bcW/GQ IHQ|; BOM: De Nederlandse industrie offensief houden IP rr Xr Aluminium auto me plastic jasje rijdt straks op water 2 0 DOW Terneuzen maakt plastic korrels. Maar sinds zeven jaar doet Dow méér. Het bedrijf denkt mee met de klanten. „Wij zijn van een alledaagse plastic-producent probleemoplosser voor onze klanten geworden." Daarvoor beschikt het concern in Europa over gespecialiseerde laboratoria in onder meer Zwitserland en Zeeuwsch-Vlaanderen. Een internationaal gesprek. 'Consument wil dat milieu-gedrag goed zit, maar wil ook in eigen stijl verdergaan' 'Verandering van een alledaagse producent van plastic naar probleemoplosser' De toekomst van de auto 'Als je hier mag, leveren, kun je overal terecht' 'Kennis moet je juist om de hoek verwerven' 11 ZATERDAG 18 JUNI 1994 f Dow: van bulk naar maatwerk Van onze verslaggever „Ach, wat de consument wil...," relativeert Charles Churet. „De consument wil een groene auto, waarmee 1 wel dik tweehon derd op di rutoweg kan scheu ren. Die auto moet volledig te recyclen zijn, maar hij wil wel elke drie jaar een nieuwe wagen voor de deur. De consument wil dus wel het gevoel hebben, dat hij met zijn milieu-gedrag goed zit, maar tegelijkertijd vrolijk in zijn eigen levensstijl verder gaan." Charles Churet is manager on derzoek en ontwikkeling voor de auto-industrie bij Dow Chemical Europe. De vraag was of de con sument uit milieu-oogpunt ei genlijk wel graag meer plastic in zijn auto wil. Churet had al ver teld dat het matige milieu-imago van plastic de werkelijkheid geen recht doet. Dat plastic auto's een goedkoop uiterlijk geven, spreekt hij met klem en recht tegen. „Natuurlijk zijn er goedkope toepassingen. Maar wat denkt u van een Renault Espace? Dat is toch een wagen met een heel gedegen re putatie en uiterlijk. Nou, die wa gen is helemaal van -kunststof. Het maakt de consument hele maal niets uit of er plastic in een auto zit. Het gaat erom, dat het hoogwaardig is." Charles Churet werkt in het een-' traal laboratorium van Dow Eu rope. Dat staat in het Zwitserse Taegerwilen. Ook de marktbe werking en verkoop geschiedt vanuit Zwitserland. Maar de markt-ondersteuning groeit van uit Terneuzen, waar een aantal plastic-produkten gemaakt wordt op het grootste produktie- complex van Dow Chemicals buiten de Verenigde Staten. Vorig jaar nam Dow Terneuzen een nieuwe hal voor proefnemin gen in gebruik. Bij de afdeling onderzoek en ontwikkeling wer ken driehonderd mensen. Omdat Dow bezig is met een proces van verdere concentratie van dit soort activiteiten, mag Terneu zen verdere uitbreiding van R&D (research and design - red.) verwachten. Albert Reunis is een van de on derzoekers in Terneuzen. Op zijn kast staat het ultieme genot van een 'plastic-man': een geheel plastieken knalroze Rolls Royce cabrio. „Een grapje van de colle ga's," zegt Reunis bijna veront schuldigend, terwijl hij zijn - plastic - visitekaartje over handigt. Geheel in de geest van de voort denderende internationalisering van de economie, houden we het gesprek met Churet en Reunis in een telefonische conferentie. Churet in Zwitserland, wij in Zeeuwsch-Vlaanderen. De auto-industrie is een belang rijke afnemer van Dow. Met een yereldwijde omzet van 1,8 mil jard (ongeveer 3,5 miljard) gaat dertien procent van de kunst- stoffenafzet naar de auto-sector. „En het groeit," zegt Churet. „Wij zijn er erg positief over. Wij denken dat door een uitbreiding van de toepassing