Stedebouwkundige vergeet bewoners' 'Oost jeugd Nieuwe techniek voor vinden aorta-4bobbel' in Nijmegen Na pasta nu de rijst Een turb bestem Minimalisir CONSUMENT Promovenda wijst op 4overbodige belemmeringen' in dagelijkse leefomgeving Collecties kondigen betere tijden aan Glamour komt weer in beeld Man en vrouw WIJZER Krombreudjes, Duivekater en Paasmannetjes Directeur A. DONDERDAG 10 MAART 1994 'Nijmegen - Verwijding van de grote lichaamsslagader, de aorta, blijkt een groeiend me disch probleem te zijn. Bij dertigduizend meest mannen boven 65 jaar verwijdt deze zich tot meer dan vier centi meter, terwijl een dikte van ongeveer twee centimeter normaal is. Zo'n verwijding, officieel aneu- rysma genaamd, is te vergelijken met een bobbel op de binnen band van een fiets. Die gaat op den duur lekken, maar kan ook barsten. En dan is de afloop vaak fataal. Via een nieuwe techniek is er tijdig achter te komen hoe het met de aorta is gesteld. In 1991 werden in ons land 3700 patiënten - van wie 3400 man nen - in een ziekenhuis opgeno men vanwege zo'n zwakke plek in de aortawand. Om plaats en omvang daarvan nauwkeurig te kennen is er, zo blijkt uit het promotie-onderzoek van de Nij meegse radioloog P. Sallevelt, een nieuwe techniek ontwikkeld. Met deze zogenaamde magneti sche resonantie angiografie (MRA) is het mogelijk om aan de hand van magneetvelden en ra diogolven bloedvaten in beeld te brengen. Het acedemisch zieken huis Nijmegen heeft de techniek, een aanpassing van de MRI, als eerste in Nederland toegepast. Momenteel krijgt een arts de nodige informatie via het in beeld brengen van bloedvaten aan de hand van röntgenstralen. Die techniek eist onder andere het inspuiten van contrastvloei stof en een ziekenhuisopname. Bij MRA is er geen contrast vloeistof en geen opname nodig, terwijl de verkregen informatie toch even goed of beter is. Verwijding van de bloedvaten kan weliswaar ook elders in het lichaam, zoals in de hersenen, voorkomen. Maar meestal vindt zoiets toch plaats in de aorta. Vooral oudere mannen - twee tot zes procent van de mannen bo ven de 65 jaar - worden erdoor getroffen. De oorzaak is meestal aderverkalking (atherosclerose), waardoor de bloedvaatwand zijn stevigheid verliest en er zwakke plekken ontstaan. Zolang een zwakke plek in de aortawand intact blijft zijn er geen klachten. Bij de meeste pa tiënten wordt de verwijding dan ook bij toeval, bijvoorbeeld bij een buikonderzoek, ontdekt. Een operatie kan dan soelaas bieden. In zo'n geval wordt op de betref fende plek een kunststof pijp in de aorta geplaatst. Als het ware wordt op de zwakke plek dus een extra stuk binnenband in de binnenband geschoven. Prof. ir. Margot Mey; ste- debouwkundige, promo veerde dinsdag aan de Technische Universiteit Delft op het proefschrift 'Het stedelijke mozaïek'. De titel verwijst naar een woonomgeving waarin alle denkbare samenle vingsvormen een passend plekje vinden. Mensen die hun leven anders wil len inrichten dan het tra ditionele kostwinnersge zin, constateert Mey, lo pen dagelijks tegen tal van belemmeringen aan. Het leven wordt hen on nodig moeilijk gemaakt doordat bij de aanleg van woonwijken geen reke ning is gehouden met een 'afwijkend' leefpatroon. Door John van Oppen Individualisering? Vergrij zing? Deeltijdarbeid? Eman cipatie? Volgens prof. ir. Margot Mey is er geen stede- bouwkundige in Nederland die de voorbije jaren in zijn haar. werk acht heeft gesla gen op dergelijke ingrijpende ontwikkelingen. Bij de aanleg van nieuwe kernen zijn pla nologen volgens de promo venda collectief vergeten te anticiperen op maatschappe lijke veranderingen. Tot op de dag van vandaag wor den wijken nog steeds