Weekend
WMm-
Mi
'Mam, wat is een muggezifter?'
ESTEM
E3
Wat zijn illegalen?
Hoeveel zijn er,
hoe leven ze,
waar wonen ze?
'Ik ga gewoon
kapot, omdat ik
in Nederland
niet besta'
Nieuw
woordenboek voor
kinderen van acht
tot elf jaar
ZATERDAG 7 MEI 1994
it
I en delicatessen-zaak ft
[sinds 1907 een befaamde
Steglitz.
I Door het vertrek van de gi
den komen in september
L klap 6000 burgers op str'a"
[staan. Werkeloos. De meesteti
I ben hun hele of halve arbeids]
[bij de 'Ami's', Fransen of g,
[gewerkt. Meer dan 60 procew
hen is ouder dan 40. Eender^
louder dan 50 en dus uiterst
[lijk herplaatsbaar. Ook al sti,
I in hun contract een clausule dj
overheid zich moet inspannen'
I nieuw werk als ze door mir
[consequenties ontslagen
worden. Maar dat is nog
beidsplaats-garantie.
De vreugde om de vrijkom
woningen is ook niet groot
11.000 repatriërende gealliee
ontruimen meer dan 6000
gen. De stad Berlijn mag
I evenwel niet alleen over best
ken. De Bondsoverheid in
I krijgt de zeggenschap over
I grondstukken, kazernes, wonj
1 en andere gebouwen die de Ar
I kanen, Russen, Fransen en
ontruimen. De Bond moet
voor een grondige milieu-sch
maak en voor het opknapper!
de huizen.
egalen? Na twee borrels
iben we er een mening over,
ak al eerder, gevoed door
itici, niet gehinderd door
ances. Maar wat zijn
■galen? Hoeveel zijn er in
iderland, hoe leven ze, waar
inen ze? Daarmee zou je het
rhaal al kunnen eindigen,
uit er is niemand die precies
De vier grootmachten hebbe
honderden van de vrijkom
huizen geclaimd voor toekoi
ambassade-personeel. En
heeft al beslag gelegd op eeng
contingent woningen voor
straks overhuizende ambten
Asielzoekers en werknemers
tijdelijk in Berlijn moeten
om er de vestigingen van hui
drijven voor te bereiden,
voor enkele jaren de vrijkom
huizen betrekken. Die kortlop
verhuur gebeurt ook om dteiji
huisbezettingen door woning
kenden te voorkomen.
Voor tal van andere geboa
en objecten moet nog
bestemming worden gezc
voor de zwembaden
sportterreinen, de bioscopen, s
len en recratie-complexen i
geallieerden voor eigen gei
hebben gebouwd. Steglitz
plannen voor een openluchtzi
bnbad maar hoopt nu het over
te bad van de Amerikanen tel
nen overnemen. Over de gecoi
ceerde nalatenschap van de
trekkende geallieerden is het
ste woord tussen Berlijn en!
nog niet gesproken.
Intussen zijn de eindeloze prolt
ruzies, over wie-hoe-waar-et
wie afscheid moet nemen, gn
deels bijgelegd. De gealliee
zelf stonden op een groots mi
afscheid, maar Bonn had w
zin in zoveel militair verton
van een gemeenschappelijke
de met de Russen onder de
denburger Poort wilde de ka®
hoogstpersoonlijk niets wetei
is besloten dat de drie west
geallieerden op 18 juni same
parade zullen houden na eerde
houden afzonderlijke afsche
feestelijkheden. Op 12 mei «1
voor de Berlijners een openlu
feest georganiseerd met Cb
Aznavour, de rockband Status!
en de Beach Boys. Eind augi
nemen de Russen afscheid', ft
voor komt Boris Jeltzin naad
lijn om er samen met KóK
restant van zijn troepen uit te'
ven.
op zijn voorhoofd. Boven hei
heldere hemel. Achter hem
Hollandse Blonde Duin,' sd»
Willem Terpstra tien jaar laten
mei 1956 in een speciale aanï
sert gewijde uitgave van het t
ciaal Weekblad, Orgaan va»
nationale oppositie.
Als de commandant ten W
maal de hand heft, haalt het
peloton de trekker over
lichaam van Mussert steiger!,
hoofd knakt, dan glijdt hij du»
geklapt langs de witte paal
met zijn hoofd op het zand.
dood. „Gestorven als een
zegt dominee Sijbrandij als
serts lijk wordt gekist. Hij
op een geheim gehouden
op de algemene begraa:
Den Haag begraven.
