Democratie verdeelt Cambodja Strijd tussen ontwikkeling en milieu op Papoea-Nieuw-Guinea Nieuwe generatie zakenlieden vormen de yuppies van India Jaar na verkiezingen is stabiliteit in Zuidoostaziatisch land ver te zoeken Leger van China plaatst defensie op tweede plan DE STEM BUITENLAND A6 NAAIMACHINE, AN 20 JAAR WASPROGRAMMA. Koffer berusting WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1994 tier rijden van Goes of Bergen op Zoom). lg: 8.00-12.00 cn 13.00-17.00 8.30-12.00 cn 13.00-15.0(1 RGELEGENHEID! ERGENS Door Geoff Spencer (ap) Port Moresby - De ooit spran kelende rivier wordt verstikt door een melkachtig-grijze derrie die afkomstig is uit een stroomopwaarts gelegen goud- en kopermijn en de pre mier is woedend - niet op de mijneigenaars, maar op de dorpelingen die dezen hebben aangeklaagd. In het grootste proces dat ooit in het buurland Australië is gevoerd eisen 16.000 dorpelingen die aan de oevers van de rivier de Ok Te- di wonen drie miljard dollar schadevergoeding van de mijnei genaar, Broken Hill Proprietary. Premier Paias Wingti is het niet met hen eens. Hij wil niet dat de mineraalwinning, waarvan hij grote welvaart voor zijn land ver wacht, een strobreed in de weg wordt gelegd. Hij geeft toe dat het milieu soms te lijden heeft, maar is bang dat het initiatief van de Ok-Tedibe- woners navolging zal krijgen en dat beleggers dan zullen wegblij ven. De Ok-Tedi-aanklacht heeft het vertrouwen van de beleggers al aangetast, zegt hij, terwijl Pa poea-Nieuw-Guinea volgens hem elke investering nodig heeft die het krijgen kan om zijn natuurlij ke rijkdommen tot ontwikkeling te brengen. Verschillende multinationals doen al grote zaken in Papoea- $suw-Guinea. Het Amerikaanse evron boort in de centrale hooglanden naar olie en een Au stralische dochter van het Cana dese Placer Dome heeft een meer derheidsbelang in een van de grootste goudmijnen van de we reld, bij Porgera. De mijn aan de Ok Tedi is voor 52 procent in handen van Broken Hill, de regering heeft 30 procent en het Canadese Metall Mining 18 procent. De plaatselijke economie vaart wel bij de mijn, maar de ongeveer honderd clans die duizenden ja ren langs de rivier hebben ge boerd, gejaagd en gevist hebben daar geen boodschap aan. Volgens hen dumpt de mijn dage lijks zo'n 10.000 ton koper-, lood- zink- en cadmiumhoudend afval in de rivier. „Er leeft niets in de rivier. We kunnen het water niet drinken. De bomen langs de oe vers gaan dood', zegt Rex Dagi, hoofd van de Miripki-clan die het proces mede heeft aangespannen. „De mijn verdient geld, maar on ze tradtionele leefwijze is ver woest." Het door de Papoea's aangespan nen proces brengt opnieuw onder de aandacht hoezeer het kwets bare Zuidzee-milieu te lijden heeft van economische ontwikke ling. Regenwouden worden illegaal gekapt, koraalriffen raken ver vuild, visstanden worden geplun derd door buitenlandse vloten en kleine eilanden krijgen proble men met overbevolking. Broken Hill stelt dat een dam die werd gebouwd om het afvalslik van de mijn tegen te houden in 1984 door een aardbeving is ver woest. Omdat aardbevingen in het ge bied vaak voorkomen en ook veelvuldige regenval (990 centi meter per jaar) de bouw van in stallaties blijft belemmeren, be sloot de mijn op dat moment om maar direct in de rivier te lozen. Door Leah Makabenta (ips) Bangkok - Een jaar na de verkiezingen die Cambodja sta biliteit hadden moeten brengen, is het land onzekerder en verdeelder dan ooit. Het uitroepen door de Rode Khmer van een tegenregering en een mislukte couppoging zijn de meeste recente uitingen van de diepgewortelde conflicten die Cambodja in de greep houden. Volgens berichten van het pers bureau AFP meldde de radiozen der van de Rode Khmer dat de guerrilla-beweging in de noorde lijke provincie langs de Thaise grens een 'regering voor