DE STEM hfan Dorst Chrysler, I 8en hetHpinriedlt'e berciken te" Elf jaar geleden won Hennie Kuiper op indrukwekkende wijze de helletocht Parijs-Roubaix 6Mes felicitations Formidable.9 i L Ook bij een aannemer op de steiger zou Hennie Kuiper hard hebben gewerkt LaLITEIT LEASEN?, CHRYSLER LEASEN B il geldt als een tip 3 staat van link investeren. ij te maken met Postpakdozen ende tijd veel ibities. Intussen men doen. Via rots mag zijn. Ijpjelhuislaan 156-Breda-Tel. 076-715511 I Sport ZATERDAG 9 APRIL 1994 DEEL w .w 'i f J ^.„sseienstroken in tl Noordfranse land jjben de laatste jaren ^rgeleden onder de altmachines. Maar er nog genoeg over om ijrijs-Roubaix bij lielrenners gevreesd te jaken. En zeer geliefd jjhet publiek. larijs-Roubaix, een Magische klank in nelerland. Morgen jtrekt het peloton weer ,r deze tocht door de iel van het Noorden. :n wonder dat De Irote Kei, het passelijke presentje arde winnaar, een van weinige trofeeën is die at te pronken in de luiskamer van Hennie [aiper, de winnaar van 983. ior Vincent Ronnes ktnekamp - Aan de rand van lenekamp heeft hij zich ge- Tussen hen die met d onderkomens kunnen la- a zien dat ze geslaagd zijn liet leven. fcie jaar geleden keerde de oormalig beroepsrenner, [et vrouw en twee kinderen, i in zijn geboortestreek, bokt, 'gemazeld en -zonder lianciële zorgen. [itoch is er weer die twijfel. t I weet niet of ik het weer zou zegt hij. „Natuurlijk, felrennen, dat wel. Maar weg- uit Twente. In 1973 ver- isde hij naar West-Brabant, s besef nu dat ik heel veel heb [geleverd,mijmert hij in de uiskamer van het royale huis lat hij drie jaar geleden liet louwen. ,vente betekent heel veel voor le. Dat voel ik nu pas." Het was trainen, trainen, trai- Heel veel spanning, ja, ook huis. Of ik was weg, óf het huis gt vol met mensen. Ik heb als iter in een roes geleefd. De ngen niet echt meegemaakt. Ik mijn kinderen als kleintjes [uwelijks vastgehouden. We ogen wel naar een verjaar- [gsfeestje, maar als het gezellig jon te worden, dan moesten [j naar huis. Ik besef nu dat ik tleefd heb om te werken, meer igewerkt om te leven." jet bewijs daarvoor is de con- itering dat hij bij zijn vertrek t Putte geen grote kennissen- 'ng heeft achtergelaten. „Daar lanen we geen tijd voor. p oIs hij het anders had ge- Imj? )an zou ik schuld gevoeld heb- in." |an 1973 tot 1986 was hij prof. Ton grote wedstrijden, maakte f gouden tijden van de Neder- indse wielrennerij mee. Nu rijdt R als ploegleider achter het jfloton aan en speelt met de Ptffidste Amerikaanse renners Motorola-ploeg opnieuw (et spel mee. s verlegen, stotterend Twents kwam hij in de grote jereld terecht. En heeft er veel fwdwaar hij nu zijn voordeel F san doen. je tent mondiger geworden. san nu makkelijker nee zeg- r\ fat komt het werk ten poe Wat ik heb geleerd is dat f nooit dingen moet doen waar LT acbter kunt staan. Men- fsunnen mooi praten als ze je 1^8 hebben." int Z6'dai stonk R'i ón die praatjes. Hij vloog er ■twmaar weer ln- dacht niet t' genoeg na. Hij heeft ge- Be'en met Zijn krachten. ïe'tjn "te V6€* ®ekoerst om §oed fc!u!ndag!norSen 10 april 1983 Irit P t Zlc,b 'tl'1 renners voor de nt !s'Roubaix- Hoe zeer ze «eten dat deze tocht van bi! Ts door het Noord- Si 7ii„ een verschrikking toi-L V00r mens en materiaal feu riple met z'in allen toch Ken de Hel van het [Jiio ttitParbS"Roi'')a'x achter hplp Weet te sc^rÜven is Jlog 2ftalfote- a^s dan ook ,dezondag0inaaakDr0i|deZetWee" indhimk- apnl' regen «n iveren k a8e aan het decor P" deze v, o a' bet uitrijden ^formaat Wn Prestatie pchts 32 fl van de middag ket nnit e.rs de eindstreep Van Roubai* Wlelcrstadionnetje 'Te veel gekoerst om goed te zijn Hennie Kuiper geconcentreerd op z'n fiets. FOTO ANP „Ik heb altijd met heel veel naïviteit gefietst. Wel met een geweldige inzet en met veel en thousiasme. Daar heb ik veel mee gecompenseerd. Daardoor heb