apel Taboe op zelfdoding taant Studenten zijn post-oecumenisch" DJ Kerkelijk ambt moet gemeenschap stichten Oecumenisch vormingsinstituut De Essenburgh begeleidt nabestaanden Echte rasta's geloven in Haile Selassie Tweede Kamer loopt 'profetische' bedrijfspastor mis Ian in Knokke DB STEM GEESTELIJK LEVEN Verwachtingen van kerkeraden en predikanten lopen ver uiteen 99 1 JULI 1994 te gaan, ook al is het In echt verhalenlanij laar ouders. Is haai |-er mooi blauw maat is grote wordend vies voorbode van wat gaat? In vreemd meisje, op ht It ze met de meeuwen li is gewend aan haat aan de mensen die i van haar zusje. Omdat Iders dan anderen js 1 altijd meer aandacht ouders, van mevrouw i het vakantiehuisje, en la, het vreemde meisje left leren kennen. Nessa In kraaieveer in haar 1 haar, ze is een stuk een beetje lelijk, maar de mooiste groene ogen, J noemt haar een wuwmeisje. let onmiddellijk tussen INessa. Nessa bouwt cit- 1 stenen zoals Maja heks- |ucifers maakt, en Nessa vt tegen de kraaien op manier als Maja tegen pn. aloers, ze wil Nessa voor feen. Was Maja er maar lor toedoen van Nini valt pet haar hoofd op een tet duurt een eeuwigheid tja weer opstaat en intus- kt Nini 'eindelijk alleen', Bngt tot haar door dat ze Tmaal niet wil. Eindelijk j haar zusje geaccepteerd, bff schrijft zo subtiel dat Is ontdekt je hetonaange- van Nini eerder lert dan het afwijkende pnschuldige gedrag van [let dit ontroerende, sobe- Ije laat de schrijfster weer ïen dat ze goed is in het leren van onderlinge ver gen. Ja Kraan; 'Bloemen voor de heks'. Uitg. Lemniscaat. 24,-. Vanaf 6 jaar. nica Hazelhoff: 'Veren'. Uitg. Prijs 33,90. Vanaf 9 jaar. I Waasland wordt er in het II Walburg en het park er- teen in Sint Niklaas elke pgavond muziek gemaakt naanden juli en augustus. Iweek zet de organisatie in Valburgconcerten-reeks de nwerper op Griekenland. |roep Belgreco bestaat uit 3elgische beroepsmuzikan- |ie al zes jaar een repertoire Jriekse muziek brengt. Het Jamma bevat het populaire ballades, authentieke kse composities en originele nummers. 12 juli, aanvang 20.30 losities en jazznummers, jiusici hebben allen een op- aan de conservatoria in of Brussel achter de rug en lid van de Kapel van de bn en de Big Band Sound, leden zijn Freddy Couché laan- en altsax), Fillp De- Ir (altsax), Frank Commeene Irsax) en Ronny Verbiest |tonsax). serie Zomeravondconcer- han zee speelt het kwartet fende week in de NH kerk in pand. Op het programma: ln uin der wilde dieren van P. bnes, Filmmotivy van Dousa. Quatuor van J. Franpais en fcen van Singelée, Dedrick en gnein. loensdag 13 juli, aanvang 20.00 V. VRIJDAG 8 JULI 1994 Hilversum (anp) - Kerkera den hebben heel andere ver wachtingen van het ambt dan de predikanten. Kerkeraden verwachten vooral pastorale en sociale kwaliteiten van een predikant, terwijl deze zichzelf in de eerste plaats als een leraar ziet. Dit blijkt uit een onderzoek dat de Bond van Nederlandse Predikanten heeft laten uitvoeren. Predikanten vinden vooral ken nisoverdracht, zowel in de preek als in pastorale gesprekken, zeer belangrijk. Als hun centrale taak zien zij de Schriftuitleg. Daar naast vinden zij dat zij maat schappelijke problemen be spreekbaar moeten maken. Kerkeraadsleden daarentegen hechten vooral waarde aan so ciale aspecten van het ambt. Een predikant moet zich maatschap pelijk weten te bewegen, goede contactuele eigenschappen heb ben en in de gemeenschap een voorbeeldfunctie vervullen. Een evenwichtige persoonlijkheid is vaak een vereiste. Voor kerkeraden staat in de preek niet de kennisoverdracht voorop, maar het