van kunststof fen in auto's deze markt een flink groeipotentieel kent." Zeven jaar geleden nam Dow een belangrijke strategische beslis sing. Tot dan toe leverde het bedrijf plastic korrels aan iedere klant die belde. Maar Dow be sloot meer te willen zijn. „Wij wilden veranderen van een alle daagse plastic-producent naar een probleemoplosser voor de klanten." Op die manier wil Dow stijgen in de hiërarchie onder de toeleve ranciers. In het verleden gaf de fabrikant specificaties op en Dow leverde. Nu ontwikkelt Dow zelf nieuwe plastic-produk ten, die bijvoorbeeld minder ver vormen, beter tegen hitte kun nen, makkelijker te spuitgieten zijn of zich terugplooien na een botsing. Dow wil zo tegemoet komen aan de echte noden van de klant. De investeringen in de nieuwe labo ratoria verhoogt het kennisni veau in huis en met die kennis kan Dow de markt op. Dat kan alleen als het bedrijf als partner wordt erkend en heel vroeg bij de ontwikkeling van nieuwe mo dellen wordt betrokken. Deze politiek werpt vruchten af. Dow Chemical wist door te drin gen tot het exclusieve gezelschap van vier Nederlandse toeleveran ciers aan Toyota, dat in de nieu we fabriek bij het Engelse Bur- naston de Carina E als 'Europese auto' produceert. Dat is dus een tamelijk interna tionaal verhaal: vanuit Zwitser land verkoopt de Amerikaanse multinational Dow plastic kor rels, die door Nederland worden geleverd aan een Japanse autofa brikant, die in Engeland graag een Europese auto maakt. De mondialisering van de auto industrie en haar toeleveranciers blijft doorgaan. Vanwege haar internationale karakter denkt Dow bij de kleine groep van eerste klas toeleveranciers te kunnen behoren. „General Mo tors en Ford zitten zelf in de Verenigde Staten en Europa en werken via joint-ventures in Ja pan. Wij zijn als producent in die markten aanwezig. GM en Ford gaan hun produktie steeds ver der internationaliseren en wij zitten als toeleverancier overal om de hoek," zegt Reunis. „Dat verhoogt onze betrouwbaarheid, omdat wij overal op dezelfde manier aan de normen van de uitbesteders voldoen." Het uiteindelijke doel van Dow is om staal te vervangen door plastic. Op dit moment vormt kunststof twaalf procent van het gewicht van een auto. „In de volgende generatie auto's, die in de komende jaren op de wegen zal verschijnen, zal dat vijftien procent zijn," zegt Churet. Op langere termijn moet het aan- deel groeien tot dertig procent. „De trend is dat auto's lichter moeten worden om het brand stofverbruik te verminderen. Dat begint met het space-frame van aluminium, waar Audi nu mee bezig is. Dan volgen de kunststof panelen als deuren en dergelijke. Voorlopig zijn die nog in kleine, sportieve auto's toegepast." De ontwikkeling zal stapje voor stapje verlopen. De gemiddelde auto-ingenieur denkt in staal. Bovendien zijn de installaties ontworpen voor de verwerking van staal. Die miljarden-investe ringen worden niet opeens afge schreven omdat kunststof zo'n handig produkt is, zegt Churet. De vraag of plastic niet te duur is ten opzichte van staal, is niet juist, zegt hij. „Het gaat niet om de kostprijs van plastic-produk ten, het gaat om het geheel." Reunis pakt een kunststoffen huis van een dashboard. ,',Kijk, al deze gaatjes moesten vroeger apart worden geprepareerd. Voor zo'n dashboard waren honderden metalen onderdeeltjes nodig. Nu kost het spuitgieten van zo'n pa neel veertig seconden. En wat kost het nog? Hooguit