Weekend
Brueghels strijd
tussen
carnaval en vasten
RONDREIZEN
23221
CYPRUS
HONGARIJE
EGYPTE
MEXICO
ALGEMEEN
DE STEM
Na de Tweede
Wereldoorlog begon het
carnaval aan zijn tweede
grote bloeiperiode, dat
wil zeggen in het zuiden,
ivant het noorden liet het
afweten. Voorop met de
leut liepen Maastricht,
Roosendaal, Bergen op
Zoom en Den Bosch,
steden waar carnaval de
eeuwen had doorstaan,
zo heet het. Maar was
carnaval vroeger wel zo
leuk? En waarom wordt
Erasmus altijd verkeerd
geciteerd?
De eerste bewaard
gebleven kritiek
op carnaval
dateert van
het jaar 743
Carnaval:
'drukkende
verplichting'
contra 'hoogland
van vreugde'
Uitgebreid Barcelona bezoeken,
dagen v.a. f.599,-. Rondje Spanje met
ïezoek aan o.a. Barcelona, Madrid en
oledo, 12 dagen v.a. f.1099,-. 8-Daagse
egrondreis Andalusië, met bezoek aan
o.a. Sevilla, Granada en Malaga,
v.a. f.1199,-.
drukwekkende rondreizen met bezoe
aan o.a. Venetië, Rome en Florence,
dagen v.a. f.999,-! Vliegrondreis SicllW
Zuid-ltalië v.a. f.1795,-.
tedenreizen naar o.a. Toscane, Vene e
en Rome v.a. f.699,
la stuur mij uw gratis reisgids.
aam:
dres:
ostcode:
Woonplaats:
eze bon in een envelop zon(
uren naar Speciale Reizen Centrale
ntwoordnummer 1530
700 VE Groningen
u naar het ZONNlGf
yprus: app. 8 dgn, Va
795,-, hotel 8 dgn. I
849,- HP. Zomergids
ok uit met hotels/aPD.
uisjes/fly drive/rondreis
el llios Travel de Cypm,
rnner bij uitstek! rps
79417 lid SGR. 3i
oorjaar/zomer/najaar
YPRUS wekelijks prjm,
-rzorgde vliegreizen naarl
hotels en app. E3el n
oor de gratis zomerbro
hure. Primavera Reizen
id ANVR/SGR 079-4263511
POESTA REISWINKEL
ie enige Hongarije spec
iedt vak.huizen, campings
otels, pensions aan'
5 dgs. pensionrondren
*et eigen auto 405,- p.p
dgs. fietsvak. 198,- p„'
uspendels, vliegtickets en
eorg. busreizen. Info er
ratis folder 055-412114,
'oor JONGEREN. Campinc
et luxe ingerichte ten'
an/bij strand en disco's
el Camping Holidays 020-
910619/071 -221414(SGRI
ANNONIA TRAVEL jTrnJj
aravans, tenten, camping,
pp.,hotel,woning. Tsjechiè
'ongarije tel. 08347
000 Vakantie-woninqen
EVO REIZEN Holten tel'
5725-1547.
ONGERENREIZEN camp.
cl. bus v.a. 199,- GoGo
ours tel. 010-4142599 lid
GR/ANVR
'aar Turkije deze zomer?
el voor de zeer LAAGGE-
RIJSDE brochure met ho-
els, app., jongerenreizen,
ondreizen, campingvluch-
en en nog veel meer. HTC
""uper Reizen 040-436600
f inf. bij uw ANVR reisburo
ISTANBUL, stedenreis incl.
lucht, ""hotel L/O, transfer
I v.a. 419,- p.p. t/m 22
mrt. vertrek. Campingvlucht
.a. 349,- p.p. Bel HTC
Super Reizen 040-436600
of inf. bij uw ANVR reisburo
LAAGSTE PRIJS. Vlucht
Istanbul/Ankara v.a. 348,-
Febr./mrt Hotel 8 dgn v.a.