nationa le solidariteit en nationale red ding' heeft uitgeroepen met Khi- eu Sampan als premier. Toch is de Rode Khmer niet Cam- bodja's grootste zorg, meent Fre deric Brown, Zuidoost-Azië-des- kundige van de John Hopkins- Universiteit in de Verenigde Sta ten. „De Rode Khmer is niet de grootste schurk in Cambodja." Volgens Brown dankt de Rode Khmer zijn kracht slechts aan de zwakte van de wettige Cambod jaanse regering. Verzoening Van een nationale verzoening is een jaar na de door de Verenigde Naties georganiseerde verkiezin gen nog niet veel terechtgeko men, vindt hij. „De nationale verzoening is mislukt, niet alleen tussen de partijen, maar ook bin nen partijen en tussen delen van de bevolking als geheel." Brown was in de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh toen daar een couppoging plaatsvond. Vol gens hem gaat het om een machtsstrijd binnen de Cambod jaanse Volkspartij (CPP), de communistische partner in de huidige coalitieregering. Een officieel onderzoek naar de recente gebeurtenissen heeft prins Norodom Chakrapong en oud-minister van Binnenlandse Zaken Sin Song als hoofdschul digen aangewezen. Volgens wijd verbreide complottheorieën heb ben hooggeplaatste CPP-functio- narissen echter de hand gehad in de couppoging. „In Cambodja draait de politiek om complottheorieën," aldus Brown. „De mensen zijn ge fixeerd op samenzwering, zo niet binnen de CPP dan wel door ie mand anders. Er is duidelijk veel onzekerheid onder de Cambodja- nen over de richting die het land uitgaat. Cambodja is een land dat verschrikkelijk met zichzelf overhoop ligt en zijn politieke uitgangspunten nog moet vast stellen." Machtsovername Volgens Brown wordt de partij, die tot de verkiezingen van vorig jaar aan de macht was, ver scheurd door conflicten over haar rol in de Cambodjaanse po litiek. De positie van partijleider Hun Sen, een van de twee pre miers in de coalitieregering, is bepaald niet onomstreden. De radicale vleugel van de CPP wil een terugkeer naar commu nistische alleenheerschappij, desnoods via een onwettige machtsovername. Waarnemers zeggen zelfs dat de CPP een slui pende coup beraamt tegen haar coalitiepartner, de royalistische Funcinpec van partijleider prins Ranariddh die de verkiezingen van vorig jaar won. De CPP zou de macht wil grijpen zodra Ranariddh zijn vader, ko ning Norodom Sihanouk, die aan kanker lijdt, opvolgt als staats hoofd. Voor meer gematigde partijleden echter ligt de toekomst van de partij in een goede samenwer king met Funcinpec. Een Cambodjaanse man treurt om het verlies van zijn huis dat door Rode Khmers werd platgebrand. „De mislukte coup zou heilzaam kunnen werken als hij de CPP realistischer maakt in haar in schatting van de politieke werke lijkheid," zegt Brown. „De partij zou kunnen beginnen met het lo zen van de leden die als dinosau riërs in het politieke systeem functioneren." Zuivering Volgens Brown is een zuivering in de CPP-gelederen onvermijde lijk. „Het is moeilijk in te zien hoe orde op zaken gesteld kan worden zonder een of andere aderlating binnen de CPP, en niet te vergeten het leger," aldus Brown. De coalitieregering heeft ook al tot spanningen geleid binnen de coalitiepartner van de CPP. Cri tici van Ranariddh binnen Fun cinpec menen dat deze zich volle dig laat overvleugelen door Hun Sen en beschuldigen hem van ge brekkig leiderschap en corruptie. Brown constateert dat met name op het Cambodjaanse platteland het Funcinpec-kader ernstig te leurgesteld is in de partijleiding. De gewone partijleden beschul digen de leiding van wijdverbrei de corruptie. Naast de diverse politieke .ge schillen is er ook nog het pro bleem van de teruggekeerde Cambodjaanse vluchtelingen, die na jarenlange afwezigheid weer een plek moeten vinden in het he dendaagse Cambodja. Vergiftigd De Cambodjanen die gedurende de