Weekend DESTEM E3 Vorige week baarde het KBB-concern opzien met de invoering van een vierdaagse werkweek. Door vakbonden wordt het fenomeen vierdaagse werkweek gezien als een mogelijkheid om werkgelegeheid te creëren. Werkgevers zijn daarvan niet overtuigd. De discussie over wel of niet invoeren zal nog wel enige tijd in beslag nemen en de uitkomst ervan valt nauwelijks te voorspellen. Toch zijn er in Nederland al tal van mensen die maar vier dagen per week werken. Onderzoek toont aan dat ze buitengewoon te spreken zijn over die extra vrije dag. Mensen met vierdaagse werkweek doen geen andere dingen met hun vrije tijd 'Het pluk-de-daggevoel is bij een vierdaagse werkweek sterker aanwezig' ZATERDAG 12 FEBRUARI 1994 IFEBRUARI 1994 E2| jebureau is geen visionaire FOTO DO VISSER het leven niet arm zonder (alen? [atuurlijk, daarom zoeken nsen ook zo. Ik ook. Maar ik liet of er nog een nieuwe lende ideologie komt die het uw, voor mijn part vijfent- jaar, volhoudt. Waar zou pologie vandaan moeten ko- weet het niet. Ik weet wel |een markt voor is. Mensen er blij mee zijn: hè, hè, Ik weer iets om in te gelo- pel mensen hebben behoefte nieuw ideaal en zouden |el willen bekeren tot een filosofie. Ook al zijn ze i wel érg cynisch geworden, lillen de meeste mensen wel pben, omdat ze niet geloven I mens op aarde is om hier (maar als een dier rond te |Er moet méér zijn. Maar 3aar zoeken mensen nu ;eel mensen hébben toch nog ologie? Ook na de val van de n het leeglopen van de ker nen mensen toch gewoon blijven aan de idealen van enselijkheid en solidariteit? r meer. De Grote Vertellin- ibben hun glans verloren, even veel mensen nog wel houvast. Vooral als het om menselijke waarden gaat. t voor de ander, vertrouwen .ar, die kern blijft staan, ook ■n de systemen." [emt u? ib heel lang Partij van de gestemd; ik heb één keer stemd, omdat ik me echt niet nwoordigd voelde door wie >k; en ja, ik heb nu zo langza- id wat meer affiniteit voor kregen. Maar ik twijfel tus- dA, D66 of helemaal niet en, want ik vind de politiek ht inspirerend. Dat schrijf ik ie gelooft nog dat het kwa- gezelschap in de prestigieus egeven Tweede Kamer het ijk voor het zeggen heeft? De flamme politici zitten in hun iluchen fauteuils krachteloze ■omisplannen aan te horen en af en toe iets in de micro- lat ze aanzien voor de stem >lks. Maar intussen houdt het het wel voor gezien; het is ïlijks nog te motiveren otf1 tem uit te brengen en be- wt de politiek als een circ"s: de halve waarheden, »e mei en de corruptie potsier- ver elkaar door het zaagse Dat is toch zo? Ik heb nie dee dat de oude politie» ;uren in staat zijn adequaat te ren op de vragen van dez bok in Den Haag is behoefte its nieuws." wordt allemaal vrij dyt>&~ Maar ik ben optimistisch. IR niet dat alles weggevaago f.. Ik hoop dat uit alle chaos en irring iets nieuws ontstaat, f in de vitaliteit van de s ;ving." Meer [liefde voor vrije tijd Door Ans van Goch Zeven jaar lang zat ze noodgedwongen thuis. Geen werk. Veel vrije tijd? „Welnee. Je ervaart dat thuiszitten niet als vrije tijd. Je bent zoveel thuis, te veel thuis. Je wordt er zo futloos van. Tuurlijk, je kunt wel andere dingen doen, je weet ook dat je dat eigenlijk moet doen, maar daar heb je de energie niet voor. En het geld niet. De sociale dienst kan je soms wel eens tege moet komen, maar dat soebatten, steeds je hand ophouden, nee, dat is niks voor mij." Als