-Guinea volgens hem
elke investering nodig heeft die
het krijgen kan om zijn natuurlij
ke rijkdommen tot ontwikkeling
te brengen.
Verschillende multinationals
doen al grote zaken in Papoea-
$suw-Guinea. Het Amerikaanse
evron boort in de centrale
hooglanden naar olie en een Au
stralische dochter van het Cana
dese Placer Dome heeft een meer
derheidsbelang in een van de
grootste goudmijnen van de we
reld, bij Porgera.
De mijn aan de Ok Tedi is voor 52
procent in handen van Broken
Hill, de regering heeft 30 procent
en het Canadese Metall Mining
18 procent.
De plaatselijke economie vaart
wel bij de mijn, maar de ongeveer
honderd clans die duizenden ja
ren langs de rivier hebben ge
boerd, gejaagd en gevist hebben
daar geen boodschap aan.
Volgens hen dumpt de mijn dage
lijks zo'n 10.000 ton koper-, lood-
zink- en cadmiumhoudend afval
in de rivier. „Er leeft niets in de
rivier. We kunnen het water niet
drinken. De bomen langs de oe
vers gaan dood', zegt Rex Dagi,
hoofd van de Miripki-clan die het
proces mede heeft aangespannen.
„De mijn verdient geld, maar on
ze tradtionele leefwijze is ver
woest."
Het door de Papoea's aangespan
nen proces brengt opnieuw onder
de aandacht hoezeer het kwets
bare Zuidzee-milieu te lijden
heeft van economische ontwikke
ling.
Regenwouden worden illegaal
gekapt, koraalriffen raken ver
vuild, visstanden worden geplun
derd door buitenlandse vloten en
kleine eilanden krijgen proble
men met overbevolking.
Broken Hill stelt dat een dam die
werd gebouwd om het afvalslik
van de mijn tegen te houden in
1984 door een aardbeving is ver
woest.
Omdat aardbevingen in het ge
bied vaak voorkomen en ook
veelvuldige regenval (990 centi
meter per jaar) de bouw van in
stallaties blijft belemmeren, be
sloot de mijn op dat moment om
maar direct in de rivier te lozen.
Door Leah Makabenta (ips)
Bangkok - Een jaar na de verkiezingen die Cambodja sta
biliteit hadden moeten brengen, is het land onzekerder en
verdeelder dan ooit. Het uitroepen door de Rode Khmer
van een tegenregering en een mislukte couppoging zijn de
meeste recente uitingen van de diepgewortelde conflicten
die Cambodja in de greep houden.
Volgens berichten van het pers
bureau AFP meldde de radiozen
der van de Rode Khmer dat de
guerrilla-beweging in de noorde
lijke provincie langs de Thaise
grens een 'regering voor nationa
le solidariteit en nationale red
ding' heeft uitgeroepen met Khi-
eu Sampan als premier.
Toch is de Rode Khmer niet Cam-
bodja's grootste zorg, meent Fre
deric Brown, Zuidoost-Azië-des-
kundige van de John Hopkins-
Universiteit in de Verenigde Sta
ten. „De Rode Khmer is niet de
grootste schurk in Cambodja."
Volgens Brown dankt de Rode
Khmer zijn kracht slechts aan de
zwakte van de wettige Cambod
jaanse regering.
Verzoening
Van een nationale verzoening is
een jaar na de door de Verenigde
Naties georganiseerde verkiezin
gen nog niet veel terechtgeko
men, vindt hij. „De nationale
verzoening is mislukt, niet alleen
tussen de partijen, maar ook bin
nen partijen en tussen delen van
de bevolking als geheel."
Brown was in de Cambodjaanse
hoofdstad Phnom Penh toen daar
een couppoging plaatsvond. Vol
gens hem gaat het om een
machtsstrijd binnen de Cambod
jaanse Volkspartij (CPP), de
communistische partner in de
huidige coalitieregering.
Een officieel onderzoek naar de
recente gebeurtenissen heeft
prins Norodom Chakrapong en
oud-minister van Binnenlandse
Zaken Sin Song als hoofdschul
digen aangewezen. Volgens wijd
verbreide complottheorieën heb
ben hooggeplaatste CPP-functio-
narissen echter de hand gehad in
de couppoging.