ƒ499, Bel Sunday Travel
040-55.30.00
Rondreis Turkije: 15 dagen
Istanbul/Klein Azië 1695,-
Bel DELTA Reizen: 071-
146649 (lid SGR).
Faraonisch en koptisch
Egypte: 17 daagse rondrei
zen voor 1995,-. Info en
broch.: Bel DELTA REIZEN
071-146649 (lid SGR).
Faraonisch en koptisch
Egypte: 17-daagse reis
1995,-. DELTA Reizen:
071-146649 (lid SGR).
30 dagen 3245,-
25 dagen 3295,-
25 dagen 2595,-
27 dagen 2695,-
22 dagen 1625,-
26 dagen 3295,-
24 dagen 3695,-
71-142847. Lid SGR
Verzorgde rondreis door
het land van Moghuls en
Maharadjans. 18 dgn India
voor 2595,-. Brochure:
bel DELTA REIZEN (SGR)
071-146649.
21-daagse rondreis Sri
Lanka 2695,-. Verl. Male
diven 1395,-. Info: DELTA
Reizen 071-146649 (SGR).
Aktieve rondreis Mexico/
Guatemala 27 dgn./ 3595,-
incl. vliegreis, hotels, ver
voer etc. Div. vertrekdata
Folder? DJOSER 071-
126400 Lid SGR.
en Rekreatie is een
enlijke rubriek van de
agbladengroep
ntiereserveringen:
-125225, fax 073-13770,
s 449, 5201 AK Den Boich
ZATERDAG 12 FEBRUARI 1994 E4
Door Rob Ruggenberg
Yérschillend uitgedost,
hebben zij toch slechts
één wens: allen trachten
de droefheid en de pijn te
ontvluchten," schreef in
1765 Giandomenico Tie-
polo, Venetiaans kunstenaar, op de
achterkant van zijn later zo ver
maard geworden carnavalsschilde
rij.
Op dat schilderij is de vrolijkheid
van carnaval ver te zoeken. Zelfs
de mombakkesen ogen sjagrijnig.
En wie op het beroemdste carna
valsschilderij aller tijden - 'De
strijd tussen Carnaval en Vasten'
van Pieter Brueghel - naar de ge
zichten kijkt, vindt er niet één lach.
Ook vroeger vond niet iedereen
carnaval even vrolijk.
Dat schilderij van Brueghel bevatte
oorspronkelijk nog meer ellende.
Een onbekende heeft later gewoon
over de akeligste dingen heen ge
kladderd: in de door een oude
vrouw getrokken kar, rechts van
het midden, had Brueghel een ont
bindend lijk afgebeeld. En bij de
ingang van de kerk schilderde
Brueghel op de grond (vlak voor
het witgedekte tafeltje) twee ster
vende kinderen.
Natuurlijk bestaan er ook opge
wekter carnavalstafereeltjes'. „Het
is een van die dingen die aan een
vroeger, heel mooi openbaar leven
herinneren. Er bestaat voor een
tijdje niet de scherpe afscheiding
tussen de mensen. De vrolijkheid,
de blijheid omvat allen...," schreef
de brave Bossche schilder Antoon
Der Kinderen in 1882 bij een lief
derijke impressie van het carnaval.
Het jaar 1882 was dan ook het
geboortejaar van de Oeteldonksche
Club,
Maar omvatte die blijheid werke
lijk allen'! In datzelfde jaar 1882
publiceerde Alfons De Koek zijn
nog vaak geciteerde standaardwerk
over Zuidnederlandse volkskunde.
De Koek, die toch echt wel van een
feestje hield, oordeelde vernieti
gend over het carnaval van die
dagen:
„De tegenwoordige maskeraden
zijn slechts de schaduw van de
vroegere. De straat geeft ons niet
veel meer te aanschouwen dan
piepjonge, schreeuwerige gekken,
vaak in poovere, afschuwelijke zot
splunje gestoken, soms groepsge
wijze met een paar trompetters in
een rijtuig zittend, en links en
rechts met een varkensblaas de
wandelaars, vooral de jongemeis-
jes, op den rug slaande, of handvol
len confetti's in het gelaat gooiend,
een toneel, dat veeleer walging-
dan lachwekkend mag heten."
