Weekend
DB STEM
E3
Midden in het hypermoderne
centrum van Rotterdam, symbool
van het snelle zakenleven, staat de
Pauluskerk, een vaal gebouw
waar drugsverslaafden worden
opgevangen. Zij kunnen er
gebruiken en sinds enkele
maanden ook hun dope kopen bij
twee huisdealers. Onlangs bracht
dominee Hans Visser (52) dit in de
openbaarheid. De hele discussie
tond de legalisering van drugs
laaide weer op. En dat is precies
Vissers bedoeling.
'Ik kan niet anders.
De overheid moet
zorgen dat de
handel wordt
gedecriminaliseerd'
'Dit kind was zo
verschrikkelijk j
gewenst. Het zoi'j
alle liefde krijge"!
van twee moeder*]
Hans Visser biedt
junks en andere
verschoppelingen
onderdak in
Rotterdamse
Pauluskerk
ZATERDAG 11 JUNI 1994
kG 11 JUNI 1994
Door Ton Loots
buiten. Beleefd roept hij 'tot ziens'
en wandelt aarzelend verder.
De kerk wordt aan de
linkerkant begrensd
door een groot bio
scoopcomplex, 'Ca
lypso' en rechts door
bruidshuis 'Sonja'.
Rond het gebouw scharrelen de
junks, gehuld in vuile vodden, met
al hun bezittingen in een plastic
tasje.
„Goede morgen, prachtige dag hè,
heeft u 75 cent voor een kopje
koffie. Het hoeft niet hoor, maar
als u het heeft?" De jongen kijkt
tijdens de vraag volkomen langs
me heen. Zijn pupillen staan wijd
open ondanks het felle zonlicht
tekening raymond van aals
De tegenstelling is groot, te groot
misschien. Een jong stel stapt uit
een glanzende auto voor bruidshuis
Sonja. „Rot op," is het antwoord
op de vraag om 75 cent. En het stel
gaat naar binnen om voor een klein
fortuin kleren uit te zoeken voor
wat de mooiste dag in je leven heet
te zijn. Zij denken nog aan een
toekomst. Een toekomst die de
junk al achter de rug heeft.
Binnen in de kerk zijn ze allemaal
zoals hij. Mannen en vrouwen met
nietszeggende blik. De vrijwilligers
herken je meteen. Niet zozeer door
de kleding als wel door het leven
dat nog in de ogen zit. Op verzoek
van dominee Visser verzorgt een
blozende Surinaamse jongen een
rondleiding. Van bovenin de kerk,
waar de vluchtelingenopvang zetelt
en uitgeprocedeerde illegalen sla
pen, tot in de kelder, waar de
verslaafden worden opgevangen.
De kelder is absoluut drugsvrij,
vertelt de gids. Behalve in de ge-
doogruimte, ruwweg vier bij zes
meter, zonder daglicht. Die is altijd
op slot. Een portier laat je binnen
als je een pasje hebt. Zonder pasje
kom je er niet in. De portier houdt
ook bij hoe lang iemand binnen is.
Het 'scoren' is aan tijd gebonden.
Tijd om? Dan eruit. Dat leidt wel
eens tot problemen. „Maar we kun
nen het wel aan," meldt de portier
opgewekt.
Er is echter weinig reden tot opge
wektheid, daar in de krochten van
het bestaan. De deur gaat open en
binnen zitten ongeveer 25 verslaaf
den te spuiten en te snuiven. Ze
reageren absoluut niet op een
vreemde die hun gedrag vanaf de
drempel staat te bestuderen. De
dope beheerst alles. Het tafereel
heeft niets menselijks, dierlijke ge
notzucht overheerst.
Dominee Visser is een joviale man,
groot en stevig gebouwd met een
geruststellende uitstraling. Hij
weet dat een kijkje in de gedoog-
ruimte op bezoekers diepe indruk
maakt.
«Na vijftien jaar werken in deze
omgeving, kan ik er nog altijd niet
goed tegen. Ik ben er wel aan
gewend maar ik erger me nog
steeds aan de verloedering. Iedere
keer weer. Ik noem het altijd het
voorportaal van de hel. Dieper zin
ken kun je niet. Hoe kun je je leven
°P dat niveau leven? Ik keur drug
gebruik niet goed, maar als je er
ad als het zijne erkent auto»
ch het voogdijschap krijgt "l
is hij niet de biologische vadetl
ims heeft ze er slapeloze nacht®
n. Droomt dat Marleen veronj
kt en dat haar familie het r
(eist.
arleen heeft bij de notaris t
istleggen dat het haar uitdrh-J
ike wens is dat Els de
)Ogd wordt in geval van
verlijden. „Maar volgens
kan een conservatieve rec«j
an nog anders uitwijzen." L
Is voelt zich voortdurend
;eft ze toe. Misschien oro° !I
og allemaal zo pril is en ze l
Dominee Hans Visser: „Mijn handelen is geënt op genade. Dat is een soort gratis liefde waarop je altijd kunt terugvallen, ook in totale hopeloosheid.foto's de jong en van es
Een dominee in de hel
En de ontspanning?
