Weekend De Antillen contra de maffia Gemiste kans DE STEM Ons land wordt overstroomd door asielzoekers. Nou ja, overstroomd? Wat zeggen die verdrevenen nu helemaal op een bevolking van bijna vijftien miljoen? Ze hokken noodgedwongen in leegstaande kazernes, verlaten hotels, bouwvallige tehuizen en tochtige caravans. Velen wachten maanden op hun eerste contact met ambtenaren van het ministerie van justitie. Welcome to hell. 'Ondanks alle mooie woorden is Nederland de vluchtelingen liever kwijt dan rijk' De complete bestuurlijke ex-top van St. Maarten moet zich maandag voor de rechtbank te Curasao verantwoorden voor een internationale corruptiezaak waarbij Italiaanse maffiosi zijn betrokken. Het proces is de eerste grote aanval van de Antilliaanse justitie op de internationale misdaad die zich graag nestelt op de Caribische eilanden. Maandag begint rechtszaak tegen bestuurders van St. Maarten nESTEM Het bisdom Rotterdam neem mei officieel afscheid van oud-bisschop mgr. Ronald P Bar. Sinds hij vorig jaar teru officieel wegens een zwakke gezondheid, woont Bar in he Benedictijner klooster van Chevetogne in de Belgische Ardennen. Daar is hij tot rus gekomen, nadat hij 'volledig ingestort'. Beschuldigingen zich had schuldig gemaakt a homoseksuele contacten kna zijn weerstand. Verslaggeve itube ontmoette mgr. Bar in Chevetogne. Een goedlachse zich nog steeds kwetsbaar a Op verzoek va Vrouwen van vergeleek de s Ellen Hümme verkiezingspr van CDA, Pv D66 en Groen elkaar met he emancipatie-- Erg opgewek Hummels er ZATERDAG 9 APRIL 1994 De beslissende slag is dit jaar in de Ronde van Vlaanderen gevallen nabij Denderwindeke. Te Denderwindeke dacht ik aan mijn mislukte pogingen, lang geleden, om door te breken in de wieler sport. Ik kon destijds -Wim van Est had zojuist wereldfaam veroverd met zijn val van de Aubisque - maar niet de hand leggen op een twee dehands krom stuur. Het is er niet van gekomen. Zou ik hete tranen hebben geweend op de gladde kasseien van Parijs-Roubaix? Zou ik in Luik-Bastenaken-Luik, op de Muur van Hoei, in dienst van Gastona Nencini mijn kloten heb ben afgedraaid? Jawel, zo spreken wij, de slaven van de weg. We draaien onze kloten af, rijden het snot voor de ogen en kunnen, met het hoofd tussen de kabels, soms van ver moeidheid niet meer over een opgevouwen krant fietsen. Ik weet dat ik menigmaal, na een doffe klap van de Man met de Hamer, dood zou hebben geze ten, wachtend op het mirakel van de tweede adem. Ik zou dagenlang vierkant hebben gereden, zwarte sneeuw hebben gezien en met zure poten over de flanken van de Mont Ventoux zijn gekropen, op smekende toon de litanie van Allerlheiligen biddend en roepend om steun van de Moeder Gods. Als ik er vroeg bij was geweest had ik in de schaduw van de Adelaar van Toledo, Frederico Ba- hamontes, kunnen rijden, toen deze oud en vermoeid raakte. Ik had kunnen meesprinten met Franco Bitossi, de Man met het dwaze Hart, met André Darrigade, de Vliegende Bask, Jean Dotto, de Wijngaardenier van Cabasse, Raymond Impanis, het Bakkertje van Berg dat zijn krachten putte uit het vreten van rauwe uien, en Briek Schotte, de laatste der Flanel riens. Ik ken de leren kop nog van Iran Robic en ik herinner me nog het wereldkampioenschap van Fiel Middelkamp. Wat voor bijnaam zouden ze mij toen gegeven heb ben? De Zingende Rat? Het Fust, de Professor (alle wielrenners met een bril veroveren deze titel) of de Adelaar van de Acht Zalig heden? Zou ik de moed hebben gehad om in de steile afzink van de Alpenreuzen in het wiel te blijven van Fiorenzo