apel
Taboe op zelfdoding taant
Studenten zijn post-oecumenisch"
DJ
Kerkelijk ambt moet gemeenschap stichten
Oecumenisch vormingsinstituut De Essenburgh begeleidt nabestaanden
Echte rasta's geloven in Haile Selassie
Tweede Kamer loopt
'profetische'
bedrijfspastor mis
Ian
in Knokke
DB STEM
GEESTELIJK LEVEN
Verwachtingen van kerkeraden en predikanten lopen ver uiteen
99
1 JULI 1994
te gaan, ook al is het
In echt verhalenlanij
laar ouders. Is haai
|-er mooi blauw maat
is grote wordend vies
voorbode van wat
gaat?
In vreemd meisje, op ht
It ze met de meeuwen
li is gewend aan haat
aan de mensen die
i van haar zusje. Omdat
Iders dan anderen js
1 altijd meer aandacht
ouders, van mevrouw
i het vakantiehuisje, en
la, het vreemde meisje
left leren kennen. Nessa
In kraaieveer in haar
1 haar, ze is een stuk
een beetje lelijk, maar
de mooiste groene ogen,
J noemt haar een
wuwmeisje.
let onmiddellijk tussen
INessa. Nessa bouwt cit-
1 stenen zoals Maja heks-
|ucifers maakt, en Nessa
vt tegen de kraaien op
manier als Maja tegen
pn.
aloers, ze wil Nessa voor
feen. Was Maja er maar
lor toedoen van Nini valt
pet haar hoofd op een
tet duurt een eeuwigheid
tja weer opstaat en intus-
kt Nini 'eindelijk alleen',
Bngt tot haar door dat ze
Tmaal niet wil. Eindelijk
j haar zusje geaccepteerd,
bff schrijft zo subtiel dat
Is ontdekt je hetonaange-
van Nini eerder
lert dan het afwijkende
pnschuldige gedrag van
[let dit ontroerende, sobe-
Ije laat de schrijfster weer
ïen dat ze goed is in het
leren van onderlinge ver
gen.
Ja Kraan; 'Bloemen voor de
heks'. Uitg. Lemniscaat.
24,-. Vanaf 6 jaar.
nica Hazelhoff: 'Veren'. Uitg.
Prijs 33,90. Vanaf 9 jaar.
I Waasland wordt er in het
II Walburg en het park er-
teen in Sint Niklaas elke
pgavond muziek gemaakt
naanden juli en augustus.
Iweek zet de organisatie in
Valburgconcerten-reeks de
nwerper op Griekenland.
|roep Belgreco bestaat uit
3elgische beroepsmuzikan-
|ie al zes jaar een repertoire
Jriekse muziek brengt. Het
Jamma bevat het populaire
ballades, authentieke
kse composities en originele
nummers.
12 juli, aanvang 20.30
losities en jazznummers,
jiusici hebben allen een op-
aan de conservatoria in
of Brussel achter de rug en
lid van de Kapel van de
bn en de Big Band Sound,
leden zijn Freddy Couché
laan- en altsax), Fillp De-
Ir (altsax), Frank Commeene
Irsax) en Ronny Verbiest
|tonsax).
serie Zomeravondconcer-
han zee speelt het kwartet
fende week in de NH kerk in
pand. Op het programma: ln
uin der wilde dieren van P.
bnes, Filmmotivy van Dousa.
Quatuor van J. Franpais en
fcen van Singelée, Dedrick en
gnein.
loensdag 13 juli, aanvang 20.00
V.
VRIJDAG 8 JULI 1994
Hilversum (anp) - Kerkera
den hebben heel andere ver
wachtingen van het ambt dan
de predikanten. Kerkeraden
verwachten vooral pastorale
en sociale kwaliteiten van
een predikant, terwijl deze
zichzelf in de eerste plaats als
een leraar ziet. Dit blijkt uit
een onderzoek dat de Bond
van Nederlandse Predikanten
heeft laten uitvoeren.
Predikanten vinden vooral ken
nisoverdracht, zowel in de preek
als in pastorale gesprekken, zeer
belangrijk. Als hun centrale taak
zien zij de Schriftuitleg. Daar
naast vinden zij dat zij maat
schappelijke problemen be
spreekbaar moeten maken.
