Stedebouwkundige vergeet bewoners'
'Oost
jeugd
Nieuwe techniek voor vinden aorta-4bobbel' in Nijmegen
Na pasta nu de rijst
Een turb
bestem
Minimalisir
CONSUMENT
Promovenda wijst op 4overbodige belemmeringen' in dagelijkse leefomgeving
Collecties kondigen betere tijden aan
Glamour komt weer in beeld
Man en vrouw
WIJZER
Krombreudjes,
Duivekater en
Paasmannetjes
Directeur A.
DONDERDAG 10 MAART 1994
'Nijmegen - Verwijding van
de grote lichaamsslagader, de
aorta, blijkt een groeiend me
disch probleem te zijn. Bij
dertigduizend meest mannen
boven 65 jaar verwijdt deze
zich tot meer dan vier centi
meter, terwijl een dikte van
ongeveer twee centimeter
normaal is.
Zo'n verwijding, officieel aneu-
rysma genaamd, is te vergelijken
met een bobbel op de binnen
band van een fiets. Die gaat op
den duur lekken, maar kan ook
barsten. En dan is de afloop
vaak fataal. Via een nieuwe
techniek is er tijdig achter te
komen hoe het met de aorta is
gesteld.
In 1991 werden in ons land 3700
patiënten - van wie 3400 man
nen - in een ziekenhuis opgeno
men vanwege zo'n zwakke plek
in de aortawand. Om plaats en
omvang daarvan nauwkeurig te
kennen is er, zo blijkt uit het
promotie-onderzoek van de Nij
meegse radioloog P. Sallevelt,
een nieuwe techniek ontwikkeld.
Met deze zogenaamde magneti
sche resonantie angiografie
(MRA) is het mogelijk om aan de
hand van magneetvelden en ra
diogolven bloedvaten in beeld te
brengen. Het acedemisch zieken
huis Nijmegen heeft de techniek,
een aanpassing van de MRI, als
eerste in Nederland toegepast.
Momenteel krijgt een arts de
nodige informatie via het in
beeld brengen van bloedvaten
aan de hand van röntgenstralen.
Die techniek eist onder andere
het inspuiten van contrastvloei
stof en een ziekenhuisopname.
Bij MRA is er geen contrast
vloeistof en geen opname nodig,
terwijl de verkregen informatie
toch even goed of beter is.
Verwijding van de bloedvaten
kan weliswaar ook elders in het
lichaam, zoals in de hersenen,
voorkomen. Maar meestal vindt
zoiets toch plaats in de aorta.
Vooral oudere mannen - twee tot
zes procent van de mannen bo
ven de 65 jaar - worden erdoor
getroffen. De oorzaak is meestal
aderverkalking (atherosclerose),
waardoor de bloedvaatwand zijn
stevigheid verliest en er zwakke
plekken ontstaan.
Zolang een zwakke plek in de
aortawand intact blijft zijn er
geen klachten. Bij de meeste pa
tiënten wordt de verwijding dan
ook bij toeval, bijvoorbeeld bij
een buikonderzoek, ontdekt. Een
operatie kan dan soelaas bieden.
In zo'n geval wordt op de betref
fende plek een kunststof pijp in
de aorta geplaatst. Als het ware
wordt op de zwakke plek dus
een extra stuk binnenband in de
binnenband geschoven.
Prof. ir. Margot Mey; ste-
debouwkundige, promo
veerde dinsdag aan de
Technische Universiteit
Delft op het proefschrift
'Het stedelijke mozaïek'.
De titel verwijst naar een
woonomgeving waarin
alle denkbare samenle
vingsvormen een passend
plekje vinden. Mensen
die hun leven anders wil
len inrichten dan het tra
ditionele kostwinnersge
zin, constateert Mey, lo
pen dagelijks tegen tal
van belemmeringen aan.
Het leven wordt hen on
nodig moeilijk gemaakt
doordat bij de aanleg van
woonwijken geen reke
ning is gehouden met een
'afwijkend' leefpatroon.
