DE STEM
'Ik haat oud,
want ik houd van mooi'
Ans Wortel
van het
kunstenaarsdorp
Bergen naar
Baarle-Nassau
VRIJDAG 4 MAART 1994 DEEL
tAns Wortel tussen haar nieu-
■e olieverfschilderijen in haar
ütelier in Baarle-Nassau. „Het
arootste deel van mijn leven
ik op een schopstoel geze-
FOTO JOHAN VAN GURP
schrikbeeld voor de kunstenares.
„Ja, want ik houd van mooi. Zelf
was ik altijd ontevreden over
mijn uiterlijk. Altijd je druk ma
ken over je kop, je lijf, je lijn.
Gelukkig heb ik mijn werk dat
me afleidt, maar als je opstaat,
voel je dat je stijf bent. Oud
worden is niet leuk, maar dood
gaan is nog erger. Het is een
mazzel als je geheugen nog goed
is. Het enige plezierige aan het
ouder worden is, dat je verlost
bent van de seks. Mijn moeder
zei wel eens: 'bah, die seks'. En
dan dacht ik, mens wat blijft er
over als je dat niet meer hebt?
Nu merk ik dat het leven veel
leuker is zonder. Dat je iemand
gewoon een hand kan geven zon
der dat al die radiogolven door
je heengaan."
Door Marjan Mes
Nog meer dan vroeger lijkt
ze op een zigeunerin, met
haar lange haar en handen
vol grote ringen. Haar
stem is zo laag en zwaar,
zo doorrookt, dat het je
aan de telefoon even ont
gaat met een vrouw van
doen te hebben.
Hoe anders is dat als je bij haar
bent, in haar atelier in Baarle-
Nassau. Dan zit daar een
64-jarige, niet meer slanke en
grijs geworden vrouw met nog
altijd diezelfde lichtblauwe
ogen. Jonge ogen die heel lief
kunnen kijken. Ogen die nog
altijd met verwondering, maar
vaak ook vol verschrikking de
wereld gadeslaan.
„Dat is het eigenlijk," zegt ze,
„goed kijken. Kijken wat de din
gen van jou willen. Ik begin
altijd abstract te schilderen.
Maar daar kan ik geen genoegen
mee nemen. Uit de spatten, altijd
vlekken en spatjes, ontstaan din
gen. Vaak worden het vrouwen,
maar uiteindelijk altijd veel
meer. Mijn emoties over de din
gen die met mensen gebeuren.
Het zou vreselijk zijn als je al
leen maar alles in je kop zou
moeten verwerken. Allerlei pro
blematiek waar mensen aan ka
pot gaan, die kom ik al werken
de tegen. Vantevoren zit er niets
in mijn hoofd, geen enkel beeld.
Naschilderen kan" ik niet, zelfs
geen vrouw."
De laatste tijd is Ans Wortel
weer druk aan het exposeren. Ze
was ongemeen populair in de
jaren zestig en zeventig en werd
in de vroege jaren tachtig warm
omhelsd door het feminisme dat
in haar werk de ultieme vrouwe
lijke belevingswereld herkende.
Vanaf 6 maart stelt de kunstena
res gouaches tentoon in Ooster
hout, tegelijkertijd hangt er
werk van haar in Ridderkerk en
Veldhoven. Drie jaar geleden
kwam zij noodgedwongen naar
Baarle-Nassau nadat zij uit het
Noordhollandse kunstenaars
dorp Bergen was weggepest.
Ans Wortel woont samen met
haar dochter Nannetje in een
voormalig klooster vlakbij de
Belgische grens. Voordat zij er
kwam, wist ze niet dat het kloos
ter uit kleine appartementen
voor vijftig plussers bestond.
Dat viel wel een beetje tegen,
maar ze was allang blij om een
dak boven haar hoofd te hebben.
De burgemeester van Bergen had
er via een bevriende Brabantse
wethouder voor gezorgd. „Ik had
al tegen de gemeente Bergen
gezegd: ik ga wel in mijn auto
wonen dan is tenminste niemand
jaloers. Maar uiteindelijk wil je
toch een plekkie hebben waar je
uit kunt rusten en tot jezelf
komen."