„In Cambodja draait de politiek
om complottheorieën," aldus
Brown. „De mensen zijn ge
fixeerd op samenzwering, zo niet
binnen de CPP dan wel door ie
mand anders. Er is duidelijk veel
onzekerheid onder de Cambodja-
nen over de richting die het land
uitgaat. Cambodja is een land dat
verschrikkelijk met zichzelf
overhoop ligt en zijn politieke
uitgangspunten nog moet vast
stellen."
Machtsovername
Volgens Brown wordt de partij,
die tot de verkiezingen van vorig
jaar aan de macht was, ver
scheurd door conflicten over
haar rol in de Cambodjaanse po
litiek. De positie van partijleider
Hun Sen, een van de twee pre
miers in de coalitieregering, is
bepaald niet onomstreden.
De radicale vleugel van de CPP
wil een terugkeer naar commu
nistische alleenheerschappij,
desnoods via een onwettige
machtsovername. Waarnemers
zeggen zelfs dat de CPP een slui
pende coup beraamt tegen haar
coalitiepartner, de royalistische
Funcinpec van partijleider prins
Ranariddh die de verkiezingen
van vorig jaar won.
De CPP zou de macht wil grijpen
zodra Ranariddh zijn vader, ko
ning Norodom Sihanouk, die aan
kanker lijdt, opvolgt als staats
hoofd.
Voor meer gematigde partijleden
echter ligt de toekomst van de
partij in een goede samenwer
king met Funcinpec.
Een Cambodjaanse man treurt om het verlies van zijn huis dat door Rode Khmers werd platgebrand.
„De mislukte coup zou heilzaam
kunnen werken als hij de CPP
realistischer maakt in haar in
schatting van de politieke werke
lijkheid," zegt Brown. „De partij
zou kunnen beginnen met het lo
zen van de leden die als dinosau
riërs in het politieke systeem
functioneren."
Zuivering
Volgens Brown is een zuivering
in de CPP-gelederen onvermijde
lijk. „Het is moeilijk in te zien
hoe orde op zaken gesteld kan
worden zonder een of andere
aderlating binnen de CPP, en niet
te vergeten het leger," aldus
Brown.
De coalitieregering heeft ook al
tot spanningen geleid binnen de
coalitiepartner van de CPP. Cri
tici van Ranariddh binnen Fun
cinpec menen dat deze zich volle
dig laat overvleugelen door Hun
Sen en beschuldigen hem van ge
brekkig leiderschap en corruptie.
Brown constateert dat met name
op het Cambodjaanse platteland
het Funcinpec-kader ernstig te
leurgesteld is in de partijleiding.
De gewone partijleden beschul
digen de leiding van wijdverbrei
de corruptie.
Naast de diverse politieke .ge
schillen is er ook nog het pro
bleem van de teruggekeerde
Cambodjaanse vluchtelingen, die
na jarenlange afwezigheid weer
een plek moeten vinden in het he
dendaagse Cambodja.
Vergiftigd
De Cambodjanen die gedurende
de moeilijke jaren van oorlog en
dictatuur in het land gebleven
zijn begroeten hun teruggekeerde
landgenoten doorgaans met af
keuring.
FOTO EPA
Volgens Brown is de belangrijk
ste taak van de Cambodjaanse
regering te zorgen voor een ver
betering van de sociale omstan
digheden die de terugkeer van
een schrikbewind als dat van de
Rode Khmer in de jaren zeventig
onmogelijk maakt.
„Maar het is de vraag of je een
zinnig ontwikkelingsprogramma
kunt uitvoeren in de vergiftigde
politieke atmosfeer die in vele
kringen in Cambodja heerst, nog
afgezien van het enorme veilig
heidsprobleem waar de Rode Kh
mer het land voor stelt," aldus
Brown.
Het is vroeg in de morgen in de zuidelijke Indiase
stad Bangalore; het tikken van golfclubs tegen de bal
weerklinkt over de gebeeldhouwde graszode. „Mooi
schot, Sanjay," roept een man in korte broek en met
een witte pet op. Hij maakt deel uit van de nieuwe
generatie zakenmannen die hebben geprofiteerd van
de economische revolutie die India nu overspoelt. De
yuppen van India.