een kind zo blij was ze dan ook, toen ze een jaar of zes geleden een nieuwe baan kreeg, bij een metaal verwerkend bedrijf. Totdat een half jaar geleden de zaak in de problemen kwam. Geen orders, op de werkvloer nauwelijks iets te doen. Het personeel mocht kiezen: men sen eruit of een tijd lang vier dagen werken in plaats van vijf. Dat werd dus een vierdaagse werk week. „Op zich baal ik daarvan als een stekker. Maar aan de andere kant, het werkt zo een stuk pretti ger. En die vrije dag? Da's echt genieten. Meer tijd voor de tuin en zo. Nee, ik voel me toch een stuk lekkerder als in de periode dat ik helemaal niet werkte. Ik moet er niet aan denken straks weer zonder werk te zitten." „Zie je wel," zegt de socioloog drs. ir. Stefan Raaijmakers, die zich bezighoudt met een onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de vierdaagse werkweek, als hij geconfronteerd wordt met dit voor beeld, „voor veel mensen hangt het plezier dat ze van hun vrije tijd hebben samen met het feit dat ze' werken." Werken, of liever gezegd werkgele genheid is hét hete hangijzer van de laatste jaren. Nog nooit zaten er zoveel mensen zonder baan als nu het geval is. 'Het werk beter verdelen,' roepen de vakbonden daarom in koor. 'Vooral korter werken, dan komen er vanzelf meer banen.' En voor sommige bedrijfstakken kan dat korter werken dan vertaald worden in een vierdaagse werkweek. 'Ben je gek,' zeggen sommige werk gevers. 'Gemakkelijker gezegd dan gedaan, die plannetjes zijn alle maal veel te duur. Ook is het allemaal niet te organiseren. Dus daar komt niets van in.' 'Dat loopt allemaal wel los,' zeggen de bonden weer. 'Met een beetje inspanning is dat best te realiseren. Socioloog drs. ir. Stefan Raaijmakers: „De mensen vinden vrije tijd steeds belangrijker." De investering verdient zich heus terug. Belangrijk is natuurlijk wel een mentaliteitsverandering.' Het moge duidelijk zijn, de discus sie over een vierdaagse werkweek is de laatste tijd weer opgelaaid. Zo stelde FNV-voorzitter Stekelen burg enkele weken geleden voor in Europees verband eens te brain stormen over de vierdaagse werk week. De PvdA liet 'n proefballon netje op - 'laat nieuwe ambtenaren een dag minder werken' -, maar dat werd al doorgeprikt voordat het in de lucht was. Directeur Zalm van het Centraal Plan Bureau op zijn beurt ziet het nut van een vierdaagse niet in, want het is in zijn ogen geen afdoende methode voor het scheppen van banen. Maar vorige week haalde het Bij enkorf-concern de voorpagina's met zijn nieuwe cao waarin afspra ken gemaakt zijn voor een vier- daagse werkweek. Als gevolg daar van krijgen de 24.000 medewerkers er 500 collega's bij. De Bijenkorf is niet het éérste bedrijf in Nederland dat afspraken heeft gemaakt voor een vierdaagse werkweek. Er zijn voorbeelden van bedrijven die op de een of andere manier in de problemen zitten, die daarom vier dagen werken (of het werk anders ingedeeld hebben). Daarnaast zijn er in Nederland een kleine 200 ondernemingen, onder meer in de grafische en metaalver werkende industrie, die 'vrijwillig' voor een vierdaagse werkweek ge kozen hebben. Ook zijn er nogal wat chauffeurs die vier dagen per week voor de baas in touw zijn. Maar buiten deze voorbeelden roept de aversie tegen de vierdaag se werkweek herinneringen op aan de discussie over arbeidstijdver korting begin jaren tachtig en de invoering van de vijfdaagse werk week, ruim dertig jaar geleden. De weerstand tegen de vijfdaagse kwam trouwens ook van de zijde van de bonden. Maar ineens, we schrijven 1961, ebde die weg en was men snel, haast geruisloos om geschakeld. 