een gulden of twaalf!" Het aardige van dat spuitgiet- werk is dat nagenoeg alle vor men mogelijk zijn. „Met plastic kun je driedimensionaal ontwer pen," zegt Churet. „Met metaal kun je alleen tweedimensionaal werken. Ontwerpers zijn met die 'vrije' derde dimensie dus veel vrijer in hun ontwerp dan vroe ger." De ontwerpers zijn dan ook een bijzondere doelgroep voor Dow, omdat zij het meest bevattelijk zijn voor de voordelen van plas tic. Het milieu-imago is vooralsnog wel een probleem. Plastic wordt geassocieerd met vuilnisbelten en vuile rook uit verbrandingsin stallaties. „Plastic blijf je zien. Daardoor richt iedereen zijn blik op die 120 kilo kunststof van een auto," zegt Albert R'eunis. „Maar tijdens de levensduur van een auto gaat een veelvoud daarvan aan luchtvervuiling via de uit laat het milieu in. Daar staat men wat minder bij stil, omdat het wat langzamer en minder zichtbaar gaat." Plastic-produkten moeten met de gewichtsbesparing die uitstoot juist verminderen. En daarnaast claimen de plastic-producenten heel goed in staat te zijn om hun kunststof aan het einde van de levenscyclus weer te kunnen her gebruiken: ofwel in andere plas tic-produkten ofwel door het te rugwinnen van de calorische waarde, ook wel thermische re- cyling genoemd. Of gewoon ver branding. Dow geeft geen garantie af dat men het plastic te zijner tijd wil terugnemen, zegt Churet. „Het zou heel makkelijk zijn om te zeggen: ja, we nemen het terug. Maar onder welke condities? Hoe moet worden ingezameld? Wie zamelt in? Er zijn nu op kleine schaal proeven gaande. Als je leert zwemmen, spring je toch ook niet meteen in het diepe?" Reunis vindt bovendien dat het onderwerp hergebruik te veel wordt gesimplificeerd. „De mi lieubeweging zit op honderd pro cent hergebruik. Maar is dat wel goed voor het milieu? Er is een moment dat je meer energie en vervuiling in het herwinnings proces gaat stoppen, dan het her gebruik oplevert. Dan ben je dus verkeerd bezig." Bij Van onze verslaggever EEN toekomstdroom? Over vijftig jaar, rijdt de auto op wad Een tankje waterstof en een tankje zuurstof komen in de plajj van een benzinetank. De conventionele motor verdwijnt en de wielen komen hypermoderne motortjes. Het uitlaatgas 1 breekt. Er stroomt water uit de uitlaat. Het is een soort verbranding, maar onvergelijkbaarmet de bestaande verbranding. „Je grondstof is water. Dat kun jj scheiden met zonne-energie, die je opvangt met satellieten naar de aarde zendt," vertelt onderzoeker Albert Reunis Dow Chemical. Op kleine schaal wordt al onderzoek naar deze nieuwe technok gie verricht. Die verkeert nog in een embryonaal stadium. „Tm tankjes waterstof en zuurstof lijken nu op een bom. vijfentwintig jaar geleden werd ook voor onmogelijk geh dat je een auto op aardgas zou laten rijden." Toch is dat de richting, denkt Reunis. „Onze generatie heel gemakkelijk. We praten wel over olieschaarste, maar we mei er niet veel van. Over vijftig jaar begint het wel te nijpen, moet je wel. En deze energievorm is interessant, er is water genoeg op aarde." De elektrische auto is niet de auto van de toekomst, ofschoonïj er wel zal komen. Dat geldt ook voor de hybridemotor. 