De Koek riep de hoon van alle
toenmalige carnavalsvierders over
zich af, zoals nog vaak degenen
overkomt die vraagtekens bij de
Maar ook in katholieken kring zelf
groeide de weerzin. Parijse theolo
gen schreven aan Rome: „De pries
ters dragen maskers tijdens de mis,
ze dansen in het koor verkleed als
vrouwen en zingen schandelijke
liedjes. Op het altaar eten ze zwar
te pudding en vette worsten, ter
wijl de dobbelstenen rollen. In ver
mommingen trekken ze door de
stad en geven schaamteloze voor
stellingen, waarmee zij de lachlust
van de leken opwekken, die zij ook
verder uitdagen met smerige liedjes
en obscene gebaren."
De aangevallen Parijse priesters
verweerden zich aldus: „De mens is
als een oud wijnvat dat van tijd tot
tijd geopend dient te worden om
lucht uit te laten, anders barst het.
Zo moet ook de mens van tijd tot
tijd zijn ellende kwijt kunnen in
zotheden. Des te beter is hij daarna
bestand tegen de zware taken van
studie en religie."
De paus zag het toch anders. Op
het ene kerkconcilie na het andere,
te beginnen met dat in Bazel van
1435, werden verboden tegen de
narrenfeesten uitgevaardigd. Maar
terwijl de geestelijken zich moesten
matigen, werden het nu de leken,
de burgers, die de aloude vrijheid
van de narren gebruikten om mas
saal de regels te overtreden en
commentaar te leveren op de over
heden.
In 1511 schreef Erasmus zijn be
roemd geworden Lof der Zotheid,
waaraan carnavalsverenigingen
nog altijd met graagte dit spreek
woord toeschrijven:
„Hoe ouder hoe zotter de Braban
der,
Hoe ouder hoe botter de Hollan
der"
Maar hier doen zich enkele misver
standen voor. Ten eerste is dit geen
citaat van Erasmus zelf, maar een
volksgezegde waar hij vaag naar
verwijst. Dat gezegde gaat niet
over carnaval, maar over het dage
lijks leven en over de ouderdom.
Erasmus bevestigt dat 'hoewel bij
de andere mensen het verstand met
de jaren pleegt te komen, de Bra
banders, naarmate zij meer den
ouderdom naderen, des te zotter
worden.'
Hij voegt daar overigens onmiddel
lijk aan toe: „En toch is er geen
ander volk, dat in de dagelijkse
omgang aardiger is, of van het
onaangename van de ouderdom
minder merkt." Daarna benadrukt
Erasmus dat de Hollanders in de
zen het dichtst bij de Brabanders
staan.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat
in het protestante en daardoor
minder tolerante Holland de carna
valsvieringen als zijnde 'Roomsche
superstitie' (bijgeloof) hard werden
aangepakt. Zo kreeg in Amsterdam
de stadswacht reeds in het jaar
1597 - het eerste jaar na de ge-
loofsomwenteling in die stad - op
dracht om alle carnavalsgekken de
'mommekleden ende grimmen' af te
rukken. De order bleek overigens
onuitvoerbaar.
Want carnavalisten horen liever
over 'het hoogland van vreugde
waar alle levens elkander ontmoe
ten en hun onderlinge saamhorig
heid ervaren', zoals Anton van
Duinkerken in zijn Verdediging
van carnaval (1927) schreef. Die
beschrijving lijkt overigens meer
van toepassing op de finish van een
Elfstedentocht dan op een
Vastenavondsfeest.
