Week nd ImSTEM Spoorloos, zonder enige verklaring. Jaarlijks verdwijnen in Nederland 3500 mensen op mysterieuze wijze. Dat komt neer op de leegloop van een stadswijk of een klein dorp. Negentig procent keert na korte of langere tijd weer terug. Maar hoe het de rest vergaat, weet niemand. Familie en vrienden zijn veroordeeld tot een jarenlange en soms levenslange onzekerheid. Een krakend tuinhekje doet hoop weer leven. Is het dan toch...? Achterblijvers van spoorloos vermisten richten landelijke vereniging op Jaarlijks verdwijnen in Nederland 3500 mensen op mysterieuze wijze ERDAG 16 APRIL 1994 M ZATERDAG 16 APRIL 1994 fotm In is paar In is lllen lvan l te le- feden jsteld I's te lolen lplus I ge- Ikas- ts en Jlders Ictors fstal- ga- Er Ln te vijs- linele lallen [2000 In de hooi gen opvallend vaak hun hoop vesj gen op de radikale Amerikaar zwarte moslim-leider Louis Fj rakhan. „Ze zeggen dat Farraklij een antisemiet is. Maar hij alleen maar zwarten zelfrespect macht geven door hen meer zelfdf cipline op te leggen. Hij wil tal naar het ouderwetse zwarte gea met ouderwetse normen. Dat] bedreigend voor de blanken, omi het een bron van zwarte kracht f worden," zo lijkt Michael citeren uit de geschriften van Fa| rakhan. In de lerarenkamer is een vergal ring bezig met vertegenwoordig! van de Onderwijsraad van de coui ty. „Namens de 120 docenten vfl Largo wil ik zeggen dat wij baf zijn. Wij willen de school niet t| een soort gevangenis maken i allerlei personele en electronic beveiligingen. Tot vorige wa voelde ik me nooit bedreigd, deed Barrington ook niet. Hij is el populair docent. Maar nu bedej ik me twee keer als ik een grol studenten wil benaderen die kei nelijk iets aan het uitspoken zijl zegt een leraar die de aanwezl pers verzoekt zijn naam niet vermelden. Peter Blauvelt, de 'school svsta security director', heeft geen opljj sing voor het dilemma. „Ik ben ermee eens dat er op school» ontspannen studiesfeer moet hea sen. Maar een feit is dat het van leraar fysiek riskanter is j worden. De Amerikaanse ffl' schappij houdt niet bij de pooit d Er zijn al scholen die de docent® cursussen zelfverdediging aanbj den. Maar al ben ik nog zone pert, ik weet niet wat ik een let moet vertellen wat te doen alsj met een pistool wordt teerd." De conclusies van de zijn even voor de hand l-„ weinig behulpzaam. 'De oim® moeten zich meer met de schooJ met de opvoeding bemowj 'Vuurwapens moeten strakter banden gelegd.' 'Het gëweld op televisie moet beperkt.' Het a aanbevelingen die zichtbaar 1 mand tevreden stellen als de eenkomst opbreekt en het lera- corps zich met sombere g® verspreidt naar de klaslokalen- - r - -*-1 zelf 1=1 -kenha moord. Nooit eerder was Door Paul Bolwerk Uw dochter Germa is aan het eind van haar krach ten. Ze is ingesloten in een kist, begraven nabij een viaduct. Ze krabt met haar nagels tegen de deksel van de kist. Ze kreunt dat ze eruit wil." Beelden van een paragnost. Zonder schaamte en mededogen vertelde hij dit visioen aan een naar hoop hunkerende moeder. De moeder van Germa van de Boom uit Nieu- wendijk. Een 19-jarig meisje, dat in 1984 spoorloos verdween. Tot op de dag van vandaag moet ze in vertwijfeling leven met een herin nering. En door tussenkomst van een 'ziener' heeft de verwoesting van haar leven een extra dimensie gekregen. Het is een goed voorbeeld van: Baat het niet, dan schaadt het wel. „Het lot van de achterblijvers vergt een zorgvuldige benadering," schetst rijksrechercheur J. van der Steen uit 's-Hertogenbosch in een artikel in het Algemeen Politie blad. Indertijd raakte hij betrok ken bij het onderzoek naar de mys terieuze verdwijning van Germa van de Boom. Zo kwam hij ook in aanraking met de schaduwzijde van 'paragnostische' praktijken. Geestelijke schade liep de familie Van de Boom ook op door een paragnost die aan de ouders van Germa een jurk vroeg om die zelf aan te kunnen doen, zodat hij zich beter in de situatie kon inleven. Een andere ziener kwam volgens Van der Steen een paar weken na de verdwijning met een geestver want van het 19-jarige slachtoffer naar haar ouderlijk huis om daar onder het dressoir in de woonka mer en in een schuurtje een tweetal knopen 'te vinden'. Dit gebeurde na het technisch re