'Moeder Natuur is een diik van een wiiF Midas Dekkers mag de mensen graag wijzen op hun tegen strijdigheden 2 STEM GIDS FOTO D1JKS e van de Drie' |ias Dekkers is onge- jjfeld de bekendste joog van Nederland, jder ook maar een on- Irzoek van betekenis op j naam te hebben 1 -■ Ian- dankt ziin be_ F sdheid aan een niet af- \X\D vi.1. -ende stroom columns, tikelen en tv-program- -» -ra® -f-iiii ly J[s waarin hij het ge il. lei Ucl 1 ag van mens en dier 1 gelijkt. Vaak komt de ontwikkelen als er een 'goui as er daarin niet zo ligt? Vandaar dat de Avro Ij jstig vanaf. Niet per rie' na elf jaar terugkeert opl geluk, zegt Dekkers, in Hulst, jaren achtereen bekel fij zijn Dns vaak hele- bdisch Centrum West. niet bewust Van de nen kan ook. i erlijke drijfveren die I a ons gedrag ten Herman Emmink I ®dslag liggen. Daar I lik de mensen op wi]- 'Wie van de drie begon bijj Avro op 26 oktober 1963 A ,u Nand Baert als spelleider. V 0 gesprek overrthee- volgens zwaaide Herman E mink heel lang de scepter.; diens vertrek naar de Tros ri producer Flip van der Schi het roer nog eventjes over. Het panel wisselde regelmat Het eerste kwartet werd vormd door Eva Margadant, f Smit, Guus Oster en Hans Te ner. Later volgden onder am ren Kitty Janssen, Er Terpstra, Jan de Cler en Hendi Jansen. Er viel een pauze tuss 1968 en 1971. Het spel kwi terug met het bekende pai Martine Bijl, Kees Brusse, Alb( Mol en Sonja Barend. Voor h viel het doek op 21 mei 1983. (Nederland 1,19.26 uur) chtjes, Moeder Natuur, is eri vakantie. 10 u. 10 u. 10 u. 30 u. ïind- 30 u. 30 u. •k. 30 u. 30 u. 30 u. .30 u. Short .30 u. .30 u. :.30 u. :.30 u. :.30 u. !.30 u. 1.30 u. >.30 u. 2.30 u. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Blink. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Fearlesj 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Inters tion. 20 u. Short cuts. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. On defrf ground. 14.30 en 17 u. Wayne's world 2. j 20 en 22.30 u. True romance, 14.30, 20 en 22.30 u. Carlito'sv 14.30 u. Sister act 2. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Pelican brief. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Philadd hia. 20 en 22.30 u. In the name of father. 14.30 en 20 u. (za. ook 22.30 u,l ook 16.45 u.) Schindler's list. 14.30 u. Remains of the day. 14.30 en 17 u. Free Willy. 14.30, 17 en 20 u. Mrs. Doubtfirj KNOKKE - Beverly sereens 15, 17.30, 20 en 22.30 u. Inter* tion. 15, 17.30, 20 en 22.30 u. Blink 20 u. Schindler's list. 15 en 20 u. On deadly ground. 15 en 17.30 u. Philadelphia. 17.30 en 22.30 u. The pelican bfl ZONDAG FILMS GOES -Grand Theater 14 u. Free Willy. 19 en 21.30 u. Sister act 2. HULST - De Koning van Engeland 13.45, 16.15, 19 en 21.30 u. Defl 13.45, 16.15, 19 en 21.30 u. W! ne's world. 13.45, 19 en 21.30 u. The good 13.45, 16.15, 19 en 21.30 u. pelican brief. 13.45 en 16.15 u. On ground. 16 en 20 u. Schindler's list. MIDDELBURG - Cinema 20 u. Farewell to my concubine.j OOSTBURG - Ledeltheater 14.30 en 20 u. Sister Act 2. ITERNEUZEN - Luxor Theater 20 u. Mrs. Doubtfire. VLISSINGEN - Alhambra 1 14 en 19.30 u. Schindler's list- - Alhambra 2 14 u. Aladdin. 19.30 u. The pelican brief. - Alhambra 3 14, 19 en 21.30 u. Tombstone. - Alhambra 4 14 en 19 u. Wayne's world 2. 21.30 u. De flat. ANTWERPEN - Metropolis Zie zaterdag. GENT - Decascoop Zie zaterdag. KNOKKE - Beverly sereens 15, 17.30, 20 en 22.30 u. Inter tion. 15, 17.30, 20 en 22.30 u. Blink 20 u. Schindler's list. 15 en 20 u. On deadly ground. 15 en 17.30 u. Philadelphia. 