Door John van Oppen
Individualisering? Vergrij
zing? Deeltijdarbeid? Eman
cipatie? Volgens prof. ir.
Margot Mey is er geen stede-
bouwkundige in Nederland
die de voorbije jaren in zijn
haar. werk acht heeft gesla
gen op dergelijke ingrijpende
ontwikkelingen. Bij de aanleg
van nieuwe kernen zijn pla
nologen volgens de promo
venda collectief vergeten te
anticiperen op maatschappe
lijke veranderingen.
Tot op de dag van vandaag wor
den wijken nog steeds ontwor
pen volgens het dagpatroon van
het traditionele gezin, hoewel de
meerderheid van de mensen on
dertussen een volstrekt andere
dagindeling heeft dan het stan
daard-kostwinnersgezin. „Al die
anderslevende mensen worden in
him ontplooiing geremd doordat
er een witte vlek zit in de stede-
bouwkunde," aldus de promo
venda.
Ze begrijpt wel hoe dat komt.
Tot in de jaren zeventig leek
Nederland inderdaad overwe
gend te bestaan uit echtparen
met thuiswonende kindertjes en
één kostwinner die op werkda
gen als enige van het gezin de
wijk uit moest, om half negen in
de auto stapte en om half zes
terug was.
Keurslijf
Andere samenlevingsvormen
werden 'te gering in aantal' ge-
Margot Mey: „Als stedebouwkundigen beter gebruik maken van de informatie, waarover gedragswetenschappers beschikken, zal de
leefbaarheid met sprongen toenemen.foto fotopersbureau hendriksen-valk
acht om rekening mee te houden
bij de uitleg van een stad. Maar
het gevolg daarvan is wel, aldus
Mey, dat veel mensen nu in een
keurslijf zijn gedrongen dat be
hoorlijk knelt.
Je zult bijvoorbeeld maar alleen
wonende werker zijn, en om zes
uur 's avonds terugkomen in een
woonkern waarin geen café of
clubhuis te vinden is en geen
stadsbus meer rijdt. Of verpleeg
ster, en om twee uur 's nachts
met de fiets naar huis moeten
over nauwelijks verlichte paden
waar niemand het merkt als je
iets overkomt.
Of deeltijdwerker, en twee keer.
per dag geconfronteerd worden
met lange wachttijden omdat de
busverbinding naar de werk
vloer zo slecht is. Dan word je
toch de auto in gejaagd, al zou je
nog zo graag met het openbaar
vervoer gaan?
In haar onderzoek naar de alle
daagse leefwijze en het ruimte
lijke gedrag van de Nederlandse
bevolking tussen de 18 en 85
jaar komt Mey tot een indeling
in 28 verschillende groepen met
ieder een typisch dagpatroon.
Zoals zelfstandige jongeren, al
leenwonende werkers, mensen
die werken in ploegendienst,
deeltijdwerkers, tweeverdieners
zonder kinderen, alleenverdie
ners met kleine kinderen, twee
verdieners met kleine kinderen
of juist met grotere kinderen,
actieve ouderen en passieve
ouderen. Al die groepen, aldus
Mey, hebben zo hun eigen
leefritme en dat wijkt flink af
van het ruimtelijk gedrag van
het traditionele gezin.
„Stedebouwkundigen letten er
wel op hoeveel winkels, basis
scholen, speelplekjes, uitlaat-
plaatsen voor honden, ontslui
tingswegen en parkeerplaatsen
er nodig zijn om de woonkern,
van de grond te krijgen, maar
daar blijft het vaak bij," zo
constateert Margot Mey.
„Neem de aansluiting van een
woongebied op het openbaar
vervoer. Die is niet ingesteld op
bewoners die buiten de gebrui
kelijke kantooruren werken.
Waar vind je 's avonds veilige
halteplaatsen? Toch groeit het
aantal vrouwen dat in ploegen
dienst werkt onstuimig; of het
aantal tieners dat van de disco
naar huis wil."
