Dagboek van een grote schelm
gids
hambone
suske wis
VOC-avonturier rond 1700 tussen vechtersbazen en lichtekooien
DE STEM
Carolus Van der
Haeghe was
dan wel gemeen
soldaat, maar
hij was intelligent
en bijdehand,
om niet te
zeggen sluw.
Er bestond een
chronisch gebrek
aan huwbare
vrouwen en er
was een
overvloed aan
drank.
Zodra hij weer
naar buiten
mag, begeeft
hij zich subiet
weer naar de
4hoere griebis
I,
MAAP Ik
VOEL Mb
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1994
Ik ben er mets frrust op Als
die m/sdadifrr lefrnkmin,
fin er van alles frituren
Vechtersbaas, verkrach
ter, hoerenloper, deser
teur - hij was het alle
maal. En - als ware hij
de Jan Cremer van drie
honderd jaar geleden -
hij schreef het nog op
ook. Hij lardeerde zijn
verhaal met sappige de
tails en hij spaarde nie
mand, allerminst zich
zelf. En nu ligt het drie
eeuwen lang vergeten
dagboek van Carolus
Van der Haeghe in de
boekwinkel, onder de ti
tel 'De avonturen van
een VOC-soldaat'. Geen,
zoals titel en omslag
doen vermoeden, vulgai
re avonturenroman,
maar een wetenschappe
lijk document. Historici
in de ban van een
schuinsmarcheerder.
Door Rob Ruggenberg
Naast het Centraal Station in
Den Haag ligt het Algemeen
Rijksarchief, een gigantisch
bastion, bij ingewijden ook wel
bekend als de Witte Walvis.
Diep in de buik van het beest
ligt 1,2 kilometer geschiedenis
van de Verenigde Oostindische
Compagnie. Zo lang zijn de
planken met daarop de VOC-
leggers.
Vrijwel elke centimeter daarvan
gaat over schepen en commer
cie. Genoteerd en opgetekend
door gouverneurs, kapiteins,
handelaren en bestuurders. De
toplaag dus, de elite van de
gouden eeuw en later. Geschre
ven sporen van gewone mensen
vind je er niet. Matrozen en
soldaten hanteerden touwen en
wapens, en slechts uiterst zel
den een pen.
Daarom is het dagboek van sol
daat Carolus Van der Haeghe zo
bijzonder. Er bestaat nog één
geschrift dat vergelijkbaar is
met dat van hem: een verslag
dat de Antwerpse VOC-soldaat
Reynier Adriaensens maakte
van zijn zeereis in 1679 naar
Batavia en zijn daaropvolgende
tienjarig verblijf in Indië. Dat
verhaal wacht nog altijd op een
uitgever.
Over het dagboek van Carolus
Van der Haeghe heeft zich nu
de Linschoten Vereniging ont
fermd. Al een eeuw lang publi
ceert deze historische club, in
samenwerking met enkele uit
gevers, dagboeken en journalen
die betrekking hebben op onze
maritieme geschiedenis. Vaak,
en ook nu weer, gaan die verge
zeld van interessante histori
sche toelichtingen.
Voordeel (voor velen een na
deel) van de Linschoten-publi-
katies is dat de geschriften in de
oorspronkelijke spelling worden
uitgegeven. Dat verhoogt de
wetenschappelijke waarde,
maar voor degenen die het oud-
Nederlands niet dagelijks beoe
fenen, bemoeilijkt deze aanpak
het lezen aanzienlijk.
Vlamingen
In het geval van het Van der
Haeghe-dagboek komt daar nog
bij dat de bewerkers twee Bel
gische historici zijn: Jan Par-
mentier en Ruurdje Laarhoven.
In hun toelichting hanteren ze
ongebruikelijke Vlaamse be
grippen als 'de overzeese tra
fiek', waarmee ze ons handels
verkeer bedoelen, en 'pallieter',
waarbij ze het oog hebben op de
gelijknamige levensgenieter uit
een roman van Felix Timmer
mans.
