DE STEM
EN
TEN
tshandel
IN GLAS
pn
Iteen
lïn
01150-13857
01140-13041
01140-13451
01150-343®)
01155-61603
01140-13524
NSTELLING
iVOLKING
24 UUR
SERVICE
r
MMJHIliMlil
Eers schobbejak' in Noord Korea
Illegaal wonen op de camping Nieuwe immigratiegolf in Amerika
'Ieder initiatief
om uit
de ellende
te komen
is mislukt'
Malaise in
akkerbouw
het ergst in
Groninger
Oldambt
i
onderhouden gebouwen
de vorm van
weekend
ZATERDAG 2 APRIL 1994
DEEL E
/rvm
FOTO'S DE STEM/DICK DE BOER
Armoe troef achter statige facade
iders maken bekend dat
994 de loketten van het
nderdagen naast de ge-
ig extra geopend zullen
jur.
voor het aanvragen van
uittreksels uit het per-
alen van vergunningen.
EOPEND voor Militaire
ken en aangelegenhe-
Stand.
neester en wethouders
>emd.
gemeester,
A.A.L.G.M. Kessen.
aretaris,
v. Geesbergen.
t, 4538 AS TERNEUZEN
enveloppe, postzegel is niet
ISE GLASHANDEL
505, 4530 WB Terneuzen
•iiNie*wiwv
)e bevolking vergrijst, jongeren ver
aten de streek, winkels sluiten, dor
pen kwijnen weg. De eens zo trotse
ïereboeren, die nooit gewend waren
te werken, moeten noodgedwongen
een bijbaantje nemen om nog brood
op de plank te krijgen, hun paleis
achtige hofstedes tonen tekenen van
verval. Alleen het communisme flo
reert er nog als vanouds. Verder is het
kommer en kwel in het Groninger
Oldambt, ook wel Cubanan het
Noorden genoemd. Om verpaurering
te voorkomen willen de autoriteiten
nu een deel van het gebied weer
onder water zetten. Deze Blauwe
Stad moet het Oldambt een nieuw
iezicht en nieuw elan verschaffen.
Een bericht uit het Hoge Noorden.
Door Jan
van Zuilen
Of we bij de koningin op
het bordes staan; zo
voelen we ons als we
aanbellen bij de kapita
le hofstede van de fami
lie Huisman in
Finsterwolde. Tevergeefs wachten
we tot een hofdame open doet. Er
komt zelfs geen butler. Sterker, de
deur blijft gesloten. We moeten
achterom, via de keukendeur, waar
de heer des huizes ons persoonlijk
opendoet.
Nog domineren de boerenpaleizen
het landschap van het
Oostgroninger Oldambt, maar ach
ter de masjestueuse fapades is het
vaak armoe troef, want nergens zo
erg als in deze uithoek van het land
lijden de akkerbouwers onder de
malaise in de agrarische sector.
Nog zien in de zomermaanden de
uitgestrekte velden in het Oldambt
goudgeel van het rijpe koren en het
bloeiende koolzaad, maar nergens
zo veel als hier toont de lappende
ken zwarte gaten van onbewerkte
akkers en houden de boeren hun
hand op om EG-steun in de vorm
van braakleggingspremies op te
strijken.
„Het ergste is dat de boeren geen
enkel perspectief hebben", verzucht
akkerbouwer Wim Huisman uit
Finsterwolde. „Het vierde gewas,
waar iedereen nu al zo lang om
roept (hij bedoelt een rendabel
alternatief voor de traditionele
akkerbouw-produkten graan, sui
kerbieten en aardappels, JvZ) is
nog steeds niet uitgevonden. Op het
moment dat we denken het alterna
tief gevonden te hebben, stort de
markt in. Dat heb je wel gezien met
de grove tuinbouw. Tot nu toe is
ieder initiatief om uit de malaise te
komen, mislukt. Ieder sprankje
hoop wordt de grond ingeboord.
Wie wordt daar nu niet moedeloos
van?"
Het is ook wel een beetje te wijten
aan de hovaardij van de Oldambter
boeren zelf, meent import-veehou
der Christ Rijkers, die drie jaar
geleden vanuit het Brabantse
Boekei naar Finsterwolde emi
greerde. „Ondanks hun misère vin
den de bouwboeren vee houden nog
steeds ver beneden hun stand. Daar
krijg je vieze handen van en stront
aan je kleren. De ouderwetse bouw
boeren hebben ook nooit geleerd
wat werken is. Een goede bouwboer
maakte geen vuile handen. Die
stond met de duimen achter zijn
bretels de knechten te commande
ren.
En ook later, toen ze zelf op de
trekker moesten klimmen, hadden
ze nog een luizeleven vergeleken bij
een koeienboer. Nooit op zondag je
bed uit hoeven om te melken en te
voeren, de halve winter vakantie.