'Een epidemische ont wikkeling,' sprak de toenmalige president van De Nederlandsche Bank Holtrop. Over de vierdaagse werkweek voorspelde zijn latere opvolger Zijlstra in 1990: 'Dat werkt als een brand in een droog bos. Zo gauw als er een begint volgen er spoedig meer.' Het is amper te geloven, gelet op de huidige proteststem men. Zo was Heineken eerder deze week nog in het nieuws met zijn categorische weigering over een vierdaagse werkweek te praten. „Dat is haast een natuurlijke reac tie," zegt Raaijmakers. „Angst voor veranderingen." In hoeverre die reactie hout snijdt, erkent hij, hangt natuurlijk ook samen met de aard van de onderne ming. Niet elk bedrijf, de vakbon den geven dat ook toe, leent zich voor de invoering van een vier daagse werkweek. Raaijmakers is gebleken dat onder nemingen met een kortere werk week -de 'saneerders' buiten be schouwing gelaten - daar goed mee om kunnen gaan. Er zijn wel aan loopproblemen geweest, in de geest van wie-heeft-op-welke-dag-in- de-week-vrij en hoe-organiseer-ik- dat, maar na die overwonnen te hebben, marcheert de zaak best. En vooral, de ménsen die een vier daagse werkweek hebben, zijn er blij mee. Negentig procent van hen zou niet anders willen. Oudere werknemers geven te kennen dat de druk soms zwaar is - de werk dag bij een aantal onderzochte be drijven is bij een vierdaagse lan ger - maar dat weegt voor hen niet op tegen het genot van 'maar' vier dagen hoeven te werken. Jongeren zijn helemaal enthousiast. „Die ene vrije dag wordt hogelijk gewaardeerd,", zegt Raaijmakers, die eraan toevoegt dat veertig pro cent van de door hem ondervraag de groep mensen die 'gewoon' vijf dagen werkt, graag een vierdaagse werkweek zou willen. Wat doen nou al die mensen met hun extra vrije dag? Degene die denkt dat ze de meest grote projec ten of studies aanhalen, komt be drogen uit. Ook zal Nederland niet ineens overspoeld worden met een hele horde landschapschilders of amateur-fotografen. Integendeel, uit het onderzoek van Raaijmakers - waar hij trouwens nog volop mee bezig is; hij hoopt er in september op te promoveren - blijkt dat mensen met een vier daagse werkweek nauwelijks extra hobby's gaan beoefenen. De tennis sers gaan er bijvoorbeeld niet bij hockeyen of schilderen. Wel gaan ze een uurtje vaker naar de tennis baan. Evenmin wordt de vrije dag benut om eens naar cursussen te gaan, hun vak bij te spijkeren of eens te knutselen. Ze zeggen ook dat ze niet meer doen in het huishouden dan toen ze nog wel langer werk ten. Gewoon luieren dus? Welnee. Be halve dat uurtje extra tennissen houden ze zich veel intensiever bezig met hun kinderen. Hoewel... de partners van de door Raaijma kers ondervraagden zeggen dat zij minder in het huishouden hoeven te doen nu de wederhelft een dagje in de week extra thuis is. Trouwens, een eerder onderzoek van het Sociaal en Cultureel Plan bureau heeft uitgewezen dat de Nederlander zeventig procent van zijn of haar vrije tijd in en om huis doorbrengt. Raaijmakers kan niet zeggen of de sobere besteding van de vrije dag iets te maken heeft met de finan ciën. Simpelweg omdat het nog niet onderzocht is. Nu hoeft het niet per se zo te zijn dat mensen die korter werken