Nachtmerrie
Jaloezie van dorpsgenoten, die
geen woning konden krijgen,
was de oorzaak van Ans Wortels
22-jarige woonellende in Bergen,
dat prachtige dorp waar ze nu
flink de pest aan heeft. De
kunstminnende burgemeester
van Bergen had haar, zonder de
gemeenteraad in te üchten, in
1972 een oud, vervallen landhuis
ter beschikking gesteld, op voor
waarde dat zij het zelf zou res
taureren. Het leek een droom,
maar het werd een nachtmerrie.
„Als ik dat huis twee jaar over
eind zou houden, mocht ik er
blijven. Nou dat lukte prima, ik
stak er al mijn spaarcentjes in.
Maar toen het er dus lekker mooi
uitzag, werd het volk jaloers.
Dat mens woont daar voor niks,
werd er gezegd. Toen draaiden
ze de zaak terug en mocht ik
alleen nog op dat huis passen.
Schilderen mocht ik het niet
meer. Op het laatst zat er karton
voor de ramen, vielen de sehoor-
er nog wel regelmatig want mijn
twee zonen wonen er en een paar
lieve vrienden waar ik graag
kom. Maar mijn prachtige huis
hebben ze goed verpest. Daar
had ik mijn verdere leven niet
door willen brengen. Ik probeer
om niet te haten want dat is niet
goed."
„Maar het is soms wel moeilijk",
vult haar dochter aan.
Sigaret
Ans Wortel barst los in een ge
mene rokershoest. „Dat komt er
van, ik moet ook niet over Ber
gen praten... Als je alles vante
voren wist zou je met een broek
paling kunnen vangen." Ze scha
tert het hoestend uit. „Dat zei
mijn opa altijd. Een Noordhol
lands gezegde. Als er geen siga
retten waren geweest dan had ik
misschien wel een bazooka in
mijn hand gehad. Is dat roken
tenminste toch nog ergens goed
voor. Laatst bezocht ik in een
Een gouache van Ans Wortel
FOTO JOHAN VAN GURP
schilder. Ik heb ook altijd gepro
beerd om de betekenis van ieder
ding dat ik maakte erbij te ge
ven. Dat kan alleen met tekst.
Het heeft ook te maken met mijn
arbeidersachtergrond. Ik vind
dat gewone mensen kunst moe
ten kunnen begrijpen. Toen ik
indertijd in Museum Fodor mijn
gouaches met soul songs expo
seerde, stond het bij de opening
op straat zwart van de mensen,
die niet naar binnen mochten.
Binnen zaten alleen de kunstlief
hebbers de boel leeg te zuipen."
Een feministe is Ans Wortel on
danks haar werk over geboorte,
zwangerschap, vrouwelijke sek
sualiteit en man-vrouwverhou
dingen, nooit geweest. „Het is
geen zaak van gelijke rechten
maar van eigen rechten. Er is
ook geen specifiek vrouwelijke
kunst, omdat je op de academie
een techniek leert die niet ty
pisch is voor vrouwen. We heb
ben een kunstmatige vorm van
leven gecreëerd, zo ver van onze
natuur verwijderd, sinds vrou
wen hetzelfde moeten wat man
nen moeten. Als niet alle vrou
wen tegenwoordig ook zo nodig
zouden moeten werken, zouden
er lang niet zoveel werklozen
stenen van het dak en was de
vloer weggerot."
Rekeningen
„Tien jaar had ik ook nog heel
zuinig geleefd om een weiland te
kunnen kopen, waar iedereen op
zou kunnen bouwen. Een leuke
woongemeenschap met een mu
ziektent in het midden. Een
droom was dat, maar zulke dro
men heb ik nu niet meer. Mensen
vreten je levend. Er gingen in
Bergen stenen door de ruiten.
Stapels rekeningen van glasrui
ten had ik. Het is vreselijk om je
leven lang in de weg te zitten. Ik
begrijp niet dat anderen daar
geen last van hebben. Het groot
ste deel van mijn leven heb ik op
een schopstoel gezeten."
