Haaien aaien in het Arsenaal
w
Een J
Telefoonkaart is de nieuwe postzegel
Trendset
Vlissingse maritieme attractie is grote publiekstrekker
Tuinkruiden
Melk ook als 'anderlialfje
pe Pfalz en I
pE STEM
Dongense uitgeverij begint magazine voor verzamelaars
DE BUITENDIJK
Dood
WIJZER
Een maquette van het Arsenaal-complex.
Door Paul de Schipper
Met de langste roltrap van Zeeland kun je er op zolder
het hoogwater bekijken. Als de vloed komt, begint een
glazen zuil fluoriserend blauw op te lichten. 'High tide'
staat erop. Door naar het woest deinend geweld van de
schipbreuk-simulator. Het orkest speelt, de Titanic
zinkt, u overleeft, want dat ding staat maar op een
medium-storm afgesteld. Tijd voor de roterende vloot-
schouw in het water-theater of voor het vertederd
haaien aaien in het reuzen-aquarium.
Haaien aaien in het Arsenaal?
Zo'n 180.000 mensen gingen u
voor naar Zeeland nieuwste pu
bliekstrekker: een maritiem at
tractiecentrum in Vlissingen.
Als toeristische attractie is het
Arsenaal nu een jaar geopend.
De belangstelling heeft alle ver
wachtingen overtroffen.
„We hadden gerekend op
150.000 mensen. Er zijn er
180.000 gekomen," zegt Sandra
de Kort van het management
van het Arsenaal.
Het is een aantal waar sommige
topattracties in Nederland ja
loers op kunnen zijn. Met die
bezoekersscore is het Arsenaal
meteen uitgegroeid tot Zee-
land's tweede grote, pu
bliekstrekker na de topper Del
ta Expo op de Stormvloedke
ring, maar voor Miniatuur Wal
cheren.
Sandra de Kort blijft beschei
den, noemt het Arsenaal 'een
regionaal attractiepark': „Aan
een kant is het een straf dat je
wat achteraf op het puntje van
Walcheren ligt. De onderhouds
contracten zijn drie keer zo
duur, omdat de meeste bedrij
ven uit de Randstad moeten
komen om hier hun werk te
doen. Dat drukt op de exploita
tie. Aan de andere kant heb je
het voordeel dat bezoekers die
naar Zeeland en naar Vlissingen
komen, bijna automatisch bij
het Arsenaal binnenlopen."
Biber
Het eerste wat je in het Arse
naal kunt bewonderen, is een
Duitse mini-onderzeeboot: De
Biber. Van december 1944 tot
april 1945 zetten de Duitsers
eenmansonderzeeërs in tegen de
Geallieerde konvooien die over
de Westerschelde naar Antwer
pen voeren. Veel van die kwets
bare vaartuigjes werden buiten
gevecht gesteld en zonken. Op
31 december 1950 trof de Ne
derlandse marine zo'n mini-on
derzeeër onverklaarbaar drij
vend aan voor de kust van
Westkapelle. Tijdens de berging
ontdekte men ook het stoffelijk
overschot van het enige beman
ningslid.
De boot staat nu in de entree
van het Arsenaal.
Via de eerder genoemde roltrap
klimt de bezoeker naar de zol
der van het gebouw. Een van de
aardigste attracties daar, zeker
voor buitenlandse bezoekers, is
het werkende schaalmodel van
de eb- en vloedbeweging in de
Zeeuwse zeegaten. In alle talen,
tot in het Arabisch en Chinees
toe, wordt met dat model toege
licht wat er in zuid-west-Ne
derland bij een 'Sturmflut' ge
beurt.
De miniatuur waterhuishouding
die in het Arsenaal te zien is,
stond eerder op de Nederlandse
stand van de Wereldtentoon
stelling in het Spaanse Sevilla.
Wie wat van oude schepen wil
weten, krijgt, ook op de boven
verdieping, aan de hand van
modellen een aardige introduc
tie.