17.30 en 22.30 u. The pelican irMartijn Hover Dekkers is niet tevreden. ;elend met een theelichtje lert hij op de firma Verkade. Merne theelichtjes deugen 1 moppert de bioloog. „Ze !en volgens mij van ander gemaakt. Daarom branden iet meer helemaal op." En dat nou nog het ergste „Ze stoppen er tegen- rdig ook van die ronde ijzer- in. Die krijg je er met geen lelijkheid uitgepeuterd. eger had je vierkante ijzer- i.met hoekjes. Die wipte je er Ét." I is een aartspessimist, geeft grif toe na zijn gevecht met theelichtje als overwinnaar hebben afgerond. Hij heeft inig vertrouwen in de mens- de firma Verkade incluis, zullen wel uitgerekend heb- dat in een rond plaatje min- ijzer gaat dan in een vier- De economische wetma- tóen in het bestaan van de lerne mens zijn ook de Bu- bioloog niet ontgaan, ik is dat trouwens ook niet, 't Dekkers mag dan van huis bioloog zijn (geen beroep je in doorsnee erg rijk mee t), hij heeft zijn schaapjes iddels aardig op het droge, d schrijft hij veel over die- ui werkelijkheid, erkent hij, "bet toch altijd om mensen.' Jhamelaar M>ij Midas Dekkers binnen st, zou licht kunnen veron- Jriellen dat de man een harts- Ptelijk verzamelaar is. Inkt- antieke typemachines, Pels en opgezette dieren om- po hem in zijn werkvertrek, festeld in keurige rijen. „Elke Jjjg heeft last van verzame- friostincten," verklaart hij. l'tkomt doordat de biologie l°oaen is als het aanleggen T'eizamelingen." F vindt Dekkers dat hij zijn PMielwoede aardig in de weet te houden. „Ik besef pol net op tijd dat ik er niet hoor moet gaan. Voor je er P m hebt ben je de slaaf van de lS om je verzameling te com- et®. Zover wil ik niet gaan. verzamelaars moeten van 'Wat ze verzamelen weten J het heet en waarom. Dat f: "lij een beetje te veel op rt® lijken." r Hogen fanatieke collectio ns rekenen op een warm pje in Dekkers' hart. „Ik iJHi verzamelaars. Over het zijn het hele aardige ■"sm, hoogstens een beetje ei- Jiaardig." En hij vertelt over rEer dat hij in contact kwam r rie voorzitter van de vereni- 8 van verzamelaars van kan- rPParaten. „Dat zijn slimme mensen, die voorzitters," lacht de bioloog „Doordat ze voorzitter zijn, ko men ze als eerste in contact met potentiële nieuwe leden en we ten ze als eerste of zo'n nieuw lid aardige spullen in huis heeft. Ik kreeg de man aan de telefoon en vertelde hem een beetje over mijn bescheiden collectie, maar ik kon goed horen dat het hem allemaal maar matig interesseer de. Tot ik hem vertelde dat ik een Bleistiftscharfmaschine Ju piter I op mijn bureau had staan. Even was het stil aan de andere kant van de lijn. Toen vroeg hij ongelovig: 'Mét bakje?"' Wantsen Trotser nog dan op zijn kantoor gerei is Dekkers echter op zijn wantsenverzameling. Hij toont een bakje ter grootte van een stevig sigarenkistje. Achter een glazen dekseltje zitten tientallen insekten opgespeld. „Die heb ik nog verzameld toen ik nog dacht dat ik zoveel van wantsen hield dat ik ze moest vermoorden. Te genwoordig hou ik nog veel meer van ze en maak ik ze dus niet meer dood." Deze ver doorgevoerde dieren liefde zal menigeen overdreven voorkomen. Wat is tenslotte een insect meer of minder? Midas Dekkers ziet dat anders. „Ik hou zoveel van wantsen," beweert hij met een stalen gezicht, „dat ik iets van trots voel als ik op de radio hoor dat ze weer eens ergens een hele oogst hebben verwoest. Dat hebben die kleine rakkers toch maar weer mooi voor elkaar, denk ik dan." Midas Dekkers ziet de wereld anders dan de meesten van ons, zelfs anders dan de meeste van zijn vakgenoten. „Wetenschap pelijk onderzoek," zegt hij, „is iets wat je zowel met je hoofd als met je hartje moet doen. Als een bioloog het leven alleen maar met zijn hoofd onderzoekt, leidt dat paradoxaal genoeg al gauw tot vivisectie. Tot de