Weekend
De Antillen contra de maffia
Gemiste
kans
DE STEM
Ons land wordt overstroomd door asielzoekers. Nou
ja, overstroomd? Wat zeggen die verdrevenen nu
helemaal op een bevolking van bijna vijftien miljoen?
Ze hokken noodgedwongen in leegstaande kazernes,
verlaten hotels, bouwvallige tehuizen en tochtige
caravans. Velen wachten maanden op hun eerste
contact met ambtenaren van het ministerie van
justitie. Welcome to hell.
'Ondanks alle
mooie woorden is
Nederland de
vluchtelingen
liever kwijt
dan rijk'
De complete
bestuurlijke ex-top
van St. Maarten moet
zich maandag voor de
rechtbank te Curasao
verantwoorden voor
een internationale
corruptiezaak waarbij
Italiaanse maffiosi
zijn betrokken. Het
proces is de eerste
grote aanval van de
Antilliaanse justitie
op de internationale
misdaad die zich
graag nestelt op de
Caribische eilanden.
Maandag begint
rechtszaak tegen
bestuurders van
St. Maarten
nESTEM
Het bisdom Rotterdam neem
mei officieel afscheid van
oud-bisschop mgr. Ronald P
Bar. Sinds hij vorig jaar teru
officieel wegens een zwakke
gezondheid, woont Bar in he
Benedictijner klooster van
Chevetogne in de Belgische
Ardennen. Daar is hij tot rus
gekomen, nadat hij 'volledig
ingestort'. Beschuldigingen
zich had schuldig gemaakt a
homoseksuele contacten kna
zijn weerstand. Verslaggeve
itube ontmoette mgr. Bar in
Chevetogne. Een goedlachse
zich nog steeds kwetsbaar a
Op verzoek va
Vrouwen van
vergeleek de s
Ellen Hümme
verkiezingspr
van CDA, Pv
D66 en Groen
elkaar met he
emancipatie--
Erg opgewek
Hummels er
ZATERDAG 9 APRIL 1994
De beslissende slag is dit jaar
in de Ronde van Vlaanderen
gevallen nabij Denderwindeke. Te
Denderwindeke dacht ik aan mijn
mislukte pogingen, lang geleden,
om door te breken in de wieler
sport.
Ik kon destijds -Wim van Est had
zojuist wereldfaam veroverd met
zijn val van de Aubisque - maar
niet de hand leggen op een twee
dehands krom stuur. Het is er niet
van gekomen. Zou ik hete tranen
hebben geweend op de gladde
kasseien van Parijs-Roubaix? Zou
ik in Luik-Bastenaken-Luik, op de
Muur van Hoei, in dienst van
Gastona Nencini mijn kloten heb
ben afgedraaid?
Jawel, zo spreken wij, de slaven
van de weg. We draaien onze
kloten af, rijden het snot voor de
ogen en kunnen, met het hoofd
tussen de kabels, soms van ver
moeidheid niet meer over een
opgevouwen krant fietsen. Ik
weet dat ik menigmaal, na een
doffe klap van de Man met de
Hamer, dood zou hebben geze
ten, wachtend op het mirakel van
de tweede adem.
Ik zou dagenlang vierkant hebben
gereden, zwarte sneeuw hebben
gezien en met zure poten over de
flanken van de Mont Ventoux zijn
gekropen, op smekende toon de
litanie van Allerlheiligen biddend
en roepend om steun van de
Moeder Gods.
Als ik er vroeg bij was geweest
had ik in de schaduw van de
Adelaar van Toledo, Frederico Ba-
hamontes, kunnen rijden, toen
deze oud en vermoeid raakte. Ik
had kunnen meesprinten met
Franco Bitossi, de Man met het
dwaze Hart, met André Darrigade,
de Vliegende Bask, Jean Dotto,
de Wijngaardenier van Cabasse,
Raymond Impanis, het Bakkertje
van Berg dat zijn krachten putte
uit het vreten van rauwe uien, en
Briek Schotte, de laatste der
Flanel riens.
Ik ken de leren kop nog van Iran
Robic en ik herinner me nog het
wereldkampioenschap van Fiel
Middelkamp. Wat voor bijnaam
zouden ze mij toen gegeven heb
ben? De Zingende Rat? Het Fust,
de Professor (alle wielrenners
met een bril veroveren deze titel)
of de Adelaar van de Acht Zalig
heden? Zou ik de moed hebben
gehad om in de steile afzink van
de Alpenreuzen in het wiel te
blijven van Fiorenzo Magni, de
grote daler?