netto over minder geld beschikken. In een aantal gevallen is er sprake van een partner die ook een inkomen heeft. „En er kan best sprake zijn van een tijdelijke teruggang in inkomen," filosofeert Raaijmakers over even tuele toekomstige verkorting van de werktijd, „als het meezit komt er toch weer een tijd dat het door die maatregelen beter gaat." Uit zijn onderzoek blijkt verder dat werknemers zich even fanatiek voor hun baas inzetten, of er er nu vier of vijf dagen in de week wordt gewerkt. Dat is voor een gedeelte te rug te voeren op de calvi nistische inslag van de Ne derlanders; 'arbeid adelt', 'een vrouwenhand moet altijd gaan' en 'ledigheid is des duivels oorkussen' en meer van die fraaie oude zegswijzen duiden immers aan hoeveel belang 'de grote men' aan betaald werk hecht. Arbeid sethos noemt de socioloog Raaij makers dat. „Maar het genieten van de vrije tijd, het gevoel van carpe diem, pluk de dag is bij mensen die vier dagen werken duidelijk sterker aanwezig dan bij de mensen die vijf dagen per week in touw zijn." Toeval, dat de mensen die vier dagen in de week werken zulke vrolijke vogels zijn? „Natuurlijk niet," meent Raaijma kers. En dan heel voorzichtig: „Er is natuurlijk ook sprake van een leerproces, een proces van gewen ning, van aanpassing. Mensen gaan ook wat anders aankijken tegen het fenomeen arbeid." Hij wijst erop dat het arbeidsethos van de mensen niet onderschat moet worden. Kennelijk wordt waarde gehecht aan een zekere structuur van de dag. Voor mensen die voor een baas werken ligt die voor de hand. „Maar een werkloze bijvoorbeeld houdt, en dat is aan getoond door onderzoek onder langdurig werklozen, ook vast aan een dagindeling. Van 9.00 uur tot 12.00 uur doet hij dingen die door de buitenwereld hoger gewaar deerd worden dan tussen 12.00 en 14.00 uur. Daarna geldt voor een groot deel van de middag hetzelfde. Zo belangrijk is een ritme, het arbeidsethos, voor een werkloze. Plus de mening van de buitenwe reld. En waarom wordt er altijd gevraagd aan iemand die met de vut gaat of-ie hobby's heeft? Juist, dat wordt beschouwd als vervan gend werk." Vrijwilligerswerk daarentegen wordt niet gewaardeerd. „Dat telt niet als echt werk. Want dat wordt niet betaald." Maar behalve dat arbeidsethos is beleving van de vrije tijd - daar hebben de sociologen de term vrije- tijdethos voor - nog nooit zo be langrijk geweest als nu het geval is.- „Die ontwikkeling zette zich al in na de Industriële Revolutie; begin deze eeuw was er - onder invloed van de revoluties in het oosten van Europa - al een achturige werkdag. Later is dat weer teruggedraaid, zeker na de Tweede Wereldoorlog in de jaren vijftig, de tijd van wederopbouw. Toen was het be lang dat aan vrije tijd werd ge hecht ook stukken minder. Nu is dat dus andersom. Maar de verhou ding tussen werk en vrije tijd blijft een precaire." Raaijmakers herhaalt, vrije tijd waarvoor gewerkt wordt - of dat nu vier of vijf dagen in de week is -, daarvan wordt meer genoten dan wanneer je noodgedwongen stilletjes thuis zit. Of zoals de vrouw uit eerder genoend voor beeld over de periode dat ze zonder werk zat zegt: „Ik was niet tevre den met niks, niks, niks." Wat Raaijmakers betreft ziet hij in een vierdaagse werkweek - 'ik zou het zelf ook wel willen' - voordelen voor bijvoorbeeld een betere verde ling van de huishouding. „Want vergis je niet, full-timehuisvrou- wen bijvoorbeeld