Haaien aaien in het Arsenaal w Een J Telefoonkaart is de nieuwe postzegel Trendset Vlissingse maritieme attractie is grote publiekstrekker Tuinkruiden Melk ook als 'anderlialfje pe Pfalz en I pE STEM Dongense uitgeverij begint magazine voor verzamelaars DE BUITENDIJK Dood WIJZER Een maquette van het Arsenaal-complex. Door Paul de Schipper Met de langste roltrap van Zeeland kun je er op zolder het hoogwater bekijken. Als de vloed komt, begint een glazen zuil fluoriserend blauw op te lichten. 'High tide' staat erop. Door naar het woest deinend geweld van de schipbreuk-simulator. Het orkest speelt, de Titanic zinkt, u overleeft, want dat ding staat maar op een medium-storm afgesteld. Tijd voor de roterende vloot- schouw in het water-theater of voor het vertederd haaien aaien in het reuzen-aquarium. Haaien aaien in het Arsenaal? Zo'n 180.000 mensen gingen u voor naar Zeeland nieuwste pu bliekstrekker: een maritiem at tractiecentrum in Vlissingen. Als toeristische attractie is het Arsenaal nu een jaar geopend. De belangstelling heeft alle ver wachtingen overtroffen. „We hadden gerekend op 150.000 mensen. Er zijn er 180.000 gekomen," zegt Sandra de Kort van het management van het Arsenaal. Het is een aantal waar sommige topattracties in Nederland ja loers op kunnen zijn. Met die bezoekersscore is het Arsenaal meteen uitgegroeid tot Zee- land's tweede grote, pu bliekstrekker na de topper Del ta Expo op de Stormvloedke ring, maar voor Miniatuur Wal cheren. Sandra de Kort blijft beschei den, noemt het Arsenaal 'een regionaal attractiepark': „Aan een kant is het een straf dat je wat achteraf op het puntje van Walcheren ligt. De onderhouds contracten zijn drie keer zo duur, omdat de meeste bedrij ven uit de Randstad moeten komen om hier hun werk te doen. Dat drukt op de exploita tie. Aan de andere kant heb je het voordeel dat bezoekers die naar Zeeland en naar Vlissingen komen, bijna automatisch bij het Arsenaal binnenlopen." Biber Het eerste wat je in het Arse naal kunt bewonderen, is een Duitse mini-onderzeeboot: De Biber. Van december 1944 tot april 1945 zetten de Duitsers eenmansonderzeeërs in tegen de Geallieerde konvooien die over de Westerschelde naar Antwer pen voeren. Veel van die kwets bare vaartuigjes werden buiten gevecht gesteld en zonken. Op 31 december 1950 trof de Ne derlandse marine zo'n mini-on derzeeër onverklaarbaar drij vend aan voor de kust van Westkapelle. Tijdens de berging ontdekte men ook het stoffelijk overschot van het enige beman ningslid. De boot staat nu in de entree van het Arsenaal. Via de eerder genoemde roltrap klimt de bezoeker naar de zol der van het gebouw. Een van de aardigste attracties daar, zeker voor buitenlandse bezoekers, is het werkende schaalmodel van de eb- en vloedbeweging in de Zeeuwse zeegaten. In alle talen, tot in het Arabisch en Chinees toe, wordt met dat model toege licht wat er in zuid-west-Ne derland bij een 'Sturmflut' ge beurt. De miniatuur waterhuishouding die in het Arsenaal te zien is, stond eerder op de Nederlandse stand van de Wereldtentoon stelling in het Spaanse Sevilla. Wie wat van oude schepen wil weten, krijgt, ook op de boven verdieping, aan de hand van modellen een aardige introduc tie. Olau Hollandia Een opvallend model in de col lectie van het Arsenaal is de Olau Hollandia. Het ooit met veel reclame gepresenteerde ruimteschip van de Noordzee is met het opheffen van de Olauli- ne eigenlijk al een museumstuk geworden. In het Arsenaal is ook de ge schiedenis van de scheepswerf De Schelde tentoongesteld. De hele ontwikkeling van het be drijf van de bouw van de eerste stoomschepen als ss. Batavia en ss. Djakarta tot stapelloop van de moderne standaardfregatten