Op 18 juni 1956 haalt Mussen
een keer de voorpagina's va»
kranten. Zijn gebeente is
Oude strijdmakkers zijn er
lijk in geslaagd het graf van
sert te lokaliseren. Ze hebbe"
's nachts opgegraven en bij
hen in de tuin opnieuw
Waar precies weet niemand
Persoonlijke gegevens 9Vj-tai
Mussert en zijn familie in dit
zijn ontleend aan twee bi°9'
over Mussert, beide voorzien
een uitvoerige bronvermelo I
zijn: vJJ
- Mussert, een politiek leven
Jan Meyers. Uitgegeven o°°
Arbeiderspers in 1984 en
gedeeltelijk eerder verschen
het maandblad Maatstaf-1®0
90-295-3113-4
- Verrader voor het Vaderla n
Ronald Havenaar. Uitgegev
ZATERDAG 7 MEI 1994
De verborgen stad
j'~>\ T eem het geval van Jo-
IKk seph Feneh.
„Ik ben niet in het bezit
van een paspoort."
„Ik heb nimmer een on-
X vervalst paspoort in be
zit gehad."
„Ik heb nimmer een paspoort aan
gevraagd."
„Ik heb nimmer in mijn leven een
paspoort gebruikt."
„Ik kan mijn identiteit op geen
enkele manier bewijzen."
twoord kan geven op die
agen. Toch een poging tot
er inzicht; een zoektocht naar
verborgen stad, een stad met
woners die officieel niet
staan.
or Paul de Schipper
Kruseman's uitgeversma^sj!1
BV te Den Haag in 1978. 'SS
90-233-0388-1.
„Om naar Nederland te reizen
maakte ik gebruik van een schip, ik
weet niet of de kapitein op de
hoogte was van mijn aanwezig
heid."
De rapporteur van de Dienst
Vreemdelingenzaken van het mi
nisterie van Justitie tikte het ge
trouw uit op 15 augustus 1993 in
Rijsbergen.
„Mijn vader was Jacob Feneh. Hij
is op 53-jarige leeftijd omgekomen
in Monrovia. Mijn moeder heette
Alice Toneh. Ze was 36 en is in
1992 in Monrovia omgekomen. Ik
weet dat mijn vader en moeder
omgekomen zijn, omdat mensen in
een vluchtelingenkamp, waar ik
verbleef,.me dat vertelden."
„Ik ben uit Liberia naar Sierra
Leone gegaan, omdat er in Liberia
oorlog was. Ik was bang dat ik op
een dag slachtoffer zou worden en
om het leven zou komen. In Sierra
Leone kwam ik een vluchtelingen
kamp terecht dat Waterloo heette.
Ik werkte als kruier in de haven
Freetown."
„Ik verliet Sierra Leone op 14 juli
1993. Op het schip bleef ik altijd in
een hut. Ik heb mij op 6 augustus
bij de politie in Rijsbergen gemeld
met een verzoek om toegelaten te
worden als vluchteling in Neder
land. Ik heb niet bewust gekozen
voor Nederland, want ik wist niet
waar het schip naar toe zou varen."
'Op 6 augustus 1993 heeft de
vreemdeling Joseph Feneh van be
weerde Liberiaanse nationaliteit
verzoeken ingediend om toelating
als vluchteling. Gelet op hetgeen
door hem is aangevoerd is niet
aannemelijk dat betrokkene in het
land van herkomst redenen heeft te
vrezen voor vervolging. Hij kan
derhalve niet als vluchteling tot
Nederland worden toegelaten.'
Getekend: de Staatssecretaris van
Justitie.
De UNHCR, de vluchtelingenorga
nisatie van de Verenigde Naties,
heeft het standpunt dat geen enke
le Liberiaanse asielzoeker onvrij
willig mag worden teruggestuurd
naar het oorlogsland Liberia, maar
Joseph Feneh kreeg van Kosto de
boodschap: terug naar waar je van
daan komt.
Joseph Feneh moest eruit, te
rug. Waar naar toe?
Hij wist het niet.
„In Liberia wordt mijn fami
lie vervolgd," vertelde hij tegen
zijn ondervragers, „ik kan niet te
rug, ik loop gevaar."