moeilijke jaren van oorlog en dictatuur in het land gebleven zijn begroeten hun teruggekeerde landgenoten doorgaans met af keuring. FOTO EPA Volgens Brown is de belangrijk ste taak van de Cambodjaanse regering te zorgen voor een ver betering van de sociale omstan digheden die de terugkeer van een schrikbewind als dat van de Rode Khmer in de jaren zeventig onmogelijk maakt. „Maar het is de vraag of je een zinnig ontwikkelingsprogramma kunt uitvoeren in de vergiftigde politieke atmosfeer die in vele kringen in Cambodja heerst, nog afgezien van het enorme veilig heidsprobleem waar de Rode Kh mer het land voor stelt," aldus Brown. Het is vroeg in de morgen in de zuidelijke Indiase stad Bangalore; het tikken van golfclubs tegen de bal weerklinkt over de gebeeldhouwde graszode. „Mooi schot, Sanjay," roept een man in korte broek en met een witte pet op. Hij maakt deel uit van de nieuwe generatie zakenmannen die hebben geprofiteerd van de economische revolutie die India nu overspoelt. De yuppen van India. Door Matthew Campbell (Times) Ia een winkelcentrum in het cen trum van de stad lopen de boe tiekjes met geïmporteerde haute couture als een trein. Amerikaans softijs wordt overal verkocht en een enorme Mickey Mouse walst wet voorbijgangers bij de ingang van de speelgoedwinkel. Als de avond valt lokken de opflitsende neonreclames de klanten naar talloze cafés en cocktailbars. Het beeld van slangenbezweer ders en tulbanden dat de naam India in het Westen oproept, lijkt her geheel achterhaald. Banga lore is met zijn drukke boule vards en glanzende kantoorge bouwen een bloeiende enclave jan welvaart. Het is ook een sym bool van India's zakelijk poten tieel en een model dat kan wor den herhaald, met als toekomst beeld een economische supermo gendheid India. Sinds de Indiase regering de eco nomie van het land heeft openge steld voor concurrentie van bui tenaf zijn de buitenlandse bedrij ven India binnengestroomd. Het 'and was een grote, nog niet geëxploreerde markt met 890 triljoen inwoners. Veel mensen verkassen naar Bangalore, ook vel India's Silicon valley ge doemd wegens de vele computer bedrijven. Headhunters de commerciële hoofdstad ombay hebben de financiële in dringen investeringsbanken S vacht die niet onderdoen voor *e van Wall Street, agressieve jriadhunters en managers met sa- nssen die honderd keer boven rit normale loon liggen. Investeerders trekken naar India in de overtuiging dat de hervor mingen in het land onomkeer baar zijn. Sommigen zien India, met zijn traditie van democratie en relatieve stabiliteit, als een veel veilger gok dan China, de andere markt in opkomst, waar economische hervormingen meer afhankelijk zijn van het in leven blijven van een zieke leider van in de tachtig. Japanse investeer ders kopen als een razende en de aandelenmarkt van Bombay be reikte deze maand een hoogte punt. Gemiddeld komt er iedere week wel weer een buitenlands bedrijf naar Bangalore, een kleine 1000 kilometer ten zuid-oosten van Bombay. Kantoorruimte is er schaars en er is een wachtlijst van drie jaar voor de golfclub. „India zit op het punt van de doorbraak", zegt John Whiting, directeur van een joint venture van IBM. „Het land heeft een ju ridische infrastructuur, goed on derwijs en veel mensen spreken Engels. Ik krijg iedere dag sollici tatiebrieven van Indiërs in de Verenigde Staten die op zoek zijn naar een baan in hun vaderland." Bangalore heeft geen air-condi tioning nodig; het ligt op een pla teau op zo'n 1000 meter hoogt. De stofstormen die elders in het land vaak woeden, komen in Bangalo re niet voor. Het was dan ook een populair toevluchtsoord voor de Britse kolonisten, die de stad - afgezien van de rassenvermen ging - als erfenis een sterk onder wijssysteem hebben nagelaten. De meer dan twintig buitenland se bedrijven in de stad, waaron der