Olau Hollandia
Een opvallend model in de col
lectie van het Arsenaal is de
Olau Hollandia. Het ooit met
veel reclame gepresenteerde
ruimteschip van de Noordzee is
met het opheffen van de Olauli-
ne eigenlijk al een museumstuk
geworden.
In het Arsenaal is ook de ge
schiedenis van de scheepswerf
De Schelde tentoongesteld. De
hele ontwikkeling van het be
drijf van de bouw van de eerste
stoomschepen als ss. Batavia en
ss. Djakarta tot stapelloop van
de moderne standaardfregatten
wordt er uit de doeken gedaan
in de Schelde Oudheidkamer.
Wie het leven uit de zee wil
voelen, kan dat in het Arsenaal
letterlijk doen. In het gebouw
staat een 120 ton wegend zout
waterbassin waarin Noordzee-
haaien en roggen rondzwem
men. Het bassin is zo ingericht
dat bezoekers de vissen kunnen
aanraken. De roggen in deze
'Oceantank' kijken je vanonder'
het wateroppervlak onnozel
aan, laten zich inderdaad aan
raken en zweven dan plechtig
weg, zoals een meeuw dat doet
bij stormwind.
Een zeereis bij storm? Het is een
van de toppers van het centrum
want je vergaat nog echt ook.
Wie kennis wil maken met dat
Titanic-gevoel, moet eerst goed
De roggen in de 'Oceantank' kijken je vanonder het wateroppervlak onnozel aan, laten zich inderdaad aanraken en zweven dan
plechtig weg, zoals een meeuw dat doet bij stormwind. foto's camile schelstraete
de aanwijzigingen lezen: „Aan
boord gaan van de schipbreuk
simulator kan emoties oproe
pen," waarschuwt een bord.
Dat die mededeling niet overbo
dig is, bewees onlangs een wat
oudere Zeeuwse dame die het
kermisachtige apparaat angstig
verliet: „Ik heb de oorlog en de
Ramp meegemaakt," zei ze ver
klarend.
„Dat is het enige geval, dat we
tot nu toe meemaakten. Mensen
vinden het griezelig, maar ook
heel mooi," aldus Sandra de
Kort.
Verlengstuk
Het Arsenaal is een speels com
mercieel verlengstuk van de rij
ke maritieme traditie van Vlis
singen. Het complex staat aan
de Koopmanshaven.
Door de toenemende handelsac
tiviteiten in Vlissingen was die
haven al rond 1400 te klein.
Philips van Bourgondië, des
tijds heer van Vlissingen, liet
een nieuwe haven graven. Die
kwam in 1433 gereed. Het is de
haven bij het station, waar nu
de veerboten naar Breskens af
meren en waar de Vlissingse
vissersvloot ligt. Door die mid
deleeuwse infrastructuur ont
stond een landtong met een
nieuwe woonwijk die al snel
volgroeide met ambachtelijke
aan de zee verwante bedrijven.
Het was deze wijk waar de wieg
van Michiel de Ruyter stond en
waar hij ooit op de lijnbaan
'aan het grote wiel' gedraaid
zou hebben.
In de Franse tijd gaf Napoleon
opdracht de wijk te slopen. Hij
wilde er een militair hospitaal
neerzetten maar kreeg daar na
zijn Waterloo de tijd niet voor.
In 1823 gaf koning Willem I
opdracht op de fundamenten
van het hospitaal het Arsenaal
te bouwen. Het werd een enor
me, solide geconstrueerde loods.
De begane grond diende
voortaan als exercitieterrein en
als opslag voor de brandspuit
en het compagniesmateriaal. Op
de eerste verdieping woonde het
Eerste Bataljon Infanterie. Na
het vertrek van de militairen
gebruikte het Ministerie van
Defensie het Arsenaal tot 1981
als opslagdepot.