Nog een paar weken verbleef hij in
het asielzoekercentrum in Rijsber
gen. Toen verdween hij plotseling.
Hij dook onder, in de verborgen
stad. In Breda, in West-Brabant?
Niemand die het weet, niemand die
het ooit zal weten.
In de nacht van eerste op tweede
kerstdag kwam er een routine-mel
ding binnen bij de Bredase politie:
'Auto tegen een boom in Teterin-
gen: met gewonden.'
De gewonden waren doden, drie in
getal, allen illegaal in Nederland.
Een van hen was Joseph Feneh. Hij
vluchtte voor Charles Taylor en
eindigde als niet bestaand, illegaal,
tegen een boom in Teteringen.
„Wie als asielzoeker niet toegelaten
wordt, krijgt te horen: u hebt ach
tenveertig uur om Nederland te
verlaten, goedemiddag. Zo zet de
Vreemdelingendienst hen op de
stoep. Ongelooflijk, want daarna is
er niemand die controleert waar ze
blijven."
Drs. Jude Kehla schudt niet begrij
pend het hoofd. Kehla is onderzoe
ker aan de faculteit Sociale Weten
schappen van de Katholieke Uni
versiteit Brabant. Hij zoekt naar
'de verborgen stad' in Nederland.
Zo noemt hij de wereld van de
illegalen.
„Het is een informele wereld met
een eigen structuur, eigen gedrags
patronen en een eigen economie."
Hoe groot is die verborgen stad?
Kehla haalt de schouders op:
„Weet ik niet. Het Nederlandse
Economisch Instituut spreekt van
30.000. Staatssecretaris Kosto
sprak vorig jaar al van 150.000 tot
200.000 en Nordholt had het over
10.000 Ghanezen alleen al in de
Bijlmer. De meeste illegalen zijn
mannen in de leeftijd van 20 tot 35
jaar. Ongeveer 70 tot 80 procent."
Illegalen kunnen officieel niet deel-
nemen aan de maatschappij. Toch
blijkt de Nederlandse samenleving
soepel en informeel genoeg om dui
zenden illegalen in leven te hou
den. Illegalen zijn geliefde zwart
werkers, al jarenlang. De Belas
tingdienst verstrekt hen probleem
loos een Sofi-nummer.
Kehla kent illegalen die al zeven
jaar een huisgezin onderhouden
van een inkomen dat ze in de
Rotterdamse haven verdienen. Be
drijfssectoren als de horeca, de
tuinderij en de schoonmaakb
ranche kijken niet op een illegaal
meer of minder.
Een Nigeriaan die in Pernis werkt,
toont zonder omwegen zijn beta
lingsstrookje: „Kijk, ik zit keurig
in het ziekenfonds." Soms raken
illegale havenarbeiders invalide.
Die krijgen gewoon een uitkering
van het GAK.
Op basis van zijn onderzoek onder
illegalen schat drs. Kehla dat 40
procent een gewone baan heeft:
„Zij het dat ze uitgebuit worden,
omdat ze geen beroep kunnen doen
op geldende cao's."
Dan is er de Liberiaanse vrouw,
illegaal en zwanger. Noem haar
Mary. Ze leeft binnenshuis, valt
niet op, leeft van wat landgenoten
met een verblijfsvergunning of ge-
doogstatus haar toestoppen. Op het
moment van de bevalling komt Ma
ry juridisch gesproken boven
gronds. De artsen in de Rotterdam
se kraamkliniek vragen niet om een
verblijfsvergunning, maar helpen
haar zonder mankeren aan een ge
zonde zoon. De problemen zijn
voor de ziekenhuisadministratie,
want het opgegeven verblijfsadres
waar de rekening naar toe moet,
blijkt vals.
Schoolhoofden vragen ook niet om
papieren. Ze willen kinderen op
school en zijn geen politieagent
vinden ze, al weten de meesten wel
welke kinderen bij illegale ouders
horen.
Dat is de realiteit van Nederland.
Aan de ene kant mopperen op al
die asielzoekers, aan de andere
kant de maatschappelijk werker
spelen: arme kindertjes, arme
zwangere vrouw.
Volgens Kehla leunen de bewoners
van de verborgen stad voor huis
vesting en andere basisvoorzienin
gen vooral op de legale, allochtone
bevolking.
Hoe crimineel zijn illegalen?