cherche-onderzoek waarbij op de zelfde plaats na minutieus onder zoek niets werd gevonden. Betrok ken paragnost 'voelde' dat de kno pen afkomstig waren van de kle ding van de dader. De Landelijke Organisatie Slacht offerhulp in Utrecht waarschuwt voor de gevolgen van de dienstver lening van paragnosten. Voor ach terblijvers zijn ze vaak de laatste strohalm. Slachtofferhulp: „Het draagt echter zelden bij tot opspo ring." Voorzitter Jan Ackermann van de landelijke vereniging Achterblij vers na Vermissing verwacht meer heil van de inschakeling van 'zie ners' die bekend zijn bij het Para psychologisch Instituut in Utrecht. Het lijkt hem raadzaam om een lijst met namen van paranormaal begaafden aan te leggen van wie bekend is dat ze een staat van dienst hebben. De roep om een paragnost weer klinkt veelal wanneer de zoektocht naar de vermiste op een dood spoor dreigt te komen. Jaarlijks verdwij nen 3500 mensen in Nederland. Het overgrote merendeel, negentig pro cent, keert vroeg of laat terug. Veelal is dat binnen tien dagen. Maar jaarlijks blijven enkele tien tallen mensen volkomen onvind baar. Vermissingen zijn doorgaans het gevolg van een ongeval, een mis drijf (ontvoering) of een vlucht in verband met ernstige psychische, financiële of relationele problemen. Of door een oorlogssituatie. Elke militaire begraafplaats heeft zijn graven voor onbekende soldaten. Ze zijn alleen 'known unto God'. Een volkomen tegenovergestelde situatie doet zich voor wanneer mensen bewust ervoor kiezen om uit hun oude, vertrouwde omgeving te verdwijnen zonder een spoor achter te laten. Dat kan zijn om de dood tegemoet te treden dan wel een nieuwe levensfase in te slaan. „Misschien dat Barrington kan doen, als hij uit het ziel komt," zegt een van de doe ja „Ik hoop dat hij weer voor c zal durven gaan staan. Het slachtoffer heeft al ietsê j Vanaf zijn ziekbed heeft IJ meest inspirerende boödsc!nap zonden die sedert het dra 1 Largo High is vernomen. r^jl sche leraar - een voormallig P 1 sioneel American football- fJ kan nog niet praten als êeV e de slang in zijn keel. Maar P briefje heeft hij geschrev® 1 voel geen wrok. Ik kom er^ I bovenop. Maar ik maak me over Warren. Wat moet er u. terechtkomen? Hij is geen jongen. Hij moet een twee krijgen.' „jjn i Of die tweede kans er r onzeker. Meer dan ooit zoe rika dezer dagen het antw0°s(lS gewelddadigheid in keiha fen. Warren zal als een vo „J berecht worden wegens P0^ ,3 justitie in aanraking 11 venslange gevangenisstra .jji krijgen. Zoals ook het lan straft, levenslang de |jd: lijkt te blijven van het g het blijkbaar over zich at Militairen kamden de Rucphense bossen uit op zoek naar vermiste Beglische meisjes. Later bleek dat de meisjes vermoord waren. foto de stem i ben steffen Het wanhopige wachten In zeer uitzonderlijke gevallen komt het in Nederland zelfs voor dat mensen niet alleen een nieuwe identiteit maar ook een ander ui terlijk verkiezen. De Oosterbeekse plastisch chirurg dr. A. Molenaar heeft tot op heden twee keer meegewerkt aan een ge daanteverwisseling. In de jaren ze ventig heeft hij een undercover agent van een inlichtingendienst een compleet ander aanzien gege ven. Dit werd noodzakelijk geacht omdat de man in een levensbedrei gende situatie verkeerde. Met een ander uiterlijk is hij naar het bui tenland vertrokken. In de jaren tachtig werd een gede tineerde door middel van plasti sche chirurgie van een nieuw ge zicht voorzien. Na het uitzitten van een jarenlange gevangenisstraf wil de de man niet meer terugkeren in het criminele milieu. Met een ander voorkomen wilde hij in alle rust een gezinsleven opbouwen. En op dit moment ligt bij dr. Molenaar het verzoek om een ge daanteverwisseling van een poli tiek vluchteling uit het Midden- Oosten. Deze dertiger wil onher kenbaar terugkeren naar zijn va derland. Tot op heden is slechts in zeer extreme situaties ingestemd met de toepassing van plastisch chirurgie omwille van een nieuwe identiteit. Maar hoe lang nog? Met de op komst van de georganiseerde mis daad in de Nederlandse maat schappij zullen, naar verwachting, in toenemende mate bijvoorbeeld kroongetuigen en infiltranten (un dercover-agenten) plastisch chirur gen verzoeken om een levensbe schermende operatie. Ze zullen