Carolus Van der Haeghe was
dus een pallieter. Als hij nu zou
leven zouden de bewerkers hem
vanwege zijn liederlijk leven
vermoedelijk niet eens zien
staan. Maar omdat hij geschie
denis is, merk je dat ze met
enige bewondering of zelfs ver
tedering naar hem kijken - ook
al vecht Carolus als een duivel,
zuipt hij als een ketter, verraadt
hij zijn vaderland en bedriegt
hij liefjes in Brugge, Middel
burg, Batavia en in Manilla.
In Japan, waar hij na een deser
tie min of meer aan wal spoelt,
beschrijft het VOC-opperhoofd
ter plekke hem als 'een roekloos
mensch van een ongebonden le
ven'. Het opperhoofd vraagt aan
de Japanners zelfs toestemming
om Carolus aan het einde van
een scheeps-ra te mogen ophan
gen (de Japanners weigeren
dat).
Sluw
Carolus Van der Haeghe was
dan wel gemeen soldaat, maar
hij was intelligent en bijdehand,
om niet te zeggen sluw. Hij
wordt in 1675 geboren in Waar
schoot, een dorpje bij Gent, als
zoon van een caféhouder. Hij
krijgt een goede opvoeding,
leert lezen en schrijven en
wordt klerk bij de griffie. Daar
gaat het fout. De griffier wil dat
hij met zijn nichtje Isabella
trouwt. Dat zou een verstandig
huwelijk zijn, 'doch alsoo de
liefde blind is' geeft Carolus, 19
jaar oud, de voorkeur aan de
'soete' Cornelia, die veel mooier
is, maar nog veel te jong.
Omdat deze affaire in het dorp
steeds meer opschudding geeft,
vertrekt Carolus op carnaval,
na een daverende vastenavond,
's nachts 'stilzwijgend uit de
achterdeur van de kamer, zeg
gende alleen adieu aan de
dienstmaagd Luijne'. Met zijn
vriend Jan Philip du Bois trekt
hij naar Oostende om daar een
boot naar Spanje te vinden: ze
willen avontuur. Zijn moeder
reist hem, zoals een moeder be
taamt, snel achterna, om hem
die 'dolheijt' uit het hoofd te
praten. Carolus belooft, op zijn
knieën zelfs, vergiffenis, maar
als ze even de deur uit is, knijpt
hij er met Jan Philip snel tussen
uit.
Zielverkoopsters
In Middelburg raken de twee
verstrikt in de netten van volks
houders en zielverkoopsters, die
zeelui en militairen ronselen
voor de Verenigde Oostindische
Compagnie. De verhalen die wij
kennen over zeevarenden die 's
nachts tijdens een presgang uit
hun bed werden gelicht en on
der dwang aan boord werden
gebracht, zijn onjuist. Die tafe
relen speelden zich af in Enge
land. Bij ons ging er anders aan
toe - veel gemener..
De Nederlandse ziel- of ceelver
kopers zochten werkloze man
nen, boden hen onderdak en
voorzagen hen rijkelijk van
voedsel, drank, tabak en vrou
wen - totdat ze schulden
maakten. Vanaf dat moment
waren de gedupeerden verplicht
bij hen te lenen. De houding
van de gastheer, of gastvrouw,
wijzigde daarna drastisch.
De ongelukkige werd gedwon
gen dienst te nemen bij de VOC
en tekende daar een schuld
brief, ook wel transportbrief of
transport-ceel genoemd. Voor
gewone zeelui en soldaten be
droeg die maximaal 150. De
man werd vervolgens opgeslo
ten en zo snel mogelijk - onder
bewaking- aan boord van het
schip gebracht. De ceelbrief gaf
hij af aan de zielverkoper.