Door Matthew Campbell (Times)
Ia een winkelcentrum in het cen
trum van de stad lopen de boe
tiekjes met geïmporteerde haute
couture als een trein. Amerikaans
softijs wordt overal verkocht en
een enorme Mickey Mouse walst
wet voorbijgangers bij de ingang
van de speelgoedwinkel. Als de
avond valt lokken de opflitsende
neonreclames de klanten naar
talloze cafés en cocktailbars.
Het beeld van slangenbezweer
ders en tulbanden dat de naam
India in het Westen oproept, lijkt
her geheel achterhaald. Banga
lore is met zijn drukke boule
vards en glanzende kantoorge
bouwen een bloeiende enclave
jan welvaart. Het is ook een sym
bool van India's zakelijk poten
tieel en een model dat kan wor
den herhaald, met als toekomst
beeld een economische supermo
gendheid India.
Sinds de Indiase regering de eco
nomie van het land heeft openge
steld voor concurrentie van bui
tenaf zijn de buitenlandse bedrij
ven India binnengestroomd. Het
'and was een grote, nog niet
geëxploreerde markt met 890
triljoen inwoners. Veel mensen
verkassen naar Bangalore, ook
vel India's Silicon valley ge
doemd wegens de vele computer
bedrijven.
Headhunters
de commerciële hoofdstad
ombay hebben de financiële in
dringen investeringsbanken
S vacht die niet onderdoen voor
*e van Wall Street, agressieve
jriadhunters en managers met sa-
nssen die honderd keer boven
rit normale loon liggen.
Investeerders trekken naar India
in de overtuiging dat de hervor
mingen in het land onomkeer
baar zijn. Sommigen zien India,
met zijn traditie van democratie
en relatieve stabiliteit, als een
veel veilger gok dan China, de
andere markt in opkomst, waar
economische hervormingen meer
afhankelijk zijn van het in leven
blijven van een zieke leider van
in de tachtig. Japanse investeer
ders kopen als een razende en de
aandelenmarkt van Bombay be
reikte deze maand een hoogte
punt.
Gemiddeld komt er iedere week
wel weer een buitenlands bedrijf
naar Bangalore, een kleine 1000
kilometer ten zuid-oosten van
Bombay. Kantoorruimte is er
schaars en er is een wachtlijst
van drie jaar voor de golfclub.
„India zit op het punt van de
doorbraak", zegt John Whiting,
directeur van een joint venture
van IBM. „Het land heeft een ju
ridische infrastructuur, goed on
derwijs en veel mensen spreken
Engels. Ik krijg iedere dag sollici
tatiebrieven van Indiërs in de
Verenigde Staten die op zoek zijn
naar een baan in hun vaderland."
Bangalore heeft geen air-condi
tioning nodig; het ligt op een pla
teau op zo'n 1000 meter hoogt. De
stofstormen die elders in het land
vaak woeden, komen in Bangalo
re niet voor. Het was dan ook een
populair toevluchtsoord voor de
Britse kolonisten, die de stad -
afgezien van de rassenvermen
ging - als erfenis een sterk onder
wijssysteem hebben nagelaten.
De meer dan twintig buitenland
se bedrijven in de stad, waaron
der Hewlett Packard, Motorola
en Texas Instruments, betrekken
Klasse-tegenstelling in India. Er moet een nieuwe rijkdom ontstaan die ook naar de armen zal door
sijpelen. FOTO AP
hun hoogopgeleide personeel van
de technische instituten in Ban
galore.
Cowboyhoeden
Een vleugje nostalgie naar de ko
loniale tijd vermengt zich met
een passie voor alles wat Ameri
kaans is; zelfs de politieagenten
op straat dragen witte cowboy
hoeden.
In een van de grote parken staat
een beeld van de Engelse konin
gin Victoria; de straten zijn ver
noemd naar Britse bestuurders.
De club voor de elite van Banga
lore, die in 1962 zijn eerste India
se voorzitter koos, blijft de plaats
waar je komt om gezien te wor
den.