maatschappe lijk verbindend element. Een preek moet mensen met elkaar verbinden en pacificeren binnen de gemeenten. Preken die polari satie in de hand werken, zijn uit den boze. Door het ontbreken van functio neringsgesprekken hebben pre dikanten vaak geen goed zicht op de wijze waarop anderen hun functioneren beoordelen. Veel predikanten weten niet goed wat er van hen wordt verwacht. Daardoor twijfelen zij eraan of zij „het wel goed doen". Ook ervaren predikanten hun werk als zeer versplinterd. Ze hebben het gevoel dat hun werk nooit af is. Veel predikanten vre zen dat ze vroeg of laat opge brand zullen raken. Ook kerke raadsleden delen die vrees: „We zitten nog niet met een over spannen predikant, maar het kan ieder moment gebeuren". Deze werkdruk wordt volgens het onderzoek mede veroorzaakt doordat van predikanten wordt verwacht dat zij altijd beschik baar zijn. Kerkeraadsleden maar ook predikanten zelf vinden dat „een dominee van negen tot vijf" niet kan. In een reactie vraagt ds. N.H. Kuiperi, secretaris van de Bond, of het onderzoek gevolgen moet hebben voor de opleiding en be geleiding van predikanten nu de wederzijdse verwachtingen zo ver uit elkaar lopen. In de regu liere contacten met de kerkge nootschappen zal hij deze zaak aan de orde stellen. Zelf zou hij graag een vervolg onderzoek zien waarin de visie van uitgetreden kerkleden op de predikant wordt bekeken. Door Teije Brandsma (anp) Hierden - Het taboe op het onderwerp zelfdoding wordt minder. „De afgelopen tien jaar is er meer ruimte gekomen om er normaal over te spreken", signaleert Ans Withaar, adjunct-directeur van het trainings- en vor mingsinstituut De Essenburgh in Hierden. De Essen burgh is de enige instantie in Nederland die begelei- dingsweken organiseert voor mensen, die in hun directe omgeving iemand door zelfdoding hebben verloren. Jaarlijks besluiten ongeveer 1500 Nederlanders een einde aan hun leven te maken. Gemiddeld staan er rond ieder van hen vijf directe nabestaanden, aldus Wit haar. „Hun rouwproces duurt meestal veel langer dan bij een natuurlijke dood. Deze nabe staanden willen hun verhaal blijven vertellen, maar praten over zelfdoding is voor veel men sen nog ongepast. Vrienden en kennissen vinden het vaak eng en weten niet goed wat ze moe ten zeggen." De Essenburgh biedt nabestaan den sinds 1981 drie keer per jaar een aantal ontmoetingsdagen onder de titel Nabestaan na zelf doding. Per keer komen 15 men sen in het kasteel van De Essen burgh in Hierden bij elkaar om hun twijfels rond de zelfgekozen dood van een directe naaste te bespreken. Hoewel de ontmoe tingsdagen bestemd zijn voor al le direct betrokkenen van de overledene, zijn het vooral ouders en partners die bij De Essenburgh een begeleidings- week volgen. I Versciiuiving Withaar signaleert het afnemen van de geheimzinnigheid onder meer door een verschuiving van de vragen die „cursisten" haar steilen. „Een aantal jaren den stelden ze de vraag of ze hun omgeving wel zouden inlichten. Tegenwoordig vraagt men zich af op welke manier die omgeving moet worden geïnformeerd." Het kan vijf jaar duren voor iemand die een familielid op de ze manier heeft verloren, dit enigszins heeft verwerkt en een plaats kan geven in zijn of haar leven, vertelt Withaar. „Min stens", reageert Mieke, „mis schien wel zeven". Mieke volgde in 1988 een begeleiding van De Essenburgh. Ze wil liever niet met haar achternaam worden genoemd omdat zelfdoding „on danks de positieve ontwikkelin gen" nog steeds een taboe is. Haar 13-jarige zoontje beroofde zich in 1987 van het leven. „Het was alsof