Carolus en Jan Pieter verzeilen
al snel in deze situatie. In de
eerste herberg in Middelburg
waar ze vertoeven kan Carolus
niet met zijn vingers van de
herbergiersdochter Caatjen af
blijven, want zij was 'een seer
soet meijsken'. Hij krijgt een
pak rammel van haar vader ('we
klopten malkanderen digt af')
en de twee vertrekken uit de
herberg.
In de armen
Zo belandt Carolus in de armen,
om niet te zeggen klauwen, van
ene Hester Debuisson, lichte
kooi en zielverkoopster. Carolus
kon het bijzonder goed met
haar vinden. Hij beschrijft de
plezierreisjes, het gokken en
drinken - en de onvermijdelijke
schuld. Hij meldt zich als VOC-
soldaat en onderschrijft een ceel
van 150 ten gunste van zijn
lieve Juffrouw Hester. Zelf
krijgt hij daarvan achttien gul
den. „Gongen daarmede instan-
telijck aan boord, als arme son-
daars, aan het schip genaamt
IJsselmonde, alwaar voor het
lest onse dagen eijndigen".
Zijn maatje Jan Pieter tekent
ook, als matroos. Als de IJssel
monde zee kiest zijn er 55 Vla
mingen en Brabanders aan
boord, op een totaal van 215
koppen. Dat is veel, want ge
middeld bestond een VOC-equi-
page voor slechts 10 procent uit
Zuidnederlanders. Op schepen
die vanuit Middelburg vertrok
ken was dat percentage altijd
hoger, omdat deze stad de
dichtbij zijnde inschrijvings
plaats was voor zuiderlingen.
Het was een barre reis naar
Indië. Carolus telt onderweg 41
doden. Dat is opmerkelijk om
dat de bewerkers er het officiële
chirurgijnsjournaal van die
tocht op hebben na geslagen, en
daarin is slechts sprake van
zeven doden. Volgens Carolus
vallen ze bij bosjes uit de mast
en de ra, of liggen ze 's morgens
gewoon dood in hun kooi.
Slavenvrouw
Bij aankomst in Batavia is hij
zelf ook meer dood dan levend.
Hij kan nauwelijks meer iets
tillen dat zwaarder is dan twin
tig pond, schrijft hij. Zijn erva
ringen kloppen goed met de
sterftecijfers uit die jaren: één
op de drie uitvaarders kwam
niet terug.
Maar Carolus is sterk, ondanks
dat daar in de tropen alle rem
men wegvallen. Er bestond een
chronisch gebrek aan huwbare
vrouwen en er was een over
vloed aan drank. Voor soldaten
bestond de mogelijkheid een
slavenvrouw te kopen, haar te
laten dopen en een christelijke
naam te geven en vervolgens te
trouwen.
Speciaal voor dat doel kocht de
VOC vrouwelijke slaven op de
Aziatische markten, vooral in
India, en bracht die naar Bata
via. Als de mannen geen con
tant geld hadden, konden zij
een vrouw op afbetaling kopen
en werd maandelijks een bedrag
VOC-matrozen aan boord een Oostindiëvaarder. Detail van een schilderij van A. Storck, 1698. Afbeeldingen Scheepvaartmuseum Amsterdam
van hun salaris afgetrokken.
Een soort spaarloon dus, maar
dan anders.
Carolus voelt daar niet voor. Hij
gaat liever naar de Griebus-
buurt, aan de overkant van de
Grote Rivier, waar de vrouwen
van lichte zeden wonen. Hij
krijgt vaste omgang met een
hoer en slaat er op los als hij
haar in gezelschap van een an
dere soldaat aantreft. Hij geeft
die soldaat zo'n klap dat deze
'ter aarde viel in perijckel van
sterven'. Daarna gaat hij het
meisje te lijf 'dewelke ik het
hair afsneet en andersints met
slagen vreeselijkck tracteerde,
sloeg bovendien al de glasen en
porcelein in het huijs aan
stucken'.