wordt er uit de doeken gedaan in de Schelde Oudheidkamer. Wie het leven uit de zee wil voelen, kan dat in het Arsenaal letterlijk doen. In het gebouw staat een 120 ton wegend zout waterbassin waarin Noordzee- haaien en roggen rondzwem men. Het bassin is zo ingericht dat bezoekers de vissen kunnen aanraken. De roggen in deze 'Oceantank' kijken je vanonder' het wateroppervlak onnozel aan, laten zich inderdaad aan raken en zweven dan plechtig weg, zoals een meeuw dat doet bij stormwind. Een zeereis bij storm? Het is een van de toppers van het centrum want je vergaat nog echt ook. Wie kennis wil maken met dat Titanic-gevoel, moet eerst goed De roggen in de 'Oceantank' kijken je vanonder het wateroppervlak onnozel aan, laten zich inderdaad aanraken en zweven dan plechtig weg, zoals een meeuw dat doet bij stormwind. foto's camile schelstraete de aanwijzigingen lezen: „Aan boord gaan van de schipbreuk simulator kan emoties oproe pen," waarschuwt een bord. Dat die mededeling niet overbo dig is, bewees onlangs een wat oudere Zeeuwse dame die het kermisachtige apparaat angstig verliet: „Ik heb de oorlog en de Ramp meegemaakt," zei ze ver klarend. „Dat is het enige geval, dat we tot nu toe meemaakten. Mensen vinden het griezelig, maar ook heel mooi," aldus Sandra de Kort. Verlengstuk Het Arsenaal is een speels com mercieel verlengstuk van de rij ke maritieme traditie van Vlis singen. Het complex staat aan de Koopmanshaven. Door de toenemende handelsac tiviteiten in Vlissingen was die haven al rond 1400 te klein. Philips van Bourgondië, des tijds heer van Vlissingen, liet een nieuwe haven graven. Die kwam in 1433 gereed. Het is de haven bij het station, waar nu de veerboten naar Breskens af meren en waar de Vlissingse vissersvloot ligt. Door die mid deleeuwse infrastructuur ont stond een landtong met een nieuwe woonwijk die al snel volgroeide met ambachtelijke aan de zee verwante bedrijven. Het was deze wijk waar de wieg van Michiel de Ruyter stond en waar hij ooit op de lijnbaan 'aan het grote wiel' gedraaid zou hebben. In de Franse tijd gaf Napoleon opdracht de wijk te slopen. Hij wilde er een militair hospitaal neerzetten maar kreeg daar na zijn Waterloo de tijd niet voor. In 1823 gaf koning Willem I opdracht op de fundamenten van het hospitaal het Arsenaal te bouwen. Het werd een enor me, solide geconstrueerde loods. De begane grond diende voortaan als exercitieterrein en als opslag voor de brandspuit en het compagniesmateriaal. Op de eerste verdieping woonde het Eerste Bataljon Infanterie. Na het vertrek van de militairen gebruikte het Ministerie van Defensie het Arsenaal tot 1981 als opslagdepot. In die jaren werd er in het stadhuis van Vlissingen al actief nagedacht over een toekomstige attractief gezicht van de wat verkommerende Zeeuwse ha venstad. Denkwerk De aanpak van het Arsenaalge- bied was een van de resultaten van dat planologisch denkwerk. Architecten en aannemers sta ken de koppen bij elkaar. Over één ding waren ze het al snel eens: er moest op het Arsenaal terrein een uitkijktoren geko men. Creatief geïnspirireerd door de eisen van de rijkssubsi dieregelingen werd besloten om van deze wat afgelegen hoek van het havengebied een mari tiem attractiepunt te maken. Anno 1994 lijkt die opzet volle dig geslaagd. De uitkijktoren staat er, bijna vijftig meter hoog, en is inbegrepen bij de entree van het Arsenaal. Bij helder weer kun je er naar Wal cheren, Zuid-Beveland, de Wes terschelde, Zeeuws-Vlaanderen en zelfs tot in België kijken. De planologen en project-ont wikkelaars hebben het Arse- naalgebied zo goed aangepakt en opgewaardeerd dat ze er een volwaardig deel van de stad van hebben gemaakt met als natte