er al' ■'an doen om hun 'vermissing' B?ken. "ermissing wordt contact op- Op aanra- »age van ar aan uur gewenst is of directe opsporing geboden. Belangrijk bij de belangenafweging zal de leeftijd van de vermiste zijn. En telkens zal de vraag worden gesteld: Hebben we te maken met weglopers of wegblijvers? Concrete aanwijzingen als het meenemen van kleren en geld spelen bij de inschatting van toedracht van de vermissing een rol. Het is een standaard-procedure om 'Een oproep op een vensterbank anderhalf jaar, nadat Germa Boom was verdwenen. Nu, 10 jaar later, ontbreekt van Gern~ steeds elk spoor. foto de stem dick l foto epa gevallen van vermissing centraal te laten registreren met behulp van het zogeheten herkenningsdienst systeem (HKS). De invoer van dit systeem in Nederland verloopt nog niet naar behoren, maar functio neert beter dan voorheen. In het verleden werd in veel geval len een telex gestuurd naar de Centrale Recherche Informatie. Op grond van die gegevens w=>rd over de jarenitchtig het aantavoe'eni ie personen, is chat op <ie Asadulla vijftien! straa.-i pjjt noordwestelijke hoorlij] Khair Kn -,m heeft hij zijn zen aMingen uitgelaaid: twee lam- v pen en een fraai wijnrood tapijt, waarop bezoekers plaats mogen nemen. Zijn koelkast en televisie is hij al kwijt, aan mujahedeen. In heel Kabul krioelt het van de men sen die hun spullen, van aktentas tot theekopjes, noodgedwongen te gelde proberen te maken voor wat eten. Asadullah werkte tot vorige herfst voor een reclamebureau. Maar zijn kantoor lag in de frontlijn en bo vendien was de animo voor adver tenties gering. Zoals tienduizenden in Kabul heeft hij in geen maanden salaris gekregen. Intussen moest hij wel zijn familie van acht mensen in leven houden, terwijl de voedsel prijzen blijven stijgen. Een kilo vlees in deze carnivorenstad kost nu 4000 afghani's, ruim het drie voudige van een jaar geleden. „Dan kun je de gedachte aan vlees wel uit je hoofd zetten," zegt Asadullah van groot belang voor vakantie gangers om goed voorbereid naar het buitenland te gaan. Hij raadde ze aan om risicogebieden in de wereld te mijden. „Wanneer een familielid verdwijnt, blijven de naasten vertwijfeld ach ter. Wat is er gebeurd? Leeft hij of zij nog? Hoe had ik dit kunnen voorkomen? Voor de achterblijvers betekent de vermissing jarenlange, .soms levenslange onzekerheid over 'het lot van de geliefde persoon. Ook wanneer de vermiste weer te rugkeert zijn problemen onvermij delijk. Hoe gaat het leven dan verder?," verduidelijkt Jan Acker mann (voorzitter Achterblijvers na Vermissing). „Bij achterblijvers spelen schuld gevoelens, verdriet, hoop en wan hoop de boventoon. Wat ze door maken, is meer verlies- dan rouw verwerking. Het grote verschil is dat voor achterblijvers het verlies niet zeker is. Voor achterblijvers kan nauwelijks sprake zijn van een laatste fase van acceptatie van het verlies en oppakken van het eigen leven omdat het verlies niet onom stotelijk is aangetoond." Ackermann schetst het beeld van achterblijvers die jarenlang zoek tochten ondernemen om de vermis te terug te vinden. Sommigen laten 's nachts de deur van de woning open staan omdat ze er nog steeds rekening mee houden dat de ver miste kan terugkeren. Dit ingewikkelde en moeizame ver werkingsproces kan leiden tot ern stige klachten: depressiviteit, irri tatie, spanningsklachten, maar ook tal van lichamelijke verschijnselen. Een verdwijning kan gezinnen compleet ontwrichten. De uiteenlo pende wijzen waarop de betrokke nen hun spanningen en verdriet verwerken, kunnen onbegrip wek ken. ,Als de een probeert te aanvaarden dat de vermiste overleden is terwijl de ander nog op een terugkomst hoopt, kunnen de gemoederen hoog :pplopen. Sluimerende conflicten rinnen een gezin kunnen ook wor sen aangewakkerd. Op het moment kt gezinsleden elkaar nodig heb- fcn, kunnen ze elkaar soms niet fereiken," aldus Ackermann. )p steun van de omgeving kan volgens Jan Ackermann ook lang niet altijd worden gerekend, zeker wanneer de vermissing al geruime tijd geleden heeft plaatsgehad. Ackermann: „Vrienden, kennissen en buren, maar ook familie, raken na verloop van tijd verveeld als de achterblijvers weer hun verhaal kwijt moeten. Vaak zeggen ze het niet, maar