Kerkeraadsleden daarentegen
hechten vooral waarde aan so
ciale aspecten van het ambt. Een
predikant moet zich maatschap
pelijk weten te bewegen, goede
contactuele eigenschappen heb
ben en in de gemeenschap een
voorbeeldfunctie vervullen. Een
evenwichtige persoonlijkheid is
vaak een vereiste.
Voor kerkeraden staat in de
preek niet de kennisoverdracht
voorop, maar het maatschappe
lijk verbindend element. Een
preek moet mensen met elkaar
verbinden en pacificeren binnen
de gemeenten. Preken die polari
satie in de hand werken, zijn uit
den boze.
Door het ontbreken van functio
neringsgesprekken hebben pre
dikanten vaak geen goed zicht
op de wijze waarop anderen hun
functioneren beoordelen. Veel
predikanten weten niet goed wat
er van hen wordt verwacht.
Daardoor twijfelen zij eraan of
zij „het wel goed doen".
Ook ervaren predikanten hun
werk als zeer versplinterd. Ze
hebben het gevoel dat hun werk
nooit af is. Veel predikanten vre
zen dat ze vroeg of laat opge
brand zullen raken. Ook kerke
raadsleden delen die vrees: „We
zitten nog niet met een over
spannen predikant, maar het
kan ieder moment gebeuren".
Deze werkdruk wordt volgens
het onderzoek mede veroorzaakt
doordat van predikanten wordt
verwacht dat zij altijd beschik
baar zijn. Kerkeraadsleden maar
ook predikanten zelf vinden dat
„een dominee van negen tot vijf"
niet kan.
In een reactie vraagt ds. N.H.
Kuiperi, secretaris van de Bond,
of het onderzoek gevolgen moet
hebben voor de opleiding en be
geleiding van predikanten nu de
wederzijdse verwachtingen zo
ver uit elkaar lopen. In de regu
liere contacten met de kerkge
nootschappen zal hij deze zaak
aan de orde stellen.
Zelf zou hij graag een vervolg
onderzoek zien waarin de visie
van uitgetreden kerkleden op de
predikant wordt bekeken.
Door Teije Brandsma (anp)
Hierden - Het taboe op het onderwerp zelfdoding wordt
minder. „De afgelopen tien jaar is er meer ruimte
gekomen om er normaal over te spreken", signaleert Ans
Withaar, adjunct-directeur van het trainings- en vor
mingsinstituut De Essenburgh in Hierden. De Essen
burgh is de enige instantie in Nederland die begelei-
dingsweken organiseert voor mensen, die in hun directe
omgeving iemand door zelfdoding hebben verloren.
Jaarlijks besluiten ongeveer
1500 Nederlanders een einde aan
hun leven te maken. Gemiddeld
staan er rond ieder van hen vijf
directe nabestaanden, aldus Wit
haar. „Hun rouwproces duurt
meestal veel langer dan bij een
natuurlijke dood. Deze nabe
staanden willen hun verhaal
blijven vertellen, maar praten
over zelfdoding is voor veel men
sen nog ongepast. Vrienden en
kennissen vinden het vaak eng
en weten niet goed wat ze moe
ten zeggen."
De Essenburgh biedt nabestaan
den sinds 1981 drie keer per jaar
een aantal ontmoetingsdagen
onder de titel Nabestaan na zelf
doding. Per keer komen 15 men
sen in het kasteel van De Essen
burgh in Hierden bij elkaar om
hun twijfels rond de zelfgekozen
dood van een directe naaste te
bespreken. Hoewel de ontmoe
tingsdagen bestemd zijn voor al
le direct betrokkenen van de
overledene, zijn het vooral
ouders en partners die bij De
Essenburgh een begeleidings-
week volgen.
I Versciiuiving
Withaar signaleert het afnemen
van de geheimzinnigheid onder
meer door een verschuiving van
de vragen die „cursisten" haar
steilen. „Een aantal jaren
den stelden ze de vraag of ze hun
omgeving wel zouden inlichten.
Tegenwoordig vraagt men zich
af op welke manier die omgeving
moet worden geïnformeerd."
Het kan vijf jaar duren voor
iemand die een familielid op de
ze manier heeft verloren, dit
enigszins heeft verwerkt en een
plaats kan geven in zijn of haar
leven, vertelt Withaar. „Min
stens", reageert Mieke, „mis
schien wel zeven". Mieke volgde
in 1988 een begeleiding van De
Essenburgh. Ze wil liever niet
met haar achternaam worden
genoemd omdat zelfdoding „on
danks de positieve ontwikkelin
gen" nog steeds een taboe is.