Om dezelfde reden vindt ze het
'geen maatwerk' dat een woon
complex voor ouderen ergens
aan de rand van een wijk wordt
neergezet, domweg omdat daar
nog een lapje grond braak ligt en
er zoveel vraag is naar een senio
rencomplex.
„Ouderen lopen niet meer zo
kwiek. Daarom moeten hun wo
ningen vlakbij alle voorzienin
gen zijn gelegen die ze dagelijks
nodig hebben," aldus Mey. „Doe
je dat niet, dan beperk je het
levensgeluk van mensen terwijl
dat helemaal niet nodig is."
Ze heeft ontdekt dat zulke mis
kleunen in de planning gemak
kelijk te vermijden zijn: „Er is
geen nieuwe kennis voor nodig.
We hoeven alleen een brug te
slaan tussen twee vakgebieden,
die nu nog los van elkaar wer
ken."
In haar proefschrift laat ze zien
hoe stedebouwkundigen, voordat
ze een woonwijk ontwerpen of
reconstrueren, gebruik kunnen
maken van 'de schat aan infor
matie' waarover sociaal-geogra
fen beschikken. „Als stedebouw
kundigen beter gebruik maken
van de informatie, waarover de
ze gedragswetenschappers be
schikken, zal de leefbaarheid
van woonwijken met sprongen
toenemen."
Rolverdeling
Sociaal-geografen hebben jaren
geleden al gewezen op de veran
derde rolverdeling binnen het
huishouden, waardoor ieder ge
zinslid een afwijkend dagpa
troon krijgt met veel meer bewe
gingen vanuit de woning naar
andere locaties.
Mey: „De tijd dat hij de hele dag
weg was en zij de hele dag thuis,
is voorbij. Het ruimtelijk gedrag
van de mensen in Nederland is
ontzettend veranderd. Er vinden
veel meer verplaatsingen plaats
dan vroeger, maar in de stede-
bouwkunde is die trend niet
voorzien. Hadden we die gege
vens op tijd verwerkt in onze
plannen, dan zou er nu niet zo'n
gigantisch vervoersprobleem zijn
geweest. Want het is wel duide
lijk dat het verkeer móet vastlo
pen als alle extra verplaatsingen
met de auto blijven plaatsvin
den."
Openbaar vervoer en fietsver-
keer kunnen, volgens de promo
venda, alleen een alternatief vor
men voor het autorijden, als er
bij de planning van woonkernen
een kwalitatief hoogwaardige
infrastructuur komt.
Zo pleit Mey ervoor om in elke
'woonrooster' van pakweg één
kilometer bij één kilometer een
'regiostation' van openbaar ver:
voer aan te leggen. Vanaf dit
punt moet je vliegensvlug naar
het stadscentrum kunnen. Rond
om dit knooppunt moeten bo
vendien winkels, bedrijfspanden,
de bibliotheek en middelbare
scholen komen te liggen.
„Zodat je in de ochtendspits niet
alleen forensen uit de woonkern
ziet vertrekken, maar ook men
sen ziet aankomen. Dat verhoogt
de leefbaarheid van zo'n woon
gebied en het kan leiden tot een
toevloed aan voorzieningen
rondom het regiostation."
Leefstijlen
Elke werker of elk huishouden
binnen het 'woonrooster' raakt
op die manier nadrukelijk ge
richt op dit multifunctionele
knooppunt, met al zijn mogelijk
heden. De woonwijk zelf is opge
deeld in buurten waarin mensen
met verschillende leefstijlen zich
welbevinden. Mey denkt aan
buurten met woningen èn be
drijfspanden waar allerlei men
sen komen, los van hun tijdsbe
steding, dagpatroon, cultuur, le
venswijze of levensfase: „De
noodzakelijke samenhang tusen
wonen, werken en vrije tijd
moet, sociaal en ruimtelijk, lei
den tot een stedelijk mozaïek."