Hewlett Packard, Motorola en Texas Instruments, betrekken Klasse-tegenstelling in India. Er moet een nieuwe rijkdom ontstaan die ook naar de armen zal door sijpelen. FOTO AP hun hoogopgeleide personeel van de technische instituten in Ban galore. Cowboyhoeden Een vleugje nostalgie naar de ko loniale tijd vermengt zich met een passie voor alles wat Ameri kaans is; zelfs de politieagenten op straat dragen witte cowboy hoeden. In een van de grote parken staat een beeld van de Engelse konin gin Victoria; de straten zijn ver noemd naar Britse bestuurders. De club voor de elite van Banga lore, die in 1962 zijn eerste India se voorzitter koos, blijft de plaats waar je komt om gezien te wor den. De stad, waar ook de Indiase ruimte-industrie is gevestigd, kweekt een nieuw soort onderne mer, mensen die snel de kansen grijpen die het hervormingspro ces biedt. Dat werd midden jaren tachtig in gang gezet door Rajiv Ghandi, de vermoorde premier, en uitgebreid door zijn opvolger Narasimha Rao. Sinds 1991 heeft diens beleid voor vijf miljard dollar aan bui tenlandse investeringen opgele verd. Het beleid keert zich tegen de zogenaamde Bombay Club van traditionele familiebedrijven, die dan ook fel protesteren tegen de hervormingen uit angst dat zij hun afzetmarkt verliezen. „Toen de rest van de wereld open ging bleven wij achter," zegt Na- ryan Murthy. Hij richtte zijn be drijf Enfosis op in 1981 met een investering van 300 dollar. Het is nu 100 miljoen dollar waard. „Hier in Bangalore zeggen we dat we de tekens aan de wand moeten zien. We moeten concurreren met de rest van de wereld". Murthy hamert er èen Japanse werk ethiek in bij zijn werknemers. „Ons doel is de kwaliteit van Europese en Amerikaanse bedrij ven te evenaren en dan te zeggen dat we het 30 procent goedkoper kunnen". Bangalore is zeker rendabel. „Je kunt hier een wetenschapper in huren voor eenvijfde van de kos ten in Amerika," zegt Karin Ma- zumdar, hoofd van Biocon, een biotechnologisch bedrijf dat en zymen levert voor onder meer de voedselverwerkende industrie. Ze begon haar bedrijf in 1979 op 25-jarige leeftijd in een garage, met 100 dollar startgeld. Van daag de dag is haar omzet meer dan 7 miljoen. Cocktails Wat Bangalore onderscheidt van andere Indiase steden is de hoge concentratie van hoog-opgeleide vakmensen. „Het is een soort yuppie-plaats", zegt Mazumdar. „Je hebt hier een leuke uitgaans- cultuur". Geen andere stad kan prat gaan op een dergelijke keuze aan tren dy bars. In club Nasa serveren obers in ruimtepakken Tom Crui se- en Stealth-cocktails. In een andere bar, gelegen in het souter rain en toepasselijk 'The Under- grouwd' geheten, hangt het logo van de Londense Ondergrondse. Ondanks de glamour-achtige faqade kent de stad ook veel pro blemen. Zakenmannen klagen dat de elektriciteit vier keer per dag uitvalt. De bordjes die bevui ling van de straten moeten tegen gaan worden massaal genegeerd en schurftige paarden en koeien grazen op de groenstroken in het centrum. De stad is overbevolkt en de sloppenwijken breiden zich uit; bedelaars vallen de bezoekers lastig op het vliegveld. De regering hoopt dat liberalise ring van de economie dergelijke problemen zal verlichten; er moet een nieuwe rijkdom ontstaan die ook naar de armen zal doorsijpe len. Maar niet iedereen in Banga lore is blij met de hervormings politiek. Klappen De kantoren van een Amerikaans bedrijf werden vorig jaar door 500 mensen bestormd. „Ze ver nielden ons kantoor en gooiden al onze spullen door het raam naar- buiten en staken ze in brand," vertelt John Hamilton, mana ging-director van Cargill, een zaadverwerkend bedrijf. „Een paar van onze mensen kregen ook wat klappen". De aanvallers behoorden tot een boerenvakbond die woedend was over de betrokkenheid van een Amerikaans bedrijf bij de zaad distributie. Ze werden aange