Haar 13-jarige zoontje beroofde
zich in 1987 van het leven. „Het
was alsof ik voor de helft werd
geamputeerd. Ik denk niet dat er
ergere dingen zijn die je kunt
meemaken."
De vrouw, die gescheiden was,
bleef achter met één dochter.
Toch antwoordt ze nog steeds
„twee" als haar gevraagd wordt
hoeveel kinderen ze heeft. „Ik
kan het niet over m'n hart ver
krijgen om te zeggen dat ik nog
maar één kind heb."
Zin
Eén van de grootste moeilijkhe
den waar de deelnemers die dag
mee te maken krijgen, is te ver
tellen hoe iemand zich van het
leven heeft beroofd. „Dat is vaak
voor de nabestaanden ook nog
een taboe", zegt Withaar. „Het
uitspreken van het woord." Toch
is het volgens haar van belang
dat dit gebeurt.
Ze vertelt van een tweeling die
enkele jaren geleden de week bij
De Essenburgh volgde. Slechts
één van de twee wist hoe hun
vader zichzelf had omgebracht.
De .ander wilde dit niet weten.
Hij werd hierover pas geïnfor
meerd toen zijn tweelingbroer in
de groep vertelde dat de vader
zichzelf had opgehangen. Wit
haar: „Hij was opgelucht, omdat
de werkelijkheid minder luguber
was dan hij had gevreesd".
Kun je iemand nog wel vertrou
wen na zo'n ingrijpende gebeur
tenis, is één van de vragen die
aan bod komen. En hoe vertel ik
het de kleinkinderen. Een andere
belangrijke vraag is: waar was
God toen het gebeurde. Onge
veer de helft van de cursisten
heeft behoefte om hierover te
praten op het oecumenisch insti
tuut De Essenburgh. Maar het
thema religie komt volgens Wit
haar alleen aan bod als de be
zoekers dat op prijs stellen.
Na de dood van haar zoon begon
ze zich af te vragen of ze mis
schien een slechte moeder was
geweest. En waarom had de on
derwijzer op school niet aan de
bel getrokken? Ze vroeg zich af
boe een jongen van 13 „in he
melsnaam" op het idee komt om
zichzelf van het leven te beroven
en vooral waarom hij het had
gedaan.
Een jaar nadat het was gebeurd,
stapte ze naar Hierden. De Es
senburgh houdt de weken voor
mensen die de overledene al
minstens een half jaar kwijt zijn.
«De eerste heftige emotie is er
dan van af", aldus Withaar. „In
de eerste maanden heeft zo'n
week minder zin. In die begintijd
zitten de mensen alleen maar te
huilen."
De deelnemers schrijven aan het
begin op met welke vragen ze
rondlopen. Deze worden in de
groep besproken. De groep
wordt vervolgens opgedeeld in
drie groepjes van vijf personen.
De volgende dag krijgt iedere
deelnemer zoveel tijd als nodig
's, soms drie uur, om in het
groepje zijn of haar persoonlijke
verhaal te doen. Mieke: „Dat is
de zwaarste dag. Alleen maar
builen. Maar je vertelt het aan
mensen die je begrijpen".
gele- Dringend
„Wij gaan ervan uit dat God een
God van liefde is. Hij huilt met
ons mee in ons lijden." Een drin
gende vraag voor sommige nabe
staanden is of de overledene in
de hemel is. Withaar is er duide
lijk over: „Ja natuurlijk is er
plaats voor deze mensen in de
hemel".
Mieke was enthousiast over de
begeleidingsweek op De Essen
burgh. „We gingen uit elkaar als
familie. Met sommigen heb ik
nog steeds contact. Ik voelde me
enorm lichter en het was gewel
dig om er dag en nacht over te
kunnen praten."
Adjunct-directeur Withaar staat
niet in alle gevallen afwijzend
tegenover zelfdoding. Iedereen
heeft volgens haar het zelfbe
schikkingsrecht over zijn of haar
leven. „Als iemand bij zijn volle
verstand is en hij wil dood, dan
moet je dat respecteren."