Margot Mey denkt niet dat de
'verrijking' van de stedebouw
met sociografische gegevens be
perkt hoeft te blijven tot nieuw
aan te leggen wijken. Ze heeft
haar ideeën ook uitgeprobeerd
op twee bestaande locaties: een
nieuwbouwterrein nabij Zoeter-
meer en de na-oorlogse wijk
Holterbroek in Zwolle. Ze heeft
de situatie in die woongebieden
geanalyseerd en daar het 'mo
derne eisenpakket' overheen ge
legd.
„Zo heb ik ontdekt dat het heel
goed mogelijk is om tijdens een
moment van stadsvernieuwing
de kwaliteit van een woonkern
in overeenstemming te brengen
met de eisen van de nieuwe tijd,"
aldus Mey. „Dat heeft me ervan
overtuigd dat geen enkele plan
nenmaker om deze ontwikkeling
heen kan. De stedebouwkunde
was helemaal vergeten wat de
moderne bewoner wil. Maar als
we willen, kunnen we die fout
best ongedaan maken."
Door Jetty Ferwerda
Parijs - Glamour is terug in
het modebeeld. Niet de poe
nerige en oppervlakkige gla
mour van de nouveau riche,
maar een meer ingetogen
versie. Glamour van nu
draait om stijl, de valling en
kwaliteit van de stof, rijke
kleurschakeringen en pro
porties. Dat is de conclusie
na het zien van de eerste
najaars-modeshows
1994/1995 in Parijs.
Het lijkt alsof de ontwerpers de
recessie te lijf gaan met gla
mour en luxe: jezelf mooi aan
kleden om de problemen van
alledag een beetje te vergeten.
Volgens Jean Paul Gaultier kan
niets beter verstrooiing bren
gen in het leven dan mode. In
een interview met het Franse
Journal du Textile sprak hij
van een soort levenskruid.
De periode van de sombere cri-
siskleding is voorbij. Al zijn
hier en daar nog de laatste
stuiptrekkingen waarneem
baar, zoals bijvoorbeeld in de
collectie van Comme des Gar-
cons. Christian Lacroix, Jean
Paul Gaultier, Dries van Noot-
en en Vivienne Westwood lieten
het afgelopen weekeinde al
merken in de stemming te zijn
voor meer show en lichtvoetig-
heid.
De Belg Dries van Nooten
brengt komend najaar kleding
met een poëtisch, soms melan
cholisch karakter. Zijn creaties
doen denken aan de glamour
van vervlogen tijden. Wat ooit
een mooie zijden jurk of wollen
colbert was, is nu veranderd in
een kledingstuk dat zichtbaar
de tand des tijds heeft door
staan: verschoten kleuren, ver
vaagde dessins en versleten
stoffen. De kleding van de Brit
se Westwood doet op haar ma
nier ook poëtisch aan, maar
dan zo kitsch als een poëzie-
plaatje. Zoals de sjieke mantel
pakjes uit de jaren vijftig, afge
zet met langharig kunstbont en
de rokjes met een queue.
Gaultier, Lacroix en Rifat Oz-
bek gebruiken de rijkdom van
andere culturen om hun kle
ding een glamourous karakter
te geven. Niet alleen de kleu
ren, ook de klederdracht, de
stoffen en accessoires. Gaul-
tiers collectie is het best te
omschrijven als een transsibe-
rische reis, met invloeden van
Eskimo's, China en Mongolië:
veel lammyjassen, zijden pyja
mabroeken en nepbont. Ozbek
zoekt het in zijn land van her
komst: Turkije.
Harembroeken, tunieken, over
slagrokjes en rechte, hooggeslo
ten jasjes kenmerken zijn col
lectie. Lacroix verenigt in zijn
collectie allerlei culturen, van
Afrika tot Rusland. Dat mondt
uit in een mix van dessins,
kledingstukken, glanzende ma
terialen en proporties.