1 omschakelen van benzine of diesel op elektriciteit. Datlaatstl zou moeten als in de stad wordt gereden. Dat scheelt stankeif aantasting van oude monumenten. Maar het lost niets op. „Het is het verplaatsen van 1 probleem," zegt onderzoeker Reunis. „In plaats van del' pluimpjes aan de uitlaat, laat je alle vervuiling uit één grotepi bij een elektriciteitscentrale komen. En het probleem vaal verbruik van eindige grondstoffen blijft." De auto van de toekomst ligt nog ver weg. Want in de kom twee auto-generaties, die het straatbeeld tot begin volgen eeuw zullen bepalen, zal weinig echte nieuwe komen, verwacht Reunis' collega Charles Churet, hoofd van Ij afdeling automotive van het Dow-laboratorium in het Zwitsi Taegerwilen. Churet kan het weten. Vanuit zijn functie wordt hij auto-producenten al in een heel vroeg stadium betrokken nieuwe modellen. Dat wil zeggen, dat hij zich al in grote lijne een idee kan vormen over de auto's die rond 1998 op demur komen en dus tot begin volgende eeuw worden verkocht. De eerste stap naar een nieuwe techniek is het aluminium fi dat Audi heeft geïntroduceerd. Daar zouden dan kuiislsl panelen aan kunnen worden gehangen. „Dat wordt een e vijfentwintig jaar meekan," zegt Churet. „Maar niemand^ vijfentwintig jaar met dezelfde auto rijden. Ook met de consument mode-gevoelig. Dus die auto zal nieuw j asj e krij gen. Van onze verslaggever HET economisch beleid van de Nederlandse overheid is veel te sterk gericht op de betekenis van de toegangspoorten Schiphol en Rotterdam. Vanaf die plaatsen begint de pijplijn naar Duits land. Maar de plaats waar Ne derland echt waarde toevoegt, te weten de industrie in Zuid-Ne derland, krijgt ten onrechte nau welijks aandacht van de over heid. Dat zegt drs. ing. P. van Kleef. Hij is hoofd ontwikkeling en in novatie van de Brabantse Ont wikkelingsmaatschappij (BOM) in Tilburg. Samen met drs. J. Warmerdam, projectmanager ontwikkeling en innovatie, praat hij over de betekenis van de auto-industrie en haar toeleve ranciers voor Brabant. Zeven tienduizend mensen werken hier voor de auto-industrie. „Terwijl we toch maar twee eindprodu- centen hebben: NedCar en DAF." De deskundigen zijn duidelijk: „De auto-industrie geldt als een trendsetter. Wat in deze branche gebeurt, zal zich later ook in andere- economische sectoren voltrekken." De BOM is opgericht om de eco nomische structuur in Brabant te versterken door innovatieve be drijven met hun financiering te helpen, door advisering en door het aantrekken van nieuwe be drijven, die door hun uitstraling naar andere bedrijven een toe voegende waarde hebben. De autosector is voor de BOM belangrijk. De BOM heeft bij voorbeeld een deelneming in VDT, het vroegere Van Doorne's Transmissie, dat de bekende con tinue variabele transmissie pro duceert. De BOM begeleidde ook een project van bedrijven als AMP-Holland, NedCar Product Design Engineering en Ergon- bedrijven, om samen elektrische systemen te ontwikkelen, te pro duceren en te verkopen. De kern van de boodschap van Van Kleef en Warmerdam: als de toeleveranciers hun kennis niet gaan delen en gebruiken voor de gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe produkten en toepassin gen, dan verliezen zij de keihar de, wereldwijde concurrentie strijd in de auto-industrie. Die strijd is volgens Van Kleef in een cruciale fase gekomen. Wie nu de verkeerde strategische keuze maakt, telt morgen niet meer mee. Warmerdam: „De auto-industrie heeft vooropgelopen in de ingrij pende herstructurering die de hele industriële sector nu door maakt. Wat daar is gebeurd, te kent zich nu ook af in de andere takken en kan overslaan naar de dienstverlening. De overheid moet met een duidelijke