Ja, als je gewend was het zo cadeau
te krijgen, valt het niet mee als je
ineens echt moet werken voor de
kost. De jongeren niet te na gespro
ken. Die zouden wel willen dat ze
nog om konden schakelen naar de
veehouderij.
Daar heb ik ook best compassie
mee. Met de oudere boeren niet. Die
halen nog steeds openlijk hun neus
op voor iemand als ik, ook al heb
ben ze geen nagel meer over om aan
hun gat te krabben", schampert
Rijkers.
Wim Huisman die samen met een
zoon een 150 hectare groot akker
bouwbedrijf runt, heeft pertinent
geen hekel aan vieze handen. De
reden dat hij met moeite een gaatje
in zijn dagindeling kan vinden om
de journalisten uit het verre zuiden
te ontvangen, is dat hij momenteel
dag en nacht in touw is om zijn
vierhonderd schapen te helpen lam
meren. De schapenhouderij is voor
de Huismannen een zeer welkome
bron van neveninkomsten. „Ik heb
altijd al schapen uit hobby gehou-
■ZIE WEEKEND - E2
■ZIE WEEKEND-E3 BZIE WEEKEND - E4
den op kwelders langs de Dollard.
Daar schaarde ik vroeger ook jong
vee in van veehouders. Toen daar
door de superheffing op de melk de
klad in kwam, ben ik meer schapen
gaan houden. Nu kunnen we niet
meer zonder".
Vrijwel elke akkerbouwer in het
Oldambt is afhankelijk van een
neveninkomen, stelt Huisman. „De
een houdt mestkalveren, de ander
varkens, weer een ander kippen. Of
ze nemen er een baantje bij. Ik heb
collega's die parttime buschauffeur
zijn, postbesteller en zelfs een die
een advocatenpraktijk is begon
nen".
Dat hij en zijn zoon zelf nog rede
lijk het hoofd boven water kunnen
houden, komt ook doordat ze op
eigen grond boeren, die vrij van
hypotheek is. „Als je met de huidi
ge graanprijzen ook nog eens rente
lasten moet opbrengen, kun je het
echt schudden. Dat zijn de eersten
die het loodje leggen".
Dat de malaise onder de
Oldambter bouwboeren nog
een graadje erger is dan in
andere akkerbouwstreken in
Nederland, heeft ook te maken met
de afhankelijkheid van de graan-
teeit. De grond in het Oldambt
(zware klei en leemhoudend zand)
is ongeschikt voor het verbouwen
van suikerbieten, aardappels en
uien. „Met moderne rooimachines
gaat het nog zowat, zowat. Je ziet
de laatste jaren ook af en toe wel
een perceel aardappels, maar
alweer, het is te laat. De aardappel
teelt is ook al jaren maar amper
kostendekkend, om niet te zeggen
verliesgevend".
We treffen het niet met het weer
tijdens ons bezoek aan het Hoge
Noorden, De zon laat zich de hele
dag niet zien, er waait een gure,
harde wind en voortdurend striemt
de regen ons gezicht en de voorruit
van de auto. „Typisch een dag om
al je vooroordelen dat het Noorden
grauw en grijs en eindeloos saai is,
een huisje dat kleiner is dan de
voorkamer van een boerenhof stee.
Aan de muur hangt een portret van
Lenin, op de schoorsteenmantel
staat het borstbeeld van de stichter
van de Sovjet-Unie.
Zelf is Heres, vanwege een keelaan
doening, maar ook uit wantrouwen
tegenover journalisten van de bur
gerlijke pers, niet erg spraakzaam.
Het woord wordt derhalve gevoerd
door Koert Stek, 67 jaar, en al sinds
jaar en dag HET boegbeeld van de
communisten in het Oldambt.
Tijdens het hoogtepunt van de oude
CPN in de jaren zeventig, was Stek
ook een tijdje lid van het college
van Gedeputeerde Staten van de
provincie Groningen.
„Het communisme dood?" Stek
lacht minzaam om zoveel onbenul.
„Dat dacht die dikke patser van
een Vonhoff (commissaris van de
koningin in Groningen, JvZ) ook.
Die snapte ook dat wij zo hadden
gewonnen. Het communisme is hier
nooit weg geweest en gaat hier
nooit weg".
Wie echter mocht denken
dat de communisten vol
leedvermaak zitten over
de verpaupering van hun
oude erfvijanden, is bij Stek aan
het verkeerde adres. Niet dat hij
medelijden met de boeren heeft. „Ik
heb zelf in mijn jonge jaren nog bij
de boer gewerkt.
Een echte, zo één die na vijf minu
ten al op zijn horloge stond te kij
ken of ik mijn brood nog niet op
had als ik in de slootkant zat te
schaften. Praat mij dus niet over
boeren.