Tot nu toe ogen de collecties
ongecompliceerd, maar niet
echt vernieuwend. Er kan veel,
van mini tot maxi, van wijd tot
strak, van ingetogen tot kitsch.
Ook de materialen zijn uiteen
lopend: veel mohair, leer, suè-
de, wol, voile en glans.
Een creatie van Kenzo voor het komende najaar.
foto ap
Nederland gaat exotisch. Dat beweert een deel van de
rijstbranche althans. Na de opkomst van de pasta, is rijst nu
aan de beurt. Niet langer de eenmaal wekelijkse nassi-maal-
tijd, maar Thais, Vietnamees, Japans en klassiek Chinees
prijken op het menu.
Of het een wensdroom is van
concerns en enthousiaste recla
meboys of dat er werkelijk een
rijsttrend heerst, hangt af van
wie de informatie verstrekt. De
firma Honig, nu voornamelijk in
het nieuws vanwege de salmo
nella-besmetting van Brinta,
maar ook producent van Oryza-
rijst, beweert dat er snelle groei
zit in de consumptie. Een hausse.
Zes procent meer 'voorbewerkte'
rijst, de leek zegt snelkookrijst,
in de eerste helft van 1993.
Woordvoerder De Jong van de
firma Van Sillevoldt uit Papend-
recht, de grootste rijstverwerker
van Europa en Nederland, nuan
ceert het beeld. Van Sillevoldt
voert zelf geen snelkookproduk-
ten; hun topmerk Silvo is een
klassieke kookrijst. „De rijst-
markt gaat in consumentengul
dens omhoog, in volume nauwe
lijks. Met hoeveel procent de
bestedingen stijgen, hangt van
het onderzoeksbureau af. De een
berekent het zus, de ander zo.
Een gemiddelde van vijf procent
voor snelkookrijst is echter reëel.
Kookrijst blijft zo goed als sta
biel. Wij hebben wel een inci
dentele toename, maar dat komt
door immigratie. Wij leveren we
kelijks enorme voorraden aan
asielzoekerscentra. Die mensen
zijn echte rijst-eters en zien
daarom niets in snelkookpro-
dukten. Het gaat hier echter,
denken we, om niet meer dan
een korte termijn effect."
„Het 'voorbewerkte' deel stijgt
wel degelijk, maar alleen zo lang
je kijkt naar wat de gebruikers
er voor neer tellen. Het hangt
samen met de prijsverhogingen
van zo'n pakje van 400 gram.
Qua volume gebeurt er weinig in
die markt. Dat je nu het een en
ander aan acties ziet in de super
markten heeft een simpele ach
tergrond. Honig is overgenomen
door CSM. CSM slaat om zich
heen, wil het marktaandeel ver
groten en heeft daarom Oryza,
waar jaren lang niets mee ge
beurde, gereactiveerd. Een resty-
ling. De rest reageert daarop."
„Oryza heeft een marktconcept
ontwikkeld. Rijst als natuurlijk,
Oosters produkt met alle mys
tiek en diepere achtergrond die
er bij hoort. Daarmee zijn ze
extra gaan adverteren in de eer
ste maanden van dit jaar, de
normale tijd voor rijstreclames.
Lassie, vijf a zes keer groter dan
Oryza en met een ongeveer tien
voudige omzet van Uncle Ben's,
kan het offensiefje van de con
current niet met de handen over
elkaar voorbij laten gaan. Dus
komen er aanbiedingen met 40
gram extra voor dezelfde prijs en
tijdelijke prijsverlagingen. Een
normaal verschijnsel in de con
currentiestrijd. Vergelijk het
maar met wat er gebeurt in de
maandverband- of luiersector.
Voor de consument is het voor
delig."
Wijn is in alle Wes
terse talen een
mannelijk
woord, ook in het Neder
lands. Hoe dit komt, is niet
helemaal duidelijk, maar dat
is met meer woorden zo. Het
zal wel een wilde gedachte
zijn om te veronderstellen,
dat het te maken heeft met de
vervaardiging van het pro
dukt. Door de eeuwen heen
hebben vooral mannen zich
bezig gehouden met de pro-
duktie van allerlei soorten
wijn.