Of zou mijn wielerloopbaan be
perkt zijn gebleven tot beschei
den criteriums, die door de gro
ten van het vak worden afgedaan
als 'een rondje om de pisbak'? Ik
zou begonnen zijn op een fiets
van gasbuizen, een eigenbouw
model, dat spottend een bokke-
wagen wordt genoemd. Wel, alzo
begon ook Den Bras, die nog een
hamer onder zijn trui moest mee
slepen om af en toe een corrige
rende klap tegen het voorwiel te
kunnen geven.
Ik had natuurlijk geen koersbroek
en droeg keurig gepoetste moliè
res, op grond waarvan de geves
tigde grootmachten in het pelo
ton riepen dat ik nog geen deuk
in een pakkie boter kon rijden.
Hoe zou ik me hebben geweerd in
de dance des grimpeurs en in de
explosieve high noon-gevechten
van de sprinters met de turbo-
dijen? Zou ik, kansloos als een
drol in het rond gereden hebben
of, laaiend van energie, al mijn
duivels hebben ontbonden? Zou
ik als een emmer hebben ge
staan, met onwillige, zure poten?
Het is waar, sommige ezels wor
den nooit een renpaard, maar bij
iedere klassieker is er wel een
moment, zoals bij Denderwindeke
in de Ronde van Vlaanderen, de
Muur van Hoei in de Ardennen,
de Poggio in de Primavera, waar
op ik me afvraag hoe ik er zou
hebben gevlamd.
Wat zou het geworden zijn? Een
leven van bloed, zweet en tranen,
van harken en duwen met als
bekroning van de dag een kwak
en een smak in de sprint? In
hoeveel koersen zouden de gor
dijnen vroeg moeten worden
dichtgetrokken en de hohouwers
aangeknepen door hevige kram
pen door zoutgebrek of een hoge
zadelstand?
Zou ik de lampenier van het pelo
ton zijn geworden, een pakhaas
die de peer van Pollentier van
node had om de stenen uit de
Patersberg te rijden? We zullen
het nooit weten. Ik had een plaats
kunnen verwerven in de galerij
der kampioenen, misschien. An
derzijds is mij groot leed be
spaard gebleven.
'Welcome
to heil'
Door Carlo Nieborg en Hans Bos
Het paspoort waarmee
T. zijn land uit pro
beert te komen, is
echt. Zo op het oog
mankeert er niets aan.
Maar aanvankelijk
ontbreken er twee stempels. Het
eerste krijgt hij in ruil voor een
sportfiets en het tweede....
De ambtenaar wil het niet geven.
Er ontbreekt nog een belangrijke
verklaring, houdt de oudere dame
hem voor. Uiteindelijk belandt hij
bij haar in bed.,Veel te oud voor
zijn smaak, door 'een nacht zijn
ziel af te knijpen'.
In Nederland meldt T. zich bij de
vreemdelingenpolitie. Politiek
asiel? IJzi| antwoordt de functio
naris dat dat op zijn bureau niet
kan. Waar dan wel? Een opvang
centrum, zegt hij. Waar? Weet ik
niet. Ik zal eens bellen. Maar hij
krijgt geen contact. Ga eerst maar
weer naar huis, adviseert hij korze
lig. Nee het paspoort hou ik. Vier
dagen later belt een collega. Is hij
nog niet weg? Er is iets misgegaan.
De buitenlander had al lang weg
moeten zijn. "Dan krijgt hij het
advies om zich binnen 48 uur te
melden bij een opvangcentrum in
het oosten van het land.
Daar weten ze van niets. Het is
zaterdag en geen enkele instantie is
te bereiken. 'Een spontane aanmel
ding', mompelt de veiligheidsbe
ambte, tevens receptionist.
T. krijgt bestek uitgereikt en een
deken. Een rondleiding door het
voormalige kazernecomplex toont
hem de keuken, de eetzaal, waar de
koffie staat, de thee en de melk
enz. Als hem de toiletten zijn gewe
zen, wacht hem een koude douche.
Hij drukt op de knop van de water
spoeling en als uit een fontein spuit
het water uit de afgebroken pijp in
het rond, maar vooral op de kandi
daat-asielzoeker.