De stad, waar ook de Indiase
ruimte-industrie is gevestigd,
kweekt een nieuw soort onderne
mer, mensen die snel de kansen
grijpen die het hervormingspro
ces biedt. Dat werd midden jaren
tachtig in gang gezet door Rajiv
Ghandi, de vermoorde premier,
en uitgebreid door zijn opvolger
Narasimha Rao.
Sinds 1991 heeft diens beleid
voor vijf miljard dollar aan bui
tenlandse investeringen opgele
verd. Het beleid keert zich tegen
de zogenaamde Bombay Club van
traditionele familiebedrijven, die
dan ook fel protesteren tegen de
hervormingen uit angst dat zij
hun afzetmarkt verliezen.
„Toen de rest van de wereld open
ging bleven wij achter," zegt Na-
ryan Murthy. Hij richtte zijn be
drijf Enfosis op in 1981 met een
investering van 300 dollar. Het is
nu 100 miljoen dollar waard.
„Hier in Bangalore zeggen we dat
we de tekens aan de wand moeten
zien. We moeten concurreren met
de rest van de wereld". Murthy
hamert er èen Japanse werk
ethiek in bij zijn werknemers.
„Ons doel is de kwaliteit van
Europese en Amerikaanse bedrij
ven te evenaren en dan te zeggen
dat we het 30 procent goedkoper
kunnen".
Bangalore is zeker rendabel. „Je
kunt hier een wetenschapper in
huren voor eenvijfde van de kos
ten in Amerika," zegt Karin Ma-
zumdar, hoofd van Biocon, een
biotechnologisch bedrijf dat en
zymen levert voor onder meer de
voedselverwerkende industrie.
Ze begon haar bedrijf in 1979 op
25-jarige leeftijd in een garage,
met 100 dollar startgeld. Van
daag de dag is haar omzet meer
dan 7 miljoen.
Cocktails
Wat Bangalore onderscheidt van
andere Indiase steden is de hoge
concentratie van hoog-opgeleide
vakmensen. „Het is een soort
yuppie-plaats", zegt Mazumdar.
„Je hebt hier een leuke uitgaans-
cultuur".
Geen andere stad kan prat gaan
op een dergelijke keuze aan tren
dy bars. In club Nasa serveren
obers in ruimtepakken Tom Crui
se- en Stealth-cocktails. In een
andere bar, gelegen in het souter
rain en toepasselijk 'The Under-
grouwd' geheten, hangt het logo
van de Londense Ondergrondse.
Ondanks de glamour-achtige
faqade kent de stad ook veel pro
blemen. Zakenmannen klagen
dat de elektriciteit vier keer per
dag uitvalt. De bordjes die bevui
ling van de straten moeten tegen
gaan worden massaal genegeerd
en schurftige paarden en koeien
grazen op de groenstroken in het
centrum. De stad is overbevolkt
en de sloppenwijken breiden zich
uit; bedelaars vallen de bezoekers
lastig op het vliegveld.
De regering hoopt dat liberalise
ring van de economie dergelijke
problemen zal verlichten; er moet
een nieuwe rijkdom ontstaan die
ook naar de armen zal doorsijpe
len. Maar niet iedereen in Banga
lore is blij met de hervormings
politiek.
Klappen
De kantoren van een Amerikaans
bedrijf werden vorig jaar door
500 mensen bestormd. „Ze ver
nielden ons kantoor en gooiden al
onze spullen door het raam naar-
buiten en staken ze in brand,"
vertelt John Hamilton, mana
ging-director van Cargill, een
zaadverwerkend bedrijf. „Een
paar van onze mensen kregen ook
wat klappen".
De aanvallers behoorden tot een
boerenvakbond die woedend was
over de betrokkenheid van een
Amerikaans bedrijf bij de zaad
distributie. Ze werden aange
voerd door Nasjun Daswami, een
professor rechten. Hij beweert
dat de soevereiniteit van India in
gevaar komt door de aanwezig
heid van de buitenlandse bedrij
ven. Maar Hamilton trekt zich er
weinig van aan. Nu zijn omzet
sinds vorig jaar is verdrievoudigd
kan niets de pret nog drukken.
„Ons bedrijf," zei hij, „gaat een
klapper maken"
Reizen met British
Rail blijkt niet zel
den een avontuur.