In die jaren werd er in het
stadhuis van Vlissingen al actief
nagedacht over een toekomstige
attractief gezicht van de wat
verkommerende Zeeuwse ha
venstad.
Denkwerk
De aanpak van het Arsenaalge-
bied was een van de resultaten
van dat planologisch denkwerk.
Architecten en aannemers sta
ken de koppen bij elkaar. Over
één ding waren ze het al snel
eens: er moest op het Arsenaal
terrein een uitkijktoren geko
men. Creatief geïnspirireerd
door de eisen van de rijkssubsi
dieregelingen werd besloten om
van deze wat afgelegen hoek
van het havengebied een mari
tiem attractiepunt te maken.
Anno 1994 lijkt die opzet volle
dig geslaagd. De uitkijktoren
staat er, bijna vijftig meter
hoog, en is inbegrepen bij de
entree van het Arsenaal. Bij
helder weer kun je er naar Wal
cheren, Zuid-Beveland, de Wes
terschelde, Zeeuws-Vlaanderen
en zelfs tot in België kijken.
De planologen en project-ont
wikkelaars hebben het Arse-
naalgebied zo goed aangepakt
en opgewaardeerd dat ze er een
volwaardig deel van de stad van
hebben gemaakt met als natte
hart de Koopmanshaven die nu'
dienst doet als jachthaven.
Het gebied maakt als verleng
stuk van de Boulevard eigenlijk
deel uit van de totale face-lift
die Vlissingen momenteel on
dergaat.
Het Maritiem Attractiecentrum
het Arsenaal is een project van
Reggeborgh Beheer. Dezelfde
maatschappij is ook eigenaar
van het Miniatuur Walcheren.
Het Arsenaalcomplex bestaat
uit het eerdergenoemde attrac
tiepark met daaraan vastge-
bouwd het Arsenaal Theater,
een Grand Café, een snooker
en poolhal en het amusements
centrum de Carrousel.
Het Maritiem Centrum het Ar
senaal voldoet aan alle eisen
van de grote publiekstrekker. Je
kunt je er een paar uur aardig
vermaken: kijken, zelf bezig
zijn en aan het eind wacht kof
fie met gebak of een broodje en
limonade voor de kinderen.
Het Arsenaal is tot 1 oktober geo
pend van 11,00 tot 22.00 uur (de
kassa sluit om 20.00 uur). De toe
gangsprijs bedraagt f 15,- per per
soon voor volwassenen. Kinderen
tot 12 jaar betalen 10 gulden per
persoon.
Door Johan van Grinsven
Pe telefoonkaart is voor verzamelaars wat de
postzegel eens was. Voordat die oubollig,
stoffig en saai werd. De telefoonkaart is
jielemaal van deze tijd; hij past in het tijdperk
van 'plastic geld'; geen dubbeltje op zak en
toch de hele wereld rondbellen.
Verzamelaars gooien zich met grote inzet op deze
nieuwe hobby. Want de telefoonkaart - die tegen
woordig een chipkaart is - is vaak een juweeltje
van design. Dat de hobby nu echt serieus genomen
moet worden, blijkt wel uit de recente lancering
van het Telefoonkaarten Magazine.
Het blad, dat tweemaandelijks verschijnt, is een
publicatie van Uitgeverij Drukwerk in Dongen.
Uitgeefster Annemieke van Fulpen zag het spreek
woordelijke 'gat in de markt'. „Er zijn veel verza
melaars van telefoonkaarten. Ik denk dat verzame
laars geïnteresseerd zijn in een blad vol nieuws en
achtergronden."
Hele mooie
„Ik maak het blad ook omdat ik enthousiast ben
over telefoonkaarten. Want er worden hele mooie
exemplaren gemaakt. Ik zie de telefoonkaart als
eigentijds verzamelobject. Inderdaad, vergelijk
baar met de postzegel vroeger. Niet voor niets
worden telefoonkaarten verkocht door de postze-
gelhandel."