De eerste bewaard gebleven kritiek
op carnaval dateert van het jaar
743, toen de Kerkvergadering van
Leptinus de deelnemers aan de
Spurcalia in Februario veroordeel
de als pure heidenen.
Met die 'smerigheden van februari'
werd gedoeld ofwel op de uitspat
tingen van de Vastenavond (in dat
geval Is het tegelijk de vroegste
vermelding van carnaval), ófwel op
een overblijfsel van een Germaans
vrouwen- en vruchtbaarheidsfeest,
dat begin februari werd gevierd.
Meest waarschijnlijk is nog dat het
ene feest zachtjes overging in het
andere.
Sommigen menen dat de oorsprong
van het carnaval nog veel ouder is.
Echte en pseudo-geleerden strijden
daar al decennia lang over. Er lijkt
zelfs een soort wedstrijd gaande.
Die Germaanse riten verliezen het
dan van de veel oudere restanten
van Romeinse en Griekse orgiën: de
lentefeesten van de Saturnaliën en
de Bacchanalen.
Recordhouder tot nu toe is de Ven-
lose socioloog drs. Th. Fransen die
meent dat de geschiedenis van car
naval dateert van 2000 vóór
Christus. „De Babyloniërs hadden
ieder jaar enkele dagen een omge
keerde maatschappelijke wereld.
Een misdadiger mocht dan koning
zijn en diende daarna te sterven."
Maar interessanter voor de ge
schiedenis zijn de religieuze nar
renfeesten in de middeleeuwen,
want die zijn écht verwant aan het
huidige carnaval, mogelijk zelfs de
voorlopers daarvan. Die feesten
waren niet van de burgerij, maar
van de priesters die de kerken en
kloosters op hun kop zetten:
„De kerk wordt feestzaal. Priesters
drinken en vrijen in de kerk. Zij
branden oude schoenen als wie
rook", aldus een beschrijving van
H.H. van Beek in diens recente
'Waanzin in de Middeleeuwen'.
Tegen het einde van de middeleeu
wen werden die klerikale zotten-
feesten alom in Europa gevierd.
formatie de boete predikte en die
voor carnaval geen goed woord
over had. Van die tijd af heette
vastenavond-vieren een duivels,
heidens vreugdefeest.
Sterker nog: in de ogen van de
katholieke kerk stonden deze licht
zinnige feesten met hun godslaste
ringen nu gelijk aan het opnieuw
bespotten en kruisigen van
Christus.
In Den Bosch, een van de bekend
ste carnavalsplaatsen, werd het
vastenavondfeest in 1629 dan ook
verboden als vorm van 'paepsche
stoutigheyt'. Maar ruim anderhalve
eeuw later stak het, tegen de ver
drukking in, toch de kop weer op.
Uit documenten blijkt dat in 1789
in Den Bosch en in Breda weer
carnaval werd gevierd.
Want toen, en gisteren, en nu, en
morgen geldt nog steeds wat die
Venetiaanse kunstschilder Tiepolo
op de achterkant van zijn schilderij
penseelde. In onze van alle gemak
ken voorziene, maar abstract ge
worden en stressige wereld vinden
velen een kortstondige vlucht nog
even noodzakelijk als tijdens de
van dood en verdoemenis doortrok
ken middeleeuwen.
Eigenlijk zei Tiepolo hetzelfde als
Van Duinkerken, al gebruikte de
laatste daar bombastischer taal
voor: „Juist in het atoomtijdperk
moet de mensheid doordrongen
worden van de betekenis van het
aloude carnavalsviering. Als de
mensen ophouden zichzelf met hun
diepste beweegkrachten sterker te
voelen dan de dood, hebben zij
feitelijk reeds opgehouden te leven.
Het is dan enkel nog de vraag hoe
lang het duurt tot zij ophouden te
bestaan."
Voor velen leidt het wegvallen tij
dens carnaval van sommige gebo
den en verboden tot een gevoel van
opluchting, zegt psychiater Jan
Groen. Volgens deze psychoanaly
ticus kén het, zijn (hij drukt zich
heel voorziéhtig uit) dat die men
sen zich daardoor ook na de carna
val wat meer ontspannen voelen.