hart de Koopmanshaven die nu' dienst doet als jachthaven. Het gebied maakt als verleng stuk van de Boulevard eigenlijk deel uit van de totale face-lift die Vlissingen momenteel on dergaat. Het Maritiem Attractiecentrum het Arsenaal is een project van Reggeborgh Beheer. Dezelfde maatschappij is ook eigenaar van het Miniatuur Walcheren. Het Arsenaalcomplex bestaat uit het eerdergenoemde attrac tiepark met daaraan vastge- bouwd het Arsenaal Theater, een Grand Café, een snooker en poolhal en het amusements centrum de Carrousel. Het Maritiem Centrum het Ar senaal voldoet aan alle eisen van de grote publiekstrekker. Je kunt je er een paar uur aardig vermaken: kijken, zelf bezig zijn en aan het eind wacht kof fie met gebak of een broodje en limonade voor de kinderen. Het Arsenaal is tot 1 oktober geo pend van 11,00 tot 22.00 uur (de kassa sluit om 20.00 uur). De toe gangsprijs bedraagt f 15,- per per soon voor volwassenen. Kinderen tot 12 jaar betalen 10 gulden per persoon. Door Johan van Grinsven Pe telefoonkaart is voor verzamelaars wat de postzegel eens was. Voordat die oubollig, stoffig en saai werd. De telefoonkaart is jielemaal van deze tijd; hij past in het tijdperk van 'plastic geld'; geen dubbeltje op zak en toch de hele wereld rondbellen. Verzamelaars gooien zich met grote inzet op deze nieuwe hobby. Want de telefoonkaart - die tegen woordig een chipkaart is - is vaak een juweeltje van design. Dat de hobby nu echt serieus genomen moet worden, blijkt wel uit de recente lancering van het Telefoonkaarten Magazine. Het blad, dat tweemaandelijks verschijnt, is een publicatie van Uitgeverij Drukwerk in Dongen. Uitgeefster Annemieke van Fulpen zag het spreek woordelijke 'gat in de markt'. „Er zijn veel verza melaars van telefoonkaarten. Ik denk dat verzame laars geïnteresseerd zijn in een blad vol nieuws en achtergronden." Hele mooie „Ik maak het blad ook omdat ik enthousiast ben over telefoonkaarten. Want er worden hele mooie exemplaren gemaakt. Ik zie de telefoonkaart als eigentijds verzamelobject. Inderdaad, vergelijk baar met de postzegel vroeger. Niet voor niets worden telefoonkaarten verkocht door de postze- gelhandel." Net als voor postzegels geldt voor telefoonkaarten dat ongebruikte exemplaren het meest gewild zijn. Dat maakt het tot een exclusieve hobby. „Je merkt inderdaad dat mensen ze beschouwen als beleg ging. Maar dat lijkt mij een minderheid; de groot ste groep verzamelaars vindt ze gewoon mooi," aldus Van Fulpen. Op 14 februari 1977 kwam de eerste telefoonkaart uit, in België. In 1986 verscheen de eerste Neder landse kaart, Zeeland diende als testgebied. Naar verluidt betaalt een fantieke verzamelaar voor die eersteling een paar duizend gulden. Van Fulpen: „Ach, dat geloof ik niet zo hard. Maar ik sluit het niet uit. Het is een jonge hobby. De prijzen liggen nog niet vast. Het is maar net wat de gek er voor geeft." Sinds die introductie heeft PTT Telecom vijftien series uitgebracht. Reclame Het gaat in het nieuwe tijdschrift over zowel gebruikskaarten - met 'belwaarden' van bij voor beeld 5, 10 of 25 gulden - als reclamekaarten. Als primeur in die laatste categorie geldt een kaart van Centraal Beheer (uit 1988, oplage 410.000). Het aanbod aan reclamekaarten groeit ontstuimig. Vol gens Van Fulpen komen er minstens veertig per maand uit in Nederland. Iedereen mag tele foonkaarten uitgeven; PTT Telecom zorgt ervoor dat ze werken en dat ze geen aanstoot geven in tekst of beeld. Volgens een woordvoerster van PTT Telecom worden er paar jaar „een flink aantal miljoenen" kaarten verkocht; hoeveel precies kan ze niet zeggen. Het idee voor het tijdschrift is niet origineel, geeft Van Fulpen toe. „In Duitsland