Een koffer berusting is de
meest aangeraden bagage als
je, zoals ik onlangs, het lef
hebt een reisje Middlesbrough
te wagen. Volgens het vooral
komische spoorboek van BR
rijd je per comfortabele inter
city in vier uur naar de rook en
smog van kapitein Cooks de
primerende geboortestad.
Toegegeven, daags na een
seinwachtersstaking was het
onverstandig geweest über
haupt aan de expeditie te be
ginnen. „Geen treinen tot ten
minste 7.50 uur," meldde een
groot bord voor mijn thuissta-
tion. De aimabele stationschef
legde uit dat het 'even zal du
ren voordat de normale
dienstregeling kan worden
hervat. Na de staking is niet
precies duidelijk waar alle
treinen staan'.
Kennelijk moest een uur naar
het rollend materieel worden
gezocht.
Op Kings Cross dacht ik geluk
te hebben. De sneltrein stond
er en had nog een zitplaats
over ook. De aanduiding 'in
tercity' bleek toch wat preten
tieus voor deze veredelde boe
mel.
B.ij de eerste stop (Peterbor
ough) werd ons afgeladen rij
tuig overstroomd door gebro
ken zielen: het waren degenen
die een uur eerder uit Londen
waren vertrokken en hadden
gedacht buiten het bereik van
spoorduivels te zijn. Hun
treinremmen hadden het be
geven.
Hondderduizend excuses van
Britisch Rail (plus een formu
lier om 20 procent van het
reisgeld terug te claimen) wer
den door de treinbreukelingen
lijdzaam aanvaard, zoals al
leen Engelsen dat kunnen.
Darlington, zowaar. Overstap
pen. Drie kwartier boven bet
BR-schema zit ik. De wereld
leek weer even een spoorfeest
toen mijn volgende aanslui
ting in zicht kwam.
Te vroeg gejuicht. Deze trein
blijkt geschrapt. „Er is een
nooddienst, ongeveer om het
half uur," zei een geschikte
conducteur. Ik keek hem eens
vuil aan en stelde me hem
voor in al zijn aardigheid op
een willekeurig Frans station,
met hetzelfde lollige verhaal
aan een willekeurige Franse
reiziger, die net als ik inmid
dels vre-se-lijk stond te balen.
Het bloed zou uit zijn pet gut
sen.
De noodtrein kwam in bewe
ging, maar leek te capituleren
bij Thornaby, toch zo vlakbij
door Bob van Huët
Middlesbrough. „Dames en
heren," zei een sympatieke in
tercom-stem, „wij veront
schuldigen ons voor deze ver
traging en het ongemak. De
reden van dit oponthoud is dat
hier vanacht een deel van de
bekabeling is gestolen".
Bekabeling gestolen? De dief
is vast geëlectrocuteerd?
„Nou dat niet. er is 120 voet
signaal- en telecommunicatie-
kabel gepikt daar staat een la
ge voltage op.
Het geeft wei onaangename
prikkels," bevestigde een al
leraardigste BR-persvoorlich-
ter. Hij voegde er aan toe:
„We rangschikken dit als dief
stal omdat de kabel inderdaad
is gepikt. Maar eigenlijk is het
vandalisme. Dat soort kabel
heeft geen commerciële waar
de."
Ik gaf het op. Middlesbrough
kwam in zicht, na ruim zes uur
ongeëvenaarde BR-hartelijk-
heid.
Door Yojana Sharma (ips)
Hongkong - Aziatische regeringen maken zich vaak zorgen
dat China erop uit is de volgende militaire supermacht van
Azie te worden en zo het gat op te vullen dat de voormali
ge Sovjetunie heeft achtergelaten. Maar volgens sommige
deskundigen zouden de economische activiteiten van het
Chinese leger zijn strijdvermogen wel eens danig in de weg
kunnen zitten.
Net nu in het post-Mao tijd
perk de politieke bemoeienis
met militaire zaken drastisch is
afgenomen, lijkt de professio
nele onkreukbaakheid op
nieuw bedreigd te worden: mi
litaire inmenging in economi
sche zaken. Dat zegt Ellis Joffe
van de Hebreeuwse Universi
teit in Jeruzalem.