ontwor pen volgens het dagpatroon van het traditionele gezin, hoewel de meerderheid van de mensen on dertussen een volstrekt andere dagindeling heeft dan het stan daard-kostwinnersgezin. „Al die anderslevende mensen worden in him ontplooiing geremd doordat er een witte vlek zit in de stede- bouwkunde," aldus de promo venda. Ze begrijpt wel hoe dat komt. Tot in de jaren zeventig leek Nederland inderdaad overwe gend te bestaan uit echtparen met thuiswonende kindertjes en één kostwinner die op werkda gen als enige van het gezin de wijk uit moest, om half negen in de auto stapte en om half zes terug was. Keurslijf Andere samenlevingsvormen werden 'te gering in aantal' ge- Margot Mey: „Als stedebouwkundigen beter gebruik maken van de informatie, waarover gedragswetenschappers beschikken, zal de leefbaarheid met sprongen toenemen.foto fotopersbureau hendriksen-valk acht om rekening mee te houden bij de uitleg van een stad. Maar het gevolg daarvan is wel, aldus Mey, dat veel mensen nu in een keurslijf zijn gedrongen dat be hoorlijk knelt. Je zult bijvoorbeeld maar alleen wonende werker zijn, en om zes uur 's avonds terugkomen in een woonkern waarin geen café of clubhuis te vinden is en geen stadsbus meer rijdt. Of verpleeg ster, en om twee uur 's nachts met de fiets naar huis moeten over nauwelijks verlichte paden waar niemand het merkt als je iets overkomt. Of deeltijdwerker, en twee keer. per dag geconfronteerd worden met lange wachttijden omdat de busverbinding naar de werk vloer zo slecht is. Dan word je toch de auto in gejaagd, al zou je nog zo graag met het openbaar vervoer gaan? In haar onderzoek naar de alle daagse leefwijze en het ruimte lijke gedrag van de Nederlandse bevolking tussen de 18 en 85 jaar komt Mey tot een indeling in 28 verschillende groepen met ieder een typisch dagpatroon. Zoals zelfstandige jongeren, al leenwonende werkers, mensen die werken in ploegendienst, deeltijdwerkers, tweeverdieners zonder kinderen, alleenverdie ners met kleine kinderen, twee verdieners met kleine kinderen of juist met grotere kinderen, actieve ouderen en passieve ouderen. Al die groepen, aldus Mey, hebben zo hun eigen leefritme en dat wijkt flink af van het ruimtelijk gedrag van het traditionele gezin. „Stedebouwkundigen letten er wel op hoeveel winkels, basis scholen, speelplekjes, uitlaat- plaatsen voor honden, ontslui tingswegen en parkeerplaatsen er nodig zijn om de woonkern, van de grond te krijgen, maar daar blijft het vaak bij," zo constateert Margot Mey. „Neem de aansluiting van een woongebied op het openbaar vervoer. Die is niet ingesteld op bewoners die buiten de gebrui kelijke kantooruren werken. Waar vind je 's avonds veilige halteplaatsen? Toch groeit het aantal vrouwen dat in ploegen dienst werkt onstuimig; of het aantal tieners dat van de disco naar huis wil." Om dezelfde reden vindt ze het 'geen maatwerk' dat een woon complex voor ouderen ergens aan de rand van een wijk wordt neergezet, domweg omdat daar nog een lapje grond braak ligt en er zoveel vraag is naar een senio rencomplex. „Ouderen lopen niet meer zo kwiek. Daarom moeten hun wo ningen vlakbij alle voorzienin gen zijn gelegen die ze dagelijks nodig hebben," aldus Mey. „Doe je dat niet, dan beperk je het levensgeluk van mensen terwijl dat helemaal niet nodig is." Ze heeft ontdekt dat zulke mis kleunen in de planning gemak kelijk te vermijden zijn: „Er is geen nieuwe kennis voor nodig. We hoeven alleen een brug te slaan tussen twee vakgebieden, die nu nog los van elkaar wer ken." In haar proefschrift laat ze zien hoe stedebouwkundigen, voordat ze een woonwijk ontwerpen of reconstrueren, gebruik kunnen maken van 'de schat aan