ik zaken verwezenlijkt die niet zo eenvoudig waren. Daar om heb ik ondanks alles toch Parijs-Roubaix kunnen winnen. Maar ik zat negen keer bij de eerste tien. Ik had 'm vaker moeten winnen. Ik ging te vroeg of kwam te laat, ik heb nergens naar gekeken." „Dat deed ik als amateur meteen al fout in Olympia's Ronde. De eerste dag reed ik meteen in de oranje trui. Daags erna reden ze me op een half uur. Van taktiek had ik geen kaas gegeten." „Door die naïviteit heb ik nooit met de vuist op tafel geslagen. Daardoor heb ik nooit de ploeg om me heen gehad, die ik nodig had. Ik besefte niet wat er gaan de was, ik fietste maar. Als ik bij een aannemer op de steiger had gestaan, had ik ook hard ge werkt." Misschien kun je ook zeggen dat je als jong rennertje heel slecht bent begeleid? „Het is twee-richtingen-verkeer-. Misschien was ik er niet ontvan kelijk voor. Wanneer heb je vat op iemand? Ik was heel wantrou wig. Het was ook de tijd dat je voor het eerst hoorde van do ping, combines, en noem maar op. Ik vertrouwde de mensen niet en nam dus niets aan." Had jij het spelletje niet door? „Ik had het spel wel door. Ik wist het wel. Maar ik had niet de behoefte om het door te hebben. Snap je? Een mens zit raar in elkaar." Revanche Laat mij maar fietsen, dacht het manneke uit het Twentse land. Het is de elfde keer dat Hennie Kuiper Parijs-Roubaix fietst. Topfit, na trainingsdagen van zes, zeven, acht uur, verschijnt hij aan de start. In het eerste deel, dat leidt over mooie geas falteerde wegen, zit hij al steeds voorin. Ook als het serieuze werk op de kasseien begint, is hij erbij. Geen wonder dat hij deel uitmaakt van een negen man sterke kopgroep. De kopgroep wordt snel kleiner. Slechts de hele sterken kunnen het beulswerk van Kuiper ver dragen. Hij blijft aanvallen. De ze krant zal de volgende dag schrijven: „Niet met een splij tende demarrage. Het was als het schudden aan een boom, waar de rijpe appelen vanaf va- len." Pas als ze op zijn tenen gingen staan, werd hij driftig. Dan kwa men er wonderbaarlijke krach ten in hem boven. „Het is de rode draad in mijn carriere: revanche. Als ze me pijn hebben gedaan, dan hebben ze een kwaaie aan me. Dit zijn misschien afgezaagde verhalen, maar ik kom er niet voor niks steeds op terug. Revanche is mijn rode draad. Dat is waar het bij mij steeds om draaide." Dus werd hij wereldkampioen een jaar nadat hij, naar zijn gevoel, ten onrechte niet mocht meedoen. Dus won hij grote wedstrijden op momenten dat anderen hem al hadden afge schreven. Heb je last gehad van je af komst? Als jongetje van het Twentse platteland plotseling in de grote mensen-wereld? „Nee, ik heb daar geen last van gehad. Het is wel zo dat ik altijd in een heel beschermde omge ving heb geleefd. Voor mijn mili taire keuring stapte ik voor de eerste keer op de trein." Het was volgens hem de stress, de spanning die hem bekendheid gaf als het stotterende jongetje. „Ik werd tweede in Olympia's Ronde en toen moest ik ineens een interview geven voor de tele visie. Echt, ik kreeg er geen woord uit." Kuipers kansen lijken verkeken als hij door een valpartij zelf de aansluiting met het kopgroepje mist. Hij komt terug. Elf jaar later vertelt hij: „Man, ik voelde me zo sterk. Ik dacht, zal ik eerst even wat eten of zal ik ermaar gelijk overheen gaan. Dat lijkt hoogmoedig. Maar ik voelde me echt zo sterk." Heel even wacht hij om er ver volgens op klassieke wijze van door te gaan. Net als het einde van de vermaledijde kasseien in zicht komt, rijdt hij een band lek na een plotse uitwijkmanoeuvre voor een fotograferende suppor ter. Maar toch, als broekie reed jij de longen uit je lijf. Je toonde wils kracht, karakter. Dat was nog eens wat anders dan de verwen de jeugd van tegenwoordig, of niet soms? „Dat hoor je zoveel. Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Er stak vorig jaar een hele storm op toen Raas en Post dat riepen. Post was heel negatief over de toekomst. Ik ben het er helemaal niet mee eens als gezegd wordt dat het zou liggen aan de menta-. liteit van de jongeren." „De jeugd krijgt geen kans. Wat TVM doet vind ik heel goed. Die nemen vier of vijf jonge renners op en laten die rustig wennen en groeien." „En alles is anders geworden. Mijn zoon heeft nu een paar dagen vakantie. Hij kan kiezen. Videootje kijken of computeren. Wij hadden een boerderij thuis. Dan moest ik dat en dat en dat doen, werken. Die dingen moet je toch niet met elkaar vergelij- Hennie Kuiper in zijn nieuwe rol, die van ploegleider van Motorola. FOTO DE STEM/BEN STEFFEN Half Nederland was machteloos getuige van de wielerprof die met een kapot wiel in de berm van een plattelandsweggetje staat te zwaaien foto cor vos ken. Neem van mij aan: als jon geren nu ergens voor staan, gaan ze even hard tot het uiterste." "Het materiaal nu beter? Makke lijker voor hen? Dat is steeds waar wij van onze generatie ons aan vastklampen. Wij hebben zelf toch ook veel betere en mooiere spullen gekregen?" „De mentale instelling is het belangrijkste van alles. Natuur lijk moet er aanleg zijn, van een ezel kun je geen renpaard ma ken." „Ik zeg wel eens: je moet er als jongere tegenwoordig veel meer voor over hebben. Om al die leuke dingen opzij te zetten. Niet zozeer bij ons, maar in de tijd van Gerrit Schulte was het wiel rennen nog een mogelijkheid om uit de grijze massa weg te ko men. „De nieuwe generatie komt. We winnen nog steeds etappes, zo slecht zijn we dus nog niet." De Italianen winnen wel erg veel, vind je niet? „Al dat gepraat over EPO en zo. Ik vind het erg goedkoop om te zeggen dat ze dat gebruiken. Een renner moet medisch perfect in elkaar zitten. Punt uit. Als dat het wondermiddeltje zou zijn, dan zouden er toch meer landen zijn waar ze het gebruiken? De Italianen zijn echte vakmensen, dat is het 'm. Ze zijn heel profes sioneel, helpen elkaar goed. Ze worden mentaal ook heel sterk. Ze leren omgaan met stress en dergelijke." Moeten we gewoon maar af wachten tot er een nieuwe gene ratie wielrenners opstaat in Ne derland? „Nee, we moet niet op ons gat gaan zitten. Er moeten andere trainingsmethoden komen. Net als de Italianen. Werken met schema's. Intervaltraining. Daar deed ik al heel vroeg aan. Ik ben ervan overtuigd dat ik daardoor in 1985 Milaan-San Remo heb gewonnen. Ik had tot dan toe enorm veel getraind maar lang niet hard genoeg, te eentonig. Ik had een te lage hartslag. Dat is precies wat de Italianen nou ook doen. Ik ben altijd wel in ge weest voor nieuwe ontwikkelin gen. „We hebben gouden tijden mee gemaakt. In tien jaar tijds had den wij vier keer een wereld kampioen. Dat is eigenlijk on mogelijk. Die tijden komen dus ook echt niet meer terug." Helaas, geen ploegleiderswagen in de buurt. Wel een televisiecamera. Waar door miljoenen mensen, onder wie half Nederland, met het klamme zweet in de handen, machteloos getuige zijn van de wielerprof die met een kapot wiel in de berm van een Noord frans plattelandsweggetje staat te zwaaien. Een van de meest bloedstollende scenes uit de vaderlandse wieier- historie. Is er dan niemand in de buurt om de kleine held aan een nieuw wiel te helpen? Uiteindelijk komt het toch goed. Ruim een minuut voor zijn bela gers draait hij triomfantelijk de wielerbaan van Roubaix op. Hoe groot de betekenis is van deze overwinning wordt al een kilometer voor het einde duide lijk. Er begeeft zich een auto naast de kleine koploper. Met als bestuurder de grote wielerbons, Felix Levitan zelf. Hennie weet het nog precies. „Hij draaide zijn raampje open. Monsieur Kupèr, mes felicita tions. Formidable." Een trotse gloed flikkert op in de ogen van de held van destijds. En hij herhaalt het nog eens, in zijn beste Frans. „Formidable."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 9