In de ijzers
Hij wordt voor straf eerst zes
weken in de ijzers gesloten en
moet daarna drie maanden in
het fort Saphier blijven. Zodra
hij weer naar buiten mag, be
geeft hij zich subiet weer naar
de 'hoere griebis', waar hij het
met een korporaal aan de stok
krijgt 'ter oorsaeke van een In
diaanse, waarover wij handge
meen wierden, vegten met den
degen, vogten en staken boven
de 2 uren lang'.
Nu wordt hij in de kazerne in "t
doncker gat' opgesloten en ver
volgens met een rotting behan
deld: 'Se sloegen mij de eieren
van 't lijff en het vel aan
stucken'. Daarna wordt hij bui
ten in de zon gezet met zeven
musketten 'met sand gevult,
wegende tenminsten 120 pond,
dewelke ik 4 dagen droeg tot
den heer Majoor aldaar gepas-
seert komende, wierp mij voor
sijn voeten neder, seggende niet
meer te konnen, waarop hij mij
weer naar het fort liet brengen'.
Vlucht
Al bij al is het niet zo verwon
derlijk dat Carolus besluit de
benen te nemen. Op Tweede
Paasdag 1702 huurt hij samen
met zijn makker Jean Briol een
Chinese prauw om hen, zo roept
hij luidkeels uit, voor een be
zoekje naar een Nederlands
schip te varen dat op de rede
voor Batavia ligt.
Onderweg bevelen zij de Chine
se jongen echter koers te wijzi
gen naar een Spaans schip dat
een eind verderop voor anker
ligt, 'waarop de jongen seer be-
gost te raasen, dog het en mogt
hem niet baeten. Wij trocken
onse degens seggende dat hij
het moest doen, off dat wij hem
souden doorsteken'.
Het Spaanse schip brengt hen
naar de Filippijnen, in plaats
van naar Europa, zoals ze had
den gehoopt. In Manilla aange
komen sluiten de Spanjaarden
de twee deserteurs aanvankelijk
op. Later mogen, of moeten, ze
helpen bij het verstevigen van
de Spaanse forten.
Mooie Agues
Carolus ontmoet - het wordt
eentonig- de mooie mulattin
Agnes, de dochter van de bouw
meester van de forten. Ze valt
voor hem, naait zijn hemden,
voert hem 'chocolatte' en hij
brengt regelmatig 'een geheele
dag vrolijk met mijn lieve Indi-
ane in 't fort door.
In een dronken bui vraagt hij
haar ten huwelijk. Als haar va
der serieus op het voorstel in
gaat, wordt het hem ineens wel
erg heet onder de voeten. Hij
wil weg, maar de Spanjaarden
weigeren hem steeds opnieuw
passage naar Europa.
Ondertussen verslechteren de
betrekkingen tussen de Neder
landen en Spanje. Carolus is
bang opnieuw achter de Spaan
se tralies te verdwijnen. Ten
einde raad gaat hij er op eigen
houtje, met vijf mede-deser
teurs, in een zeilbootje vandoor.
Na een lange en gevaarvolle
bootreis van 1500 kilometer ko
men de zes in Japan aan (Caro
lus denkt aanvankelijk dat het
China is). Daar worden de vijf
aangezien voor missionarissen.
Op het brengen van het katho
lieke geloof staat in Japan in
die tijd de doodstraf.
Gelukkig voor de mannen wor
den de paternosters die ze in
hun zak hebben niet gevonden,
maar helaas wel 'verscheijde
catholijcke boeken met prenten
in, onder andere een waar de
geheele mis en passie Christij in
prenten stond'.
Nagasaki
De mannen worden 'als var
kens' opgesloten en 'als kieken-
henne' in een kooi naar Nagasa
ki overgebracht. Daar stopt het
dagboek.