Met nadruk zeg ik vooral
mannen. Wat dus zonneklaar
betekent dat ook vrouwen dit
beroep uitoefenen. Vroeger
vrijwel niet en nu iets meer.
.Naarmate de twintigste eeuw
verstrijkt, zie je steeds meer
wijnboerinnen.
Overwegend mannen echter
bepalen overal ter wereld
welke druiven er in welke
streek verbouwd moeten wor
den. Zij schrijven doorgaans
voor wanneer er geoogst
moet worden. Zij hebben
meestal de supervisie over het
hele verdere verloop van de
wijnwording. Het is niet an
ders. Meer dan een constate
ring is het niet.
Maar het zijn de (huis)vrou-
wen, die een belangrijk deel
van de winst bepalen, die pro
ducent en detailhandel uitein
delijk opstrijken.
Want zij maken uit, welke
wijn in huis wordt gehaald.
Zij bedenken hoeveel flessen
er in één keer worden aange
schaft en zij stellen ook de
prijs vast, die zo rond de ze
ven gulden per fles ligt. Het is
zelfs zo, dat vrouwen al jaren
lang, en zo ook vorig jaar,
relatief meer wijn drinken
dan mannen.
Ik heb het dan dus over wijn
niet over de totale Nederland
se alcoholconsumptie. Man
nen nemen zoals gewoonlijk
nu eenmaal meer alcohol tot
zich dan vrouwen, vooral bier.
Al deze gegevens zijn al inter
preterend te plukken uit de
jaarrapporten van het Am
sterdamse marktonderzoeks
bureau Trendbox. Het jongste
wijnrapport doet verslag over
1993. En zoals altijd gaat het,
merkwaardig genoeg, ook
over het gedrag van man en
vrouw. Zouden ze daar bij
Trendbox iets mee hebben?
Och, het is wel opmerkelijk
om te zien, dat een kennelijk
mannelijk produkt het niet
zonder vrouwelijke afnemers
kan stellen. Afname en mn,
me zijn trouwens vrouwelijk
woorden.
De teksten en talloze grafie]
ken maken verder duidelijk
dat 45 procent van de Neder]
landse bevolking (ja, man
vrouw) van 16 jaar en oudetl
op dagbasis alcoholhoudend.'
drank nuttigt. De mannejl
dronken vorig jaar weer meJ
dan in 1992 (55-57 proceni
en de vrouwen minder (35
procent).
Door de jaren heen komt wijJ
uit de bus als een stijgend]
ster. De populariteit lijkt el)
jaar toe te nemen. Binnen 4e
45 procent neemt wijn inmid
dels een aandeel in van 28\'
een toename met 2% vergele
ken met het jaar daarvoor'
Vooral de rode deed het ii
1993 heel goed.
Nu zijn cijfers in een rappor! I
net zo bedrieglijk als het ve: I
van een steeds verkleurende I
kameleon. Het ligt er maa:
aan tegen welke achtergrond
je het schouwspel waarneem:
en welk licht je er op
schijnen. Zo is het dus oppas-1
sen met het verbinden van
trends aan al die procenten.
Als bijvoorbeeld in 1993 meer
mannen wijn blijken te heb
ben gedronken, dan kun je nn I
al zeggen dat hier volstrekt
geen sprake is van een trend.
In de koele zomer van dat
jaar daalde het biergebruik
met 5 procent. En dus...
Ik pers nog iets sappigs uit het
wijnrapport.
In een Nederlandse huishou-1
ding blijken zich gemiddeld
vijf tot zes flessen wijn in
voorraad te bevinden. Als er
zo'n vijf tot zes miljoen huis
houdens in Nederland zijn.
dan ligt daar volgens mij in
het hele land een interessant
voorraadje klaar.