„Maar op langere termijn lijkt het
geen. effect te hebben."
Daar staat tegenover dat degenen
die gecompliceerd in elkaar zitten
en anderen die labiel zijn, weinig
aan dat opluchtende effect van car
naval hebben. „Die mensen kunnen
tijdens carnaval zelfs in de knoop
raken en het moeilijk met zichzelf
krijgen," vreest Groen.
Maar gelukkig voor hen, en voor
andere kritikasters van het carna
val, is er de wintersport, en schijnt
op de Canarisehe Eilanden de zon.
Zodat ook zij de droefheid en de
pijn kunnen ontvluchten.
jaarlijkse leut plaatsen. Dat onder
vond bij voorbeeld de Brabantse
filosoof Cornelis Verhoeven die een
paar jaar geleden durfde te klagen
over de 'drukkende verplichtingen',
Luther en Calvijn keken er met
walging naar. Afkeer van deze ker
kelijke uitspattingen droeg dan ook
zeker bij tot de ontstaan en het
succes van de reformatie.
Tal
i Pieter Brueghel schilderde 'Strijd tussen Carnaval en Vasten' in 1559.
Vlucht in de maskerade
de 'tirannie van de gezelligheid' en
de 'geregisseerde polonaises' van
dit zogenaamd spontane volksfeest.
Maar begin zeventiende eeuw was
het afgelopen, óók bij de roomsen,
onder wie de katholieke contra-re-
Pieter Brueghel schilderde 'Strijd tussen Carna
val en Vasten' in 1559 als een volks steekspel
tussen 'Dikke Pens', op de voorgrond op de ton,
en 'Magere Jan', rechts op het wagentje dat
wordt voortgetrokken door een monnik en een
non.
Het linkerdeel van het schilderij gaat vooral
over carnaval: in het gevolg van Dikke Pens
bevinden zich vermomde mensen, van wie enke
len met muziekinstrumenten. Sommigen hebben
strengen worsten om het lijf, symbool voor de
overdaad. Een jongen draagt twee in stro gepak
te kaarsen bovenop een stok (nog steeds een
traditie bij sommige carnavalsoptochten). Op de
ronde tafel liggen pannekoeken en wafels. Voor
de herberg wordt de klucht 'Vuile Bruid' opge
voerd, traditioneel voor het Zuidnederlands car
naval in die dagen.
Op het rechterdeel van het schilderij de vasten:
de nogal lachwekkende 'Magere Jan' heeft een
bijenkorf op zijn hoofd, verwijzend naar de
honing die tijdens de vastendagen mag worden
gegeten. Op zijn lans liggen twee vissen, sym
bool voor de vasten. Achter zijn stoel staat een
pot met mosselen en liggen zoetigheden die op
sommige vastendagen werden gegeten. Rechts
onder vraagt een moeder een aalmoes voor haar
zieke kind. Naast haar kind ligt onder een laken
een lijk.
Daarboven staan bedelaars die vastengeld in de
hand gedrukt krijgen, in tegenstelling tot hun
collega's links van het midden op het schilderij.
Die krijgen van de feestvierders bij de herberg
geen cent, ondanks hun moeite om op te vallen:
ze dansen ijverig om een melaatse heen (te
herkennen aan de vijf vossestaarten op diens
rug).
Op de achtergrond, rechts, verlaten de kerkgan
gers na de preek de kerk, ieder met hun eigen
stoel bij zich. Bij het huis in het midden zijn de
voorbereidingen voor Pasen in volle gang. De
kamers worden schoongemaakt, een vrouw lapt
de ramen. In de straat links daarnaast nadert
een processie.
Het origineel van dit schilderij, 147 x 118 cm
groot, bevindt zich in het Kunsthistorisch Mu
seum in Wenen.