ik voor de helft werd geamputeerd. Ik denk niet dat er ergere dingen zijn die je kunt meemaken." De vrouw, die gescheiden was, bleef achter met één dochter. Toch antwoordt ze nog steeds „twee" als haar gevraagd wordt hoeveel kinderen ze heeft. „Ik kan het niet over m'n hart ver krijgen om te zeggen dat ik nog maar één kind heb." Zin Eén van de grootste moeilijkhe den waar de deelnemers die dag mee te maken krijgen, is te ver tellen hoe iemand zich van het leven heeft beroofd. „Dat is vaak voor de nabestaanden ook nog een taboe", zegt Withaar. „Het uitspreken van het woord." Toch is het volgens haar van belang dat dit gebeurt. Ze vertelt van een tweeling die enkele jaren geleden de week bij De Essenburgh volgde. Slechts één van de twee wist hoe hun vader zichzelf had omgebracht. De .ander wilde dit niet weten. Hij werd hierover pas geïnfor meerd toen zijn tweelingbroer in de groep vertelde dat de vader zichzelf had opgehangen. Wit haar: „Hij was opgelucht, omdat de werkelijkheid minder luguber was dan hij had gevreesd". Kun je iemand nog wel vertrou wen na zo'n ingrijpende gebeur tenis, is één van de vragen die aan bod komen. En hoe vertel ik het de kleinkinderen. Een andere belangrijke vraag is: waar was God toen het gebeurde. Onge veer de helft van de cursisten heeft behoefte om hierover te praten op het oecumenisch insti tuut De Essenburgh. Maar het thema religie komt volgens Wit haar alleen aan bod als de be zoekers dat op prijs stellen. Na de dood van haar zoon begon ze zich af te vragen of ze mis schien een slechte moeder was geweest. En waarom had de on derwijzer op school niet aan de bel getrokken? Ze vroeg zich af boe een jongen van 13 „in he melsnaam" op het idee komt om zichzelf van het leven te beroven en vooral waarom hij het had gedaan. Een jaar nadat het was gebeurd, stapte ze naar Hierden. De Es senburgh houdt de weken voor mensen die de overledene al minstens een half jaar kwijt zijn. «De eerste heftige emotie is er dan van af", aldus Withaar. „In de eerste maanden heeft zo'n week minder zin. In die begintijd zitten de mensen alleen maar te huilen." De deelnemers schrijven aan het begin op met welke vragen ze rondlopen. Deze worden in de groep besproken. De groep wordt vervolgens opgedeeld in drie groepjes van vijf personen. De volgende dag krijgt iedere deelnemer zoveel tijd als nodig 's, soms drie uur, om in het groepje zijn of haar persoonlijke verhaal te doen. Mieke: „Dat is de zwaarste dag. Alleen maar builen. Maar je vertelt het aan mensen die je begrijpen". gele- Dringend „Wij gaan ervan uit dat God een God van liefde is. Hij huilt met ons mee in ons lijden." Een drin gende vraag voor sommige nabe staanden is of de overledene in de hemel is. Withaar is er duide lijk over: „Ja natuurlijk is er plaats voor deze mensen in de hemel". Mieke was enthousiast over de begeleidingsweek op De Essen burgh. „We gingen uit elkaar als familie. Met sommigen heb ik nog steeds contact. Ik voelde me enorm lichter en het was gewel dig om er dag en nacht over te kunnen praten." Adjunct-directeur Withaar staat niet in alle gevallen afwijzend tegenover zelfdoding. Iedereen heeft volgens haar het zelfbe schikkingsrecht over zijn of haar leven. „Als iemand bij zijn volle verstand is en hij wil dood, dan moet je dat respecteren." Withaar kan zich vinden in de uitspraak die de Hoge Raad on langs deed. Die bepaalde dat psychiater Chabot uit Haarlem met strafrechtelijk wordt ver volgd hoewel hij een patiënte die wilde sterven, daarbij had gehol pen. „Een goede beslissing", al dus Withaar. „Die Chabot is niet over één nacht ijs gegaan." 