Withaar kan zich vinden in de
uitspraak die de Hoge Raad on
langs deed. Die bepaalde dat
psychiater Chabot uit Haarlem
met strafrechtelijk wordt ver
volgd hoewel hij een patiënte die
wilde sterven, daarbij had gehol
pen. „Een goede beslissing", al
dus Withaar. „Die Chabot is niet
over één nacht ijs gegaan."
55
Door Teije Brandsma (anp)
Zeist - Duizenden Nederlan
ders dragen dreadlocks, blo
wen zich suf en luisteren
naar reggae-muziek. „Maar
dat wil nog niet zeggen dat je
een rasta bent".
De 25-jarige Jeroen Kluter
uit Zeist durft zichzelf pas na
elf jaar een rasta te noemen.
„Echte rasta's geloven in de
Ethiopische keizer Haile Se
lassie die in 1975 is gestor
ven. Maar hij is niet dood. Hij
leeft hier", zegt Jeroen en hij
klopt zich op de borst.
Het rastafarianisme leeft ook in
Nederland. Volgens Jeroen zijn
er in Nederland „enkele duizen
den mensen" met de uiterlijke
kenmerken van een rasta. „Rasta
is een godsdienst", aldus Jeroen.
Maar het is niet een collectief
beleefde godsdienst. Doorgaans
zijn de aanhangers wars van or
ganisaties. Zo bestond er halver
wege de jaren tachtig een orga
nisatie yoor Nederlandse rasta's,
de stichting Dread. Na enkele
jaren is deze stichting, die 'een
klein tijdschrift uitgaf, een stille
dood gestorven.
Jeroen is als blanke rasta veruit
in de minderheid. Het zijn door
gaans negers die zich rasta noe
men. Hun opvallendste uiterlijke
kenmerk zijn de „dreadlocks",
de viltachtige strengen hoofd
haar die niet worden afgeknipt.
Zo heeft Jeroen zijn haar al meer
dan zeven jaar niet geknipt. Een
ander kenmerk is het gebruik
van marihuana. „Ganja" zou
voor de rasta-beweging een ri
tuele betekenis hebben, maar
Jeroen ontkent dat.
Wiet
„Het gebruik van wiet hoort er
niet per definitie bij. Er zijn wel
rasta's die blowen" licht hij toe,
„net zo goed als er christenen
zijn die af en toe een wietje
roken". Wel kun je volgens hem
van blowen „veel leren". „Het is
een manier om beter na te den
ken over je oorsprong". En Ca-
raïbische reggae-muziek, waar
Bob Marley de bekendste propa
gandist van was, hoorde volgens
Jeroen oorspronkelijk niet bij
het rastafarigeloof.
De Jamaicaan Marcus Garvey,
die in 1887 werd geboren, wordt
gezien als de stichter van de
rastafari-beweging. In zijn boe
ken hamert hij op de noodzaak
voor negers in de verstrooiing
om terug te gaan naar het moe
derland Afrika. Want daar lig
gen hun wortels.
Na Garvey's dood bleven zijn
ideeën een aantal mensen, vooral
Jamaicanen, aanspreken. In
1930 zagen zij Garvey's woorden
in vervulling gaan: „Richt u tot
Afrika voor de kroning van een
zwarte koning. Hij zal de verlos-
Jeroen Kluter, een blanke rasta.
ser zijn." Deze verlosser was
volgens Garvey's volgelingen
Ras Tafarie, die in dat jaar tot
keizer Haile Selassie van Ethio
pië werd gekroond.
Babyion
„Veel mensen denken dat Haile
Selassie een despoot was die zijn
volk liet verhongeren. Maar zul
ke mensen oordelen te snel",
vindt Jeroen. „Babyion" pro
beert volgens hem leugens te
verspreiden over de zogenaamde
„dictator" Selassie. Babylon
staat in de rasta-taal voor alles
wat slecht is. „Het is tegelijker
tijd een synoniem voor Europa",
legt Jeroen uit. „Vooral voor
Italië als de voormalige koloni
sator van Ethiopië." Haile Selas-
si is voor Jeroen „god in het
vlees", de „messias". De Ethio
pische keizer is volgens hem een
afstammeling van de Israëlische
koning David. Selassie wordt in
het laatste bijbelboek Openba
ring al genoemd als „de leeuw
van Juda".
„Ik ben christen" legt Jeroen uit.