Net als voor postzegels geldt voor telefoonkaarten
dat ongebruikte exemplaren het meest gewild zijn.
Dat maakt het tot een exclusieve hobby. „Je merkt
inderdaad dat mensen ze beschouwen als beleg
ging. Maar dat lijkt mij een minderheid; de groot
ste groep verzamelaars vindt ze gewoon mooi,"
aldus Van Fulpen.
Op 14 februari 1977 kwam de eerste telefoonkaart
uit, in België. In 1986 verscheen de eerste Neder
landse kaart, Zeeland diende als testgebied. Naar
verluidt betaalt een fantieke verzamelaar voor die
eersteling een paar duizend gulden. Van Fulpen:
„Ach, dat geloof ik niet zo hard. Maar ik sluit het
niet uit. Het is een jonge hobby. De prijzen liggen
nog niet vast. Het is maar net wat de gek er voor
geeft." Sinds die introductie heeft PTT Telecom
vijftien series uitgebracht.
Reclame
Het gaat in het nieuwe tijdschrift over zowel
gebruikskaarten - met 'belwaarden' van bij voor
beeld 5, 10 of 25 gulden - als reclamekaarten. Als
primeur in die laatste categorie geldt een kaart van
Centraal Beheer (uit 1988, oplage 410.000). Het
aanbod aan reclamekaarten groeit ontstuimig. Vol
gens Van Fulpen komen er minstens veertig per
maand uit in Nederland. Iedereen mag tele
foonkaarten uitgeven; PTT Telecom zorgt ervoor
dat ze werken en dat ze geen aanstoot geven in
tekst of beeld. Volgens een woordvoerster van PTT
Telecom worden er paar jaar „een flink aantal
miljoenen" kaarten verkocht; hoeveel precies kan
ze niet zeggen.
Het idee voor het tijdschrift is niet origineel, geeft
Van Fulpen toe. „In Duitsland bestaan er zelfs
diverse titels. Daar is een levendige handel in
telefoonkaarten, daar is Nederland nog niets bij.
Maar in meer landen wordt fanatiek verzameld en
dat is voor een groot voordeel, want zo hebben we
tenminste veel om over te schrijven. En de tele
foonkaart wordt in steeds meer landen ingevoerd,
dus ik denk niet dat wij als redactie snel 'opdro
gen'."
Thema's
Er zijn al verzamelaars die net als in filateliekrin-
gen op 'thema' verzamelen of op bekende merken.
In Nederland zijn er bij voorbeeld vier verschillen
de McDonald's-kaarten uitgegeven (prijzen varië
ren van 25 tot 50 gulden), in Engeland ook vier en
in de Verenigde Staten één. In de vestiging in
Almere van de fastfood-keten hebben ze inmiddels
al spijt dat ze zo'n telefoonkaart als relatiege
schenk hebben uitgegeven. Want ze worden hele
maal suf gebeld door verzamelaars.
Het eerste nummer van het Telefoonkaarten Magazine
(prijs: 7,50 gulden) ligt nu in de winkels. Uitgeverij
Drukwerk, Gaarde 79, 5103 EB Dongen, telefoon:
01623-16575.
Nederlandse Telefoonkaarten Club, Postbus 2037, 4200
BA Gorinchem. Algemene Telefoonkaarten Club,
Julianalaan 42, 4101 JD Culemborg.
anneer ik in een
auto zit, kijk ik
altijd naar
'hoopjes'. Vaak liggen ze
langs de kant van de weg,
soms ook midden op de rij
baan, maar dan zijn het
meestal al onduidelijke vlek
ken geworden.
Soms kan ik opgelucht adem
halen, dan is het gewoon een
aan flarden gereden schoen of
een kapotgereden biet. Maar
heel vaak zie ik het al in de
verte: een hoop haar, een
vleugel die omhoog steekt,
een pootje dat nog zichtbaar
is.