Kehla: „Net zo crimineel
als Nederlanders, niet meer
en niet minder. Vergeet
niet dat de meeste illegalen veel te
bang zijn om uit stelen te gaan. Ze
blijven binnen en als ze buiten
komen, gedragen ze zich zo onop
vallend mogelijk uit angst dat ze
door de politie van de straat ge
haald zullen worden."
Hij voegt eraan toe: „Wat we vaak
vergeten, is dat ze makkelijk doel
wit zijn van criminelen en, ik zei
het al, uitbuiting. Rechteloze vrou
wen uit het Oostblok of uit Afrika
die in de prostitutie worden ge
dwongen, mannen die onderbe
taald worden in de tuinbouw. Dan
vraag ik me wel eens af: wie is hier
nu illegaal bezig?"
De Tilburgse onderzoeker Kehla
signaleert ook een recent verschijn
sel in de illegalenwereld: „Noorda-
frikaanse vrouwen. Sommigen
vluchten voor een gedwongen hu
welijk, anderen voor een bestaand
huwelijk. Er zijn er die geen sluier
willen dragen en op de loop gaan
voor de fundamentalisten. En dan
heb je een groeiende groep Noorda-
frikaanse vrouwen uit Frankrijk.
Ze zijn van de tweede generatie,
hebben daar geen toekomst, het
Franse ministerie van buitenlandse
zaken maakt het ze moeilijk en dus
komen ze hier terecht in handen
van maffiosi, als buikdanseres en
erger als animeermeisje voor hun
landgenoten die hier legaal verblij
ven. Vier, vijf jaar geleden had je
nog speciaal tourbussen die met
Turken en Marokkanen vanuit Ne
derland naar de meisjes van Lille
en Lyon reden, nu komen die meis
jes hierheen."
Dan kwam de Turkse vrouw die
ondergedoken in Breda leeft er nog
redelijk af. Op haar dertiende werd
ze uitgehuwelijkt. Ze heeft nu drie
kinderen en geen man meer, mist
dus een inkomen. Haar oudste
dochter is zestien. Ze wil haar een
kappersopleiding geven, want als
haar dochter werkt, zal ze weer een
vaste inkomstenbron hebben voor
het vernielde illegale gezin. „Het is
mijn enige hoop," zegt ze, „maar ik
heb geen geld om haar school te
kunnen betalen, dus blijven we
afhankelijk."
Illegalen, vaak kunnen ze niet voor
of achteruit. Ze slapen in kamers
met vijf bedden en een zweetlucht,
kijken televisie of wachten tot het
café in de buurt open gaat, stappen
daar klokslag openingstijd binnen
en gaan in een hoekje zitten staren.
Een doelloos leven zegt de illegale
jonge havenarbeider 'en geen toe
komst, want je zit klem elke dag.'
Hij verdient 2400 gulden in de
maand: „Een goed loon, ik doe het
al zes jaar, maar ik zit klem. Ik kan
niet terug naar mijn land. Ik wil
trouwen, maar ik kan niet weg, ik
heb geen papieren, ik blijf maar
werken, maar dit werk is zo zwaar
dat ik op mijn vijfendertigste kapot
ben. Ik ga gewoon kapot, omdat ik
in Nederland niet besta."
■- >-■ I'S/-'"
5"-
- 1;
*'- r
v *.„*.«*- »«*-v
Joseph Feneh eindigde zijn leven in de kerstnacht tegen een boom in Teteringen. Zoekend naar zijn graf
komen we terecht in Rijsbergen. „U moet bij de afdeling Grondzaken zijn," zegt de dame van het
gemeentehuis. Daar halen de ambtenaren de schouders op: „Joseph Feneh...?" Ze verwijzen naar de oude
grafdelver van de katholieke begraafplaats. Vooraan, tweede rechts, op het algemene gedeelte,weet de
man meteen. Het is een lichte verhoging in de luwte van de heg. Een lint van het asielzoekerscentrum in
Rijsbergen en een verwelkte bos bloemen zijn de enige markering. Het is een anoniem graf; geen paal, geen
steen, geen naam. Het graf van een eenzame zwarte man, gestorven in een ver land waar hij niet welkom
was.
foto de stem johan van gurp
am, wat is fluor?"
„Kijk maar in het woor
denboek!"
„Dat snap ik niet. Daar
staat: een gasvormig chemisch ele
ment uit de groep der halogenen."