Minstens 25 miljoen flessen.
Leuk toch voor man én
Door Marijke Prins
In een boek met Nederlandse
streekrecepten las ik dat in
Sittard op de vierde zondag
van vasten, halfvasten, krom
breudjes worden gebakken,
broodjes in de vorm van een
maan. Benieuwd of deze folk
lore nog wel leefde, belde ik
de gemeente.
Wat bleek? Deze eeuwenoude
traditie is nog springlevend!
Er bestaat zelfs een krom-
broodrapencomité dat het fes
tijn organiseert. Er komt een
prominente gast, dit keer de
bisschop van Roermond, en
het geheel wordt muzikaal
omlijst door de plaatselijke
korpsen. Op 13 maart om 3
uur worden van de (slechts 50
meter hoge) Kollenberg zo'n
20.000 krombreudjes gewor
pen. Dit tot grote opwinding
van de kleintjes, die de berg
opklimmen om de broodjes te
zoeken.
Een van de 10 bakkers die de
krombreudjes bakt, bakker
Cardinaals, zei me dat ieder
recept voor fijn wit brood ge
schikt is om krombreudjes van
te bakken. Hij wist ook te
vertellen dat de vrijwilligers
die aan de organisatie van de
dag hebben meegewerkt, een
feestelijke versie krijgen, met
rozijnen erin. Cardinaals is nu
al druk bezig om de zoete
broodjes te bakken (ze worden
ingevroren bewaard bij een
slager en poelier die over grote
diepvriesruimtes beschikken).
Echt Nederlands zijn ook de
duivekaters en paasmannetjes.
De duivekaters worden gebak
ken voor Palmpasen, terwijl
de Paasmannetjes bij het
paasontbijt gegeten worden.
Gemakshalve heb ik voor alle
drie de feestbroden hetzelfde
recept genomen. De broden
zijn leuk om ter voorbereiding
van het paasfeest te bakken
met de kinderen.
brooddeeg voor 8 krombreud
jes of 2 duivekaters of 4 paas
mannetjes
500 gram bloem
50 gram witte basterdsuiker
30 gram gist
200 cc melk
2 eieren
100 gram boter
snufje zout
boter om bakplaat in te vetten
eierdooier om brood te bestrij
ken
extra voor paasmannetjes:
8 krenten
enkele geconfijte kersen
4 rauwe eieren
Los de gist op in de lauwwarm
gemaakte melk, voeg 1 theele
pel suiker toe en laat dit 'zet
sel' 30 minuten rijzen. Meng
de bloem met zout en suiker in
een kom en maak in het mid
den een kuiltje. Laat de eieren
in het kuiltje glijden. Leg de
in vlokjes verdeelde boter er
boven op. Giet het zetsel uit
het pannetje erbij en kneed
het deeg grondig door. Laat
het deeg met een vochtige
keukendoek afgedekt 1-2 uur
rijzen. Kneed nogmaals het
deeg stevig door.
Voor de verschillende soorten
feestbrood worden dan ver
schillende handelingen ver
richt.
1. krombreudjes
Het deeg wordt in acht porties
verdeeld en tot mooie halve
maantjes gevormd. (30 minu
ten bakken in een op 200 gra
den verwarmde oven)
2. duivekaters
Het deeg wordt in twee porties
verdeeld en tot langwerpige,
gepunte broodvorm gerold. (35
minuten bakken in een op 200
graden verwarmde oven)
3. paasmannetjes
Het deeg wordt in acht porties
verdeeld. Maak hiervan punt
broodjes met 1 stomp uiteinde.
Vorm hiervan hoofd en armen.
Knip het puntige uiteinde in,
zodat twee benen ontstaan.
Versier het hoofd met twee
krenten als ogen en een maan
tje kers als mond. Leg op ieder
brood een rauw ei en sla de
armen daaromheen. (25 minu
ten bakken in een op 200 gra
den verwarmde oven)
Alle drie de typen brood wor
den voordat ze de oven ingaan
met ei bestreken en op een
ingevet bakblik gelegd.