infor matie' waarover sociaal-geogra fen beschikken. „Als stedebouw kundigen beter gebruik maken van de informatie, waarover de ze gedragswetenschappers be schikken, zal de leefbaarheid van woonwijken met sprongen toenemen." Rolverdeling Sociaal-geografen hebben jaren geleden al gewezen op de veran derde rolverdeling binnen het huishouden, waardoor ieder ge zinslid een afwijkend dagpa troon krijgt met veel meer bewe gingen vanuit de woning naar andere locaties. Mey: „De tijd dat hij de hele dag weg was en zij de hele dag thuis, is voorbij. Het ruimtelijk gedrag van de mensen in Nederland is ontzettend veranderd. Er vinden veel meer verplaatsingen plaats dan vroeger, maar in de stede- bouwkunde is die trend niet voorzien. Hadden we die gege vens op tijd verwerkt in onze plannen, dan zou er nu niet zo'n gigantisch vervoersprobleem zijn geweest. Want het is wel duide lijk dat het verkeer móet vastlo pen als alle extra verplaatsingen met de auto blijven plaatsvin den." Openbaar vervoer en fietsver- keer kunnen, volgens de promo venda, alleen een alternatief vor men voor het autorijden, als er bij de planning van woonkernen een kwalitatief hoogwaardige infrastructuur komt. Zo pleit Mey ervoor om in elke 'woonrooster' van pakweg één kilometer bij één kilometer een 'regiostation' van openbaar ver: voer aan te leggen. Vanaf dit punt moet je vliegensvlug naar het stadscentrum kunnen. Rond om dit knooppunt moeten bo vendien winkels, bedrijfspanden, de bibliotheek en middelbare scholen komen te liggen. „Zodat je in de ochtendspits niet alleen forensen uit de woonkern ziet vertrekken, maar ook men sen ziet aankomen. Dat verhoogt de leefbaarheid van zo'n woon gebied en het kan leiden tot een toevloed aan voorzieningen rondom het regiostation." Leefstijlen Elke werker of elk huishouden binnen het 'woonrooster' raakt op die manier nadrukelijk ge richt op dit multifunctionele knooppunt, met al zijn mogelijk heden. De woonwijk zelf is opge deeld in buurten waarin mensen met verschillende leefstijlen zich welbevinden. Mey denkt aan buurten met woningen èn be drijfspanden waar allerlei men sen komen, los van hun tijdsbe steding, dagpatroon, cultuur, le venswijze of levensfase: „De noodzakelijke samenhang tusen wonen, werken en vrije tijd moet, sociaal en ruimtelijk, lei den tot een stedelijk mozaïek." Margot Mey denkt niet dat de 'verrijking' van de stedebouw met sociografische gegevens be perkt hoeft te blijven tot nieuw aan te leggen wijken. Ze heeft haar ideeën ook uitgeprobeerd op twee bestaande locaties: een nieuwbouwterrein nabij Zoeter- meer en de na-oorlogse wijk Holterbroek in Zwolle. Ze heeft de situatie in die woongebieden geanalyseerd en daar het 'mo derne eisenpakket' overheen ge legd. „Zo heb ik ontdekt dat het heel goed mogelijk is om tijdens een moment van stadsvernieuwing de kwaliteit van een woonkern in overeenstemming te brengen met de eisen van de nieuwe tijd," aldus Mey. „Dat heeft me ervan overtuigd dat geen enkele plan nenmaker om deze ontwikkeling heen kan. De stedebouwkunde was helemaal vergeten wat de moderne bewoner wil. Maar als we willen, kunnen we die fout best ongedaan maken." Door Jetty Ferwerda Parijs - Glamour is terug in het modebeeld. Niet de poe nerige en oppervlakkige gla mour van de nouveau riche, maar een meer ingetogen versie. Glamour van nu draait om stijl, de valling en kwaliteit van de stof, rijke kleurschakeringen en pro porties. Dat is de conclusie na het zien van de eerste najaars-modeshows 1994/1995 in Parijs. Het lijkt alsof de ontwerpers de recessie te lijf gaan met gla mour en luxe: jezelf mooi aan kleden om de problemen van alledag een beetje te vergeten. Volgens Jean