„Ik geloof in Christus, maar ik
geloof ook dat Christus in 1930
is teruggekeerd op aarde in de
gedaante van Haile Selassie. Hij
kwam terug als een dief in de
nacht zoals dat in de bijbel staat
voorspeld." Sinds zijn „dood" in
1975 leven we volgens hem in
het einde der tijden, in het Ar
mageddon.
Gelofte
Sommige rasta's hebben de nazi-
reërgelofte afgelegd. Deze belof-
Ds. Ab Harrewijn (tweden van links)
FOTO ANP
Door Bert van der Kruk (anp)
Amsterdam - Graag had hij de komende jaren „profetisch
rondgebanjerd" in de Tweede Kamer, maar de slechte verkie
zingsuitslag van zijn partij (GroenLinks) verhinderde dat. De
Amsterdamse bedrijfspastor Ab Harrewijn, een vurig pleitbe
zorger voor de uitkeringsgerechtigden, loopt nu de kans zelf
werkloos te worden.
FOTO ANP
te, die in de bijbel wordt ge
noemd, doet een man wanneer
hij een speciale opdracht van
God krijgt. Omdat hij daardoor
geheiligd is, mag hij geen alcohol
drinken, zijn haar niet afknip
pen en niet in de buurt van
doden komen.
Jeroen voelt zich niet geroepen
om deze gelofte af te leggen.
Toch drinkt hij geen alcohol.
Niet alleen omdat hij het niet
lekker vindt, maar ook omdat hij
door rasta erachter kwam dat
bepaald voedsel, waaronder al
cohol en vlees, eerder afbrekend
dan opbouwend zijn voor het
lichaam. „Het gaat erom dat je
zo oorspronkelijk mogelijk pro
beert te leven. Rasta houdt ten
diepste in dat je teruggaat naar
je oorsprong."
„Verwijtbaar werkloos", corri
geert Harrewijn, want de her
vormde predikant heeft zelf na
elf jaar dienst ontslag genomen
bij het bedrijfspastoraat DISK
(Dienst in de Industriële Samen
leving vanwege de Kerken). Hij
begon door de veelheid van ta
ken het gevoel te krijgen „alles
half te doen".
De nummer tien op de kandida
tenlijst van GroenLinks had in
de Tweede Kamer willen doen,
wat hij de afgelopen jaren in
dienst van de kerken deed: opko
men voor de uitkeringsgerech
tigden. „Er bestaat een volstrekt
eenzijdig beeld van mensen met
een uitkering. Alsof zij allemaal
kunnen werken. Het hoeft maar
aspergetijd te zijn en het is weer
mis. En als straks in augustus de
bollen de grond uit moeten, be
gint het gezeur opnieuw."
Nu dat niet in het parlement kan
- „Het is geen desillusie hoor" -
zet Harrewijn (39) zijn kaarten
op de kerkelijke werkgroep De
arme kant van Nederland, waar
hij namens DISK al nauw bij
betrokken was. Ook zou hij
graag een bond van uitkerings
gerechtigden oprichten. „De be
langen van de uitkeringsgerech
tigden worden slecht behartigd.
De tijd is rijp voor zo'n bond."
Terwijl hij het zegt, vervaardi
gen elders in het gebouw van het
bedrijfspastoraat luidruchtige
Amsterdammers het blad DISK-
kreet. Het zijn leden van de
Belangenvereniging van Baanlo-
ze Scheepsbouwers en medewer
kers van het project De Baande-
rij, twee initiatieven die DISK-
Amsterdam halverwege de jaren
tachtig nam na de ondergang
van de scheepswerven NDSM en
ADM.
„Het is belangrijk om mensen
ook na hun ontslag bij elkaar te
houden", zegt Harrewijn. „Op
die manier voorkom je dat ze
verbitterd raken. Ze zijn vaak
door het verlies van hun baan
ook al hun contacten kwijt en
dreigen te vereenzamen. Door in
ieder geval met elkaar contact te
onderhouden, hebben ze toch
nog een soort wij-gevoel."
Eigenlijk zou er een speciale in
stantie moeten komen die dit
soort initiatieven neemt. DISK
heeft er de middelen niet voor.
De vakbonden hebben andere
zaken aan hun hoofd. „De acties
lopen tot de mensen de fa-
briekspoort uitgaan. Daarna
wordt iedereen een individueel
geval. De mensen worden achter
de geraniums gezet en mogen
daar wachten tot ze dood gaan.