Hij kan er zelf nog om lachen,
maar die lach trekt weg als hem
zijn slaapplaats moet worden ge
wezen. Er is nog plaats vlak naast
de deur, op de grond op een zaal
waar al 22 mensen bijeenhokken.
Het is er warm, benauwd en be
dompt. Een Somalische verzorgt
haar kind. Een aantal Joegoslaven
zit in een hoekje op gedempte toon
te praten, anderen liggen in hun
stapelbedden. Er heerst een apa
thische sfeer. Een donkere man en
en een blanke vrouw lepelen traag
vruchten uit blik. 'Welcome to hell'
staat op een achtergelaten school
bord. Wat u zegt...
Er zijn maar een paar die zijn taal
spreken. Al gauw blijkt dat er veel
mensen al maanden zitten. Een
Angolees al zeven maanden. Hij
wacht nog steeds op zijn eerste
gesprek. Wachten, wachten, wach
ten. Op wat? Zoals hij zijn er
duizenden. Dag in dag uit in onze
kerheid of ze asiel kunnen krijgen.
Als we zd met de aanvragers om
gaan, is het logisch dat we niet
meer weten waar we er mee naar
toemoeten.
Na het weekend krijgt T. een defi
nitieve slaapplaats toegewezen.
Met zijn tienen proberen ze zo goed
en kwaad als het gaat hun privacy
af te schermen. Tussen de bedden
en de kasten hangen doeken waar
achter de bewoners zich terugtrek
ken. Een eigen kamertje in een
onveilige wereld, gestoffeerd met
wat schamele bezittingen: een pop
petje, een ansichtkaart. Iedereen is
aanwezig, maar het is er doodstil.
Ondanks deze voorzieningen is er
geen enkele privacy. Vrouwen en
mannen van verschillende leef
tijdsklassen en kinderen leven in
één ruimte. Proberen dat althans.
Ze voelen zich geremd. Niemand
kan er zijn kleren uittrekken, dat
kan alleen in de openbare wasgele
genheid of op het toilet. Niemand
durft in zijn ondergoed te slapen of
in zijn nakie.
Opstaan hoeft niet. Je kunt de hele
dag in bed blijven liggen. Je moet
er alleen eenmaal per dag uit om
een stempel op je rode kaart te
laten zetten. Het is moeilijk om een
weg te vinden, maar aspirant-asiel
zoeker T. dwingt zich ertoe om
voor tien uur op te staan. Hij neemt
een douche, kleedt zich aan en gaat
naar de kantine om te eten. Dan
gaat hij weer naar bed, tot- het
avondeten.
Een beetje televisiekijken en dan
weer naar bed. „Ik krijg pijn in
mijn rug van het slapen," klaagt hij
na een paar dagen tegen zijn fami-
--
non
voetbaü
nien
zeven
gen ze speciale voorzie^
Maar zwanger worden in zo'i
vol centrum is niet makkelijk."
moet met je man of een partner)
je in het centrum opdoet het bm
of ergens achter op het vc
rein, in het donker waar
je ziet en hoort. Op ruim
derd bewoners zijn gemiddeld
zeven of acht vrouwen zwanger
Een van de mannen op T.'s kj
is bevriend met een meisje
keuken. Dat blijkt een ge„
voordeel. „Het leukste vind
vreetpartijen 's avonds laat
kamer. Allemaal hebben we ij
loop van de dag dingen 0
spaard. De een heeft van de
boterhammen die hij 's middag,
de keuken haalde, er vijf mee»
men, een ander pikte extra hai
broodbeleg. Af en toe doet ien
in de stad inkopen en enkele di
per week is het winkeltje in
centrum open. Van twintig gj)
in de week kun je niet al te 1
kopen," zegt T.
Tijdens die eetpartij is er cont
tussen de kamerbewoners. Bi
niemand kan de ander verst!
maar het gedeelde lot legt
stevige basis voor onderling ba
Natuurlijk kan dat 's nachts ve
deren als je buurman langdurig
te snurken of te hoesten.
over
doe
lie die al een paar jaar in Neder
land woont. De verveling is moei
lijk te bestrijden; angst en gevoe
lens van uitzichtloosheid liggen elk
moment op de loer.
Van een tijdelijk opvangcentrum
gaat het, als het goed is, naar een
opvangcentrum. Vervolgens is het
wachten op een plaats in een asiel
zoekerscentrum. En daarna?
