te
van
and
25 jaar Zeldenrustcollege
'Democratie
steeds hoog
in vaandel
geschreven
'School geen optelsom
van aantal leerlingen'
Ere-voorzitter en docent Nederlands laten 25 jaar Zeldenrust de revue passeren:
Van der Rijst derde rector in geschiedenis Zeldenrustcollege:
jESTEM
Ife schrijven voorjaar 1968.
Bestuursleden van de
;hristelijke mavo aan de
Grenulaan in Terneuzen en
van het Goese Lyceum, dat
sinds anderhalf jaar een
-dependance heeft in
lerneuzen, komen bij elkaar
in het houten noodgebouw
jan de MozarthofHet doel
van de bijeenkomst is de
totstandkoming van de fusie
tussen beide
onderwijsinstellingen. De
fusie is datzelfde jaar een
feit. Als naam werd het
Zeldenrust College gekozen.
Het bestuur droomde
immers toen al van een
nieuw, eigen gebouw op de
plaats waar toen nog de
boerderij 'Hof Zeldenrust
stond'. „De naam sprak ons
aan door zijn dubbele
betekenis. Onze school zou
school in ruste
worden," aldus
ere-voorzitter H.
Groenenboom.
E3
[DINSDAG 28 JUNI 1994 Xlu
DINSDAG 28 JUNI 1994
Van onze verslaggever
Frank van Cooten
Groenenboom en docent
Nederlands H. Neele
zijn mensen van het eer
ste uur. Groenenboom
nam twee jaar geleden afscheid als
voorzitter van het bestuur. Hij is
nu ere-voorzitter. Neele is al vanaf
het begin als docent aan de school
verbonden. Ze laten de geschiede
nis van het Zeldenrustcollege de
revue passeren.
Groenenboom herinnert zich nog
de strijd om de voorzittersplaats.
„Het was de bedoeling dat burge
meester Cnossen van Krabbendijke
voorzitter werd van de nieuwe
school. Tot mijn stomme verbazing
wilde het mavo-bestuur mij als
voorzitter. Ik kon er niet onderuit
en natuurlijk was ik ook wel wat
gevleid door hun keuze. Pas later
begreep ik dat het er de mensen uit
Terneuzen vooral om ging van onze
school een Zeeuws-Vlaamse zaak
te maken. En een Zeeuws-Vlaamse.
zaak werd het."
Vanwege de groei van Terneuzen,
de Mammoetwet (de vorming van
scholengemeenschappen) en het
voordeel van drie schooltypes
(mavo, havo en vwo) onder een dak
stroomden de leerlingen toe. In
1970 vormde de christelijke school
samen met de katholieken een sa
menwerkingsschool en kreeg er een
havo bij. De stichting werd omge
zet in een vereniging.
In 1970 telde het Zeldenrustcollege
450 leerlingen. De ruimte aan de
Grenulaan en Mozarthof was in
middels te klein geworden. Elk jaar
werden er lokalen bijgebouwd. De
Mozarthof breidde uit, er kwam
een eigen gymnastieklokaal, aan de
Schuberthof en aan de Kamerlingh
Onnestraat werden nieuwe lokalen
Ere-voorzitter Groenenboom en
docent van het eerste uur Neele
(rechts). foto wim kooyman
gebouwd en er werd een gebouw op
het industrieterrein in gebruik ge
nomen. In totaal telde de school
dus vijf locaties.
„Er ging nogal wat tijd verloren
om van de ene naar de andere
locatie te rijden. Die versnippering
zorgde ook qua organisatie voor
nogal wat problemen," aldus Nee
le. „Al die jaren reden leraren van
het ene noodgebouw naar het an
dere en de droom over een nieuw,
groot eigen gebouw nam steeds
concreter vormen aan," vult Groe
nenboom aan.
Zes jaar van voorbereiding volgde.
Het bestuur trok door het land om
scholen te bekijken en delegaties
van de school voerden verhitte dis
cussies met het ministerie. Maar in
1980 was het zover. Commissaris
van de Koningin Boertien opende
het gloednieuwe schoolgebouw aan
de Zeldenrustlaan.