Joffe was een van de tachtig
wetenschappers en militaire
deskundigen die het afgelopen
weekeinde in Hongkong een
conferentie bijwoonden over de
gevolgen van China's economi
sche hervormingen voor zijn
staatsveiligheidsbeleid.
De bijeenkomst was georgani
seerd door het Internationale
Instituut voor Strategische
Studies in Londen en de Chine
se Raad voor Hogere Beleids
studies in Taipei.
Het Volksbevrijdingsleger
(PLA), zoals de Chinese strijd
krachten officieel heten, heeft
sinds eind jaren tachtig scher
pe bezuinigingen ondergaan.
De economische activiteiten op
uiteenlopende gebieden heb
ben echter veel van de ontstane
tekorten aangevuld, menen
deskundigen.
Verlieslijdende defensie-indus-
trieen zijn nieuw leven inge
blazen om een reeks goederen
te produceren, variërend van
levensmiddelen tot koelkasten
en motorfietsen. Bovendien is
het PLA betrokken geraakt bij
dienstverlenende, financiële en
handelsondernemingen, waar
onder onroerend goed.
Aan het begin van de jaren ne
gentig maakte de produktie
van burgergoederen 70 procent
uit van de totale produktie van
de defensie-industrie. Militaire
industrieën leverden al in 1985
93 procent van de Chinese pro
duktie van electronica, drie
jaar later 88 procent van Chi
na's ruimtevaartindustrie en in
1989 90 procent van de Chinese
scheepbouw.
Defensie-industrieen produce
ren eenvijfde van alle fotoca
mera's die in China worden
vervaardigd, 65 pröcent van al
le motorfietsen en 75 procent
van de taxi's die er in de Volks
republiek rondrijden. In 1993
werd de buitenlandse handel
van bedrijven die onder de
PLA-afdeling Algemene Logis
tiek in Shenzhen vallen, op bij
na twaalf miljoen dollar ge
schat.
„Het lijkt alsof, naarmate de
Chinese economie aanzienlijk
rijker is geworden, de militai
ren de resultaten van 's lands
dynamiek oogsten", stelt Paul
Godwin van het Nationale De
fensiecollege in Washington.
De regering heeft dergelijke
burgerindustrieen aangemoe
digd om de PLA te helpen meer
zelfvoorzienend te worden en
minder afhankelijk van de slin
kende defensiebegroting.
Binnen de legertop vrezen ve
len echter dat onconventionele
economische werkzaamneden
mogelijkerwijs het PLA als mi
litaire macht aantasten. „Di
verse schadelijke invloeden en
negatieve verschijnselen uit de
samenleving sijpelen nu voort
durend vanuit verscheidene
kanalen in het leger door en
brengen daarmee de opbouw
van het leger, in gevaar", waar
schuwde een recent artikel van
het Volksdagblad, het officiële
orgaan van de Chinese Com
munistische Partij.
Het noemde het lage moreel
van de troepen, verzet van offi
cieren tegen bevelen van de
partij, rivaliteit tussen leger
en regeringseenheden om een
groter aandeel op de markt te
verwerven, smokkel, specula
tieve financiële transacties,
woekerhandel, corruptie en an
dere illegale activiteiten. „Zij
vormen een gevaar voor het
strijdvermogen, de professio
nele ethiek, de interne samen
hang en ondergeschiktheid aan
het centrale leiderschap van
het leger", stelt Joffe.
De gevaren vormen niet een
onmiddellijke bedreiging. Als
een eenheid een training over
slaat, omdat zij betrokken is bij
een bouwproject, zullen de ge
volgen pas duidelijk worden
als het PLA weer ten strijde
trekt, zegt hij.
Volgens Yitzhak Shichor van
de Hebreeuwse Universiteit
heeft de troepenbeperking ook
geleid tot een dramatische stij
ging van de militaire uitgaven
per soldaat. Dit zal helpen het
moreel te ondersteunen en de
training te verbeteren.
Ondanks de angst voor aantas
ting van het strijdvermogen ge
looft Joffe dat de strijd- en eli
te-eenheden van het PLA
slechts minimaal bij de zaken
transacties betrokken zijn.
„In feite kunnen zij profiteren
van de inkomsten die andere,
minder op strijd gerichte een
heden hebben verdiend", aldus
Joffe.