bestaan er zelfs diverse titels. Daar is een levendige handel in telefoonkaarten, daar is Nederland nog niets bij. Maar in meer landen wordt fanatiek verzameld en dat is voor een groot voordeel, want zo hebben we tenminste veel om over te schrijven. En de tele foonkaart wordt in steeds meer landen ingevoerd, dus ik denk niet dat wij als redactie snel 'opdro gen'." Thema's Er zijn al verzamelaars die net als in filateliekrin- gen op 'thema' verzamelen of op bekende merken. In Nederland zijn er bij voorbeeld vier verschillen de McDonald's-kaarten uitgegeven (prijzen varië ren van 25 tot 50 gulden), in Engeland ook vier en in de Verenigde Staten één. In de vestiging in Almere van de fastfood-keten hebben ze inmiddels al spijt dat ze zo'n telefoonkaart als relatiege schenk hebben uitgegeven. Want ze worden hele maal suf gebeld door verzamelaars. Het eerste nummer van het Telefoonkaarten Magazine (prijs: 7,50 gulden) ligt nu in de winkels. Uitgeverij Drukwerk, Gaarde 79, 5103 EB Dongen, telefoon: 01623-16575. Nederlandse Telefoonkaarten Club, Postbus 2037, 4200 BA Gorinchem. Algemene Telefoonkaarten Club, Julianalaan 42, 4101 JD Culemborg. anneer ik in een auto zit, kijk ik altijd naar 'hoopjes'. Vaak liggen ze langs de kant van de weg, soms ook midden op de rij baan, maar dan zijn het meestal al onduidelijke vlek ken geworden. Soms kan ik opgelucht adem halen, dan is het gewoon een aan flarden gereden schoen of een kapotgereden biet. Maar heel vaak zie ik het al in de verte: een hoop haar, een vleugel die omhoog steekt, een pootje dat nog zichtbaar is. Vaak denk ik dat ik de enige ben die dat erg vindt: een dier dat verpletterd is onder de wielen van het immer voort razende verkeer. Ik vind het zelf ook nogal sentimenteel. Natuurlijk zijn de oorlog en hongersnood in (vul zelf maar in) veel erger. Maar de slachtoffers daarvan zie ik niet dagelijks langs de weg liggen. Er zijn wel gradaties in mijn medeleven. Bij een dood ko nijn, denk ik 'ach wat zielig, maar daar zijn er nog zo veel van'. Bij iets wat duidelijk een kat is geweest, geldt hetzelf de. En ook over een dooie kraai kan ik me wel heen zetten. Nee, dan een dood egeltje. Als ik dan weer zo'n opgerold stekelig hoopje zie, word ik altijd een tikkie depressief. Vaak zien ze er nog opvallend gaaf uit, dat maakt het extra aandoenlijk, maar ze zijn toch hartstikke dood. Ik kan daar niet goed tegen. Ik moet altijd denken aan het moment waarop de aanrijding plaatsvond. Kuiert zo'n beest je rustig over de weg, komt er een auto aan met hon derdtwintig kilometer per uur en dan denkt hij (of zij): 'ik rol me wel even op'. Het allerergst is een dood egeltje in het voorjaar. In mijn verbeelding zie ik dan Door Mariëtte Mulkens die| een heel nest met van A honger stervende jonge tjes voor me, vergeefs wachJ tend op hun moeder. Zelf rij ik al jaren 's avonds en 's nachts heel voorzichtig, tet. wijl ik vlak voor me op jjl weg tuur. Zo heb ik al ettelij. ke katten en kikkers het lev; kunnen redden en ook keer een egeltje. Dat bijna-botsing met een gej.„ keerde auto eveneens het ré. sultaat is van mijn nachtelijkel rijstijl, neem ik op de koor toe. Niet iedereen denkt er over. Een dorpsgenoot ooit, bijna trots: 'Het stik'l hier van de egels, want ge ziet er zoveel kapot langs de kan] liggen'. Of die theorie klopt, weet ik| niet. Ik weet wel dat wij een zomer lang een egeltje iiL onze tuin hadden dat zich ie dere avond te goed deed r de kattebrokjes. Die zetten wij speciaal voor hem klaar, nadat we hadden vastgesteld dat het geen rat was die inl onze tuin rondscharrelde! Toen ik het beestje een avonden achter elkaar mistel vreesde ik het ergste. En ja wel hoor, langs de dijk