dood, dus. Maar alleen het hart is evenmin goed. Dat leidt tot een kwezelige vorm van dierenbescherming waar ook niemand bij gebaat is." Dat hij zelf maar zelden een laboratorium van binnen heeft gezien, betekent niet dat hij geen 'onderzoeker' is, beweert Dek kers. „Je kunt biologisch onder zoek verrichten met de verrekij ker of met de microscoop. Ik doe het met de type-machine. Ik be schouw mezelf als een weten schappelijk filosoof, niet als een empiricus." :d la-re i'jrf A --wbsotB qo kers' ongenoegen. „Moeder Na tuur is geen frêle juffrouw. Ik hou van de natuur, maar ik kan niet houden van iets wat zwak is. En dat is de natuur ook niet. Moeder Natuur is een dijk van een wijf, een stoot die best een stootje kan hebben. Daar kan je tenminste van houden." Het gaat hem vooral om de kin deren, zegt hij. „Die krijgen op school te horen dat de natuur naar de kloten gaat, dat je dit niet mag en dat dat verkeerd is. Natuur associëren ze op die ma nier met iets zeurderigs, met iets zieligs. Terwijl niemand ze ver telt hoe mooi de natuur is, of in elk geval kan zijn." Als schrijver van kinderboeken heeft Dekkers veel contact met kinderen. Zoals met zowat alles waarover hij zijn gedachten laat gaan, heeft hij ook over de jeugd zo zijn eigen ideeën. Het feit dat zijn voornaam 'Midas' niet de naam was die zijn ouders voor hem in gedachten hadden, heeft daar alles mee te maken. „Het is toch bespottelijk dat je als vol wassene opgezadeld zit met een naam die toevallig ten tijde van je geboorte in de mode was?" Nu had 'Midas' het ook niet getroffen. „Eigenijk heet ik 'Wandert'," vertelt hij einigszins besmuikt. „Dat is een zeldzame naam die voor zover ik weet alleen in onze familie voorkomt. En we hadden er nogal wat, met als gevolg dat de Wanderts in de familie allemaal een bijnaam hadden: lange Wandert, dikke Wandert. Omdat ik toevallig de jongste was bleef voor mij alleen 'kleine Wandert' over. 'Wantje'. Geen naam waar ik echt tevre den mee was." Hij koos voor de naam Midas (de naam van de Grote Boze Wolf in de bekende stripverhalen), om dat hij op zijn zeventiende een vriendinnetje had die teksten schreef voor de Donald Duck. „Ik wilde in die tijd stripteke naar worden en had met dat meisje afgesproken dat we er voor zouden zorgen dat in de allerlaatste Donald Duck de Grote Boze Wolf de biggetjes te pakken zou krijgen en de Zware Jongens het geld van Dagobert." Kinderen Volwassenen begrijpen niet veel van kinderen, en dat kan ook niet, meent Dekkers. „Algemeen heerst de opvatting dat een kind een soort kleine volwassene is en dat volwassenen vooral het 'kind in zichzelf' niet uit het oog mo gen verliezen. Daar geloof ik dus geen fluit van. Ik heb nog ergens een foto-album waar een plaatje instaat van een klein manneke met een korte broek en een to taal verkeerd petje op. Volgens mijn moeder ben ik dat, maar ik vind dat ik met dat jongetje niets meer te maken heb. Stel je voor dat ik nog iedere dag naar school zou moeten en grappen over pies en poep leuk zou vin den. Nee, ik ben nu iets totaal anders dan dat jongetje van der tig jaar geleden." De mens, vindt Dekkers, is als een vlinder: „Een vlinder is eerst een rups geweest, maar daar weet die vlinder niets meer van. En een rups heeft al helemaal geen flauw idee wat het betekent om een vlinder te zijn. Het zijn twee geheel verschillende dieren, met een popstadium ertussenin." Zo ook de mens: eerst is hij kind, later volwassene, met de puber teit als overgangsstadium. Een rampzalige periode, vindt Dek kers. „De puberteit, dat is zo ongeveer het ergste wat er be staat. Eerlijk, ik zou nog liever de doodstraf krijgen dan dat nog een keer te moeten