'Ik denk dat ze
te verwend zijn'
Het veranderde leven van Eline Coene
kort
xsenda
i DOVO
Oudere garde weet
waarom de
Nederlandse
wielrenners
niks meer winnen
SPORT
B4
list
Lm de Block
ledigen topplaats
De ommezwaai van voormalig badmintonspeelster tot bondscoach
EBRUARI 1994
B3 pE STEM
VRIJDAG 11 FEBRUARI 1994
zaalvoetbal stond de
Be ZAVIO-beker op hei
en Zeemeeuw. Het was
de en met 2-1 de finale
hterstand was gekomen
k Jo van de Voorde werd
|ve kant getild. Ondanks
leeuw-doelman Patrick
1 bleef het overeind. Dat
121 februari in sporthal
se Atletica won. de vijfde
competitie bij de vetera-
pierde zege waardoor hij
t van de eindzege.
1 Roosendaal als derde,
aats voor Theo Rabout,
.1
lis deze week fors raak
kroon door met 17-6 van
Vie kwam tot stand via
Robin Wolfert (2x), Jan
|sco Love 2 kwam tot 12
net 12-2 via treffers van
k), Edwin d'Hont, Mario
duels Azalea-Engelhard
Ruyter-Steelant (10-1)
lelijk gevonden.
5-3, Gemeente-Broomchemie
ervice 17-27, Benetton 16-25
2 17-20, Gemeente 17-1?\
15, Broomchemie 17-13, Dax
i Love 1 18-8, Alouettet 17-3,
fidelijke zaalvoetbal heeft
in eigen huis verslagen,
ehoud van de behaalde
|iterbij gebracht,
i goed als vergeten. Tegen
opnieuw verloren. Deze
zande wachten zodoende
bte helft zag het er niet al
Zijn mannen. Edwin Held
[maakte vervolgens gelijk,
]rgde en Michel Leonhart
naakte Harol Hazelaar er
|pt dezelfde speler die 4-2
te gaan tekende invaller
slotfase bewees Michel
vee keer te scoren en de
[Geenen Sport was domi-
pm klasse tekort en kreeg
-score bij de doelwisseling
Irstraeten, Fred Kint en Ed
[in het Belgische Hoboken
[IKHAV naar een persoon-
l tijd van 24,75 (zijn
|tweede plaats in zijn serie
He als derde met 7,4. In de
|2. Zijn clubmakker Erwin
200 meter tweede in zijn
tlstand vijftiende werd. Op
17,1. Vervolgens werd hij in
Ide in de finale met 7,48.
sporl
pas van Gent, aanvang 16.15
yoorwaarts-YVC (derde beker-
mannen), sporthal 't Sportuus
aanvang 17.30 uur. Savok-
pus 2 (derde bekerronde man
sporthal De Vlaanderen Sas
""tent, aanvang 16.15 uur.
ris
Bag 13 februari: Zeeuwse in-
Vcompetitie: Drive 1-Animo 1
hulster Ambacht 1-Sluiskil 1
pnen eerste klasse), Racketcen-
i Terneuzen aanvang 11.00 uur.
1-Schouwen Duiveland 3 en
oes 1-SJEF 2 (mannen tweede
le), Racketcentrum Kapelle
lang 12.00 uur. MLTC 6-Drive 1
led derde klasse), Racketcen-
L Kapelle aanvang 15.00 uur.
et vorige week niet best
elager Barendrecht weg.
lal uit tegen DOVO. Een
rstand staat met één duel
dus rechtstreeks als inzet.
ik meer kans zal krijgen de
ouw beter te verzorgen,
rtjan de Smet is er van over-
;d. „DOVO speelt goed en dat
ons beter," stelde de West-
jenaar, vorige week
r het tweede doelpunt,
lagtekens zet Hoek bij het
espelen van de vorige week
gevallen Peter Hamelink. „Hij
wel bijtijds opgelapt zijn,
deelde men. Lukt dat niet,
kan Buitelaar opnieuw een
oep doen op Danny Magito,
vorige week een schorsing
zat. Kortom, verdedigend zit
wel snor met momenteel niet
ider dan vier mandekkers
o en Jos Kayser, Danny Ma-
en Erwin Dek). Voor de
idenlijn heeft Buitelaar keuze
de ijzersterk spelende Geert
Poorter, Mart van de Guchte,
im Zoetewey, Tony Coppens.
ter Boerjan en Kurt Migom.
atstgenoemd trio, in Belgie
onachtig, zat vorige week op
bank. Voor de frontlijn heelt
itelaar spelers als goaltjesdiel
mund Ogali, Geertjan de Sme
Remco van Keeken. Een
jep waarvan Buitelaar zegt.
ij moeten zaterdag bewijzen
besten te zijn." Dat deze
fenmeester afreist voor d
nst, mag als bekend worden
rondersteld. Buitelaar kies
oit voor iets anders.