Paul Gaultier kan niets beter verstrooiing bren gen in het leven dan mode. In een interview met het Franse Journal du Textile sprak hij van een soort levenskruid. De periode van de sombere cri- siskleding is voorbij. Al zijn hier en daar nog de laatste stuiptrekkingen waarneem baar, zoals bijvoorbeeld in de collectie van Comme des Gar- cons. Christian Lacroix, Jean Paul Gaultier, Dries van Noot- en en Vivienne Westwood lieten het afgelopen weekeinde al merken in de stemming te zijn voor meer show en lichtvoetig- heid. De Belg Dries van Nooten brengt komend najaar kleding met een poëtisch, soms melan cholisch karakter. Zijn creaties doen denken aan de glamour van vervlogen tijden. Wat ooit een mooie zijden jurk of wollen colbert was, is nu veranderd in een kledingstuk dat zichtbaar de tand des tijds heeft door staan: verschoten kleuren, ver vaagde dessins en versleten stoffen. De kleding van de Brit se Westwood doet op haar ma nier ook poëtisch aan, maar dan zo kitsch als een poëzie- plaatje. Zoals de sjieke mantel pakjes uit de jaren vijftig, afge zet met langharig kunstbont en de rokjes met een queue. Gaultier, Lacroix en Rifat Oz- bek gebruiken de rijkdom van andere culturen om hun kle ding een glamourous karakter te geven. Niet alleen de kleu ren, ook de klederdracht, de stoffen en accessoires. Gaul- tiers collectie is het best te omschrijven als een transsibe- rische reis, met invloeden van Eskimo's, China en Mongolië: veel lammyjassen, zijden pyja mabroeken en nepbont. Ozbek zoekt het in zijn land van her komst: Turkije. Harembroeken, tunieken, over slagrokjes en rechte, hooggeslo ten jasjes kenmerken zijn col lectie. Lacroix verenigt in zijn collectie allerlei culturen, van Afrika tot Rusland. Dat mondt uit in een mix van dessins, kledingstukken, glanzende ma terialen en proporties. Tot nu toe ogen de collecties ongecompliceerd, maar niet echt vernieuwend. Er kan veel, van mini tot maxi, van wijd tot strak, van ingetogen tot kitsch. Ook de materialen zijn uiteen lopend: veel mohair, leer, suè- de, wol, voile en glans. Een creatie van Kenzo voor het komende najaar. foto ap Nederland gaat exotisch. Dat beweert een deel van de rijstbranche althans. Na de opkomst van de pasta, is rijst nu aan de beurt. Niet langer de eenmaal wekelijkse nassi-maal- tijd, maar Thais, Vietnamees, Japans en klassiek Chinees prijken op het menu. Of het een wensdroom is van concerns en enthousiaste recla meboys of dat er werkelijk een rijsttrend heerst, hangt af van wie de informatie verstrekt. De firma Honig, nu voornamelijk in het nieuws vanwege de salmo nella-besmetting van Brinta, maar ook producent van Oryza- rijst, beweert dat er snelle groei zit in de consumptie. Een hausse. Zes procent meer 'voorbewerkte' rijst, de leek zegt snelkookrijst, in de eerste helft van 1993. Woordvoerder De Jong van de firma Van Sillevoldt uit Papend- recht, de grootste rijstverwerker van Europa en Nederland, nuan ceert het beeld. Van Sillevoldt voert zelf geen snelkookproduk- ten; hun topmerk Silvo is een klassieke kookrijst. „De rijst- markt gaat in consumentengul dens omhoog, in volume nauwe lijks. Met hoeveel procent de bestedingen stijgen, hangt van het onderzoeksbureau af. De een berekent het zus, de ander zo. Een gemiddelde van vijf procent voor snelkookrijst is echter reëel. Kookrijst blijft zo goed als sta biel. Wij hebben wel een inci dentele toename, maar dat komt door immigratie. Wij leveren we kelijks enorme voorraden aan asielzoekerscentra. Die mensen zijn echte rijst-eters en zien daarom niets in snelkookpro- dukten. Het gaat hier echter, denken we, om niet meer dan een korte termijn effect." „Het 'voorbewerkte' deel