55 Door Teije Brandsma (anp) Zeist - Duizenden Nederlan ders dragen dreadlocks, blo wen zich suf en luisteren naar reggae-muziek. „Maar dat wil nog niet zeggen dat je een rasta bent". De 25-jarige Jeroen Kluter uit Zeist durft zichzelf pas na elf jaar een rasta te noemen. „Echte rasta's geloven in de Ethiopische keizer Haile Se lassie die in 1975 is gestor ven. Maar hij is niet dood. Hij leeft hier", zegt Jeroen en hij klopt zich op de borst. Het rastafarianisme leeft ook in Nederland. Volgens Jeroen zijn er in Nederland „enkele duizen den mensen" met de uiterlijke kenmerken van een rasta. „Rasta is een godsdienst", aldus Jeroen. Maar het is niet een collectief beleefde godsdienst. Doorgaans zijn de aanhangers wars van or ganisaties. Zo bestond er halver wege de jaren tachtig een orga nisatie yoor Nederlandse rasta's, de stichting Dread. Na enkele jaren is deze stichting, die 'een klein tijdschrift uitgaf, een stille dood gestorven. Jeroen is als blanke rasta veruit in de minderheid. Het zijn door gaans negers die zich rasta noe men. Hun opvallendste uiterlijke kenmerk zijn de „dreadlocks", de viltachtige strengen hoofd haar die niet worden afgeknipt. Zo heeft Jeroen zijn haar al meer dan zeven jaar niet geknipt. Een ander kenmerk is het gebruik van marihuana. „Ganja" zou voor de rasta-beweging een ri tuele betekenis hebben, maar Jeroen ontkent dat. Wiet „Het gebruik van wiet hoort er niet per definitie bij. Er zijn wel rasta's die blowen" licht hij toe, „net zo goed als er christenen zijn die af en toe een wietje roken". Wel kun je volgens hem van blowen „veel leren". „Het is een manier om beter na te den ken over je oorsprong". En Ca- raïbische reggae-muziek, waar Bob Marley de bekendste propa gandist van was, hoorde volgens Jeroen oorspronkelijk niet bij het rastafarigeloof. De Jamaicaan Marcus Garvey, die in 1887 werd geboren, wordt gezien als de stichter van de rastafari-beweging. In zijn boe ken hamert hij op de noodzaak voor negers in de verstrooiing om terug te gaan naar het moe derland Afrika. Want daar lig gen hun wortels. Na Garvey's dood bleven zijn ideeën een aantal mensen, vooral Jamaicanen, aanspreken. In 1930 zagen zij Garvey's woorden in vervulling gaan: „Richt u tot Afrika voor de kroning van een zwarte koning. Hij zal de verlos- Jeroen Kluter, een blanke rasta. ser zijn." Deze verlosser was volgens Garvey's volgelingen Ras Tafarie, die in dat jaar tot keizer Haile Selassie van Ethio pië werd gekroond. Babyion „Veel mensen denken dat Haile Selassie een despoot was die zijn volk liet verhongeren. Maar zul ke mensen oordelen te snel", vindt Jeroen. „Babyion" pro beert volgens hem leugens te verspreiden over de zogenaamde „dictator" Selassie. Babylon staat in de rasta-taal voor alles wat slecht is. „Het is tegelijker tijd een synoniem voor Europa", legt Jeroen uit. „Vooral voor Italië als de voormalige koloni sator van Ethiopië." Haile Selas- si is voor Jeroen „god in het vlees", de „messias". De Ethio pische keizer is volgens hem een afstammeling van de Israëlische koning David. Selassie wordt in het laatste bijbelboek Openba ring al genoemd als „de leeuw van Juda". „Ik ben christen" legt Jeroen uit. „Ik geloof in Christus, maar ik geloof ook dat Christus in 1930 is teruggekeerd op aarde in de gedaante van Haile Selassie. Hij kwam terug als een dief in de nacht zoals dat in de bijbel staat voorspeld." Sinds zijn „dood" in 1975 leven we volgens hem in het einde der tijden, in het Ar mageddon. Gelofte Sommige rasta's hebben de nazi- reërgelofte afgelegd. Deze belof- Ds. Ab