„Ik lees graag, verstrooiende din
gen als ik moe ben en literatuur als
ik nog fit ben. Zo kijk ik ook naar
films. Ik heb een brede belangstel
ling, voor kunst, cultuur en niet te
vergeten kosmologie. Ik declameer
graag en preek iedere week, ook
buiten de stad. Voor mijn werk zijn
de bijbel en romans een voortdu
rende inspiratie. Zo heb ik het
vaak over Kafka, daar kun je over
bezig blijven."
Gelooft u in een hiernamaals? Zon
der verslaafden?
„Ik geloof in God, dat is heel
wezenlijk. God is als een liefdevol
mysterie, een inspiratiebron. Ik ge
loof niet in een verpersoonlijking
van God als vader of zoon, of zo.
Als ik sterf word ik opgeslagen in
zijn geheugen. God is sterk in men
sen geïnteresseerd. Het hierna
maals is een aan tijdgebonden
voorstelling. Iedere cultuur heeft
een andere invulling. Harmonie
moet hier en nu verwezenlijkt wor
den. De toekomst is onzeker. Over
5 miljard jaar dooft de zon. Tegen
die tijd is de evolutie zo ver door
gegaan, dat nieuwe horizonnen
open gaan. Het evolutieproces staat
wel eens stil of gaat zelfs achteruit
en daarin schuilt de verantwoorde
lijkheid van de mens. Je bent nu
verantwoordelijk voor je daden."
middenin zit, moet je je handen
laten wapperen."
Waar haalt u de motivering van
daan om dit werk te doen
„Die is een beetje dubbel. Aan de
ene kant is het een geloofskeuze,
een bepaald soort invulling van het
predikantschap. Ik denk dat de
kerk de samenleving moet opzoe
ken en er middenin staan. Van de
andere kant zit het in mijn karak
ter. Ik hou van avontuur en wil
graag dingen verkennen. Op va
kantie zoek ik ook altijd naar we
gen die ik niet ken en loop het
risico van verdwalen."
U fungeert meer als een maat
schappelijk werker dan als domi
nee?
„Dat lijkt zo, maar er zijn grote
verschillen. Een maatschappelijk
werker werkt met een stappenplan,
hij heeft een aanpak in fasen. Hij
gaat niet verder dan dat zijn cliënt
wil. Als dominee ga ik uit van een
x-aantal mensen. Ik zoek de chaos
op en mijn handelen wordt bepaald
door het moment. Als ik met ie
mand op wegga, kan het misgaan,
maar ik ga wel door. Het is als in
het Bijbelverhaal over de 100 scha
pen. Een loopt er weg. Daar ga ik
achteraan in de veronderstelling
dat de overige 99 zichzelf wel red
den."
„Mijn handelen is geënt op genade.
Dat is een soort gratis liefde waar
op je altijd kunt terugvallen, ook in
totale hopeloosheid. Ik heb wel
eens conflicten met cliënten hier.
Dan leg ik schorsingen op. De
langste is voor een jaar geweest.
Nooit voor altijd want dat is geen
hulpverlenen. Je moet niet verge
ten, dat de mensen die hier zitten,
meestal nergens meer terecht kun
nen."
Hoe kijkt u persoonlijk tegen ver
slaving aan?
„Verslaving is een ziekte tussen de
oren, waarbij de mens niet ontsla
gen is van eigen verantwoordelijk
heid. Soms is men verminderd toe
rekeningsvatbaar, maar altijd aan
te spreken op zijn daden. Het ge
bruik van drugs draait een knóp
om, die bijna niet meer is terug te
draaien. Dat blijkt uit de cijfers,
voor bijna niemand is er een weg
terug. Slechts tien procent kickt af
en bouwt een bestaan op. Dat laat
90 procent reddelozen over."
Wat voor activiteiten zijn er nog
meer in uw kerk?