Magni, de grote daler? Of zou mijn wielerloopbaan be perkt zijn gebleven tot beschei den criteriums, die door de gro ten van het vak worden afgedaan als 'een rondje om de pisbak'? Ik zou begonnen zijn op een fiets van gasbuizen, een eigenbouw model, dat spottend een bokke- wagen wordt genoemd. Wel, alzo begon ook Den Bras, die nog een hamer onder zijn trui moest mee slepen om af en toe een corrige rende klap tegen het voorwiel te kunnen geven. Ik had natuurlijk geen koersbroek en droeg keurig gepoetste moliè res, op grond waarvan de geves tigde grootmachten in het pelo ton riepen dat ik nog geen deuk in een pakkie boter kon rijden. Hoe zou ik me hebben geweerd in de dance des grimpeurs en in de explosieve high noon-gevechten van de sprinters met de turbo- dijen? Zou ik, kansloos als een drol in het rond gereden hebben of, laaiend van energie, al mijn duivels hebben ontbonden? Zou ik als een emmer hebben ge staan, met onwillige, zure poten? Het is waar, sommige ezels wor den nooit een renpaard, maar bij iedere klassieker is er wel een moment, zoals bij Denderwindeke in de Ronde van Vlaanderen, de Muur van Hoei in de Ardennen, de Poggio in de Primavera, waar op ik me afvraag hoe ik er zou hebben gevlamd. Wat zou het geworden zijn? Een leven van bloed, zweet en tranen, van harken en duwen met als bekroning van de dag een kwak en een smak in de sprint? In hoeveel koersen zouden de gor dijnen vroeg moeten worden dichtgetrokken en de hohouwers aangeknepen door hevige kram pen door zoutgebrek of een hoge zadelstand? Zou ik de lampenier van het pelo ton zijn geworden, een pakhaas die de peer van Pollentier van node had om de stenen uit de Patersberg te rijden? We zullen het nooit weten. Ik had een plaats kunnen verwerven in de galerij der kampioenen, misschien. An derzijds is mij groot leed be spaard gebleven. 'Welcome to heil' Door Carlo Nieborg en Hans Bos Het paspoort waarmee T. zijn land uit pro beert te komen, is echt. Zo op het oog mankeert er niets aan. Maar aanvankelijk ontbreken er twee stempels. Het eerste krijgt hij in ruil voor een sportfiets en het tweede.... De ambtenaar wil het niet geven. Er ontbreekt nog een belangrijke verklaring, houdt de oudere dame hem voor. Uiteindelijk belandt hij bij haar in bed.,Veel te oud voor zijn smaak, door 'een nacht zijn ziel af te knijpen'. In Nederland meldt T. zich bij de vreemdelingenpolitie. Politiek asiel? IJzi| antwoordt de functio naris dat dat op zijn bureau niet kan. Waar dan wel? Een opvang centrum, zegt hij. Waar? Weet ik niet. Ik zal eens bellen. Maar hij krijgt geen contact. Ga eerst maar weer naar huis, adviseert hij korze lig. Nee het paspoort hou ik. Vier dagen later belt een collega. Is hij nog niet weg? Er is iets misgegaan. De buitenlander had al lang weg moeten zijn. "Dan krijgt hij het advies om zich binnen 48 uur te melden bij een opvangcentrum in het oosten van het land. Daar weten ze van niets. Het is zaterdag en geen enkele instantie is te bereiken. 'Een spontane aanmel ding', mompelt de veiligheidsbe ambte, tevens receptionist. T. krijgt bestek uitgereikt en een deken. Een rondleiding door het voormalige kazernecomplex toont hem de keuken, de eetzaal, waar de koffie staat, de thee en de melk enz. Als hem de toiletten zijn gewe zen, wacht hem een koude douche. Hij drukt op de knop van de water spoeling en als uit een fontein spuit het water uit de afgebroken pijp in het rond, maar vooral op de kandi daat-asielzoeker. Hij kan er zelf nog om lachen, maar die lach trekt weg als hem zijn slaapplaats moet worden ge wezen. Er is nog plaats vlak naast de deur, op de grond op een zaal waar al 22 mensen bijeenhokken. Het is er warm, benauwd en be dompt. Een Somalische verzorgt haar kind. Een aantal Joegoslaven zit in een hoekje op gedempte toon te praten, anderen liggen in hun stapelbedden. Er heerst een apa thische sfeer. Een donkere man en en een blanke vrouw lepelen traag vruchten uit blik. 