Spaarzaam telefonisch contact met
familie in zijn vaderland leert dat
de geheime dienst daar al weet dat
hij in Nederland politiek asiel heeft
aangevraagd. Persoonlijke spullen
zijn doorzocht, papieren zijn mee
genomen. Is de informatie doorge
geven door de Nederlandse politie?
Veel mensen kunnen die verveling
niet doorbreken. Ze sluiten zich in
zichzelf op. Hun persoonlijke trau
ma's zijn blijkbaar te groot. Ande
ren die wel willen praten om aan
de verlamming te ontkomen kun
nen dat vaak niet „omdat niemand
hun taal spreekt. T. kan zich alleen
met gebaren redden, maar vaak is
hij daarvoor te moe. Dag na dag
hetzelfde ritme. Het centrum is
open, dat wel. De bewoners kunnen
de stad in, maar die ligt zeker tien
kilometer ver. Dat loop je niet elke
dag. En het zakgeld van twintig
gulden per week is te weinig om
een bus te nemen, als die er al was.
Na verloop van tijd beginnen de
bewoners in het centrum allerlei
manieren te zoeken om zich geeste
lijk en lichamelijk op de been te
houden. Ze verzinnen gokspelle
tjes. Er ontstaat een zwarte markt.
Produkten komen uit de stad. Een
fiets kost in het centrum 25 gulden.
Er worden kleren verhandeld en
schoenen. Ook drank en hasjiesj.
Hoe weten de vluchtelingen in
godsnaam aan hasj te komen?
Stempelen is van levensbelang.
Drie keer niet stempelen betekent:
geen geld. Bij langere afwezigheid
moet je het centrum verlaten en
word je bovendien uit de procedure
gegooid. Je bent (weer) illegaal.
Iedereen houdt zich angstvallig aan
deze regeling. Niemand kan dus
FOTO HANS BOS
.iet centrum verlaten. Iedereen is in
afwachting van de interviews die
een team van de vreemdelingen
dienst moet afnemen. Er zou drie
maanden geleden al mee zijn be
gonnen. Maar tot dusver heeft zich
nog niemand laten zien. Af en toe
gaan er geruchten onder de vluch
telingen, maar niemand weet iets
zeker. Ook de leiding van het cen
trum kan niets met zekerheid zeg
gen.
Soms komen de opgekropte
spanningen tot een uitbars
ting. In de rij om het week
geld in ontvangst te nemen,
probeert iemand voor te dringen.
Een ander neemt dat niet en er
breekt een vechtpartij uit. Cen-
trumpersoneel probeert de vech
tenden te scheiden. Dat lukt even,
maar dan blijkt al snel dat beide
kemphanen hun landgenoten bij
een hebben getrommeld. Op wat
eens de appelplaats was, ontstaat
een enorme vechtpartij. Twintig
politiewagens uit de dichtstbijzijn
de stad stormen na anderhalf uur
het centrum op als de gevechten al
bijna geluwd zijn. Twintig vluchte
lingen waren bij de knokpartijen
betrokken, vier worden er door de
politie meegenomen. Misschien
worden ze overgeplaatst, maar dat
weet T. niet zeker.
Vrouwen hebben de mogelijkheid
om zwanger te worden. Dan krij-
hoesten.
Het eerste gesprek met Jj
tie (dat beslist
vraag of hij kans maal
asiel) kan nog maande
zich laten wachten. Toch nu
die tijd niet bij zijn famili
Nederland doorbrengen. Hij
zich elke dag bij de vreemdelij
politie in de woonplaats van
broer kunnen melden, oppert
Maar 'het systeem' staat derge
afwijkingen van de regels niet
In afwachting van het 'intak
terview' mag niemand buiten
centrum verblijven.
Als de broer van T. vraagt nas
logica van deze maatregel,
ambtenaren er het zwijgen toe!
klinkt logisch wat u zegt,
een maatschappelijk werker,
het is tegen de regels. Bovs
kunnen we niemand een spet
behandeling geven. Dat leidt
onrust in het centrum. Ook
argument dat er op die manier
plaats vrijkomt en dat de
wordt ontlast van zijn fina»
verplichting kan de functioi
niet vermurwen. Hij kan
doen. Dit is een zaak van Juk
en daar gaan wij niet over.