Een jaar later vertrok rector Van
Dijk die zijn lerarencorps zag
groeien van zeven naar ongeveer
honderd. In 1982 telde het Zelden
rustcollege zelfs zeventienhonderd
leerlingen. Opvolger van Van Dijk
werd Van Asperen. Zijn taak was
moeilijk. Na de enorme groei volg
de immers de periode van stabilisa
tie en bezuinigingen. In plaats van
benoeming van nieuwe docenten
kwamen moeilijke gesprekken
waarin tegen leraren werd gezegd
dat het aantal lessen verminderd
zou worden en soms geheel kwa
men te vervallen.
De schoolpopulatie is de laatste
jaren redelijk stabiel gebleven. Mo
menteel geven zestig docenten les
aan zo'n twaalfhonderd leerlingen.
Neele kijkt terug naar de begintijd'
toen de klassen een stuk kleiner
waren. „Het was vroeger wat mak
kelijker om persoonlijk aandacht te
besteden aan leerlingen die daar
behoefte aan hadden. In de grote
massa komen individuele belangen
soms op de tweede plaats. Je hebt
nu klassen van tussen de 25 en
dertig leerlingen en het is een na
deel dat die persoonlijke begelei
ding niet meer zo gemakkelijk
gaat. Maar aan de andere kant
stellen een hoop leerlingen die be
moeizucht niet zo op prijs. Ze hou
den er niet zo van op de vingers
gekeken te worden."
„Anonimiteit spreekt een hoop
leerlingen aan," vult Groenenboom
aan. „Als het wat minder gaat,
worden ze daar niet direct op aan
gesproken. Dat was vroeger anders.
Het aantal leerlingen was een stuk
minder en de rapportvergaderingen
duurden ontzettend lang. Als het
ware werd de hele doopceel van de
leerling gelicht," lacht Groenen
boom.
Neele beaamt dat het lesgeven nu
meer energie vergt. „Kijk, vroeger
mocht ieder kind leren en nu moet
ieder kind leren. Dat is een aan
zienlijk verschil. Je moet het na
tuurlijk niet zo zwart zien maar het
is wel zo dat de huidige leerling
naast de school veel meer afleiding
heeft. Veel leerlingen hebben ook
een meer zakelijke instelling. Zijn
alleen geïnteresseerd in de stof die
ze voor het examen moeten kennen.
Daarnaast vond ik de jaren zeven
tig spannender. Je kreeg meer reac
ties uit de klas. Onderwijs is een
wisselwerking en dat is nu wat
minder geworden. Het kost wat
meer moeite de massa enthousiast
te krijgen. Maar ja, in de jaren
zeventig moest je over alles een
mening hebben."
De jaren zeventig was ook een
periode van een hoog democratisch
gehalte op het Zeldenrustcollege.
Groenenboom herinnert zich nog
de activiteiten van de leerlingen
club. Leerlingen kozen hun bestuur
na felle redevoeringen in de school.
De club had een groot aandeel in
de bonte avonden met de toneel
stukken, die werden opgevoerd on
der leiding van Neele. De leerlin
gen deden ook mee in het Zelden
rust Overleg Orgaan (ZOO), waarin
veel werd gediscussieerd en over
legd. „Maar democratie staat nu
nog steeds hoog in het vaandel van
het Zeldenrustcollege, hoor."
Ere-voorzitter Groenenboom kijkt
nog met gemengde gevoelens terug
op de mislukte fusie van twee jaar
geleden tussen het Zeldenrustcolle
ge, Petrus Hondius, de Steelant en
De Vaart. De provincie wilde de
vier scholen bestuurlijk laten sa
mensmelten om gezamenlijk de
verantwoordelijkheid te dragen
over behoud van alle onderwijsvor
men in de Kanaalzone. Het voorstel
werd toen door de directies van het
Zeldenrustcollege (algemeen chris
telijk) en de Steelant (katholiek)
van tafel geveegd.
„De provincie wilde de fusie in
veertien dagen tijd erdoor drukken.