Een gewoon woordenboek is, net
als een gewone krant, niet voor
kleine kinderen geschreven. Het
scholiertje van negen dat wil weten
wat een anus, een bacterie of cy
nisch is, wordt van een gewoon
woordenboek weinig wijzer.
Maar nu is er een nieuwe Van Dale.
Junior. Voor kinderen vanaf acht
jaar. En in dat woordenboek staat
bondig en begrijpelijk wat basis
scholiertjes willen weten.
Anus? Je anus is je poepgaatje.
Bacterie? Bacteriën zijn piepkleine
beestjes. Je kunt ze alleen zien door
een microscoop. Door sommige
bacteriën kun je ziek worden.
Cynisch? Je noemt iemand cynisch
als hij uit somberheid akelige grap
jes maakt.
En fluor? Fluor is een stof die je
tanden sterker maakt. Fluor zit
vaak in tandpasta.
Volwassen vaklui zullen soms hun
hoofd schudden over die verre
gaande vereenvoudiging. Maar
voor kinderen is het simpeler te
snappen. En dat was de bedoeling
van de makers. Van Dale Junior
moest een woordenboek worden
voor kinderen van acht, negen, tien
jaar. Met woorden uit hün wereld.
En met uitleg die zij zouden begrij
pen.
Marja Verburg, 40 jaar, is een van
de twee hoofdredacteuren van de
jongste Van Dale. Zij heeft soms
dagen zitten dubben of een woord
niet nog eenvoudiger uit te lessen
zou zijn.
„We hebben er vaak lang over na
moeten denken. Kan het nog kor
ter? Kan het nog scherper? Neem
nou het woord flipperkast. Dat
hadden we eerst zó omschreven:
Een flipperkast is een soort grote
Er is een nieuw
woordenboek uit. Junior
Van Dale. Voor kinderen
van acht tot elf jaar. Vóór
de woordenboekmakers
aan 't werk gingen,
vroegen ze
basisscholiertje: 'hoe
zouden jullie het doen?'
Dat leverde aardige
adviezen op. Een cent?
Een metaal rondje waar
je iets mee kan kopen.
Een oor? Een stuk lijf
waar je mee luistert. Een
meisje? Het
tegenovergestelde van
een jongen. Het heeft het
woordenboek allemaal
niet gehaald...
Door Mick Salet
doos op poten met glas bovenop. Er
zitten knoppen aan. Daar kun je
ballen mee wegschieten. Je moet
met die ballen zoveel mogelijk
punten halen. Als je punten haalt,
gaan er lichtjes branden en komen
er geluiden uit de flipperkast.' Dat
vonden we toch iets te lang. Daar
om is het zó geworden: 'Een flip
perkast is een apparaat met knop
pen en lichtjes. Je schiet in een
flipperkast een balletje weg en pro
beert zoveel mogelijk punten te
halen.'"
„Definities worden vaak sterker,
meer to the point, als ze korter
worden. Niet altijd. Soms hebben
we een omschrijving voor de duide
lijkheid langer gemaakt. Maar je
moet met zo'n definitie ook niet te
ver gaan. Het is een woordenboek,
geen encyclopedie. We leggen uit
wat iets is, niet hoe het werkt."
Aan welke eisen moet een definitie
in een woordenboek voor kinderen
van acht tot elf voldoen?
„Ze moeten het kunnen begrijpen.
Je moet korte zinnen gebruiken,
met niet meer dan één bijzin. Je
moet een directe stijl gebruiken en
bij het trefwoord toelichting dus
niet schrijven 'als men iets toelicht,
legt men het uit', maar: 'als je iets
toelicht, leg je het uit'. Verder moet
je moeilijke begrippen uitleggen op
kinderniveau. Kijk bijvoorbeeld
maar eens hoe we het woord toela
ge omschrijven: 'Een toelage is geld
dat iemand regelmatig krijgt om
van te leven. Een soort zakgeld
voor grote mensen dus'. Dan leg je
het dus uit met een begrip - zakgel-
d - dat kinderen kennen. Zo hoort
het. Maar je moet wel oppassen dat
je niet overdrijft met het aanpassen
van stijl en niveau. Je moet niet op
je hurken gaan zitten. Dan vinden
Mar ja Verburg, 40 jaar, is een van de twee hoofdredacteuren van de
jongste Van Dale. Zij heeft soms dagen zitten dubben of een woord
niet nóg eenvoudiger uit te leggen zou zijn. foto theo van zwan
kinderen het al gauw kinderachtig
worden."