visie een eigen sturing en begeleiding aan die ontwikkeling geven. Hoe de Nederlandse industrie offensief kan blijven en niet in het ver domhoekje terechtkomt." Drie jaar geleden schreef profes sor Moerman uit Rotterdam, hoogleraar industriële economie, voor de BOM een rapport over de auto-industrie. Hij voorspelde een scenario, waarin een giganti sche sanering bij de Europese producenten zou optreden en daardoor ook bij de component producenten. Dat kwam uit. Van Kleef: „De auto-producen ten wentelen hun problemen af op de leverancier. Ze willen af van die hele grote groep van toeleveranciers. Bij NedCar schat ik dat het aantal toeleve ranciers is teruggebracht van achthonderd naar tweehonderd. Men wil af van al dat onderhan delen, al die account-managers zijn te kostbaar." „Ze willen een beperkt aantal grote toeleveranciers, de mainsuppliers, die de problemen opknappen voor de uitbesteder. Als iemand een complete deur aanlevert, moet ie meteen zorgen dat de elektrische ramen erin zitten. Complete modules moeten worden aangeleverd. Dat sys teem vereist, dat de leverancier op een hoog technisch niveau meedenkt met de uitbesteder. Hij moet worden beschouwd als een strategische partner." Vooralsnog is de auto-industrie meer bezig met een kille kos- tensanering via schaalvergroting en concentratie. Via global sour- cing wordt over de hele wereld bekeken wie het goedkoper kan toeleveren. Een andere weg is de standaardisatie van modellen. Van één assemblagelijn rollen verschillende modellen af, zoals direct bij NedCar Mitsubishi's naast Volvo's worden gebouwd. Van Kleef: „Toeleveranciers moeten proberen een strategi sche partner te worden. Pro bleem is dat veel bedrijven alleen binnen de eigen toko werken. Ze kijken niet over de heg naar buiten. Het is even wennen als je zegt: wij doen het samen. DAF heeft wat dat betreft de ogen wel geopend. Er heerst nu duidelijk het besef dat we het anders moe ten doen." „We moeten verder proberen het aantal bedrijven dat eigen pro dukten maakt, te vergroten. Er zijn in Nederland en Brabant maar weinig bedrijven die wer kelijk zelfscheppend zijn. Dat kun je stimuleren door het ken nisniveau te stimuleren. Die kan afkomen van de kennisinstitu ten." Onderdelen kun je overal kopen, kennis niet. „Het boeiende is dat aan de ene kant de trend bestaat van mondialisering, maar aan de kant van de technologie steeds sterker op anderen zijn aangewe zen. Ze hebben anderen steeds sterker nodig om de eigen kennis op peil te houden, want met het uitbesteden van steeds meer werk en ontwikkeling, raakt de technologische kennis versnip perd. En die netwerken zijn re gionaal ontwikkeld." „De sleutel tot succes zal zijn of je er in slaagt om die ontwikke ling goed te organiseren. Alleen als je netwerk goed is, kun je de ontwikkeling volgen." Warmerdam: „Je ziet ook samen smelting van technologieën, zo als bij elektrische ramen. De technieken van elektronica en mechanica komen samen in wat wij noemen mechatronica. Daar om hebben wij ondersteund dat er een Universitair Technolo gisch Instituut de toepassing van mechatronica verder te ontwik kelen en die kennis over te dra gen aan de industrie." De UTI wordt, zo hopen War merdam en Van Kleef, de broed plaats van wetenschap en be drijfsleven. En zal een centrale plaats innemen in de te weven Brabantse industriële netwerken. „Innovatie komt niet vanuit ken nis, maar uit de relaties met afnemers en leveranciers. Daar