Harrewijn (tweden van links) FOTO ANP Door Bert van der Kruk (anp) Amsterdam - Graag had hij de komende jaren „profetisch rondgebanjerd" in de Tweede Kamer, maar de slechte verkie zingsuitslag van zijn partij (GroenLinks) verhinderde dat. De Amsterdamse bedrijfspastor Ab Harrewijn, een vurig pleitbe zorger voor de uitkeringsgerechtigden, loopt nu de kans zelf werkloos te worden. FOTO ANP te, die in de bijbel wordt ge noemd, doet een man wanneer hij een speciale opdracht van God krijgt. Omdat hij daardoor geheiligd is, mag hij geen alcohol drinken, zijn haar niet afknip pen en niet in de buurt van doden komen. Jeroen voelt zich niet geroepen om deze gelofte af te leggen. Toch drinkt hij geen alcohol. Niet alleen omdat hij het niet lekker vindt, maar ook omdat hij door rasta erachter kwam dat bepaald voedsel, waaronder al cohol en vlees, eerder afbrekend dan opbouwend zijn voor het lichaam. „Het gaat erom dat je zo oorspronkelijk mogelijk pro beert te leven. Rasta houdt ten diepste in dat je teruggaat naar je oorsprong." „Verwijtbaar werkloos", corri geert Harrewijn, want de her vormde predikant heeft zelf na elf jaar dienst ontslag genomen bij het bedrijfspastoraat DISK (Dienst in de Industriële Samen leving vanwege de Kerken). Hij begon door de veelheid van ta ken het gevoel te krijgen „alles half te doen". De nummer tien op de kandida tenlijst van GroenLinks had in de Tweede Kamer willen doen, wat hij de afgelopen jaren in dienst van de kerken deed: opko men voor de uitkeringsgerech tigden. „Er bestaat een volstrekt eenzijdig beeld van mensen met een uitkering. Alsof zij allemaal kunnen werken. Het hoeft maar aspergetijd te zijn en het is weer mis. En als straks in augustus de bollen de grond uit moeten, be gint het gezeur opnieuw." Nu dat niet in het parlement kan - „Het is geen desillusie hoor" - zet Harrewijn (39) zijn kaarten op de kerkelijke werkgroep De arme kant van Nederland, waar hij namens DISK al nauw bij betrokken was. Ook zou hij graag een bond van uitkerings gerechtigden oprichten. „De be langen van de uitkeringsgerech tigden worden slecht behartigd. De tijd is rijp voor zo'n bond." Terwijl hij het zegt, vervaardi gen elders in het gebouw van het bedrijfspastoraat luidruchtige Amsterdammers het blad DISK- kreet. Het zijn leden van de Belangenvereniging van Baanlo- ze Scheepsbouwers en medewer kers van het project De Baande- rij, twee initiatieven die DISK- Amsterdam halverwege de jaren tachtig nam na de ondergang van de scheepswerven NDSM en ADM. „Het is belangrijk om mensen ook na hun ontslag bij elkaar te houden", zegt Harrewijn. „Op die manier voorkom je dat ze verbitterd raken. Ze zijn vaak door het verlies van hun baan ook al hun contacten kwijt en dreigen te vereenzamen. Door in ieder geval met elkaar contact te onderhouden, hebben ze toch nog een soort wij-gevoel." Eigenlijk zou er een speciale in stantie moeten komen die dit soort initiatieven neemt. DISK heeft er de middelen niet voor. De vakbonden hebben andere zaken aan hun hoofd. „De acties lopen tot de mensen de fa- briekspoort uitgaan. Daarna wordt iedereen een individueel geval. De mensen worden achter de geraniums gezet en mogen daar wachten tot ze dood gaan. Dan heb ik liever dat ze elkaar regelmatig opzoeken en geza menlijk activiteiten onderne men." „De pijn van ontslag en werk loosheid wordt enorm onder schat", vervolgt de pastor. De afgelopen jaren heeft hij een enorme „stroom frustratie en el lende" over zich heen gekregen. En de nood zal de komende jaren alleen maar groter worden. „De uitkeringsgerechtigden zijn