Over wat zich vervolgens in
Nagasaki afspeelt hebben de
bewerkers aanvullende gege
vens gevonden in dagregisters
van de Nederlandse handels
vestiging Deshima uit 1704.
In tegenwoordigheid van de Ja
panse gouverneur en het Neder
landse opperhoofd van Deshima
leggen de Japanners de op Ca
rolus gevonden boekjes open op
de plaatsen waar de stichtelijke
prentjes staan. Daarna moeten
de zes er overheen lopen en op
de plaatjes trappen.
Vervolgens halen de Japanners
een ijzeren Mariabeeld tevoor
schijn en leggen dat op de
grond. Het beeld 'wierd door
deese 6 mann insgelijx met voe
ten getreeden'. Zodra dit ge
beurd was liet de Japanse gou
verneur weten dat nu zijn 'hert
verlicht was', aldus het dagrap
port van Deshima.
Ternauwernood hier aan de
dood ontsnapt wil vervolgens
het VOC-opperhoofd Carolus
laten opknopen, omdat hij im
mers een deserteur is en op de
Filippijnen voor de Spanjaar
den heeft gewerkt. De Japan
ners houden die executie tegen.
Daarom zendt de VOC de deser
teurs terug naar Batavia.
Daar komen de zes voor de
krijgsraad. De bewerkers heb
ben het op schrift gesteld ver
hoor opgespoord. Daar blijkt
uit dat Carolus zijn nek redt
door uitgebreid alle bijzonder
heden over de Spaanse verdedi
gingswerken uit de doeken te
doen.
Hier nadert het einde van de
geschiedenis van Carolus. De
bewerkers hebben uitgeplozen
dat hij na de uitspraak van de
krijgsraad, eind december 1704,
naar Nederland terugreist. Een
jaar later vertrekt hij opnieuw
naar de Oost, nadat hij in Am
sterdam wederom slachtoffer is
geworden van een zielverkoper:
ten voordele van ene Hans
Cratz tekende hij een transport
ceel van 150.
Carolus is in ieder geval weer
teruggekomen, want het laatste
teken van leven dat de bewer
kers van hem hebben gevonden
dateert van 11 maart 1710. Hij
is dan 34 jaar oud.
Op die dag betaalt hij de laatste
twintig gulden van zijn schuld
af aan herbergier Hans Cratz.
Linschoten-Vereeniging: 'De avon
turen van een VOC-soldaat'. Uitg,
Walburg Pers, prijs 49,50.
RADIO 1
Elk heel uur en om 7.30, 8.30, 12.30,
13.30, 16,30, 17.30, 18.30 en 6.30
Nieuws. TROS: 7.07 Nieuwsshow.
11.05 Wegwezen. 12.07 Aktua. NOS:
14.05 Langs de lijn, sport en muziek.
É0: 17.07 Tijdsein.KRO: 18.10 Echo
NOS: 19.04 Het geding. TROS: 20.04
Zomaar een zomerse zaterdaga
vond. NOS: 22.04 Langs de lijn,
sport en muziek. 23.07 Met het oog
op morgen. AVRO: 0.04 Easy liste
ning. 2.02 Nachtdienst. 6.02-7.00
Van-nacht naar morgen
RADIO Z
Elk heel uur Nieuws. VARA: 7.04
Intro. 9.04 De tweede ronde. 12.04
Spijkers met koppen. 14.04 Uitge
licht. 16.04 Terug naar de toekomst.
17.04 Ophef en vertier. VARA: 18.04
Ophef en vertier, vervolg. 19.04
Voor wie niet kijken wil. NOS: 22.04
Podium van de Nederlandse lichte
muziek. 23.04-24.00 The Bands
RADIO 3
Elk heel uur Nieuws. VOO: 6.04 Ook
goeiemorgen. 8.04 Goud van oud.