om is die lijn van de netwerken zo belangrijk. De motivatie is het essentieelom tot een vruchtbare samenwer king te komen, zegt Warmerdam. „De drive moet zijn dat men samen ziet dat er een markt voor is." Maar er is geen echte cultuur van industriële marketing, consta teert Warmerdam. „Nederland is te veel op de pure technologie gefocust. De samenwerking moet beginnen vanuit de produkt- markt-definitie." De BOM is bezig een initiatief van de grond te tillen voor een nieuwe hoogwaardig openbaar vervoerssysteem in de regio Eindhoven. „Je moet problemen vertalen in kansen. Het probleem van de bereikbaarheid van de binnensteden in een hoogwaar dig systeem. Dat is interessant voor de engineers, de bussenbou wers, de toeleveranciers. Die be drijven moet je aan elkaar kno pen." „Het is al een hele stap voor die bedrijven om elkaar te bellen. Dan hebben wij een leuke rol om die contacten te leggen. Wij leg gen het cement." Brabant heeft potentiële kennis centra. „Bij het verzelfstandigde NedCar Product Design Engi neering zit werkelijk een gigan tisch potentieel. Ze kunnen alles: van tekenen tot testen. Dat is een centre of excellence in de provin cie, waarvan de economie kan profiteren. Of een Philips, dat met de CFT een geweldig kennis reservoir heeft, dat heel goed elders zou kunnen worden aan gewend." De gedachte is een herstructure ring van de economie. Toeleve ranciers stonden vroeger onder een eenzijdige afhankelijkheids relatie. Maar ook rond het cen trale toeleveringsbedrijf ontstaat een waaier van bedrijven, die aan hem toeleveren of waaraan hij zijn techniek in verschillende vormen kan verkopen. Dat drukt de kosten en maakt de toeleve rancier minder afhankelijk van de gang van zaken in één be drijfstak. De veranderende technieken kunnen ook dwingen tot samen werking. Voor Ergon en AMP die connectoren en kabel-draad pro duceerden, leek er tot voor kort weinig aan de hand. De prijs en kwaliteit lieten zich in kilo's me ten. Maar Mercedes heeft in de duur dere modellen gekozen om voortaan met een glasvezelkabel tje te werken. De capaciteit van die moderne techniek is zo groot, dat daarmee een heleboel kabels worden vervangen. Door de ka bels en de connectoren in één systeem te ontwikkelen, zijn in telligente toepassingen mogelijk. De producenten moesten daar voor wel bij elkaar gaan zitten. „Voorwaarde is wel dat de be- leidsbeslissers aan tafel zitten," zegt Warmerdam. „Want we hebben ook wel gehad dat ie mand steeds eerst terug moest naar zijn baas. Dan kom je niet vooruit. En de culturen moeten aansluiten. We zijn wat dat be treft door schade en schande wijs geworden." Deze manier van werken moet tegenwicht geven tegen het Ló- pez-effect, het uitknijpen van de leverancier. „In de Verenigde Staten zie je dat het anders kan," zegt Warmerdam. „Chrysler is daar de toonaangevende ai® dustrie. Die hebben een waarde-analyse gedaan. HIJ drijf is langetermijnrelat® de toeleveranciers aangff Het gaat om de performance! een lange periode. Aan Ml knijpen komt een einde. Aasj partnership niet. En jf Chrysler slaat een veel bw| guur met haar resultaten» andere Amerikanen." Het is belangrijk om ffl1 mogelijk in de piramide vat' leveranciers te zitten. Hoe» hoge meer kwaliteit, hoe de toegevoegde waarde.' aantal eerste-lijnstoeleveran is in Nederland op twee t te tellen. Maar we moet®| behouden. Want als Ne® geen hoogwaardige ciers heeft, is het landvo» 1 producenten