'Welcome to hell' staat op een achtergelaten school bord. Wat u zegt... Er zijn maar een paar die zijn taal spreken. Al gauw blijkt dat er veel mensen al maanden zitten. Een Angolees al zeven maanden. Hij wacht nog steeds op zijn eerste gesprek. Wachten, wachten, wach ten. Op wat? Zoals hij zijn er duizenden. Dag in dag uit in onze kerheid of ze asiel kunnen krijgen. Als we zd met de aanvragers om gaan, is het logisch dat we niet meer weten waar we er mee naar toemoeten. Na het weekend krijgt T. een defi nitieve slaapplaats toegewezen. Met zijn tienen proberen ze zo goed en kwaad als het gaat hun privacy af te schermen. Tussen de bedden en de kasten hangen doeken waar achter de bewoners zich terugtrek ken. Een eigen kamertje in een onveilige wereld, gestoffeerd met wat schamele bezittingen: een pop petje, een ansichtkaart. Iedereen is aanwezig, maar het is er doodstil. Ondanks deze voorzieningen is er geen enkele privacy. Vrouwen en mannen van verschillende leef tijdsklassen en kinderen leven in één ruimte. Proberen dat althans. Ze voelen zich geremd. Niemand kan er zijn kleren uittrekken, dat kan alleen in de openbare wasgele genheid of op het toilet. Niemand durft in zijn ondergoed te slapen of in zijn nakie. Opstaan hoeft niet. Je kunt de hele dag in bed blijven liggen. Je moet er alleen eenmaal per dag uit om een stempel op je rode kaart te laten zetten. Het is moeilijk om een weg te vinden, maar aspirant-asiel zoeker T. dwingt zich ertoe om voor tien uur op te staan. Hij neemt een douche, kleedt zich aan en gaat naar de kantine om te eten. Dan gaat hij weer naar bed, tot- het avondeten. Een beetje televisiekijken en dan weer naar bed. „Ik krijg pijn in mijn rug van het slapen," klaagt hij na een paar dagen tegen zijn fami- -- non voetbaü nien zeven gen ze speciale voorzie^ Maar zwanger worden in zo'i vol centrum is niet makkelijk." moet met je man of een partner) je in het centrum opdoet het bm of ergens achter op het vc rein, in het donker waar je ziet en hoort. Op ruim derd bewoners zijn gemiddeld zeven of acht vrouwen zwanger Een van de mannen op T.'s kj is bevriend met een meisje keuken. Dat blijkt een ge„ voordeel. „Het leukste vind vreetpartijen 's avonds laat kamer. Allemaal hebben we ij loop van de dag dingen 0 spaard. De een heeft van de boterhammen die hij 's middag, de keuken haalde, er vijf mee» men, een ander pikte extra hai broodbeleg. Af en toe doet ien in de stad inkopen en enkele di per week is het winkeltje in centrum open. Van twintig gj) in de week kun je niet al te 1 kopen," zegt T. Tijdens die eetpartij is er cont tussen de kamerbewoners. Bi niemand kan de ander verst! maar het gedeelde lot legt stevige basis voor onderling ba Natuurlijk kan dat 's nachts ve deren als je buurman langdurig te snurken of te hoesten. over doe lie die al een paar jaar in Neder land woont. De verveling is moei lijk te bestrijden; angst en gevoe lens van uitzichtloosheid liggen elk moment op de loer. Van een tijdelijk opvangcentrum gaat het, als het goed is, naar een opvangcentrum. Vervolgens is het wachten op een plaats in een asiel zoekerscentrum. En daarna? Spaarzaam telefonisch contact met familie in zijn