Vaak denk ik dat ik de enige
ben die dat erg vindt: een dier
dat verpletterd is onder de
wielen van het immer voort
razende verkeer. Ik vind het
zelf ook nogal sentimenteel.
Natuurlijk zijn de oorlog en
hongersnood in (vul zelf
maar in) veel erger. Maar de
slachtoffers daarvan zie ik
niet dagelijks langs de weg
liggen.
Er zijn wel gradaties in mijn
medeleven. Bij een dood ko
nijn, denk ik 'ach wat zielig,
maar daar zijn er nog zo veel
van'. Bij iets wat duidelijk een
kat is geweest, geldt hetzelf
de. En ook over een dooie
kraai kan ik me wel heen
zetten.
Nee, dan een dood egeltje.
Als ik dan weer zo'n opgerold
stekelig hoopje zie, word ik
altijd een tikkie depressief.
Vaak zien ze er nog opvallend
gaaf uit, dat maakt het extra
aandoenlijk, maar ze zijn toch
hartstikke dood.
Ik kan daar niet goed tegen.
Ik moet altijd denken aan het
moment waarop de aanrijding
plaatsvond. Kuiert zo'n beest
je rustig over de weg, komt er
een auto aan met hon
derdtwintig kilometer per uur
en dan denkt hij (of zij): 'ik
rol me wel even op'.
Het allerergst is een dood
egeltje in het voorjaar. In
mijn verbeelding zie ik dan
Door Mariëtte Mulkens
die|
een heel nest met van A
honger stervende jonge
tjes voor me, vergeefs wachJ
tend op hun moeder.
Zelf rij ik al jaren 's avonds en
's nachts heel voorzichtig, tet.
wijl ik vlak voor me op jjl
weg tuur. Zo heb ik al ettelij.
ke katten en kikkers het lev;
kunnen redden en ook
keer een egeltje. Dat
bijna-botsing met een gej.„
keerde auto eveneens het ré.
sultaat is van mijn nachtelijkel
rijstijl, neem ik op de koor
toe.
Niet iedereen denkt er
over. Een dorpsgenoot
ooit, bijna trots: 'Het stik'l
hier van de egels, want ge ziet
er zoveel kapot langs de kan]
liggen'.
Of die theorie klopt, weet ik|
niet. Ik weet wel dat wij
een zomer lang een egeltje iiL
onze tuin hadden dat zich ie
dere avond te goed deed r
de kattebrokjes. Die zetten
wij speciaal voor hem klaar,
nadat we hadden vastgesteld
dat het geen rat was die inl
onze tuin rondscharrelde!
Toen ik het beestje een
avonden achter elkaar mistel
vreesde ik het ergste. En ja
wel hoor, langs de dijk vond
ik een dood egeltje.
Of het 'onze' egel was weet ik;
niet. Ik weet wel, dat ik i
dien nooit meer een egeltje is
ons dorp heb gezien. Dood o(
levend.
Dat het gebruik van kruiden, zoals basilicum, mint en t
gewoon is geworden, blijkt uit de hoeveelheden verse kruiden dic|
steeds meer supermarkten en groenten winkels worden
Hieronder een klein ABC van tuinkruiden die binnen ieders hanile
reik liggen, met tips voor recepten.
Basilicum
Basilicum heet uit het Grieks vertaald koningskruid. Is 1
koning der kruiden of aten koningen het? Men weet het niet,
wel dat een zomerse maaltijd niet kan mislukken als je i
basilicum in huis hebt.
Leg op een schaal plakken tomaat, daarop plakken Mozzan
zachte Italiaanse kaas, en garneer het geheel met hele blail
basilicum. Wat mooie olijfolie en vers gemalen peper complelej
het geheel.
