in Heikant Voorjaarsmode ISTUNT s DSMAN Ode aan de gewone man IRT GRATIS De échte macho is een stille dood gestorven EN HULST DE STEM vernieuwd. 16 maart 1994. ij aankoop van een jgen bij aankoop ).95) een 6 MAART 1994. to be INSDAG 15 MAART 199 DINSDAG 15 MAART 1994 A IJETIJDSMODE L S T TERNEUZEN IAISTRAAT 30 NOORDSTRAAT 45 'Jean Paul Gaultier. Jean Paul Gaultier. Dries van Noten. Nonchalante combinatie van linnen jasje, T-shirt en broek (Mare O'Polo). Hermès. Iets en smalle of taps toelopende broekspijpen. Overhemden en mouses zijn voor zien van Oosterse dessins (batik en ikat) en soms van een kleine ruit. Voor kleur lijkt de Nederlandse man niet meer bang, sterker nog, hij vindt zichzelf een hele grote vent als hij met een rood jasje durft rond te lopen. De avant-garde kiest al weer voor naturellen als beige en écru. Wie toch gekleurd voor de dag wil komen, heeft de keuze uit maïs- geel, allerlei blauwtinten en linde groen. Cultuursocioloog Carl Rohde schreef het eind '93 nog. Het man beeld drijft weg van de ikonen van de jaren tachtig. Van zowel de yup pie als van de Stallone/Schwarze- negger-vechtersbazen. Volgens Ro hde is de man van de jaren negentig zachter, meer naar binnen gekeerd. Als voorbeeld noemt hij Jason Priestly (Beverly Hills, Pepe). De man van nu is ook speels, een ruwe bolster die zijn blanke pit toont. Een soort Kevin Costner. Volgens Rohde willen vrouwen van nu zo'n type man, af en toe. Voorop staat dat hij er goed uitziet. De mode-ontwerpers hebben het be grepen. Nu die man nog. Het pak is verdwenen. Sportieve combinaties mogen weer (Mustang). Door Jetty Ferwerda De échte macho is een stille dood gestorven. Hadden vrou wen hem al afgeschreven, de modewereld hoeft hem nu ook niet meer. De stoere ongenaak bare veroveraar is definitief van het toneel verdwenen. In zijn plaats komt een nieuw soort échte man, een kerel die naar gelang zijn stemming of karak ter zachtaardig, ruig, sexy, mys terieus of juist heel onhandig is.. Het maakt 'm niets uit. 'Doe maar gewoon' is het motto van deze nieu we Adam. Zijn kleedstijl onder streept dat. De kunst keek hij af van de eenvoudige, Oosterse man nengarderobe en het pretentieloze kleedgedrag van de 'gewone man'. Een stijlrevolutie beheerst de man nenmode. Vasthouden aan de zeker heden die het mannenpak bood, is er niet meer bij. Individueel Respect wordt afgedwongen door de eigen en individuele manier van kleden en niet langer door krijtstre pen, witte boorden en designerla- met elkaar: linnen met zijde, suede, katoen of het hobbelige seersucker. Kleuren zijn harmonieus en natuur lijk, waaronder veel gradaties wit en grijs, naturellen, blauw, aarde- tinten, okergelen en rood. Soms zijn de kleuren vaal. Dessins zijn dis creet, kleine ruiten wisselen strepen af. Opvallend: de stropdas is afwe zig en kreuken mag. Melange Een aantal ontwerpers geeft de toon aan in downdressing. Dries van No ten bij voorbeeld. En Dolce Gab- bana, Donna Karan en Armani. De meesten gebruiken het Oosterse straatbeeld als inspiratiebron. Die typische melange van westerse en meer cultuurgebonden stijl, zoals een wit boerenhemd op een donke re, gestreepte broek of een hoogge sloten Nehru-jasje op een pantalon met smalle pijpen. Soms wordt let terlijk de lokale klederdracht met z'n eeuwenoude vormen overgeno men: de toga, het tuniek, de pyjama en de pareo. Veel kledingstukken lijken te kort, te strak, te wijd of te lang. Te korte, ongestreken pantalons met te lange hemden uit de broek met daarover heen een dichtgeknoopt gilet. Jasjes zijn vaak heuplang (of langer) en worden afgewisseld met mouwloze vestjes, kielen of wijde truien. Re vers ontbreken meestal of ze zijn smal en kort. T-shirts of leggings zijn een enkele keer voorzien van felgekleurde tatoeageprints. Het meest opvallend zijn toch de laagjes kleding. Oefening Het combineren vergt enige oefe ning, anders gaat het er gauw opge propt uitzien. Een broek en huid- strak singlet of T-shirt vormen meestal de basis. Daaroverheen komt een mouwloos jasje, gilet of wapperend overhemd en daarover weer een losvallend colbert. Met deze elementen valt eindeloos te variëren. Bij voorbeeld het singlet óver het overhemd en als laatste laagje het jasje. Etcetera. En nu de realiteit. Want ook al lijkt de man van de jaren negentig ge maakt voor deze kleding, het zal de gemiddelde Hollandse man heel wat moed en durf kosten 'gelaagd' naar zijn werk te gaan, laat staan in rok of toga. Terwijl een jurk voor zijn Marokkaanse buurman de gewoon ste zaak van de wereld is. Nee, in een land waar een coltrui in plaats van een overhemd nog steeds een schokgolf teweegbrengt op me nig kantoor, vertalen reguliere mer ken de nieuwe soberheid en Ooster se nonchalance heel ingetogen: zachte stoffen (katoen, zijde, lin nen), natuurlij kvallende colberts (zonder revers, a-lijn), gebreide gi- bels. Power- en updressing hebben plaatsgemaakt voor Downdressing. Hoe soberder en gewoner, hoe be ter. Onze gecompliceerde tijd vraagt om mensen die met hun hoofd overal bijzijn en die zich niet drukmaken om het dessin van hun stropdas of de juiste uitstraling van hun grijs blauwe combinatie. Uiterlijk ver toon raakt steeds meer op de ach tergrond, wat iets anders betekent dan er onverzorgd en slonzig uit zien. Soberheid is in dit geval niet saai. De verrassing zit 'm in de combina ties die toevallig lijken ontstaan. Het silhouet is gelaagd: broek, hemd eroverheen, en daarover twee gilets van verschillende lengte. Truien en vesten zijn slobberig en losgebreid. Stoffen contrasteren

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 23