„Deze kerk fungeert ook als gewo
ne kerk. Iedere zondag is er een
'normale' dienst. Sinds de beginja
ren tachtig krijgen allerlei mensen
hier opvang. We hebben asielzoe
kers, meerdere soorten verslaafden,
seksuele minderheden als pedofie
len en travestieten. Ook arme,
gesjochte mensen die niet verslaafd
zijn lopen hier rond. Het zijn men
sen aan de onderkant van de sa
menleving. Iedere zondag is er voor
hen speciaal een dienst. Die wordt
drukker bezocht dan de 'normale'
oecomenische diensten."
U runt hier een heel bedrijf, bent u
niet meer manager dan dominee?
Als ik iets geleerd heb in dit werk
is dat mensen, hoe erg ze er ook
aan toe zijn, altijd grenzen nodig
hebben. Verder ben ik een kleine
dictator, een autocraatje, dat
brengt het werk een beetje met zich
mee, maar ik overleg te weinig of te
laat, soms pas als het besluit al
genomen is."
Hoe lang wilt u dit uierk nog
voortzetten?
„Ik heb al tientallen jaren een
turbulente bloeddruk. Daar slik ik
medicijnen voor. De dokter zegt
wel eens dat ik meer rust moet
nemen, maar dat is in mijn leven
een gevecht op zich. Soms rust ik
voldoende, maar ik ben een worka
holic. Ik heb geprobeerd om Perron
0, de gedoogzone naast het Cen
traal Station, af te stoten, maar dat
is niet gelukt. Niemand wil dat
werk doen. Ik heb een jonge mede
werker daar rondlopen, met vrouw
en een klein kind. Die heeft er TBC
opgelopen en moet een jaar naar
een sanatorium. Ik bedoel maar."
„Zonder werk zou ik ook niet kun
nen. Ik ben eens een maand werk
loos geweest en raakte prompt in
een diepe depressie. Maar ik kan
het werk inmiddels wel loslaten.
Als ik thuis ben, denk ik er niet
aan. Daar zie ik het nut van in.
Maar als dominee ben je een soort
kleinkunstenaar, die iets wil laten
zien. Ik zou nog wel graag eens
naar het buitenland gaan. Als ze
me zouden vragen om het drug
sprobleem in Lagos eens te bestu
deren en voorstellen te doen, was
ik morgen weg."
U heeft zo uw eigen verslaving?
„Ik werk hard en veel. PR is voor
mij erg belangrijk, want ik moet
het hebben van bondgenoten en
vooral giften. Ik moet dus wel open
zijn en benaderbaar voor iedereen.
Dat maakt het moeilijk om met mij
een relatie te hebben. Mensen lo
pen niet bij me weg, maar ik maak
het ze wel erg moeilijk. Ik loop
altijd te hard. Ook in mijn privé-le-
ven. Ik ben geen ideale huwelijs-
partner of vader. Ik heb vier kinde
ren in de leeftijd van 16 tot 26 jaar.
We hebben veel contact en de ver
houdingen zijn goed, maar de
oudere kinderen heb ik een beetje
verwaarloosd. Mijn jongste zoon
krijgt meer aandacht. Dat is nodig,
dat heb ik geleerd."
Iwennen aan het m0 rier l
„Maar ik voel me echt mo j
iemand mij vraagt, is .J
kind, dan zeg ik met o
'ja, dit is mijn dochter.
merk dat ik me nog n
genoeg voel als mensen j[j
of afkeurend gaan doen. „J
ik behoorlijk van overstu
Marleen: „Wij voelen ons
ouders. We voeden onz
samen op. Zoeken nu s
kinderdagverblijf uit en
men een school. En als
lieren in moeten vullen.
'vader' door en schnjv ,j
moeder er boven, uns
niet anders dan ander
We hebben alleen een (f
moeten gaan om het za
ken te krijgen."
rVz
Om redenen van Pr'j'?,-v
de ge|nte
namen van
veranderd
„We hebben hier een 24-uursbe-
drijf, met een aantal kosters voor
het beheer. Een van hen werkt
altijd 's nachts. Twee professionele
krachten begeleiden onze vele vrij
willigers. We hebben een maat
schappelijk werker en twee ver
pleegkundigen aan het werk, en
een eigen kluscircuit. Intotaal
werken hier zo'n 170 mensen. Ik
ben dus ook een soort manager, ja.
Een groot deel van mijn werk be
staat uit het aan de gang houden
van de machine."
Visser is met een sprong bij de deur
en vliegt het andere kamertje in.
Daar grijpt hij een amok makende
man bij zijn lurven en maant hem
tot rust. Frans, plusminus 50 en
aidspatiënt, schreeuwt dat de ver
pleegster hem zijn medicijnen met
wil geven. Daarom heeft hij een
koffiekopje op haar hoofd kapot
geslagen. De verpleegster heeft zelf
eerste hulp nodig. Visser transpor
teert Frans naar buiten en geeft
hem een waarschuwing. Frans wil
staan in een rustig dorp op de
Veluwe. Wat vindt Visser eigenlijk
van de traditionele kerk?