voerd door Nasjun Daswami, een professor rechten. Hij beweert dat de soevereiniteit van India in gevaar komt door de aanwezig heid van de buitenlandse bedrij ven. Maar Hamilton trekt zich er weinig van aan. Nu zijn omzet sinds vorig jaar is verdrievoudigd kan niets de pret nog drukken. „Ons bedrijf," zei hij, „gaat een klapper maken" Reizen met British Rail blijkt niet zel den een avontuur. Een koffer berusting is de meest aangeraden bagage als je, zoals ik onlangs, het lef hebt een reisje Middlesbrough te wagen. Volgens het vooral komische spoorboek van BR rijd je per comfortabele inter city in vier uur naar de rook en smog van kapitein Cooks de primerende geboortestad. Toegegeven, daags na een seinwachtersstaking was het onverstandig geweest über haupt aan de expeditie te be ginnen. „Geen treinen tot ten minste 7.50 uur," meldde een groot bord voor mijn thuissta- tion. De aimabele stationschef legde uit dat het 'even zal du ren voordat de normale dienstregeling kan worden hervat. Na de staking is niet precies duidelijk waar alle treinen staan'. Kennelijk moest een uur naar het rollend materieel worden gezocht. Op Kings Cross dacht ik geluk te hebben. De sneltrein stond er en had nog een zitplaats over ook. De aanduiding 'in tercity' bleek toch wat preten tieus voor deze veredelde boe mel. B.ij de eerste stop (Peterbor ough) werd ons afgeladen rij tuig overstroomd door gebro ken zielen: het waren degenen die een uur eerder uit Londen waren vertrokken en hadden gedacht buiten het bereik van spoorduivels te zijn. Hun treinremmen hadden het be geven. Hondderduizend excuses van Britisch Rail (plus een formu lier om 20 procent van het reisgeld terug te claimen) wer den door de treinbreukelingen lijdzaam aanvaard, zoals al leen Engelsen dat kunnen. Darlington, zowaar. Overstap pen. Drie kwartier boven bet BR-schema zit ik. De wereld leek weer even een spoorfeest toen mijn volgende aanslui ting in zicht kwam. Te vroeg gejuicht. Deze trein blijkt geschrapt. „Er is een nooddienst, ongeveer om het half uur," zei een geschikte conducteur. Ik keek hem eens vuil aan en stelde me hem voor in al zijn aardigheid op een willekeurig Frans station, met hetzelfde lollige verhaal aan een willekeurige Franse reiziger, die net als ik inmid dels vre-se-lijk stond te balen. Het bloed zou uit zijn pet gut sen. De noodtrein kwam in bewe ging, maar leek te capituleren bij Thornaby, toch zo vlakbij door Bob van Huët Middlesbrough. „Dames en heren," zei een sympatieke in tercom-stem, „wij veront schuldigen ons voor deze ver traging en het ongemak. De reden van dit oponthoud is dat hier vanacht een deel van de bekabeling is gestolen". Bekabeling gestolen? De dief is vast geëlectrocuteerd? „Nou dat niet. er is 120 voet signaal- en telecommunicatie- kabel gepikt daar staat een la ge voltage op. Het geeft wei onaangename prikkels," bevestigde een al leraardigste BR-persvoorlich- ter. Hij voegde er aan toe: „We rangschikken dit als dief stal omdat de kabel inderdaad is gepikt. Maar eigenlijk is het vandalisme. Dat soort kabel heeft geen commerciële waar de." Ik gaf het op. Middlesbrough kwam in zicht, na ruim zes uur ongeëvenaarde BR-hartelijk- heid. Door Yojana Sharma (ips) Hongkong - Aziatische regeringen maken zich vaak zorgen dat China erop uit is de volgende militaire supermacht van Azie te worden en zo het gat op te vullen dat de voormali ge Sovjetunie heeft achtergelaten. Maar volgens sommige deskundigen zouden de economische activiteiten van het Chinese leger zijn strijdvermogen wel eens danig in de weg kunnen zitten. Net nu in het post-Mao tijd perk de politieke bemoeienis met militaire zaken drastisch is afgenomen, lijkt de professio nele onkreukbaakheid op nieuw bedreigd te worden: mi litaire inmenging in economi sche zaken. Dat zegt Ellis Joffe van de Hebreeuwse