stijgt wel degelijk, maar alleen zo lang je kijkt naar wat de gebruikers er voor neer tellen. Het hangt samen met de prijsverhogingen van zo'n pakje van 400 gram. Qua volume gebeurt er weinig in die markt. Dat je nu het een en ander aan acties ziet in de super markten heeft een simpele ach tergrond. Honig is overgenomen door CSM. CSM slaat om zich heen, wil het marktaandeel ver groten en heeft daarom Oryza, waar jaren lang niets mee ge beurde, gereactiveerd. Een resty- ling. De rest reageert daarop." „Oryza heeft een marktconcept ontwikkeld. Rijst als natuurlijk, Oosters produkt met alle mys tiek en diepere achtergrond die er bij hoort. Daarmee zijn ze extra gaan adverteren in de eer ste maanden van dit jaar, de normale tijd voor rijstreclames. Lassie, vijf a zes keer groter dan Oryza en met een ongeveer tien voudige omzet van Uncle Ben's, kan het offensiefje van de con current niet met de handen over elkaar voorbij laten gaan. Dus komen er aanbiedingen met 40 gram extra voor dezelfde prijs en tijdelijke prijsverlagingen. Een normaal verschijnsel in de con currentiestrijd. Vergelijk het maar met wat er gebeurt in de maandverband- of luiersector. Voor de consument is het voor delig." Wijn is in alle Wes terse talen een mannelijk woord, ook in het Neder lands. Hoe dit komt, is niet helemaal duidelijk, maar dat is met meer woorden zo. Het zal wel een wilde gedachte zijn om te veronderstellen, dat het te maken heeft met de vervaardiging van het pro dukt. Door de eeuwen heen hebben vooral mannen zich bezig gehouden met de pro- duktie van allerlei soorten wijn. Met nadruk zeg ik vooral mannen. Wat dus zonneklaar betekent dat ook vrouwen dit beroep uitoefenen. Vroeger vrijwel niet en nu iets meer. .Naarmate de twintigste eeuw verstrijkt, zie je steeds meer wijnboerinnen. Overwegend mannen echter bepalen overal ter wereld welke druiven er in welke streek verbouwd moeten wor den. Zij schrijven doorgaans voor wanneer er geoogst moet worden. Zij hebben meestal de supervisie over het hele verdere verloop van de wijnwording. Het is niet an ders. Meer dan een constate ring is het niet. Maar het zijn de (huis)vrou- wen, die een belangrijk deel van de winst bepalen, die pro ducent en detailhandel uitein delijk opstrijken. Want zij maken uit, welke wijn in huis wordt gehaald. Zij bedenken hoeveel flessen er in één keer worden aange schaft en zij stellen ook de prijs vast, die zo rond de ze ven gulden per fles ligt. Het is zelfs zo, dat vrouwen al jaren lang, en zo ook vorig jaar, relatief meer wijn drinken dan mannen. Ik heb het dan dus over wijn niet over de totale Nederland se alcoholconsumptie. Man nen nemen zoals gewoonlijk nu eenmaal meer alcohol tot zich dan vrouwen, vooral bier. Al deze gegevens zijn al inter preterend te plukken uit de jaarrapporten van het Am sterdamse marktonderzoeks bureau Trendbox. Het jongste wijnrapport doet verslag over 1993. En zoals altijd gaat het, merkwaardig genoeg, ook over het gedrag van man en vrouw. Zouden ze daar bij Trendbox iets mee hebben? Och, het is wel opmerkelijk om te zien, dat een kennelijk mannelijk produkt het niet zonder vrouwelijke afnemers kan stellen. Afname en mn, me zijn trouwens vrouwelijk woorden. De teksten en talloze grafie] ken maken verder duidelijk dat 45 procent van de Neder] landse bevolking (ja, man vrouw) van 16 jaar en oudetl op dagbasis alcoholhoudend.' drank nuttigt. De mannejl dronken vorig jaar weer meJ dan in 1992 (55-57 proceni en de vrouwen minder (35 procent). Door de jaren heen komt wijJ uit de bus als een stijgend] ster. De populariteit lijkt el) jaar toe te nemen. Binnen 4e 45 procent neemt wijn inmid dels een aandeel in van 