10.04 D'Rob of d'ronder. 12.04 Evers
in het wild. 14.04 Mega top 50.17.04
Rinkeldekinkel. NOS: 18.04 De Va-
kantiespits. V00: 19.04 Rave radio.
KRO: 20.04 Leidsekade live. VARA:
22.04 Twee meter de avond in. VOO:
0.04 Shock radio. 2.02-6.00 Oh, wat
een nacht
RADIO 4
Om 7.00, 8.00, 13.15, 18.00 en 20.00
Nieuws. AVRO: 7.02 Wakker wor
den... 8.04 Fiori musicali. 9.00 Top
pers van toen klassiek. 10.00 Caroli
ne. 11.00 Kamer en suite. 12.00
Platenzaak - verkiezing cd van het
jaar. NOS: 14.05 Middagconcert, i.
Residentie Ork. met piano; II. 15.05
ASKO Ensemble met sopraan en
hoorn. NOS: 16.00 De Nederlandse
musici. Muziekfestival West-Bra
bant 1994. Escher Trio. VPRO: 17.00
Het witte doek. Tien soundtrack in
de zomer van 1994. NOS: 18.02 Leo
Boudewijns' langspeelplaats. 19.00
Folio 1. 20.02 Het avondconcert.
Deborah, Handel. Koor New Colle
ge Oxford en The King's Consort
o.l.v. Robert King met sol. 23.00
Foilio 2. V00 0.00 Vier na midder
nacht
RADIO 5
Elk heel uur t/m 18.00 Nieuws. NOS:
6 45-6.50 Mededelingenrubriek met
uitgebreid weerbericht en scheep-
vaartberichten. EO: 7.05 Opo doro.
8.05 Zomerzeggus. 8.30 Euro-Rond-
uitmagazlne. NOS: 8.55 Waterstan
den. EO: 9.02 Vrouw-zijn. 10.02 De
muzikale fruitmand. 11.02 Het inter
view. 12,02 Meer dan een lied al
leen. 12.45 Vragen naar de weg.
13.10 De verandering. NOS: 14.02
Start. 14,30 Taal. 15.02 De schrijfta
fel. TELEAC: 16.02 Faros. NOS: 17.10
Radio uit. KZG: 17.45 Zevende
Dagsadventisten. NCRV: 18.02 De
wereld zingt Gods lof. 18.51 Tekst
en uitleg. NOS: 19.00 Homonos.
19.30 Nieuws in het Turks. 19.40
Nieuws in het Marokkaans. 19.50
Nieuws in het Chinees. EO: 20.02
Jubilate. 20.30 Laat ons de rustdag
wijden. 21.15 Reflector. 21.35 Praise
klassiek. 22.00 Een ontmoeting. HV:
23.00 De mieren. 23.45 De muze
OMROEP BRABANT
ANP-nieuws: elk heel uur. 9.03 Bra
bants nieuws. 9.07 Zie zo zaterdag,
actualiteiten, Brabantse agenda en
weerman Johan Verschuuren.
10.03 Brabants nieuws. 10.07 Actu
aliteiten en de krant in Brabant.
10.30 Kinderprogramma Op stelten.
11.03 Brabants nieuws. 11.07 Van
harte. 12.05 Brabants nieuws.
12.07-13.00 Muziek beneden de
Moerdijk. 17.07-18.00 Omroep Bra
bant Sport
OMROEP ZEELAND
ANP-nieuws: Zie Radio 1. 10.03
Dag-week! 13.08-13.30 Landelijke
en internationale actualiteiten Ra
dio 1. 14.03-18.00 Omroep Zeeland
sport
dl by u blijven
im bier it mensen
ti IrmUn tn dc
fr vinden te
tertorfrn
Haar natuurlyh
m 'n kind Trouu
met een zere vitJ
kun je moeilijk
door hel ocrun
trekken, hei
Een vrolijke zeeman met zijn liefje. Deze prent van C. Dusart
siert ook de omslag van het boek over Carolus van der Haeghe.