„In Bergen zitten tachtig kunste
naars die eikaars bloed wel kun
nen drinken. Lucebert zit er ook
nooit in dat huis van hem, die
gaat altijd naar Spanje. Ik kom
bejaardenhuis een vrouwtje van
103 en gaf haar een sigaret. Wat
is dat lekker, zei ze. Rook jij
maar lekker door, dacht ik. Zelf
rook ik nog alleen maar filter,
omdat ik op dat mondstuk lek
ker kan bijten. Die shag vreet.ik
toch maar op... Maar het is na
tuurlijk wel een ongezonde ver
slaving."
In Baarle-Nassau heeft Ans
Wortel haar rust teruggevonden.
„Het was overleven wat ik deed,
het had niets met leven te ma
ken. Ik heb er veel van geleerd
en ben heel rustig geworden.
Heerlijk, hier kent niemand me
en heb ik geen last meer van
jaloezie. Het is wel een beetje
klein, maar ik werk hier toch een
stuk lekkerder. Eindelijk, voor
het eerst van mijn leven ben ik
olieverf gaan gebruiken. Met al
die trammelant in Bergen was
mijn werk gaan stagneren. Ver
velend is dat ik veertig kuub
kunstwerken, ook van andere
kunstenaars, op heb moeten
slaan omdat er hier geen plaats
voor is."
New York
Een mooi groot huis ergens bui
ten, waar haar werk zou kunnen
hangen en waar mensen zouden
kunnen komen kijken, is nog
altijd de grootste wens van Ans
Wortel. „Het zou leuk zijn dat
mijn werk daar zou blijven han
gen als ik dood ben en dat mijn
dochter daar dan zou kunnen
blijven wonen. Zou Nannetje
museumconservator kunnen zijn.
Nannetje knikt, met een warme
blik naar haar moeder. Na mis
lukte huwelijken en achttien
jaar New York, waar zij een
baan had bij een grote firma als
bestrijder van computerfraude,
heeft zij voorgoed de brui gege
ven aan de 'rat race'. De twee
vrouwen willen nooit meer terug
naar de stad.
Ans Wortel is weer even produk-
tief als vroeger. Ze begint om elf
uur te schilderen (en te schrij
ven, want dat vormt een ondeel
bare eenheid) en gaat door tot
zes uur 's avonds. „Dan komt
mijn dochter met een hap voer
en zetten wij ons achter de buis.
Kijken naar 'The bold and the
beautiful', 's Avonds leg ik een
krant op tafel en werk ik tot 's
nachts aan mijn gouaches. De
televisie staat praktisch altijd
aan. Dat houdt de mensen aar
dig zoet. Niet dat ik die beelden
gebruik, maar ze zetten zich wel
vast in je kop. Al werkend komt
er dan wel wat van terug. Over
de oorlog in Bosnië heb ik ook
iets gemaakt. 'Als je mijn ego
wilt stelen, doe het met kussen,
niet met wapens', heb ik er on
der geschreven."
Betekenis
„Ik schrijf altijd op waarom ik
zijn. Het ene gezin heeft daar
door een dikke boterham en het
andere moet in de steun lopen."
„Eerlijk gezegd ben ik blij dat er
nog echte macho's en echte wijf-
fies zijn. Zelf heb ik altijd ge
werkt om het vrouwelijke te be
schermen en zijn waarde te ge
ven. De vrouwelijke denkwijze is
toch intuïtiever en emotioneler,
een tegenhanger van het manne
lijke denken. Ik ben bang dat er
steeds meer vrouwelijke mannen
komen, nu er meer vrouwen
worden opgeleid in het manne
lijke denken. Op het moment dat
ik hoor dat abortus wordt goed
gekeurd - en dan vergeet ik heus
niet al die ellende van onge
wenste zwangerschappen - dan
weet ik dat de volgende stap
euthanasie zal zijn. Zo zetten we
onszelf op dezelfde rails als
waarop wij onze dieren hebben
gezet."