vond ik een dood egeltje. Of het 'onze' egel was weet ik; niet. Ik weet wel, dat ik i dien nooit meer een egeltje is ons dorp heb gezien. Dood o( levend. Dat het gebruik van kruiden, zoals basilicum, mint en t gewoon is geworden, blijkt uit de hoeveelheden verse kruiden dic| steeds meer supermarkten en groenten winkels worden Hieronder een klein ABC van tuinkruiden die binnen ieders hanile reik liggen, met tips voor recepten. Basilicum Basilicum heet uit het Grieks vertaald koningskruid. Is 1 koning der kruiden of aten koningen het? Men weet het niet, wel dat een zomerse maaltijd niet kan mislukken als je i basilicum in huis hebt. Leg op een schaal plakken tomaat, daarop plakken Mozzan zachte Italiaanse kaas, en garneer het geheel met hele blail basilicum. Wat mooie olijfolie en vers gemalen peper complelej het geheel. Wanneer je te veel basilicum in huis hebt, kun je pistou maken, saus, die je kunt gebruiken ter garnering van een stevige groentes met een keur van groenten van het seizoen (en ook wat witte boned Pistou is ook zeer geschikt als smaakmaker van spaghettis gehaktballen. Stamp in een vijzel 3 teentjes knoflook en ruim w handvol verse basilicumblaadjes. Giet hierbij een half glas olp en wat zout. De pistou kan in de koelkast enige tijd bewaard worde Dragon Van dragon moet je niet te veel gebruiken. Dat betekent c dragon eigenlijk altijd te veel koopt. Je kunt Dragon aan eentouiij laten drogen in de keuken of in een fles witte wijnazijn stoppen.7 goede vinaigrette (theelepel mosterd, 1 deel azijn, 3 delen olie) v" aan kwaliteit door er enkele blaadjes verse dragon (zeer fijngekn doorheen te mengen. Dragon is ook lekker bij een in witte gestoofde kip (saus afmaken Tmet wat room). Bearnaisesaus, r lekker bij de barbeque, zou geen bearnaisesaus zij als er geen doorheen was verwerkt. Een eenvoudige variant: hak twee sla-uitjes fijn en e en i dragonblaadjes. Meng 5 eetlepels mayonaise met een gelijk deels room (of yoghurt voor de magere versie). Meng hierdoorheenl™ knoflook uit de knijper en ruim, vers gemalen peper. Kervel Kervel is heerlijk in een gebonden soep, maar kan ook als pep®j worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij asperges of op nieuwe a len. Koriander De meningen verschillen of korianderloof lekker ruikt of niet J verre reizen heeft gemaakt, er houdt nostalgische herinnering®"' zoals aan Mexicaanse taco's of Indiase gerechten. Maar zonder» J die twee landen heb bezocht, ben ook ik een liefhebber koriander geworden. Je moet het met mate gebruiken. Bijvoor in een salade van tomaten, komkommer, paprika en ui (alle®e gesneden). Aan de salade kun je een halve gesnipperde rode ï>p peper toevoegen. Koriander is ook heerlijk in kip- of lamskerriev lang laten meekoken). Bij de islamitische slager kun je koria verkrijgen onder de naam Koesbar. Mint Het is heerlijk om op een warme dag thee te zetten van niint. t met honing. Je kunt Mint ook verwerken in een yoghurt/Ito mersalade. Rasp een kwart komkommer. Laat hem boven e uitlekken. Roer de komkommer door twee kopjes biogarde-yoBj"((( breng het geheel op smaak met een 'A eetlepel gesneden n®t, knoflook uit de knijper, versgemalen zwarte peper en een ntë n gemalen komijn en wat cayennepeper. Garneer de salade m J blaadjes mint. Lekker bij karbonaadjes, Je kunt mint ook ce 1 om een vruchtensalade een bijzonder accent te verlenen. 