Wanneer je te veel basilicum in huis hebt, kun je pistou maken,
saus, die je kunt gebruiken ter garnering van een stevige groentes
met een keur van groenten van het seizoen (en ook wat witte boned
Pistou is ook zeer geschikt als smaakmaker van spaghettis
gehaktballen. Stamp in een vijzel 3 teentjes knoflook en ruim w
handvol verse basilicumblaadjes. Giet hierbij een half glas olp
en wat zout. De pistou kan in de koelkast enige tijd bewaard worde
Dragon
Van dragon moet je niet te veel gebruiken. Dat betekent c
dragon eigenlijk altijd te veel koopt. Je kunt Dragon aan eentouiij
laten drogen in de keuken of in een fles witte wijnazijn stoppen.7
goede vinaigrette (theelepel mosterd, 1 deel azijn, 3 delen olie) v"
aan kwaliteit door er enkele blaadjes verse dragon (zeer fijngekn
doorheen te mengen. Dragon is ook lekker bij een in witte
gestoofde kip (saus afmaken Tmet wat room). Bearnaisesaus, r
lekker bij de barbeque, zou geen bearnaisesaus zij als er geen
doorheen was verwerkt.
Een eenvoudige variant: hak twee sla-uitjes fijn en e en i
dragonblaadjes. Meng 5 eetlepels mayonaise met een gelijk deels
room (of yoghurt voor de magere versie). Meng hierdoorheenl™
knoflook uit de knijper en ruim, vers gemalen peper.
Kervel
Kervel is heerlijk in een gebonden soep, maar kan ook als pep®j
worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij asperges of op nieuwe a
len.
Koriander
De meningen verschillen of korianderloof lekker ruikt of niet J
verre reizen heeft gemaakt, er houdt nostalgische herinnering®"'
zoals aan Mexicaanse taco's of Indiase gerechten. Maar zonder» J
die twee landen heb bezocht, ben ook ik een liefhebber
koriander geworden. Je moet het met mate gebruiken. Bijvoor
in een salade van tomaten, komkommer, paprika en ui (alle®e
gesneden). Aan de salade kun je een halve gesnipperde rode ï>p
peper toevoegen. Koriander is ook heerlijk in kip- of lamskerriev
lang laten meekoken). Bij de islamitische slager kun je koria
verkrijgen onder de naam Koesbar.
Mint
Het is heerlijk om op een warme dag thee te zetten van niint. t
met honing. Je kunt Mint ook verwerken in een yoghurt/Ito
mersalade. Rasp een kwart komkommer. Laat hem boven e
uitlekken. Roer de komkommer door twee kopjes biogarde-yoBj"(((
breng het geheel op smaak met een 'A eetlepel gesneden n®t,
knoflook uit de knijper, versgemalen zwarte peper en een ntë n
gemalen komijn en wat cayennepeper. Garneer de salade m J
blaadjes mint. Lekker bij karbonaadjes, Je kunt mint ook ce 1
om een vruchtensalade een bijzonder accent te verlenen.
'Binnenkort kan het: vragen om 'een anderhalfje melk'. Ade
veranciers en Albert Heijn introduceren in het derde
anderhalve-literpak halfvolle melk.
ivtJ
Qeen zee, geen strand,
wél zon. Geen hordes Ne
derlanders, geen verre
reis, wél eindeloze bos
sen. Ter hoogte van
Luxemburg ligt een stuk
je Duitsland waar je
maar al te snel doorheen-
rijdt. Boos zijn de bewo
ners er niet over. Maar
wel een beetje verdrietig.
En verbaasd, want zelf
zijn ze er - letterlijk -
niet weg te slaan.
Door Lindy Jense
Eigenlijk is het een variant op
het aloude reisje langs de Rijn.
Want waar je ook gaat in de
Pfalz en Hunsrück, gebieden in
de Duitse Bondsstaat Rheinland-
Pfalz, de Rijn of een van haar
vele zijtakken is nooit ver weg.