meemaken." Hoe de wereld eruit zal zien als onze kinderen volwassen zijn, weet niemand, ook Midas Dek kers niet. Maar hij ziet, als hij diep in zijn hart kijkt, de toe komst somber in. „Je kunt toch alleen maar pessimsistisch zijn, als je om je heen kijkt? Maar wat moet je? Je zou jezelf kunnen opknopen, maar daar heb ik ern stige bezwaren tegen. Dus pro beer ik verstandig genoeg te zijn om zo'n goed hart te hebben dat ik net kan doen alsof het alle maal wel iets helpt, wat ik doe." Wat Dekkers doet, is de mens met veel gevoel voor humor zijn plaats wijzen in de natuur. „Als iets heel ellendig is, kun je bij de pakken gaan neerzitten of je kunt er grapjes over maken. Ik kies voor het laatste." Humor, vindt Midas Dekkers, kan alleen bestaan 'bij gratie van narig heid'. „Hoe groter de narigheid, hoe leuker de grap. Een grap over kanker is leuker dan een grap over de griep, een grap over een neger is leuker dan een Bel genmop. Humor kan heel bevrij dend werken. Ik vertel zelf wel eens een grapje waarbij ik ach teraf pas besef wat ik er eigen lijk mee bedoeld heb. Grappen maken is in wezen een heel ern stige zaak. 'Ter leringh ende ver- maeck', dat is mijn oer-Holland- se motto." De vermakelijkheid van zijn leerstellingen heeft de bioloog geen windeieren gelegd. Wat dat betreft lijkt zijn zelfgekozen voornaam tegenwoordig eerder te slaan op die andere Midas, de koning uit de Oudheid die alles wat hij aanraakte in goud zag veranderen. Van hem had Dek kers ('een HBS'er in hart en nieren') echter nog nooit gehoord toen hij voor de naam koos. Een verkapte voorspelling moeten we er dan ook niet in zien, bezweert hij. „Ik ben begonnen als een soort columnist die stukjes schreef voor kranten en tijdschriften,"' vertelt hij. „Maar niet om daar rijk en beroemd mee te worden. Ik vind mijn eigen stukjes nog steeds meestal helemaal niet leuk. Vroeger was dat nog erger: stond ik tot bij de brievenbus nog verbeteringen aan te bren gen. En als het dan gepubliceerd was, dacht ik opgelucht dat die en die nu met vakantie waren en het dus gelukkig niet konden lezen." Hetzelfde ervoer hij toen hij be gon met het maken van televisie programma's. „Ik vraag me voortdurend af waarom mensen „De belangrijkste regel bij het schrijven luidt dat je de eerste regel zo spannend moet maken dat de mensen ook de tweede regel willen lezen. Als je voor volwassenen schrijft, blijkt seks wat dat betreft een probaat 'glijmiddel'." FOTO'S GER LOEFFEN Kwetsbaar Veel natuurbeschermers schilde ren de natuur af als een kwets baar kasplantje, zeer tot Dek- „Ik hou van de natuur, maar ik kan niet houden van iets wat zwak is. En dat is de natuur ook niet.' in godsnaam willen luisteren naar wat ik te vertellen heb. En dat is echt geen valse beschei denheid, hoor. Na mijn eerste tv-programma durfde ik zowat de straat niet op. Ik was bang dat de mensen mij na zouden wijzen: kijk, daar heb je die rare vent van dat rare programma." Seks In zijn tv-programma's ging het opvallend vaak over seks, niet geheel toevallig ook het onder werp van Dekkers' vorig jaar verschenen boek 'Lief dier', dat hij met een knipoog 'het levens werk' noemt en waarin hij de erotische band tussen mens en dier behandelt. „Dat seks zo be langrijk lijkt in mijn werk," zegt Dekkers, „heeft twee redenen. In de eerste plaats schrijf ik als bioloog natuurlijk vooral over de biologische aspecten van het be staan: eten, poepen, neuken en slapen. Dat heeft meer mijn be langstelling dan, pakweg, de Middeleeuwse cultuur." Daarnaast echter doet zijn inge bakken onzekerheid hem altijd vrezen dat de mensen 'niet bij de les blijven'. „De belangrijkste regel bij het schrijven luidt