ook ®nJ trekkelijk om zich te*>* Van Kleef: „De kwal}ten «1 toeleveranciers bepaalt nt investeringsklimaat. J Warmerdam: „Misschien we de slag al ven®"1 Kleef: „Hier ligt een taal» overheid om de toe ?.J dustrie te versterken. M brandjes blussen ah een in problemen komt. 1 RSV is de overheid te dend gebleken." Van onze verslaggever HIJ karakteriseert zij auto's met een gepas fabelhaft. De bestuurder rijdt automatisch achter d ster aan, het merkbee van das Haus, dat al een lichtbaken op de voorplecht geplant staat. „Als je in die nieuwe S-klasse zit, dan merk je dat alles z perfect is, dat elk deta zó is uitontwikkeld, d wagen is het summu op autogebied," zegt Frans van Bossum. Van Bossum is algemeen diri teur van de Rüttchen Groep. El grote man, die zichzelf lachei dik noemt. De eerste indruk onvermijdelijk: die man verkoo] Mercedessen. Hij klaagt' over I belastingklimaat, dat de mod. I Mercedes bijna twee keer duur maakt als bij de Oosterb| [ren. [(Bij nader inzien kan dat ove: [gens rekenkundig niet kloppi [Op de basisprijs van een do' [snee-Mercedes als de E200 worj [56 procent geheven om van Ifabrieksprijs van ƒ51.687 op [consumentenprijs van 80.700 [komen.) [De tweede indruk is een ande: |ffij praat zacht, bijna beschi |den. Hij relativeert. Begon verkoper van tweedehands-a; Ito's bij een Volkswagen-dealer [Tilburg. Stapte de vrachtwage: [in. „Zit toch meer techniek [Zijn ook wat rationeler, het gal [meer om de cijfertjes. Je kunt ook meer van jezelf inleggi rant je kunt met een ondern| ner meedenken, over hoe hij [opbouw van zijn wagen wil bi! voorbeeld." Hater in het gesprek zegt hij: Heb geloof ik, toch meer diesj dan benzine door mijn aderi itromen. Personenauto's zijn Haar als je ze verkoopt." 1 12 w 0 Van onze verslaggever Willem Reijn 'E Europese auto-industrie zl 16 twintigste eeuw met prachti; groeicijfers volmaken. De secti idt dit jaar aarzelend weer naar boven. Dit jaar zal foei met drie procent nog b' 1, zÜn> maar volgend ja; 5aat de groei naar zes tot zevi irocent en in de tweede helft v; |e jaren negentig is een sterl oei van tien procent of hoge °gelijk. Dat zeggèn de seni« ?°pClaies Arthur Maher en Nf -Griffiths van het onderzoek; 1 eau Data Resources Intern; lonal, W, een dochter van het Amei ranse uitgeversconcern Mi ww-HiU, is wereldwijd b «maI voor haar onderzoeken F ffidustriële sector. Zeker Li l van de automobiel-i: E, ne 'leeft het bureau een gri uhI"1 °Pgebouwd bij het i| tuHwv8611 van international cmt u f8en' Menig auto-pre, bsW ,beleidsinstituut, politie! IchnI en j°urnalist baseei foark? j raPPorten van DK ïwnrJr f naam van het burea1 mn e vinden valt bij dl onder grafieken' fJnh^herenNi8elGriffiti| "dfan+k n u3r de ontwikkelin laaw0n?°blelsect0r- Die 1 r mnou iVee jaar een biiZ0I{ laakt rv! e Peri°de doorga ■ai jonstateren ze. Vorig iaa lTk0°P van nieuw! 3a1 ?ec°ncu!rlm Vl;iftlen Procenl |e p,"frentle was moordend. «Ptevnri!56 auto-industri iPacitpit iaar rooi een over P&an 27 Procent, te wd tóÜ]°veanneei^den livoorbeei7e?enuFlat en Se; P ieegstaml uiden teSel 'r°cent aant -iVan bl;>na vijfttf W in eerf u Dat dr^ tord J® verhes van twa e 'gulden. I '93awerém!UStIie verkocht I J ^lioen wp']d ieis meer cL, I arkten nem S' dr'e 8rotf I !rk°Pen vnn dliekwart van t I °,°rd-Amerika rekenin I üj°en stuks t 'S g0ed voor 91 BEuronaTi'- a^an 4'2 miljoe rekeni j°en- door hoe tot hefl

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 42