Justitie verwijst weer naar VI
Dat gaat immers over de
ting in de centra. Ja, dat wel,
zonder een 'intake-gesprek' n*
wij van Justitie niemand bi
een opvangcentrum plaatsen.
In immigrantenkringen doet
verhaal de ronde dat dit
wuste vertragingstaktiek
overheid kén de stroom niet
omdat ze die niet aan wil. Jus
stelt niet genoeg mensen bescl
baar voor de afwikkeling van
procedures. In de kampen
mensen die al maanden wachtel
het eerste gesprek, terwijl voor
kende asielzoekers aan de
kant van de pijplijn geen
ruimte beschikbaar is.
„Het is volgens het Darwinisti
principe," zegt een immigrant
twintig jaar geleden Neder
binnenkwam en zich nu inzet'
vluchtelingen. „Vluchtelingen
niet erg zeker zijn van hun a
overwegen zo eerder het
centrum te verlaten. Naar een
der land of zelfs weer terug
het land van herkomst. Ook
iemand betrokken raken bij ve
partijen en om die reden woi
weggestuurd. Op die manier ta
staat zich ontdoen van een
gevallen. Ondanks alle
woorden is dat aardige, tol
Nederland de vluchtelingen
kwijt dan rijk."
Door Ton de Jong
De gebeurtenissen die
vooraf gingen aan het
proces dat maandag
begint tegen Claude
Wathey, de zo smadelijk van
zijn troon gevallen 'koning'
van St. Maarten, zijn een
filmscript waardig.
Een paar hoogtepunten: Na
zijn arrestatie in oktober pro
beerden aanhangers van Clau
de Wathey lijfelijk te voorko
men dat hij van St. Maarten
naar Koraal Specht, de gevan
genis op Curasao, werd gevlo
gen. Claude's zoon Norman
ging daarbij zelfs voor de wie
len van de arrestantenwagen
liggen.
Een van de mede-verdachten,
de 150 kilo wegende Italiaan
en onroerend goedmagnaat
Rosario 'Don' Spadaro,
vluchtte met zijn jacht (overi
gens zonder zijn uit Zuid-Lim
burg afkomstige vriendin)
maar kon door de politie van
het nabij gelegen Guadeloupe
worden ingerekend.
Het voorarrest van Wathey
werd onderbroken om hem in
Boston voor hartklachten te
laten behandelen. Ondanks
een uitdrukkelijk verbod van
de rechtbank trok hij vervol
gens voor de televisie fel van
leer tegen iedereen die zich
tegen hem had gekeerd.
De rechtszaak die dagen gaat
duren, zal de geschiedenis in
gaan als de luchthavenaffaire.
St.Maarten, in de brochures
aangeprezen als The Friendly
Island, heeft een veel te kleine
luchthaven om de stroom
Amerikaanse toeristen te ver
werken.
Don Spadaro, die op St. Maar
ten het prestigieuze winkel-,
gok-, hotel- en uitgaanscen
trum Maho Bay bezit, bemid
delde in 1989 tussen het ei-
landsbestuur van St. Maarten
en Italiaanse bankinstellingen
en aannemers voor het^sluiten
van leningen en voor het gun
nen van orders ten behoeve
van de uitbreiding van de
luchthaven.
De telefoongesprekken hier
over werden in het kader van
een maffia-onderzoek afge
luisterd door de politie van
Venetië en het bleek dat de
Siciliaanse aannemer Graci
smeergeld heeft betaald aan
Wathey (67) en zijn companen.
Daartoe behoren zijn zoon Al,
Frank Arnell, de directeur van
vliegveld Prinses Juliana en de
voormalige gezaghebber Ri
chardson. Ze zitten sinds okto
ber in voorarrest.
Juliana Conzorsio, de aanne
merscombinatie die de uitbrei
ding van de luchthaven ge
gund kreeg, is niet verder ge
komen dan een klein houten
kantoortje en een stuk hek van
vijftig meter lang. De 17 mil
joen dollar die door de Itali
aanse banken waren voorge
schoten en waarvoor het ei-
landbestuur zich garant heeft
gesteld zijn in het niets ver
dwenen.
Een civielrechtelijke procedu
re om dit geld van Wathey c.s
terug te krijgen liep in 1992
uit op een mislukking. Justitie
heeft de strafrechtelijk afhan
deling van dit corruptieschan
daal beter aangepakt.