28\' een toename met 2% vergele ken met het jaar daarvoor' Vooral de rode deed het ii 1993 heel goed. Nu zijn cijfers in een rappor! I net zo bedrieglijk als het ve: I van een steeds verkleurende I kameleon. Het ligt er maa: aan tegen welke achtergrond je het schouwspel waarneem: en welk licht je er op schijnen. Zo is het dus oppas-1 sen met het verbinden van trends aan al die procenten. Als bijvoorbeeld in 1993 meer mannen wijn blijken te heb ben gedronken, dan kun je nn I al zeggen dat hier volstrekt geen sprake is van een trend. In de koele zomer van dat jaar daalde het biergebruik met 5 procent. En dus... Ik pers nog iets sappigs uit het wijnrapport. In een Nederlandse huishou-1 ding blijken zich gemiddeld vijf tot zes flessen wijn in voorraad te bevinden. Als er zo'n vijf tot zes miljoen huis houdens in Nederland zijn. dan ligt daar volgens mij in het hele land een interessant voorraadje klaar. Minstens 25 miljoen flessen. Leuk toch voor man én Door Marijke Prins In een boek met Nederlandse streekrecepten las ik dat in Sittard op de vierde zondag van vasten, halfvasten, krom breudjes worden gebakken, broodjes in de vorm van een maan. Benieuwd of deze folk lore nog wel leefde, belde ik de gemeente. Wat bleek? Deze eeuwenoude traditie is nog springlevend! Er bestaat zelfs een krom- broodrapencomité dat het fes tijn organiseert. Er komt een prominente gast, dit keer de bisschop van Roermond, en het geheel wordt muzikaal omlijst door de plaatselijke korpsen. Op 13 maart om 3 uur worden van de (slechts 50 meter hoge) Kollenberg zo'n 20.000 krombreudjes gewor pen. Dit tot grote opwinding van de kleintjes, die de berg opklimmen om de broodjes te zoeken. Een van de 10 bakkers die de krombreudjes bakt, bakker Cardinaals, zei me dat ieder recept voor fijn wit brood ge schikt is om krombreudjes van te bakken. Hij wist ook te vertellen dat de vrijwilligers die aan de organisatie van de dag hebben meegewerkt, een feestelijke versie krijgen, met rozijnen erin. Cardinaals is nu al druk bezig om de zoete broodjes te bakken (ze worden ingevroren bewaard bij een slager en poelier die over grote diepvriesruimtes beschikken). Echt Nederlands zijn ook de duivekaters en paasmannetjes. De duivekaters worden gebak ken voor Palmpasen, terwijl de Paasmannetjes bij het paasontbijt gegeten worden. Gemakshalve heb ik voor alle drie de feestbroden hetzelfde recept genomen. De broden zijn leuk om ter voorbereiding van het paasfeest te bakken met de kinderen. brooddeeg voor 8 krombreud jes of 2 duivekaters of 4 paas mannetjes 500 gram bloem 50 gram witte basterdsuiker 30 gram gist 200 cc melk 2 eieren 100 gram boter snufje zout boter om bakplaat in te vetten eierdooier om brood te bestrij ken extra voor paasmannetjes: 8 krenten enkele geconfijte kersen 4 rauwe eieren Los de gist op in de lauwwarm gemaakte melk, voeg 1 theele pel suiker toe en laat dit 'zet sel' 30 minuten rijzen. Meng de bloem met zout en suiker in een kom en maak in het mid den een kuiltje. Laat de eieren in het kuiltje glijden. Leg de in vlokjes verdeelde boter er boven op. Giet het zetsel uit het pannetje erbij en kneed het deeg grondig door. Laat het deeg met een vochtige keukendoek afgedekt 1-2 uur rijzen. Kneed nogmaals het deeg stevig door. Voor de verschillende soorten feestbrood worden dan ver schillende handelingen ver richt. 