doodsbenauwd voor een paarse coalitie. Met de WD in de rege ring kan het alleen maar erger worden", aldus Harrewijn. „Uitkeringsgerechtigden denken niet in grote koopkrachtcijfers, zij denken in guldens en tien tjes", zo verwoordt hij hun angst. En dat vergeten de politici keer op keer. Zoals ze ook voort durend vergeten dat werkgele genheid en de concurrentieposi tie op de internationale markt „niet de enige norm" zijn. „Werk gaat niet altijd boven inkomen. Er zijn grenzen, de grenzen van de beschaving." Het is volgens Harrewijn een belangrijke taak van de kerk om te waarschuwen tegen de moder ne „afgoderij" van de economie en „het droombeeld" van de so ciale gerechtigheid levend te houden. „Die gerechtigheid moe ten we koste wat het kost boven water houden." De predikant weet dat hij tegen het tij in moet roeien. „Maar je moet er stug in blijven geloven." De kerken moeten werklozen en andere uitkeringsgerechtigheden uiteraard niet direct met hun ideële verhalen lastigvallen. Het belangrijkste is dat ze luisteren naar de „ellende van mensen" en hen moreel steunen. De kerken doen dat vooral via DISK en de ongeveer vijftig (met name rooms-katholieke) bedrijfspasto- res in het land. Hun aantal loopt helaas terug, omdat de kerken „ook elke gulden moeten omke ren". I Harrewijn is verder goed te spre ken over de kerken, die in het maatschappelijk debat over ar moede „een duidelijke positie" hebben ingenomen. „De politici gaan er tegenwoordig van uit dat de kerken iets over armoede te zeggen hebben. Dat is een hele overwinning." Volgens Harre wijn is de „klimaatverandering" vooral een gevolg van de cam pagne tegen armoede die DISK en de Raad van Kerken in 1988 begonnen. Bezwaar Ze is daarentegen niet enthou siast over het miatief van de humanistische gemeenschap in Alkmaar om hotel De Einder op te zetten. In deze gelegenheid die al snel de naam „zelfmoordho- tel" kreeg, zou hulp geboden kunnen worden aan mensen „met een doodswens". De plan nen zijn na een storm van kritiek in februari in de ijskast gezet. De Alkmaarse humanisten den ken nu aan het oprichten van een netwerk voor de begeleiding van personen die hun leven wil len beëindigen. Withaar: „Ik heb er bezwaar tegen om mensen die suïcidaal zijn, in één gelegenheid bijeen te brengen. Daardoor trekken mensen elkaar in een spiraal naar beneden". Withaar ziet ook positieve kan ten aan de publiciteit rondom deze geruchtmakende plannen. „Dit draagt allemaal een beetje bij aan de opheffing van het taboe dat nog steeds vooral bij oudere mensen rond zelfdoding hangt. Een positief neveneffect van de publiciteit rond De Ein der of Chabot is dat mensen als Mieke vaker de gelegenheid krij gen om hun verhaal te vertel len." Door Frieda Pruim (anp) Utrecht - De huidige studen ten zijn „post-oecumenisch". Voor hen is de moeizame sa menwerking tussen de ver schillende kerken „totaal niet interessant", Daarentegen is de belangstelling voor zingeving en ethiek onder studenten best groot, aldus Jan Jaap van Oosterzee (33), die na drie jaar afscheid neemt als coördinator van het Landelijk Overleg Studentengemeenten (LOS). Dit is het overkoepelend orgaan van vrijwilligers in de negentien studentengemeenten die Nederland telt. In de jaren '70 en '80 zat de kracht van het studentenpasto raat in een combinatie van litur gische vernieuwing, kritische bijbelstudie, maatschappelijk engagement en verregaande oe cumenische samenwerking. De wervende kracht van deze vier elementen is een stuk minder geworden, aldus Van Oosterzee. De kritische bijbelstudie en het maatschappelijk engagement