„Ik onderhoud een band met de
kerk. Ik wil mijn eigen nest niet
bevuilen. Maar ik voel me er niet
altijd thuis. De kerk is schijnpro-
gressief, men wil de handen met
vuil maken. Een probleem wordt
met de nodige voorzichtigheid en
afstandelijkheid omgeven. Men zet
altijd een rem op datgene dat
voortvloeit uit het geloof zelf. Ze
hebben altijd een smoesje om écht
te helpen."
U noemt de kerk een plek van
bezinning, wat houdt dat in, de
junks zal het een zorg zijn?
„Inderdaad, maar we houden hier
thema-avonden en rustige discus
siebijeenkomsten. We doen aan bij
belstudie en nu en dan zelfs aan
theater. Soms zie je dat er iets
blijft hangen. Dat zijn grootse mo
menten."
Is de situatie in uw kerk nog wel
beheersbaar?
„Wel zoals ik het nu doe. Spuiten is
een intiem gebeuren. We hebben
controle. Het spul is zuiver en men
kan moeiljk een overdosis nemen.
Er vallen dus minder doden. Wij
moeten 'greep houden op de handel.
Op de prijzen kan met. Als wij voor
de helft van de prijs gaan verko
pen, worden wij morgen gedood.
Maar op de handel kan wel. Van
mij moeten de dealers ook belas
ting betalen. Dat heb ik bekend
gemaakt en de volgende dag stond
de belastinginspecteur op de stoep.
Hij wilde een regeling treffen over
het geld. Het ministerie van Justi
tie is daar erg boos over. Immers zo
legaliseert de belastingdienst de
handel in drugs."
Hebt u niet het gevoel tegen wind
molens te vechten?
„Nee, ik heb de afgelopen vijftien
jaar hard gewerkt, maar niet alles
hoeft ineens. Je moet stap voor stap
werken en met elke kleine vooruit
gang tevreden zijn. Er is al heel
wat bereikt in de afgelopen jaren
en dat is genoeg."
U gelooft in God. Hoe kan die zulke
ellende als hier toelaten?
„Als je kijkt naar de spuitruimte,
dat is verschrikkelijk, wat een ver
loedering. Maar God loopt daar
niet voor weg. Je kunt mensen niet
zomaar veranderen, ze moeten door
een proces heen. Langzaam groeit
er contact. Ik zeg altijd, dat hok
beneden is een vindplaats. Sommi
ge mensen vinden we daar en kun
nen we nog helpen."
U doet veel en goed werk, wat zijn
uw zwakke kanten?
„Als ik moe ben, kan ik heel driftig
zijn en dan geef ik iemand wel eens
een pak slaag. Ik probeer het te
beheersen, maar dat lukt niet al
tijd. Ik heb een eindeloos geduld,
maar dat raakt eens op. Ik zou
mensen eerder op de grens moeten
wijzen, het niet zover laten komen.
Ik zie een opgaande lijn in uw
activiteiten. Eerst opvang, daarna
gebruik en nu kunnen ze het ook al
bij u kopen, Waar trekt u de-grens?
„De bovengrens voor mij is dat ik
het niet meer hoef te doen. Dat
mijn werk zichzelf overbodig"
maakt. Die opgaande lijn is er
inderdaad, maar ik kan niet an
ders. De overheid moet de fakkel
overnemen en zorgen dat de handel
gedecriminaliseerd wordt. Voordat
ik de dealers heb aangesteld, heb ik
uitvoerig overleg gepleegd met ad
vocaten, politie en justitie. De kans
dat ik vervolgd wordt, is miniem,
maar toch. Waarschijnlijk kom ik
er met een boete af, en diverse
mensen hebben mij al aangeboden
die te zullen betalen. Het enige dat
ik wil is aanzetten geven tot een
nieuw beleid."
Voordat de dominee deze zin kan
afmaken horen we in het belenden
de kamertje het gerinkel van bre
kend aardewerk en geschreeuw.
zijn identiteitskaart terug. 'Daar
wacht je buiten maar op,' krijgt hij
te verstaan. Een uur later staat
Frans nog voor de deur te wachten.
Het gesprek gaat voort. Aan Visser
is niets van het incident te merken.
Wel iets anders dan op de kansel
Junks gebruiken hun drugs in de gedoogruimte van de Pauluskerk.