vaderland leert dat de geheime dienst daar al weet dat hij in Nederland politiek asiel heeft aangevraagd. Persoonlijke spullen zijn doorzocht, papieren zijn mee genomen. Is de informatie doorge geven door de Nederlandse politie? Veel mensen kunnen die verveling niet doorbreken. Ze sluiten zich in zichzelf op. Hun persoonlijke trau ma's zijn blijkbaar te groot. Ande ren die wel willen praten om aan de verlamming te ontkomen kun nen dat vaak niet „omdat niemand hun taal spreekt. T. kan zich alleen met gebaren redden, maar vaak is hij daarvoor te moe. Dag na dag hetzelfde ritme. Het centrum is open, dat wel. De bewoners kunnen de stad in, maar die ligt zeker tien kilometer ver. Dat loop je niet elke dag. En het zakgeld van twintig gulden per week is te weinig om een bus te nemen, als die er al was. Na verloop van tijd beginnen de bewoners in het centrum allerlei manieren te zoeken om zich geeste lijk en lichamelijk op de been te houden. Ze verzinnen gokspelle tjes. Er ontstaat een zwarte markt. Produkten komen uit de stad. Een fiets kost in het centrum 25 gulden. Er worden kleren verhandeld en schoenen. Ook drank en hasjiesj. Hoe weten de vluchtelingen in godsnaam aan hasj te komen? Stempelen is van levensbelang. Drie keer niet stempelen betekent: geen geld. Bij langere afwezigheid moet je het centrum verlaten en word je bovendien uit de procedure gegooid. Je bent (weer) illegaal. Iedereen houdt zich angstvallig aan deze regeling. Niemand kan dus FOTO HANS BOS .iet centrum verlaten. Iedereen is in afwachting van de interviews die een team van de vreemdelingen dienst moet afnemen. Er zou drie maanden geleden al mee zijn be gonnen. Maar tot dusver heeft zich nog niemand laten zien. Af en toe gaan er geruchten onder de vluch telingen, maar niemand weet iets zeker. Ook de leiding van het cen trum kan niets met zekerheid zeg gen. Soms komen de opgekropte spanningen tot een uitbars ting. In de rij om het week geld in ontvangst te nemen, probeert iemand voor te dringen. Een ander neemt dat niet en er breekt een vechtpartij uit. Cen- trumpersoneel probeert de vech tenden te scheiden. Dat lukt even, maar dan blijkt al snel dat beide kemphanen hun landgenoten bij een hebben getrommeld. Op wat eens de appelplaats was, ontstaat een enorme vechtpartij. Twintig politiewagens uit de dichtstbijzijn de stad stormen na anderhalf uur het centrum op als de gevechten al bijna geluwd zijn. Twintig vluchte lingen waren bij de knokpartijen betrokken, vier worden er door de politie meegenomen. Misschien worden ze overgeplaatst, maar dat weet T. niet zeker. Vrouwen hebben de mogelijkheid om zwanger te worden. Dan krij- hoesten. Het eerste gesprek met Jj tie (dat beslist vraag of hij kans maal asiel) kan nog maande zich laten wachten. Toch nu die tijd niet bij zijn famili Nederland doorbrengen. Hij zich elke dag bij de vreemdelij politie in de woonplaats van broer kunnen melden, oppert Maar 'het systeem' staat derge afwijkingen van de regels niet In afwachting van het 'intak terview' mag niemand buiten centrum verblijven. Als de broer van T. vraagt nas logica van deze maatregel, ambtenaren er het zwijgen toe! klinkt logisch wat u zegt, een maatschappelijk werker, het is tegen de regels. Bovs kunnen we niemand een spet behandeling geven. Dat leidt onrust in het centrum. Ook argument dat er op die manier plaats vrijkomt en dat de wordt ontlast van zijn fina» verplichting kan de functioi niet vermurwen. Hij kan doen. Dit is een zaak van Juk en daar gaan wij niet over. Justitie verwijst weer naar VI Dat gaat immers over