Oud worden was altijd een
Oorzaak
„Ik was vaak verliefd. Dan ging
ik er aan kapot en dan hij weer.
Mannen denken zo anders. Na
een ruzie wil een kerel alles zo
snel mogelijk weer vergeten. Die
denkt: we moeten door. Maar
een vrouw wil terug naar de
oorzaak, weten waar de ruzie
vandaan kwam, zodat ze het de
volgende keer voor kan blijven.
Een man heeft daar geen belang
stelling voor. Het vrouwelijke is
iets, het mannelijke is altijd be
zig om iets te worden. Een man
komt klaar in enkele ogenblik
ken, een vrouw doet er negen
maanden over."
Zwarte mannen en vrouwen ko
men heel vaak voor op de kleur
rijke, symbolische voorstellingen
van Ans Wortel. Niet alleen om
dat ze altijd al voor een geïnte
greerde samenleving is geweest,
maar ook omdat ze de zwart-
wit-tegenstelling visueel gewoon
mooi vindt. Ik hield van zwarte
mannen omdat ik ze aantrekke
lijk vind. Raak je tijdens het
vrijen ook niet zo in de war, hoef
je niet bang te zijn dat je met je
broertje in bed ligt."
Oppervlakkig
„Uiterlijkheden zijn voor mij erg
belangrijk. Ik ben best een potje
oppervlakkig. Ik ben bereid te
geloven dat een mooi mens ook
eerder een mooi karakter heeft
dan een lelijkerd. Want die is
toch geneigd tot kinnesinne uit
afgunst. Ik ben ook helemaal
niet tegen schoonheidswedstrij-
den. Mag iemand mooier zijn
dan een ander? Een kind dat
dommer is dan een ander; dat is
toch veel erger?"
Toen Ans Wortel pas in Baarle-
Nassau zat, dacht ze niet meer te
kunnen werken. Haar eerste
schilderij daar werd een intrige
rend landschap met bomen, ,,'s
Nachts bij volle maan zag ik dat
Brabantse landschap en dacht:
nu ben ik zo dichtbij het land
van Gustav De Smet, nu moet ik
toch ook een landschap kunnen
schilderen, want dat had ik nog
nooit gedaan." Het werd een rij
bomen met vrouwensilhouetten
er tussenin. Het was het begin
van een nieuwe, zeer creatieve
periode die inmiddels honderden
kunstwerken heeft opgeleverd.
„Ik moet ook wel werken, want
je moet tenslotte vreten", stelt
Ans Wortel nuchter. „De belas
ting is een stelletje agressieve
jongens. Die slaan je ook aan als
je niks verdient. Galaanvallen
van woede krijg ik ervan. Maar
veel belangrijker is dat mijn
schilderijen perfect in elkaar zit
ten. Daar doe ik ontzettend mijn
best voor. Mijn mensen zijn na
tuurlijk nooit echte mensen en
het landschap geen echt land
schap. Dat kan ik niet. Ik zoek
misschien wel naar het verloren
paradijs. En misschien is dat
paradijs mijn werk zelf wel."
Een expositie met gouaches van
Ans Wortel is vanaf 6 maart vier
weken te zien in Galerie La Bon
ne Heure, Leijsenhoek 61 in Oos
terhout.
Het Zeeuws Orkest
brengt de première
van 'Luctor et
Emergo' van Bram
Beekman, een werk
voor orkest, orgel,
piano, koor en
twee sopranen. In
Vlissingen (10
maart), Terneuzen
(11 maart). Goes
(12 maart) en Mid
delburg (13 maart).
Eindelijk in Neder
land: de film
'Schindler's List' van
Steven Spielberg.
Sober, zonder tru
cage en in zwart
wit geeft hij een
beeld van de nazi
Oskar Schindler, die
elfhonderd joden
van de gaskamer
redde.
Strak en sterk leu
nend op de taal,
dat is 'Richard III' in
de regie van Ger-
ardjan Rijnders met
Pierre Bokma, Line-
ke Rijxman en Si-
grid Koetse. Op 8
maart in Breda.