Een speciaal team, Paros gehe
ten (dat staat voor Pro-actieve
research St.Maarten), bestaan
de uit negen Antilliaanse en
acht geleende Nederlandse re
chercheurs heeft vanaf begin
1993 hard aan de zaak ge
werkt. Op St. Maarten zijn in
totaal vijftien verdachten aan
de tand gevoeld. In Nederland
werden de drie Italiaanse ver
dachten onder wie Geatano-
Graci en dr. Vincenzo Betucci
verhoord. Ze kwamen naar
Nederland op voorwaarde dat
zij hier niet werden aangehou
den.
De verdachten staan maandag
terecht voor een reeks van
strafbare gedragingen. Vals
heid in geschrifte en deelname
aan een organisatie die ten
doel heeft misdrijven te plegen
zijn de belangrijkste. Justitie
is zeker van haar zaak, zo
verklaarde in januari van dit
jaar procureur-generaal mr. R.
Pietersz tegenover deze krant.
Vrijspraak zou rampzalig zijn
voor de rechtsorde op de Ne
derlandse Antillen. Het proces
is namelijk meer dan het ter
verantwoording roepen van
een handvol malafide bestuur
ders. De Antilliaanse overheid
wil gesteund door minister
Hirsch Ballin afrekenen met
een politieke cultuur waari»
het aannemen van smeergeld
een normale zaak is geworden
De rechtszaak moet ook een
duidelijk signaal worden rich
ting internationale mis
daadsyndicaten die in de An
tilliaanse eilanden aantrekke
lijke doorvoerhavens voor
drugs en gesmeerd lopende
geldwitwasserijen zien. Con
creet: dezelfde Italiaanse ma -
fiosi zijn betrokken bij mal-
versaties rond de bouw van
hotels op Bonaire en Aruba
Op de Antillen gevestigde
brievenbusmaatschappijen
hebben in minstens tien grote
Italiaanse corruptieschandalen
een rol gespeeld.
Wathey, die veertig
jaar lang voor
achter de schermen
op St. Maarten de
dienst uitmaakte, is de perso
nificatie van heulen met
maffia en van een Po1®
cultuur waarin het eigen"
lang voorop staat. Een vern
dering van de machtigste m
van St. Maarten is een serieuze
waarschuwing aan alleAn
liaanse gezagdragers die
met de deugdelijkheid van
bestuur niet zo nauw nemen-
De heuvels ron
van Chevetog
zich in donke
wolken. Va
het raam in
dictijner kloo
Philippe Bar O.S.B. naar
en de gestaag vallende re
'uitzicht is al veertig jaar
anderd. Gek hè. Hoe d
doordraait, en hier alles
zelfde blijft."
Het is zomaar een da
jaargetijde dat voorjaar
Belgische Ardennen to
grilligste kant, kermis in
akkers zijn geploegd, 1
laag vette klei bedekt
landbouwweggetjes. Dich
bossen op de heuvels,
kapelletje, maar verder s'
geleden leefden hier m
zijn vertrokken toen W
een crisis belandde.
Door Hans Rube
a»
In deze omgeving trok
(66) zich vorig (jaar t
moment dat de comm
toenmalige bisschop
dam losbarstte. Terug
niteit van zijn klooste
hij als 25-jarige voor
betoverde schoonhei
koorgebed leerde
kwam er tot rust, her
genot van een monnik
„Onze orde is de ou
westen, sinds de zesde
wat me zo aantrok. E
proefde filosofie, ver
door de geschiedenis
Benedictus schreef ee
ment, dat nu nog van
'wees steeds tevreden
tie die je aantreft',
komt en men biedt
drink je wijn. Is er
dan drink je water.
Zijn dagen zijn ge
en meditatie, 's mor
dags en 's avonds
kloosterlingen in de b
kerk. Een enkele b
deze middag hun so
gezang. A capella k
prachtig vraag- en
met galmende akoesti
Aansluitend de mi
Een Benedictijn lees
bijbel en filosofische
staand achter een le
hoek van de refter,
gend gegeten. Schale
vis en rijst schuive
naar man aan de l-
tertafels.
Omdat hij een gast h
Bar zijn afwascorv
aan een medebew
gesproken zijn er
voor oud-bisschoppe
„Ik draai weer gew
kloosterleven, het i
communiteit: jong v
hart. We hebben e
Door Carla Joost
i