Universi teit in Jeruzalem. Joffe was een van de tachtig wetenschappers en militaire deskundigen die het afgelopen weekeinde in Hongkong een conferentie bijwoonden over de gevolgen van China's economi sche hervormingen voor zijn staatsveiligheidsbeleid. De bijeenkomst was georgani seerd door het Internationale Instituut voor Strategische Studies in Londen en de Chine se Raad voor Hogere Beleids studies in Taipei. Het Volksbevrijdingsleger (PLA), zoals de Chinese strijd krachten officieel heten, heeft sinds eind jaren tachtig scher pe bezuinigingen ondergaan. De economische activiteiten op uiteenlopende gebieden heb ben echter veel van de ontstane tekorten aangevuld, menen deskundigen. Verlieslijdende defensie-indus- trieen zijn nieuw leven inge blazen om een reeks goederen te produceren, variërend van levensmiddelen tot koelkasten en motorfietsen. Bovendien is het PLA betrokken geraakt bij dienstverlenende, financiële en handelsondernemingen, waar onder onroerend goed. Aan het begin van de jaren ne gentig maakte de produktie van burgergoederen 70 procent uit van de totale produktie van de defensie-industrie. Militaire industrieën leverden al in 1985 93 procent van de Chinese pro duktie van electronica, drie jaar later 88 procent van Chi na's ruimtevaartindustrie en in 1989 90 procent van de Chinese scheepbouw. Defensie-industrieen produce ren eenvijfde van alle fotoca mera's die in China worden vervaardigd, 65 pröcent van al le motorfietsen en 75 procent van de taxi's die er in de Volks republiek rondrijden. In 1993 werd de buitenlandse handel van bedrijven die onder de PLA-afdeling Algemene Logis tiek in Shenzhen vallen, op bij na twaalf miljoen dollar ge schat. „Het lijkt alsof, naarmate de Chinese economie aanzienlijk rijker is geworden, de militai ren de resultaten van 's lands dynamiek oogsten", stelt Paul Godwin van het Nationale De fensiecollege in Washington. De regering heeft dergelijke burgerindustrieen aangemoe digd om de PLA te helpen meer zelfvoorzienend te worden en minder afhankelijk van de slin kende defensiebegroting. Binnen de legertop vrezen ve len echter dat onconventionele economische werkzaamneden mogelijkerwijs het PLA als mi litaire macht aantasten. „Di verse schadelijke invloeden en negatieve verschijnselen uit de samenleving sijpelen nu voort durend vanuit verscheidene kanalen in het leger door en brengen daarmee de opbouw van het leger, in gevaar", waar schuwde een recent artikel van het Volksdagblad, het officiële orgaan van de Chinese Com munistische Partij. Het noemde het lage moreel van de troepen, verzet van offi cieren tegen bevelen van de partij, rivaliteit tussen leger en regeringseenheden om een groter aandeel op de markt te verwerven, smokkel, specula tieve financiële transacties, woekerhandel, corruptie en an dere illegale activiteiten. „Zij vormen een gevaar voor het strijdvermogen, de professio nele ethiek, de interne samen hang en ondergeschiktheid aan het centrale leiderschap van het leger", stelt Joffe. De gevaren vormen niet een onmiddellijke bedreiging. Als een eenheid een training over slaat, omdat zij betrokken is bij een bouwproject, zullen de ge volgen pas duidelijk worden als het PLA weer ten strijde trekt, zegt hij. Volgens Yitzhak Shichor van de Hebreeuwse Universiteit heeft de troepenbeperking ook geleid tot een dramatische stij ging van de militaire uitgaven per soldaat. Dit zal helpen het moreel te ondersteunen en de training te verbeteren. Ondanks de angst voor aantas ting van het strijdvermogen ge looft Joffe dat de strijd- en eli te-eenheden van het PLA slechts minimaal bij de zaken transacties betrokken zijn. „In feite kunnen zij profiteren van de inkomsten die andere, minder op strijd gerichte een heden hebben verdiend", aldus Joffe.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 7