Een paar auto-uren verder dan
de Eifel ligt een welvend land
dat overloopt van het natuur
schoon, heerlijk eten, prachtige
wijnen. De bewoners vertellen
graag dat ze in het vriendelijkste
klimaat van heel Duitsland le
ven! Kiwi's en vijgen kweken ze
hier, als bewijs. En druiven, al
sinds mensenheugenis.
De geschiedenis van Rheinland-
Pfalz is een optelling van over
meesteringen door vreemde
heersers. Eeuwenlang was dit
land van vruchtbare landerijen
en hoge bergen een kostbare en
strategische schat voor heers
zuchtige Pruisische, Duitse,
Franse eh Beierse vorsten. Ko
blenz kreeg nog tijdens de jong
ste oorlog een gevoelige klap: de
stad verloor zijn keizer.
In de Tweede Wereldoorlog be
zetten Amerikaanse troepen het'
machtige Pruisische fort Ehren-j
breitstein dat hoog boven de
stad torent. De vesting bood een
prachtig uitzicht op een ruiter
standbeeld. Kaiser Wilhelm I als
een tientallen meters hoog bron
zen doelwit. De geschiedenis
vertelt niet of de Amerikanen op
de ballen van de hengst of de|
helm van de Kaiser richtten,
maar raak schoten ze.
Een nieuw ruiterstandbeeld
kwam pas vorig jaar, nadat de
lege sokkel veertig jaar slechts
de Duitse driekleur had gedra
gen. Nu kijkt Wilhelm weer
toornig uit over het Deutsches
Eek, de plaats waar de Moezel
overvloeit in de Rijn.
Plaatjt
De stad zelf is een plaatje. Wan
delen door de nauwe straten vai
de knusse binnenstad lang:
waardige oude gebouwen me
De telefoonkaart is een gewild verzamel-object
geworden. foto archief de stem
De nieuwe verpakking komt in de winkels, omdat te
melkproducent Campina zouden uitwijzen dat de grote 1
voor extra melkconsumptie, zo'n twee procent. En dat n
gauw vele miljoenen liters meer.
Door Rien van der Steen
Het idee is al een jaar of ach
oud. Ontwerp een terrein-ach
tige auto met veel nadruk og
design. De wagen moet ge]
schikt zijn om buiten gebaandi!
paden te treden, maar hoofd,!
zaak is dat allerminst.
Toyota, de grootste fabrikan
van Japan en de derde van d;
wereld, liet het aldus tot stand
gekomen Recreational Activ I
Vehicle al in 1989 op de auto
show van Tokyo zien. De reac
ties waren lauw. Vier jaar late
stond het apparaat er wee:
Drastisch aangepast, voor:
aan de buitenkant.
Dn nu is het ding klaar. D
Toyota RAV 4 wordt in onz
markt aangeprezen als Funl
cruiser. Geen robuuste zani
haas en ongeschikt om diej
gaand de modder in te duike:
Maakt ook niet uit, want
•neeste terreinauto's die in Ni
derland rondrijden kunnen va
Mies, maar hóeven/mogen ze!
den.
En dus heeft Toyota heel sli:
[ngespeeld op de interessan'
'jkomstigheden van dit soo
aut0 s- Je zit er hoog in, kunt i
weg g°ed overzien en rijdt di
elijk veilig rond. De au
neett permanente vierwit
aandrijving, maar de versne
ngsbak is niet ontworpen o:
aart in het terrein te make:
en groot 'gat' tussen een
ee. Rul zand kan dus, Ou
omdat er een sperdifferentiei
de uitrusting behoort.
Maar de nieuwe Funcruiser
eel eerder een leuk ogend
vierwielaangedreven auto ml
nadruk op comfort. De topl
le echt hoog, maar de tweeB
yachtbron die rechtstreef
i ^arina E van hetzelfl
k°mt zorgt wel voor leur
^leratieciifers. Grote zestil
Wle}?n °P de hoeken, e|
diikze^dragende carrossel
veel ü,na uit een geheel bestal
glas rondom en eventul
V