Er zijn maar twee soorten boeren:
slechte en hele slechte. Het is ook
niet dat ik het ze niet gun, ze krij
gen hun verdiende loon, zeg ik dan
maar. Dat geld dat ze hadden, heb
ben ze ook alleen maar over de rug
van onze ouders en grootouders
verdiend". -
Waar het Stek om gaat is dat een
kwijnende landbouw slecht is voor
de hele streek. „Dat zie je overal
om je heen. Het platteland verpau
pert, de jeugd trekt naar de grote
stad, de ouderen blijven achter,
tegelijkertijd verdwijnen voorzie
ningen.
In een dorp als Drieborg had je
vroeger een slager, een bakker,
twee kruideniers, een bank, een
postkantoor. Die zijn nu allemaal
weg. Nu is er alleen nog een school
voor zolang het duurt en een buurt
huis.
Er komt nog af en toe een rijdende
winkel, maar ook die wil er mee
stoppen. Er wordt zelfs gedacht om
het openbaar vervoer helemaal af te
schaffen".
VERVOLG OP WEEKEND - E2
bevestigd te zien worden", bromt
woordvoerder Hein Tromp van de
provincie Groningen.
Maar zelfs al zou de zon geschenen
hebben, dan nog is het Oldambt
geen streek om vrolijk van te wor
den. Nergens krijgt het begrip leef
baarheid meer betekenis dan in dit
weidse polderlandschap, of liever
gezegd het ontbreken van leefbaar
heid. De problemen waarmee het
Oldambt kampt, zoals de hoge
werkloosheid (bijna dertig procent
van de beroepsbevolking is werk
loos en meer dan de helft is aange
wezen op een uitkering) de vergrij
zing, de ontvolking en de malaise in
de akkerbouw stralen van het land
schap en zijn bewoners af.
De dorpen zijn klein, vaak niet
meer dan een gehucht. Sommige
dragen veelzeggende namen als
Hongerige Wolf en Kostverloren.
Het merendeel van de huizen zijn
de traditionele, pittoreske, piep
kleine arbeiderswoninkjes, keurig
in het gelid, dicht naast elkaar. De
dorpen zijn echter zo klein dat vrij
wel iedereen vanuit zijn achtertuin
een riant weids uitzicht over de
polder heeft. Kerktorens ontbreken.
De autochtone bevolking is overwe
gend onkerkelijk. Winkels zijn een
zeldzaamheid. Hoewel er nauwe
lijks verkeer op straat te zien is,
breken we de nek over de talloze
verkeersdrempels en verkeersgelei
ders.
Als het eenmaal tegenzit, zit het
ook goed tegen. Het natte najaar,
dat overal in Nederland de oogst
bemoeilijkte, was nergens zo nat als
in Oost Groningen.
Op sommige akkers is de mais
gewoon blijven staan, de stoppels
van de korenoogst van afgelopen
zomer zijn op veel plaatsen nog
steeds niet ondergeploegd, in plaats
daarvan glinstert het land van de
nattigheid.
Nog staan er vele, hele fraaie boer
derij-landhuizen, maar even mak
kelijk liggen tastbare bewijzen van
vergane glorie voor het opscheppen
in de vorm van slecht onderhouden
gebouwen tot en met door de bewo
ners verlaten spookboerderijen,
waar regen en wind vrij spel heb
ben in de pronkkamer en waarvan
het achterhuis is ingestort.
VOor alles symboliseren de
boerenhofstedes nog steeds de
enorm grote tegenstelling tus
sen rijk (de hereboeren) en
arm (de landarbeiders), een tegen
stelling die tot op de dag van van
daag het politieke klimaat en het
sociaal economisch leven bepaalt.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen
is al het oud zeer weer uit de kast
gehaald en nieuw leven ingeblazen
en wat zie je? Bijna overal in de
wereld ligt het communisme op zijn
gat, maar hier kunnen communis
ten nog steeds de absolute meerder
heid halen", zegt Wim Huisman een
beetje cynisch, doelend op de uit
slag van de gemeenteraadsverkie
zingen.
Dé communisten, dat zijn de
Nieuwe Communistische Partij in
Nederland, kortweg aangeduid als
de NCPN, die na het opgaan van de
oude CPN in Groen Links het
orthodox communistische gedach-
tengoed beheert. Hans Heres was
lijsttrekker van de NCPN in de
gemeente Reiderland (ontstaan na
een fusie van de oude gemeenten
Finsterwolde, Beerta, twee commu
nistische bolwerken bij uitstek, en
Nieuweschans).
Hij woont in het dorpje Drieborg in
Veehouder Christ Rijkers, drie jaar geleden 'gevlucht' uit het Oostbrabantse Boekelo, wacht gelaten af. De
kans is groot dat hij binnen afzienbare tijd opnieuw naar een andere boerderij moet verhuizen.