Dan heb ik liever dat ze elkaar
regelmatig opzoeken en geza
menlijk activiteiten onderne
men."
„De pijn van ontslag en werk
loosheid wordt enorm onder
schat", vervolgt de pastor. De
afgelopen jaren heeft hij een
enorme „stroom frustratie en el
lende" over zich heen gekregen.
En de nood zal de komende
jaren alleen maar groter worden.
„De uitkeringsgerechtigden zijn
doodsbenauwd voor een paarse
coalitie. Met de WD in de rege
ring kan het alleen maar erger
worden", aldus Harrewijn.
„Uitkeringsgerechtigden denken
niet in grote koopkrachtcijfers,
zij denken in guldens en tien
tjes", zo verwoordt hij hun
angst. En dat vergeten de politici
keer op keer. Zoals ze ook voort
durend vergeten dat werkgele
genheid en de concurrentieposi
tie op de internationale markt
„niet de enige norm" zijn. „Werk
gaat niet altijd boven inkomen.
Er zijn grenzen, de grenzen van
de beschaving."
Het is volgens Harrewijn een
belangrijke taak van de kerk om
te waarschuwen tegen de moder
ne „afgoderij" van de economie
en „het droombeeld" van de so
ciale gerechtigheid levend te
houden. „Die gerechtigheid moe
ten we koste wat het kost boven
water houden." De predikant
weet dat hij tegen het tij in moet
roeien. „Maar je moet er stug in
blijven geloven."
De kerken moeten werklozen en
andere uitkeringsgerechtigheden
uiteraard niet direct met hun
ideële verhalen lastigvallen. Het
belangrijkste is dat ze luisteren
naar de „ellende van mensen" en
hen moreel steunen. De kerken
doen dat vooral via DISK en de
ongeveer vijftig (met name
rooms-katholieke) bedrijfspasto-
res in het land. Hun aantal loopt
helaas terug, omdat de kerken
„ook elke gulden moeten omke
ren". I
Harrewijn is verder goed te spre
ken over de kerken, die in het
maatschappelijk debat over ar
moede „een duidelijke positie"
hebben ingenomen. „De politici
gaan er tegenwoordig van uit
dat de kerken iets over armoede
te zeggen hebben. Dat is een hele
overwinning." Volgens Harre
wijn is de „klimaatverandering"
vooral een gevolg van de cam
pagne tegen armoede die DISK
en de Raad van Kerken in 1988
begonnen.
Bezwaar
Ze is daarentegen niet enthou
siast over het miatief van de
humanistische gemeenschap in
Alkmaar om hotel De Einder op
te zetten. In deze gelegenheid die
al snel de naam „zelfmoordho-
tel" kreeg, zou hulp geboden
kunnen worden aan mensen
„met een doodswens". De plan
nen zijn na een storm van kritiek
in februari in de ijskast gezet.
De Alkmaarse humanisten den
ken nu aan het oprichten van
een netwerk voor de begeleiding
van personen die hun leven wil
len beëindigen. Withaar: „Ik heb
er bezwaar tegen om mensen die
suïcidaal zijn, in één gelegenheid
bijeen te brengen. Daardoor
trekken mensen elkaar in een
spiraal naar beneden".
Withaar ziet ook positieve kan
ten aan de publiciteit rondom
deze geruchtmakende plannen.
„Dit draagt allemaal een beetje
bij aan de opheffing van het
taboe dat nog steeds vooral bij
oudere mensen rond zelfdoding
hangt. Een positief neveneffect
van de publiciteit rond De Ein
der of Chabot is dat mensen als
Mieke vaker de gelegenheid krij
gen om hun verhaal te vertel
len."
Door Frieda Pruim (anp)
Utrecht - De huidige studen
ten zijn „post-oecumenisch".
Voor hen is de moeizame sa
menwerking tussen de ver
schillende kerken „totaal niet
interessant",
Daarentegen is de belangstelling
voor zingeving en ethiek onder
studenten best groot, aldus Jan
Jaap van Oosterzee (33), die na
drie jaar afscheid neemt als
coördinator van het Landelijk
Overleg Studentengemeenten
(LOS). Dit is het overkoepelend
orgaan van vrijwilligers in de
negentien studentengemeenten
die Nederland telt.