'Binnenkort kan het: vragen om 'een anderhalfje melk'. Ade veranciers en Albert Heijn introduceren in het derde anderhalve-literpak halfvolle melk. ivtJ Qeen zee, geen strand, wél zon. Geen hordes Ne derlanders, geen verre reis, wél eindeloze bos sen. Ter hoogte van Luxemburg ligt een stuk je Duitsland waar je maar al te snel doorheen- rijdt. Boos zijn de bewo ners er niet over. Maar wel een beetje verdrietig. En verbaasd, want zelf zijn ze er - letterlijk - niet weg te slaan. Door Lindy Jense Eigenlijk is het een variant op het aloude reisje langs de Rijn. Want waar je ook gaat in de Pfalz en Hunsrück, gebieden in de Duitse Bondsstaat Rheinland- Pfalz, de Rijn of een van haar vele zijtakken is nooit ver weg. Een paar auto-uren verder dan de Eifel ligt een welvend land dat overloopt van het natuur schoon, heerlijk eten, prachtige wijnen. De bewoners vertellen graag dat ze in het vriendelijkste klimaat van heel Duitsland le ven! Kiwi's en vijgen kweken ze hier, als bewijs. En druiven, al sinds mensenheugenis. De geschiedenis van Rheinland- Pfalz is een optelling van over meesteringen door vreemde heersers. Eeuwenlang was dit land van vruchtbare landerijen en hoge bergen een kostbare en strategische schat voor heers zuchtige Pruisische, Duitse, Franse eh Beierse vorsten. Ko blenz kreeg nog tijdens de jong ste oorlog een gevoelige klap: de stad verloor zijn keizer. In de Tweede Wereldoorlog be zetten Amerikaanse troepen het' machtige Pruisische fort Ehren-j breitstein dat hoog boven de stad torent. De vesting bood een prachtig uitzicht op een ruiter standbeeld. Kaiser Wilhelm I als een tientallen meters hoog bron zen doelwit. De geschiedenis vertelt niet of de Amerikanen op de ballen van de hengst of de| helm van de Kaiser richtten, maar raak schoten ze. Een nieuw ruiterstandbeeld kwam pas vorig jaar, nadat de lege sokkel veertig jaar slechts de Duitse driekleur had gedra gen. Nu kijkt Wilhelm weer toornig uit over het Deutsches Eek, de plaats waar de Moezel overvloeit in de Rijn. Plaatjt De stad zelf is een plaatje. Wan delen door de nauwe straten vai de knusse binnenstad lang: waardige oude gebouwen me De telefoonkaart is een gewild verzamel-object geworden. foto archief de stem De nieuwe verpakking komt in de winkels, omdat te melkproducent Campina zouden uitwijzen dat de grote 1 voor extra melkconsumptie, zo'n twee procent. En dat n gauw vele miljoenen liters meer. Door Rien van der Steen Het idee is al een jaar of ach oud. Ontwerp een terrein-ach tige auto met veel nadruk og design. De wagen moet ge] schikt zijn om buiten gebaandi! paden te treden, maar hoofd,! zaak is dat allerminst. Toyota, de grootste fabrikan van Japan en de derde van d; wereld, liet het aldus tot stand gekomen Recreational Activ I Vehicle al in 1989 op de auto show van Tokyo zien. De reac ties waren lauw. Vier jaar late stond het apparaat er wee: Drastisch aangepast, voor: aan de buitenkant. Dn nu is het ding klaar. D Toyota RAV 4 wordt in onz markt aangeprezen als Funl cruiser. Geen robuuste zani haas en ongeschikt om diej gaand de modder in te duike: Maakt ook niet uit, want •neeste terreinauto's die in Ni derland rondrijden kunnen va Mies, maar hóeven/mogen ze! den. En dus heeft Toyota heel sli: [ngespeeld op de interessan' 'jkomstigheden van dit soo aut0 s- Je zit er hoog in, kunt i weg g°ed overzien en rijdt di elijk veilig rond. De au neett permanente vierwit aandrijving, maar de versne ngsbak is niet ontworpen o: aart in het terrein te make: en groot 'gat' tussen een ee. Rul zand kan dus, Ou omdat er een sperdifferentiei de uitrusting behoort. Maar de nieuwe Funcruiser eel eerder een leuk ogend vierwielaangedreven auto ml nadruk op comfort. De topl le echt hoog, maar de tweeB yachtbron die rechtstreef i ^arina E van hetzelfl k°mt zorgt wel voor leur ^leratieciifers. Grote zestil Wle}?n °P de hoeken, e| diikze^dragende carrossel veel ü,na uit een geheel bestal glas rondom en eventul V

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 24