denken ze na vijf keer: 'we weten het zo langzamerhand wel.' En daar zit een groot pro- tleem. De achterblijvers willen ook a de honderdste keer hun ziele- pijn kwijt en raken daardoor steeds meer geïsoleerd." De omgeving heeft er vaak weinig begrip voor dat een rouwproces jaren kan duren. Slachtofferhulp: „Ook kan een mysterieuze verdwij ning aanleiding geven tot ver- dachtmakerij in de trant van: 'daar zal wel iets aan de hand zijn ge weest,' of 'hij zal wel in het drugs circuit zijn beland.'" Het ontbreekt achterblijvers ook aan mogelijkheden om op gangbare wijze afscheid te nemen van de vermiste. Bij overlijden kunnen na bestaanden deelgenoot zijn van een begrafenis, een steen ter nagedach tenis plaatsen en een graf opzoe ken. In toenemende mate zoeken achter blijvers dan ook rituelen of andere manieren om afscheid te nemen van de vermiste. Door, bijvoor beeld, een kerkdienst te organise ren, een advertentie in een dagblad te plaatsen of een bundel met ge dichten van de vermiste persoon uit te geven. Naast de complexe, emotionele ge volgen van de vermissing, spelen ook praktische problemen vaak een pijnlijke rol. De vermogensrechten van de vermiste persoon zijn ver gaand door de wet beschermd. Dit houdt verband met vermissingen na de Tweede Wereldoorlog. Al met al kan pas vijftien jaar na een vermissing 'met vermoeden van overlijden' en een gerechtelijke procedure tot uitkering van het vermogen worden overgegaan. Een problematische situatie ont staat ook wanneer iemand ver dwijnt met achterlating van een schuld. Schuldeisers die bang zijn om achter het net te vissen, schro men dan niet om zich bij de in verdriet gedompelde achterblijvers te melden met de vraag: 'Mogen we even vangen?' Een eis waaraan niet zelden een juridische onderbou wing ontbreekt. Jan Ackermann spreekt over 'soms schaamteloos gedrag' van tal van instanties, die 'geen oog hebben voor het leed van achterblijvers.' Op een indirecte, maar toch zeer persoonlijke wijze, beleeft Jan Ackermann zelf tot op de dag van vandaag de gevolgen van een ver missing. Met de adoptie van tiener dochter Bineroy kwam de Bloe- mendaalse familie (vader, moeder, zoon en dochter) Ackermann in 1982 in de ban van een mysterieuze verdwijning. Want de moeder van Bineroy, een gescheiden vrouw, verdween op 2 januari 1978 van de ene dag op de andere, zonder een spoor achter te laten. In één klap raakte een gezin van zes kinderen uit Amsterdam-West moederloos. Hun vader was niet in staat om ze op te vangen. De zes kinderen werden uiteen gedreven. Bineroy belandde in opvanghuis Amstel-Stad. Vier jaar later werd ze liefdevol opgenomen bij de fa milie Ackermann. „Al vrij snel werd het gezinsleven overschaduwd door haar intense verdriet. Ook gevoelens van jaloe zie kwamen bovendrijven bij onze kinderen (toentertijd zoon van 14 en dochter van 17) omdat onze pleegdochter vooral in het begin veel aandacht nodig had. Maar ge leidelijk aan groeiden we niet uit, maar naar elkaar toe. En dat geeft voldoening. We hebben min of meer de narigheid van anderen in huis gehaald, maar zijn daardoor een stuk rijker geworden," zegt Ackermann. Met een stralend gezicht vertelt hij een pleegdochter armer, maar een schoondochter rijker te zijn gewor den. Want zijn zoon en Bineroy zijn inmiddels getrouwd en hebben twee kinderen. Bineroy is nu welis waar zelf moeder, maar diep in hart nog steeds op zoek naar haar moeder. Doordrongen van dit besef is Jan Ackermann al meer dan tien jaar bezig met een speurtocht naar de moeder van Bineroy. Waar is ze gebleven? Op het politiebureau Warmoesstraat in Amsterdam, waar de aangifte van de vermissing in een papieren warwinkel kwijt raakte, konden ze Ackermann niet verder helpen. Een buurtonderzoek in Amsterdam-West en een rond tocht langs huisartsen, ziekenhui zen, instanties (van Leger des Heils tot Rode Kruis) haalde ook al niets uit. Ackermann: „Het is alweer vijftien jaar geleden dat ze spoorloos ver dween. Menselijkerwijs gesproken, moet je gaan twijfelen aan het nut van een zoektocht. Maar Bineroy heeft het sterke gevoel dat ze nog leeft. Elke keer als ik haar spreek, zie ik in haar ogen de weerspiege ling van de vraag: én..?"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 39