hebben plaatsgemaakt voor per soonlijker gespreksthema's zoals relaties, angst en dood. Het oecumenisch karakter van het studentenpastoraat is even min een „kwaliteit waar ze op af komen". Alleen de „esthetisch verantwoorde liturgie" is nog steeds heel belangrijk voor de betrokken studenten, „maar om de kring daarbuiten aan te spre ken red je het daarmee niet." Een steeds kleinere groep stu denten is nog geïnteresseerd in het christelijk geloof. Ze hebben geen aversie tegen de kerk, maar ze vinden de boodschap van het christendom niet relevant voor hun leven. Volgens Van Ooster zee moeten de studentengemeen ten vooral zingevingsvragen aan de orde te stellen in het onder wijs. Vooral de jongere studenten vin den dat er in hun studie te weinig over zingeving wordt ge praat. „Sorhmige studenten die een technische studie volgen, klagen dat hun medestudenten alleen maar over computers kun nen praten. Zij hebben behoefte aan een plek waar ruimte is voor hun eigen ervaringen en spiri tualiteit." Als voorbeeld noemt Van Oos terzee Delft. Daar probeert het studentenpastoraat in samen werking met de studentenvak bond en faculteitsverenigingen de discussie over maatschappe lijke en ethische aspecten van technologische ontwikkelingen op gang te brengen. Aan de technische universiteiten in Eindhoven en Enschede is een soortgelijke ontwikkeling gaan de. In Arnhem werken de stu dentenpastores mee aan een aantal verplichte vakken en Stu dium Generales op de hogescho len. Die kant moet het op, meent de vertrekkende LOS-coördina- tor, die zelf geschiedenis heeft gestudeerd en actief is in de Utrechtse studentengemeente. De studentengemeenten kunnen het zich niet langer permitteren te wachten op de studenten die al belangstelling voor het geloof hebben, want die groep wordt steeds kleiner. Zij moeten met hun boodschap de markt van het hoger onderwijs op. „De studen tengemeenten kunnen de discus sie over ethiek niet claimen als exclusief hun terrein, maar ze kunnen het gesprek daarover wel bevorderen", aldus Van Oos terzee. „En misschien hebben we vanuit 2000 jaar christendom daarover nog wel iets aardigs te zeggen." Hij zou willen dat de studenten gemeenten het „lef" zouden heb ben om de dialoog met het on derwijs in LOS-verband als ge zamenlijke doelstelling te for muleren. Het draagvlak daar voor groeit. Toen hij drie jaar geleden begon, hadden veel be sturen van studentengemeenten nog nooit van het LOS gehoord of waren ze niet overtuigd van het bestaansrecht van een over koepelend orgaan van studen tenpastoraten. Tegenwoordig blijkt dat er wel degelijk behoef te aan is om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te Ieren. Van Oosterzee constateert met voldoening dat inmiddels „voor bijna iedere groep vrijwilligers Jan Jaap van Oosterzee binnen het studentenpastoraat wel eens iets is georganiseerd": plaatselijke besturen, liturgie commissies, diakonieën, publici- teitsgroepen, koren - ze hebben elkaar inmiddels allemaal ont moet. Voor de jaarlijkse Hemelvaart- conferentie kiest het LOS steeds een „actueel thema in de inter nationale oecumene". De afgelo pen twee jaar waren dat bijvoor- FOTO ANP beeld het Columbusjaar en inter religieuze dialoog. Op deze con ferenties zijn ook de buitenland se studenten die in Nederland een studie volgen uitgenodigd. Verder hebben inmiddels veel Nederlandse studenten confe renties bijgewoond van de World Student Christian Federation, de wereldwijde koepel van studen tengemeenten waarbij het LOS sinds 1990 is aangesloten.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 21