1. krombreudjes Het deeg wordt in acht porties verdeeld en tot mooie halve maantjes gevormd. (30 minu ten bakken in een op 200 gra den verwarmde oven) 2. duivekaters Het deeg wordt in twee porties verdeeld en tot langwerpige, gepunte broodvorm gerold. (35 minuten bakken in een op 200 graden verwarmde oven) 3. paasmannetjes Het deeg wordt in acht porties verdeeld. Maak hiervan punt broodjes met 1 stomp uiteinde. Vorm hiervan hoofd en armen. Knip het puntige uiteinde in, zodat twee benen ontstaan. Versier het hoofd met twee krenten als ogen en een maan tje kers als mond. Leg op ieder brood een rauw ei en sla de armen daaromheen. (25 minu ten bakken in een op 200 gra den verwarmde oven) Alle drie de typen brood wor den voordat ze de oven ingaan met ei bestreken en op een ingevet bakblik gelegd. Door Lout Donders De reizende mens vraagt na drukkelijker om 'andere' kor te trips tussendoor, als het kan een beetje luxe en exclu sief In dat gat springt Trans, een dochter van Nederlandse Spoorwegen. Het nieuwe paradepaardje van de reisorganisatie, het Trans Ambiance programma, leidt de zoekende reiziger naar kastelen, landhuizen, auberges en hostel- lerieën in Nederland, België en Duitsland. Anders dan verwacht Door Johan van Grinsven „Nederlanders zijn misschien niet echt zuinig, maar wel als eerste geïnteresseerd in de prijs van hun vakantie. Dat heeft mij verbaasd. In andere landen wordt eerst gekeken of de prijs/kwaliteit-verhou ding van een vakantie goed is." De vraag was wat dr. Anton Winkler het meeste heeft ver baasd in Nederland. Van de hui dige lichting directeuren van buitenlandse verkeersbureaus -deze verzorgen hier de toeris tische promotie voor hun land - heeft de 54-jarige Winkler de meeste 'Nederlandse' dienstja ren. Hij verbleef hier negen jaar. Vandaag neemt hij afscheid, kort daarna vertrekt hij naar zijn volgende standplaats, New York. Oostenrijk is voor Nederlandse vakantiegangers na Frankrijk en Duitsland de derde populairste bestemming. Onder Winklers' bewind zag hij de toeristische cijfers voor Oostenrijk als zo- merbestemming dalen: van ruim 600.000 bij zijn aantreden in 1985 naar 550.000 in 1993. De winter laat een duidelijke stij ging zien: van 565.000 naar 750.000. Winkler: „Op vijftien miljoen in woners zo'n 1,3 miljoen h 1,4 miljoen Nederlanders die hun vakantie in Oostenrijk doorbren gen, dat is heel veel. Als je realistisch bent, kun je daar geen toename meer in verwachten." Nederland is voor de Oostenrijk se toerisme-industrie de tweede belangrijkste markt, na Duits land. Oostenrijk is te duur geworden, is de laatste jaren een veelge hoorde klacht. „Oostenrijk is niet goedkoop. üVat moet je met een turbo luist op de dag dat we de snelle 850-T5 bij de impor xur ophalen wordt het in aalf Brabant spekglad. „Doe een beetje rustig aa want deze auto is veel sne Ier dan je denkt," had de importeur me nog nageroe pen. Binnen een uur stond de auto in Den Bosch en ir Tilburg twee keer volledig dwars. Wel spectaculair, maar niet bevorderlijk vot de soepele verkeersafwik keling zullen we maar zeg gen. Door Rien van der Steen Een Volvo is veilig. Daar tw feit niemand aan. Stevig in e kaar gezet en aan de ande kant een beetje alledaags, auto sluit als een kluis en zag tot voor kort uit als een ges leerde container. Onverwoe: bare degelijkheid uit Zweden. De 850 komt trouwens uit Volvo-fabriek in België. H< wat eleganter dan de hoeki 'drietonners' die tot voor e paar jaar het beeld bepaalde Volvo heeft zich in de 65 ja dat het merk auto's maakt e stevige reputatie opgebouw De 850 was een doorbraak: In Genève wordt vandaag 64e Autosalon geopend. Tuss alle nieuwe modellen en oi werpstudies - Genève sts vooral bekend om de laats categorie - onthult Renault de Zwitserse stad een oi werpstudie met de naam Argi De driezits cabriolet is geb seerd op de Twingo en maE op het eerste gezicht een sobe kille indruk. De buitenspiegels liggen v scholen in de spatborden

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 24