De tijd was voor ons te kort een
zo'n belangrijke beslissing te ne
men. Dus zeiden we nee. Daarnaast
is en blijft behoud van identiteit
voor ons een belangrijke zaak. Dat
moet je niet opofferen aan econo
mische belangen. Ik weet niet of
identiteit voor onze leerlingen be
langrijk is. Wij vragen alleen res
pect voor de overtuiging van ande
ren."
Het ministerie streeft momenteel
naar de vorming van brede scho
lengemeenschappen. Volgens Groe
nenboom is het heel belangrijk dat
een dergelijke beslissing van on
deraf komt, van de scholen zelf
dus, en niet van bovenaf wordt
opgelegd zoals twee jaar geleden.
„En het moet natuurlijk wel een
onderwijsverbetering inhouden."
Van onze verslaggever
Frank van Cooten
f van der Rijst was in '89
M J toe aan een verandering.
Mi Hij was conrector op de
vwo-afdeling van een
scholengemeenschap in Utrecht en
solliciteerde op de vacature voor
het rectorschap op het Zeldenrust
college. De school stond hem aan
en Zeeuws-Vlaanderen met het
Vlaamse achterland trok zijn be
langstelling. Hij noemt het vooral
een gevoel. „Vanuit het Utrechtse
gevoel ligt Breda al ver weg. In
Zeeuws-Vlaanderen wordt toch
iets anders over afstanden ge
dacht." Hij werd aangenomen en
volgde daarmee Van Asperen op.
Rector Van der Rijst noemt 'zijn'
school met 1177 leerlingen, zestig
docenten en veertig man onder
steunend personeel een 'klein be
drijfje'.
Van dér Rijst is de derde rector in
de geschiedenis van het Zelden
rustcollege. Hij zit ontspannen in
zijn riant uitgemeten kantoor.
„Toch niet slecht, hé." Hij wijst
naar de schilderijen aan de muur.
„Gemaakt door de eindexamen
leerlingen tekenen. Dat is al gerui
me tijd een examenvak bij ons op
school."
Van der Rijst hecht veel waarde
aan de algemeen christelijke iden
titeit maas noemt het Zeldenrust
college geen missionaris-school.
„Wij zijn niet van plan mensen te
bekeren. Wel is levensovertuiging
belangrijk op onze school. Daar
mee wil ik niet zeggen dat op een
niet-christelijke school geen le
vensovertuiging zou zijn. Levens
overtuiging vertaal ik in hoe je met
elkaar omgaat."
De rector kent de verhalen ook.
Ouders en leerlingen kiezen niet
meer voor een school vanwege de
identiteit maar meer vanwege kwa
liteit, de ligging of omdat vriendjes
of vriendinnetjes ook naar dezelfde
school gaan. „Natuurlijk spelen de
ze zaken mee, maar er zijn en
blijven toch ouders en leerlingen
die vanwege de identiteit voor het
Zeldenrustcollege kiezen. Dat is
toch een behoorlijk aantal."
.Van der Rijst noemt de identiteit
van de verschillende scholen in
Zeeuws-Vlaanderen ook een be
hoorlijk struikelblok voor de vor
ming van een brede scholenge
meenschap. Het ministerie van On
derwijs streeft naar de vorming
van brede scholengemeenschappen.
Mede vanwege de zorg om behoud
van identiteit ketste een fusie tus
sen de vier scholen voor voortgezet
onderwijs in Terneuzen twee jaar
geleden af.
„Kijk, puur getalsmatig zou er in
Zeeuws-Vlaanderen sprake zijn
van één scholengemeenschap. Maar
daarmee heb je de praktische pro
blemen niet opgelost. Identiteit
blijft een behoorlijk struikelblok.
Een school is niet een optelsom van
het aantal leerlingen. We zullen
uiteraard over de vorming van een
brede scholengemeenschap nog
praten maar we moeten afwachten
of schaalvergroting wel de voorde
len oplevert die het ministerie ons
voorspiegelt. Er zijn immers ook
nadelen. Anonimiteit voor zowel de
leerlingen als het personeel. Voor
de betrokkenheid is het immers
belangrijk dat het jouw school
blijft."