dat je de eerste regel zo spannend moet maken dat de mensen ook de tweede regel willen lezen. Als je voor volwassenen schrijft, blijkt seks wat dat betreft een probaat 'glijmiddel'." Schoonheidsideaal Maar los daarvan spelen seksu ele drijfveren nu eenmaal een zeer gewichtige rol in ons leven. „Mensen zijn uren bezig met verfjes en poedertjes en geurtjes om zich maar zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Je huis, je kleren, je bankstel, het moet al lemaal 'mooi' zijn. We besteden 75 procent van onze tijd en geld en moeite aan het najagen van een schoonheidsideaal. Dat op zichzelf toch merkwaardige ge drag heeft alles te maken met seksualiteit, met de behoefte door anderen mooi en aardig en aantrekkelijk te worden gevon den." „Of neem van die mensen die zich het hele jaar uit de naad werken om miljoenen te verdie nen en die dan van hun zuurver diende centjes op het strand on der een palmboom gaan liggen of ter vermaak wat dames afhu ren. Zo iemand besteedt uitein delijk al zijn financiële en zake lijke creativiteit aan het bevredi gen van in wezen zeer basale instincten." Dat mensen zich zo merkwaar dig gedragen, is nog tot daaraan toe, vindt Dekkers. Wat hij erger vindt, is dat ze hun eigen drijf veren vaak niet onder ogen zien. „Iemand koopt met de ene hand knabbels in de vorm van visjes voor zijn poes, in de veronder stelling dat poes het dan smake lijker vindt. Maar met de andere hand koopt hij een hengel om vissen mee te kwellen of een karbonade uit de bio-industrie die per jaar aan 400 miljoen beesten het leven kost. Intussen noemen ze zichzelf wel 'dieren vrienden'. Ik m?g de mensen graag wijzen op dat sooi^gen- strijdigheden." Vakantiewoede Een andere opmerkelijke en amusante vorm van modern ge drag waarover Dekkers zich tel kenmale kan verbazen, is de elk jaar opnieuw toeslaande vakan tiewoede. Heel vreemd, vindt hij dat. „Het is volstrekt tegenna tuurlijk. Dieren, de mens inbe grepen, zijn van nature helemaal niet op avontuur gesteld. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet, dan leèf je het langste, dat is het motto van de natuur. Een mus uit Haarlem zul je niet in Amsterdam zien." „Vroeger hadden ze dat veel be ter in de gaten. Reisverhalen waren altijd al populair, maar vroeger wisten de mensen dat die boeken geschreven werden opdat ze er zelf niet op uit hoefden te trekken. Tegenwoor dig meent men dat je al die avonturen ook zelf beleefd moet hebben. En dan krijg je van die rare dingen, zoals iemand die het avontuur zoekt in bergbeklim men, maar wel de duurste tou wen en klimijzers aanschaft om de risico's tot een minimum te beperken. Wat heeft het dan nog voor zin, vraag ik me af?" De moderne mens wil te weinig overlaten aan de fantasie, vindt Dekkers. „Ze denken alleen een volwaardig leven te kunnen lei den als ze zélf die droomreis maken. Terwijl het kenmerkende van de droom juist is, dat hij geen werkelijkheid is. Dat-is ook waar mijn boek over bestialiteit eigenlijk over gaat: over fanta sieën. Je kunt misschien best lekker fantaseren dat je door een stier wordt verkracht, maar dat betekent niet dat je met alle geweld de wei in moet. Dat zou ik beslist afraden." De 'gevaren' die de twintigste- eeuwse Nederlander op zijn 'avontuurlijke' vakantie trot seert, zijn dan ook maar schijn- gevaren, beweert Dekkers met grote stelligheid, nep-avonturen zonder risico's. „Als je echt ge vaarlijk wilt leven," zegt hij, „moet je iemand vragen om elke dag een ander roetje van de traploper los te maken." In huize Dekkers zal dat niet zo snel gebeuren. ERDAG 30 APRIL 1994 Dj ZATERDAG 30 APRIL 1994

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 29