Hoe ver mag je gaan met vereen
voudigen? Neem nou eens de uitleg
van het woord gemeenteraad. 'De
gemeenteraad, dat zijn de mensen
die de burgemeester helpen bij zijn
werk in de gemeente. De gemeente
raad is gekozen door de mensen uit
de gemeente.' Daar zullen veel
raadsleden toch de wenkbrauwen
over fronsen?
„Het moet niet te simplistisch wor
den, maar je mag soms wel wat
informatie weglaten. Het hoéft niet
volledig te zijn. In het begin had ik
het daar wel moeilijk mee. Ik was
gewend om voor volwassenen te
schrijven. Maar nu heb ik liever
een eenvoudige definitie die kinde
ren begrijpen, maar waar niet alles
instaat, dan een definitie die volle
dig is, maar die kinderen niet be
grijpen."
„Het liefst heb ik natuurlijk dat
het én volledig én eenvoudig is,
maar als ik moet kiezen, dan kies
ik voor de begrijpelijkheid en niet
voor de volledigheid. Fout mag het
natuurlijk nooit zijn. Juistheid is
en blijft een eis."
Er staan duizenden ivoorden in de
nieuwe Junior Van Dale, maar er
staan ook honderdduizenden ivoor
den niét in. Waarom het ene woord
wel en het andere woord niet?
„Veel woorden kunnen er niet in,
omdat het woordenboek anders te
dik zou worden. Veel woorden hóe
ven er ook niet in. De allermakke-
lijkste woorden hadden we aan
vankelijk wel. Maar uit onderzoek
op enkele basisscholen bleek dat
leerkrachten en leerlingen zeiden:
'die woorden kennen we allemaal
wel, die hoeven we niet in een
woordenboek op te zoeken.' Zo zijn
de achthonderd méést voorkomen
de woorden verdwenen. De, het,
een, waar, waarom, wie, man,
maan, maand, lopen, snoepen,
spelen, dat zijn allemaal trefwoor
den die we hebben weggelaten."
„Ook de allermoeilijkste woorden
staan er niet in. We hebben ons
willen beperken tot woorden uit de
wereld van kinderen van acht tot
elf jaar. Financieringstekort, lijst
trekker en huurwaardeforfait staan
er dus niet in."
„Uiteindelijk hebben we meer dan
achtduizend woorden overgehou
den. Maar er blijven altijd twijfel
gevallen. Waarom kies je het ene
woord wel en het andere woord
niet? Dat blijft een subjectief ele
ment houden. Het woord neuken
staat er bijvoorbeeld niet in. Niet
uit braafheid, maar op basisscho
len zeiden ze: 'dat hoeft er niet in.'
Het wordt door veel mensen ook
als vulgair ervaren. Bovendien
moet je vrij ver gaan als je het goed
wilt omschrijven. Neuken, kut en
lui staan er dus niet in. Vagina,
penis, condoom en vrijen wel. Dat
zijn toch woorden die kinderen van
negen en tien tegen kunnen komen?
Het woord vrijen hebben we heel
lief omschreven. 'Mensen die met
elkaar vrijen, strelen en kussen
elkaar. Ze vinden elkaar lief.' En
bij penis staat: 'een penis is een
piemel."'
„Er staan vooral woorden in waar
van kinderen de betekenis op zou
den willen zoeken. Zelfstandige
naamwoorden, werkwoorden, bij
voeglijke naamwoorden. Geen lid
woorden, telwoorden, voegwoor
den, voornaamwoorden en voorzet
sel.".
Waarom zou je nou zo'n woorden
boek voor een kind kopen?
„Om verschillende redenen. Om
kinderen - thuis en op school - te
leren dat ze dingen zélf op kunnen
zoeken. Om ze vertrouwd te maken
met naslagwerken. Voor ouders
kan het ook een handig hulpmiddel
zijn. Om snel even op te zoeken hoe
ze iets eenvoudig uit kunnen leg
gen. Ach, voor kinderen is het
gewoon een ontzettend leuk boek.
Als ik er in zit te bladeren, denk ik
wel eens: ik wou dat ik als kind
zo'n woordenboek gehad zou heb
ben..."