De rector is wel zeer positief over
de basisvorming. Leerlingen in de
onderbouw krijgen meer vakken
Rector Van der Rijst: Wij zijn
niet van plan mensen te bekeren'.
foto wim kooyman
waardoor meer kennis wordt ver
gaard. „Dat is het voordeel. De
basisvorming moet ook worden
doorgevoerd in de bovenbouw. Dat
zal waarschijnlijk in '96 gebeuren.
Daarnaast is het in de bovenbouw
hard nodig dat de leerlingen een
zelfstandige werkhouding krijgen.
Bedoeld om het gat met de vervolg
studie te verkleinen. Dat vraagt
ook een andere houding van de
docent. Veel docenten voelen zich
verantwoordelijk voor leerlingen
en slepen ze als het ware door het
examen heen. Een prima zaak,
maar de verantwoordelijkheid
moet bij de leerling worden gelegd.
Het onderwijs moet de leerling los
laten. Dat is uiteraard geen een
voudige zaak. Zowel voor de leer
ling als voor de docent."
Van der Rijst beaamt dat het werk
dé laatste jaren een stuk moeilijker
is geworden. „Dat hangt nauw sa
men met de regelgeving. Vanuit
deze regelgeving is er wat onrust in
het onderwijsveld. Er zijn steeds
weer andere regels. Voor de ko
mende, jaren is het belangrijk dat
de mensen weer plezier in het werk
krijgen. Daarnaast zijn de klassen
groter geworden. Een gemiddelde
klassegrootte van 25 tot 28 leerlin
gen is eigenlijk te veel. Dat hangt
uiteraard ook van de leerlingen af.
Drie leerlingen in een groep die
extra aandacht nodig hebben is
nog wel te behappen. Maar worden
dat er vijf, dan heeft dat een grote
invloed op de groep. Ook merk ik
dat het aantal leerlingen dat van
wege de thuissituatie met zichzelf
in de knoop zit in Zeeuws-Vlaan
deren toeneemt. Die leerlingen zijn
in de klas onrustig. Ze hebben het
gevoel dat ze ongewenst zijn. We
proberen die leerlingen bij te staan,
maar als school zit je toch in een
lastige positie."
Een ander probleem op de scholen,
en dus ook op het Zeldenrustcolle
ge, zijn de pesterijen. Leerlingen
pesten een mede-scholier die om de
een of andere reden buiten de
groep valt. „Het probleem is dat
pesterijen vaak 'ondergronds' ge
beuren. Het is dus heel moeilijk
daar vat op te krijgen. Een aantal
docenten is wel bezig met het ont
wikkelen van een beleid om daar
grip op te krijgen. Het gaat dan om
opvang van diegene die wordt ge
pest. Want de pester zelf is veelal
ongrijpbaar. Bij de opvang gaat het
om het ontwikkelen van een posi
tief zelfbeeld. Pesten gaat vaak
vergezeld .met faalangst. Daarom
willen we de desbetreffende leer
lingen laten nadenken over waar
hij of zij goed in is. Het gaat erom
hoe de leerling de persoonlijke
schade door de pesterijen kan be
perken en hoe het eigen gedrag
pesterijen oproept. Maar pesterijen
zijn niet uit te bannen. Want pes
ten is zo oud als de mens zelf."
Schoolleiders worden door het be
leid van de overheid steeds meer in
het keurslijf van manager gedwon
gen. Steeds meer taken van de
overheid moeten in de toekomst
immers op school zelf worden uit
gevoerd. Van der Rijst vindt het
flauw over die managerstaak te
klagen. „Natuurlijk, ook ik ben als
onderwijsman begonnen. Je moet
op een gegeven moment keuzes
maken. Je moet niet nostalgisch
terugblikken. Als rector ben je
meer bezig met regelachtig werk.
Een school van deze afmetingen
vereist dat ook. We hebben een
schoolleiding van zeven mensen.
Per afdeling is er een conrector die
zich met de onderwijskundige za
ken bezighoudt."
Van der Rijst vindt niet dat door de
grootte van de school anonimiteit
de boventoon voert. „Met name de
bovenbouw is niet anoniem. Ik
merk dat de leerlingen heel leuk
met elkaar omgaan. Wellicht heeft
dat te maken met het karakter van
het Zeldenrustcollege."