hebben heel wei nig vrije tijd." En lachend geeft-ie toe dat de partners toch wel geë mancipeerd moeten zijn. Om daar serieus aan toe te voegen: „Ik heb toch vrij heterogene groepen on derzocht. En daar bleek toch wel uit dat er veel in het huishouden werd gewerkt." Een ander voordeel ziet hij in het langere weekeind. „Want die vrije dag rouleert wel, maar je hebt toch twee keer in de vijf weken op vrijdag of op maandag vrij. Dus dan kun je een dagje langer naar de camping. Voor de kosten hoef je het niet te laten, die caravan staat er toch." Hij heeft er trouwens geen aanwij zingen voor dat het weekeinde voor mensen die vier dagen in de week werken minder belangrijk is (ge worden) dan voor hun collega's die vijf dagen werken. Ja maar, zult u zeggen, als er straks overal vier dagen in de week ge werkt wordt, dan kunnen we die of die bij dat bedrijf niet meer berei ken. Probeer op een vrijdagmiddag maar eens een gemeentehuis te bel len. „Daar zit wel iets in," zegt Raaij makers, „omdat je niet precies weet wanneer Jantje werkt, is het moeilijker hem te bereiken. Maar in de meeste gevallen waar nu vier dagen gewerkt wordt, heb je func ties die onderling uit te wisselen zijn. Dat gaat dus op voor bedrij ven die de arbeidstijd en de pro- FOTO DE STEM JOHAN VAN G|URP b duktietijd ontkoppeld hebben, ,'^n dat zijn verreweg de meeste. ÈJen relatief klein aantal ondernemin gen is op een vaste dag in de week dicht." De parallel met de perikelen rond de invoering van de vijfdaagse werkweek valt ook hier wel door te trekken, denkt Raaijmakers. Stel het zou zo zijn dat de vierdaagse werkweek ooit gemeengoed wordt, dan is ook dat een kwestie van gewenning. Of nu geleerd moet worden met extra vrije tijd om te gaan? Raaij makers -betwijfelt dat. „Het is niet aan ons om met het opgehev.en vingertje te zeggen, je moet dit of je moet dat. De mensen zijn vandqag de dag mondig genoeg om te weten hoe ze hun tijd door moeten ko men. De gewone man komt toch nog steeds niet in het museum, ondanks alle mogelijke drempel verlagende maatregelen als hij lie ver naar André van Duin of een bingoavond gaat?" Zo oud als de vrije tijd zelf is de angst dat het niet-bezig-zijn crimi naliteit, vandalisme en dat soort zaken in de hand werkt. Dat was al het geval in 1919 toen de arbeids wet van kracht werd die de destijds (voor enkele tientallen jaren dus) de 45-urige werkweek regelde. „De ondernemers waren doods bang voor opleven van revolutio naire gevoelens, net zoals in Oo^t- Europa gebeurde. En in 1936 is liet eerste grote vrije tijdsonderzoek gehouden. Daaruit bleek dat (ie vrije tijd veelal in en om huis werd doorgebracht, er was geen sprake van dat er doelloos rondgehangen werd op straat." Anno 1994 staan de kranten vol met berichten over toenemende cri minaliteit. „En ja, dat wakkert die aloude bezorgdheid weer aan. Maar er is nimmer een verband aangetoond," beklemtoont Raaij makers. Tot slot nog even een vraagje ge steld aan de FNV, die zo hartstoch telijk betoogt dat korter werken - al dan niet in de vorm van een vierdaagse - een pure noodzaak is om tenminste iets te doen aan ple werkgelegenheid. Ook gedacht aan maatschappelijke gevolgen van de kortere werkwe ken? De woordvoerder van de vakcentrale in Amsterdam valt even stil. „Tjanou nee. Of ja....er zijn dan na tuurlijk wel meer mensen aan het werk.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 31