de ting in de centra. Ja, dat wel, zonder een 'intake-gesprek' n* wij van Justitie niemand bi een opvangcentrum plaatsen. In immigrantenkringen doet verhaal de ronde dat dit wuste vertragingstaktiek overheid kén de stroom niet omdat ze die niet aan wil. Jus stelt niet genoeg mensen bescl baar voor de afwikkeling van procedures. In de kampen mensen die al maanden wachtel het eerste gesprek, terwijl voor kende asielzoekers aan de kant van de pijplijn geen ruimte beschikbaar is. „Het is volgens het Darwinisti principe," zegt een immigrant twintig jaar geleden Neder binnenkwam en zich nu inzet' vluchtelingen. „Vluchtelingen niet erg zeker zijn van hun a overwegen zo eerder het centrum te verlaten. Naar een der land of zelfs weer terug het land van herkomst. Ook iemand betrokken raken bij ve partijen en om die reden woi weggestuurd. Op die manier ta staat zich ontdoen van een gevallen. Ondanks alle woorden is dat aardige, tol Nederland de vluchtelingen kwijt dan rijk." Door Ton de Jong De gebeurtenissen die vooraf gingen aan het proces dat maandag begint tegen Claude Wathey, de zo smadelijk van zijn troon gevallen 'koning' van St. Maarten, zijn een filmscript waardig. Een paar hoogtepunten: Na zijn arrestatie in oktober pro beerden aanhangers van Clau de Wathey lijfelijk te voorko men dat hij van St. Maarten naar Koraal Specht, de gevan genis op Curasao, werd gevlo gen. Claude's zoon Norman ging daarbij zelfs voor de wie len van de arrestantenwagen liggen. Een van de mede-verdachten, de 150 kilo wegende Italiaan en onroerend goedmagnaat Rosario 'Don' Spadaro, vluchtte met zijn jacht (overi gens zonder zijn uit Zuid-Lim burg afkomstige vriendin) maar kon door de politie van het nabij gelegen Guadeloupe worden ingerekend. Het voorarrest van Wathey werd onderbroken om hem in Boston voor hartklachten te laten behandelen. Ondanks een uitdrukkelijk verbod van de rechtbank trok hij vervol gens voor de televisie fel van leer tegen iedereen die zich tegen hem had gekeerd. De rechtszaak die dagen gaat duren, zal de geschiedenis in gaan als de luchthavenaffaire. St.Maarten, in de brochures aangeprezen als The Friendly Island, heeft een veel te kleine luchthaven om de stroom Amerikaanse toeristen te ver werken. Don Spadaro, die op St. Maar ten het prestigieuze winkel-, gok-, hotel- en uitgaanscen trum Maho Bay bezit, bemid delde in 1989 tussen het ei- landsbestuur van St. Maarten en Italiaanse bankinstellingen en aannemers voor het^sluiten van leningen en voor het gun nen van orders ten behoeve van de uitbreiding van de luchthaven. De telefoongesprekken hier over werden in het kader van een maffia-onderzoek afge luisterd door de politie van Venetië en het bleek dat de Siciliaanse aannemer Graci smeergeld heeft betaald aan Wathey (67) en zijn companen. Daartoe behoren zijn zoon Al, Frank Arnell, de directeur van vliegveld Prinses Juliana en de voormalige gezaghebber Ri chardson. Ze zitten sinds okto ber in voorarrest. Juliana Conzorsio, de aanne merscombinatie die de uitbrei ding van de luchthaven ge gund kreeg, is niet verder ge komen dan een klein houten kantoortje en een stuk hek van vijftig meter lang. De 17 mil joen dollar die door de Itali aanse banken waren voorge schoten en waarvoor het ei- landbestuur zich garant heeft gesteld zijn in het niets ver dwenen. Een civielrechtelijke procedu re om dit geld van Wathey c.s terug te krijgen liep in 1992 uit op een mislukking. Justitie heeft de strafrechtelijk afhan deling van dit corruptieschan daal beter aangepakt. Een speciaal team, Paros gehe ten (dat staat voor Pro-actieve research St.Maarten), bestaan de uit negen Antilliaanse en acht geleende Nederlandse re chercheurs heeft vanaf begin 1993 hard aan de zaak ge werkt. Op St. Maarten zijn in totaal vijftien verdachten aan de tand gevoeld. In Nederland werden de drie Italiaanse ver dachten onder wie Geatano- Graci en dr. Vincenzo Betucci verhoord. Ze kwamen naar Nederland op voorwaarde dat zij hier niet werden aangehou den. De verdachten staan maandag terecht voor een reeks van strafbare gedragingen. Vals heid in geschrifte en deelname aan een organisatie die ten doel heeft misdrijven te plegen zijn de belangrijkste. Justitie is zeker van haar zaak, zo verklaarde in januari van dit jaar procureur-generaal mr. R. Pietersz tegenover deze krant. Vrijspraak zou rampzalig zijn voor de rechtsorde op de Ne derlandse Antillen. Het proces is namelijk meer dan het ter verantwoording roepen van een handvol malafide bestuur ders. De Antilliaanse overheid wil gesteund door minister Hirsch Ballin afrekenen met een politieke cultuur waari» het aannemen van smeergeld een normale zaak is geworden De rechtszaak moet ook een duidelijk signaal worden rich ting internationale mis daadsyndicaten die in de An tilliaanse eilanden aantrekke lijke doorvoerhavens voor drugs en gesmeerd lopende geldwitwasserijen zien. Con creet: dezelfde Italiaanse ma - fiosi zijn betrokken bij mal- versaties rond de bouw van hotels op Bonaire en Aruba Op de Antillen gevestigde brievenbusmaatschappijen hebben in minstens tien grote Italiaanse corruptieschandalen een rol gespeeld. Wathey, die veertig jaar lang voor achter de schermen op St. Maarten de dienst uitmaakte, is de perso nificatie van heulen met maffia en van een Po1® cultuur waarin het eigen" lang voorop staat. Een vern dering van de machtigste m van St. Maarten is een serieuze waarschuwing aan alleAn liaanse gezagdragers die met de deugdelijkheid van bestuur niet zo nauw nemen- De heuvels ron van Chevetog zich in donke wolken. Va het raam in dictijner kloo Philippe Bar O.S.B. naar en de gestaag vallende re 'uitzicht is al veertig jaar anderd. Gek hè. Hoe d doordraait, en hier alles zelfde blijft." Het is zomaar een da jaargetijde dat voorjaar Belgische Ardennen to grilligste kant, kermis in akkers zijn geploegd, 1 laag vette klei bedekt landbouwweggetjes. Dich bossen op de heuvels, kapelletje, maar verder s' geleden leefden hier m zijn vertrokken toen W een crisis belandde. Door Hans Rube a» In deze omgeving trok (66) zich vorig (jaar t moment dat de comm toenmalige bisschop dam losbarstte. Terug niteit van zijn klooste hij als 25-jarige voor betoverde schoonhei koorgebed leerde kwam er tot rust, her genot van een monnik „Onze orde is de ou westen, sinds de zesde wat me zo aantrok. E proefde filosofie, ver door de geschiedenis Benedictus schreef ee ment, dat nu nog van 'wees steeds tevreden tie die je aantreft', komt en men biedt drink je wijn. Is er dan drink je water. Zijn dagen zijn ge en meditatie, 's mor dags en 's avonds kloosterlingen in de b kerk. Een enkele b deze middag hun so gezang. A capella k prachtig vraag- en met galmende akoesti Aansluitend de mi Een Benedictijn lees bijbel en filosofische staand achter een le hoek van de refter, gend gegeten. Schale vis en rijst schuive naar man aan de l- tertafels. Omdat hij een gast h Bar zijn afwascorv aan een medebew gesproken zijn er voor oud-bisschoppe „Ik draai weer gew kloosterleven, het i communiteit: jong v hart. We hebben e Door Carla Joost i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 24