In de jaren '70 en '80 zat de
kracht van het studentenpasto
raat in een combinatie van litur
gische vernieuwing, kritische
bijbelstudie, maatschappelijk
engagement en verregaande oe
cumenische samenwerking. De
wervende kracht van deze vier
elementen is een stuk minder
geworden, aldus Van Oosterzee.
De kritische bijbelstudie en het
maatschappelijk engagement
hebben plaatsgemaakt voor per
soonlijker gespreksthema's zoals
relaties, angst en dood.
Het oecumenisch karakter van
het studentenpastoraat is even
min een „kwaliteit waar ze op af
komen". Alleen de „esthetisch
verantwoorde liturgie" is nog
steeds heel belangrijk voor de
betrokken studenten, „maar om
de kring daarbuiten aan te spre
ken red je het daarmee niet."
Een steeds kleinere groep stu
denten is nog geïnteresseerd in
het christelijk geloof. Ze hebben
geen aversie tegen de kerk, maar
ze vinden de boodschap van het
christendom niet relevant voor
hun leven. Volgens Van Ooster
zee moeten de studentengemeen
ten vooral zingevingsvragen aan
de orde te stellen in het onder
wijs.
Vooral de jongere studenten vin
den dat er in hun studie te
weinig over zingeving wordt ge
praat. „Sorhmige studenten die
een technische studie volgen,
klagen dat hun medestudenten
alleen maar over computers kun
nen praten. Zij hebben behoefte
aan een plek waar ruimte is voor
hun eigen ervaringen en spiri
tualiteit."
Als voorbeeld noemt Van Oos
terzee Delft. Daar probeert het
studentenpastoraat in samen
werking met de studentenvak
bond en faculteitsverenigingen
de discussie over maatschappe
lijke en ethische aspecten van
technologische ontwikkelingen
op gang te brengen. Aan de
technische universiteiten in
Eindhoven en Enschede is een
soortgelijke ontwikkeling gaan
de. In Arnhem werken de stu
dentenpastores mee aan een
aantal verplichte vakken en Stu
dium Generales op de hogescho
len. Die kant moet het op, meent
de vertrekkende LOS-coördina-
tor, die zelf geschiedenis heeft
gestudeerd en actief is in de
Utrechtse studentengemeente.
De studentengemeenten kunnen
het zich niet langer permitteren
te wachten op de studenten die
al belangstelling voor het geloof
hebben, want die groep wordt
steeds kleiner. Zij moeten met
hun boodschap de markt van het
hoger onderwijs op. „De studen
tengemeenten kunnen de discus
sie over ethiek niet claimen als
exclusief hun terrein, maar ze
kunnen het gesprek daarover
wel bevorderen", aldus Van Oos
terzee. „En misschien hebben we
vanuit 2000 jaar christendom
daarover nog wel iets aardigs te
zeggen."
Hij zou willen dat de studenten
gemeenten het „lef" zouden heb
ben om de dialoog met het on
derwijs in LOS-verband als ge
zamenlijke doelstelling te for
muleren. Het draagvlak daar
voor groeit. Toen hij drie jaar
geleden begon, hadden veel be
sturen van studentengemeenten
nog nooit van het LOS gehoord
of waren ze niet overtuigd van
het bestaansrecht van een over
koepelend orgaan van studen
tenpastoraten. Tegenwoordig
blijkt dat er wel degelijk behoef
te aan is om ervaringen uit te
wisselen en van elkaar te Ieren.
Van Oosterzee constateert met
voldoening dat inmiddels „voor
bijna iedere groep vrijwilligers
Jan Jaap van Oosterzee
binnen het studentenpastoraat
wel eens iets is georganiseerd":
plaatselijke besturen, liturgie
commissies, diakonieën, publici-
teitsgroepen, koren - ze hebben
elkaar inmiddels allemaal ont
moet.
Voor de jaarlijkse Hemelvaart-
conferentie kiest het LOS steeds
een „actueel thema in de inter
nationale oecumene". De afgelo
pen twee jaar waren dat bijvoor-
FOTO ANP
beeld het Columbusjaar en inter
religieuze dialoog. Op deze con
ferenties zijn ook de buitenland
se studenten die in Nederland
een studie volgen uitgenodigd.
Verder hebben inmiddels veel
Nederlandse studenten confe
renties bijgewoond van de World
Student Christian Federation, de
wereldwijde koepel van studen
tengemeenten waarbij het LOS
sinds 1990 is aangesloten.