Door Lout Donders
De reizende mens vraagt na
drukkelijker om 'andere' kor
te trips tussendoor, als het
kan een beetje luxe en exclu
sief In dat gat springt Trans,
een dochter van Nederlandse
Spoorwegen.
Het nieuwe paradepaardje van
de reisorganisatie, het Trans
Ambiance programma, leidt de
zoekende reiziger naar kastelen,
landhuizen, auberges en hostel-
lerieën in Nederland, België en
Duitsland. Anders dan verwacht
Door Johan van Grinsven
„Nederlanders zijn misschien
niet echt zuinig, maar wel als
eerste geïnteresseerd in de
prijs van hun vakantie. Dat
heeft mij verbaasd. In andere
landen wordt eerst gekeken
of de prijs/kwaliteit-verhou
ding van een vakantie goed
is."
De vraag was wat dr. Anton
Winkler het meeste heeft ver
baasd in Nederland. Van de hui
dige lichting directeuren van
buitenlandse verkeersbureaus
-deze verzorgen hier de toeris
tische promotie voor hun land -
heeft de 54-jarige Winkler de
meeste 'Nederlandse' dienstja
ren. Hij verbleef hier negen jaar.
Vandaag neemt hij afscheid, kort
daarna vertrekt hij naar zijn
volgende standplaats, New York.
Oostenrijk is voor Nederlandse
vakantiegangers na Frankrijk en
Duitsland de derde populairste
bestemming. Onder Winklers'
bewind zag hij de toeristische
cijfers voor Oostenrijk als zo-
merbestemming dalen: van ruim
600.000 bij zijn aantreden in
1985 naar 550.000 in 1993. De
winter laat een duidelijke stij
ging zien: van 565.000 naar
750.000.
Winkler: „Op vijftien miljoen in
woners zo'n 1,3 miljoen h 1,4
miljoen Nederlanders die hun
vakantie in Oostenrijk doorbren
gen, dat is heel veel. Als je
realistisch bent, kun je daar geen
toename meer in verwachten."
Nederland is voor de Oostenrijk
se toerisme-industrie de tweede
belangrijkste markt, na Duits
land.
Oostenrijk is te duur geworden,
is de laatste jaren een veelge
hoorde klacht.
„Oostenrijk is niet goedkoop.
üVat moet je met een turbo
luist op de dag dat we de
snelle 850-T5 bij de impor
xur ophalen wordt het in
aalf Brabant spekglad.
„Doe een beetje rustig aa
want deze auto is veel sne
Ier dan je denkt," had de
importeur me nog nageroe
pen. Binnen een uur stond
de auto in Den Bosch en ir
Tilburg twee keer volledig
dwars. Wel spectaculair,
maar niet bevorderlijk vot
de soepele verkeersafwik
keling zullen we maar zeg
gen.
Door Rien van der Steen
Een Volvo is veilig. Daar tw
feit niemand aan. Stevig in e
kaar gezet en aan de ande
kant een beetje alledaags,
auto sluit als een kluis en zag
tot voor kort uit als een ges
leerde container. Onverwoe:
bare degelijkheid uit Zweden.
De 850 komt trouwens uit
Volvo-fabriek in België. H<
wat eleganter dan de hoeki
'drietonners' die tot voor e
paar jaar het beeld bepaalde
Volvo heeft zich in de 65 ja
dat het merk auto's maakt e
stevige reputatie opgebouw
De 850 was een doorbraak:
In Genève wordt vandaag
64e Autosalon geopend. Tuss
alle nieuwe modellen en oi
werpstudies - Genève sts
vooral bekend om de laats
categorie - onthult Renault
de Zwitserse stad een oi
werpstudie met de naam Argi
De driezits cabriolet is geb
seerd op de Twingo en maE
op het eerste gezicht een sobe
kille indruk.
De buitenspiegels liggen v
scholen in de spatborden