Ipoor Vincent Ronnes
Tjijmegen - Het roept het
Leid op van dat reclame
spotje. Een klein manneke
levert op zijn fietsje een
Jevig gevecht tegen de
(find. Je zou medelijden
jnet 'm krijgen. Maar geen
(nood. Het jongetje eet van
jet spul waarvoor dit re-
Iclamespotje is bedoeld. Dus
|dat komt wel goed.
Pat blijkt al snel. Want terwijl
hij over de stille landweg door
liet gure weer in de verte ver-
twijnt, komt onder in beeld de
lekst: 'Jaren later werd Joop Zoe
temelk wereldkampioen.'
go willen we het zien: kleine
i die het met noeste arbeid
Sot volkshelden weten te schop
ten. Natuurlijk, de fiets is lichter
Lorden, de kledij aerodyna-
Lsch. En het voedsel beter ver-
Lii'oord dan die oerhollandse
foterham met pindakaas. Maar
jteindelijk gaat het om de ware
Instelling. En daar is iets mis
pee Zeggen zij die het weten
kunnen.
jondscoach Piet Hoekstra, de
[eindverantwoordelijke voor on-
Ker andere de training van de
Ijmateurs, zegt over de jongste
[generatie: „Verwend zijn ze mis
schien niet. Maar ik denk wel dat
Jhun incasseringsvermogen wat te
|wensen overlaat. Ze krijgen nogal
snel een tik. Het zit niet goed met
|hun mentaliteit."
jEen andere ouwe rot, Joop Zoete
melk, tegenwoordig assistent-
Iploegleider van de WordPerfect-
„Ik denk dat ze te verwend
lijn. Ze hebben te weinig gedaan,
hebben te weinig geleden
[voordat ze prof worden. Vooral
ten paar jaar geleden was het erg
krat voor grote salarissen ze al
Vegen voordat ze een kilometer
[fadden gefietst. Alles wordt met
ten voor hen geregeld. Dat is niet
ioed."
Het advies van de man die het
[volgens het reclamespotje moest
[doen met een potje pindakaas:
[„Ze moeten meer internationale
[ervaring opdoen voordat ze prof
Vorden. Ze moeten niet alleen in
«waaiers in de vlakke polders
lijra zitten. Ze moeten de ber-
_en in."
[Zoetemelk zit daarmee helemaal
[op de lijn van zijn baas Jan Raas:
[je hebt niks aan renners die
alleen maar in Nederland hebben
[gereden." Daarom voelt hij wel
jwat voor het idee van Post om
ken amateurploeg op te zetten
[waarin de beste renners interna-
[lionale ervaring zouden kunnen
fcpdoen.
Kaar hoe driftig er in het Neder
landse wielrenwereldje ook ge-
proken wordt over de begeleiding
van de amateurs, het lijkt erop
dat alle betrokkenen het er sterk
over eens zijn dat het uiteindelijk
een kwestie van mentaliteit is.
Lovend, maar soms ook honend,
wordt gesproken over het initia
tief van de derde Nederlandse
plogeleider, Cees Priem. Hij
werkt intensief samen met de
Koga Miyata-ploeg van Egbert
Koertsen. Door onder andere uit
gekiende (medische) onderzoeken
hopen ze talent vroegtijdig te
ontdekken en te ontwikkelen.
Over de uitgebreide ziekenhuis-
testen doet Jan Raas lacherig.
„Kom nou toch, moet je op het
ziekenhuisbed gaan testen of zo'n
jongen het gaat maken op de
kasseien."
Een kwestie dus van mentaliteit.
Bondscoach Piet Hoekstra zei het
al. „Talent is er wel. Heus wel.
aan op de heroïek, het karakter."
Als de jongeling er dan ook nog
achter komt dat hij in deze tak
van sport veel harder moet wer
ken dan voor menig ander tijds-
verdrijf, dan valt de keuze vaak
niet op de wielrennerij.
De minachting druipt van zijn
tong: „Ze kunnen nou zoveel
meer kiezen. En qua investering
van tijd kun je dan inderdaad
beter gaan dammen of darten."
Als het ze financieel minder voor
de wind gaat, dan willen ze er
ook veel harder voor knokken, zo
redeneert de bondscoach. „Dat
zie je ook in andere sporten, in de
voetballerij bijvoorbeeld. Ze heb
ben wel wat meer techniek gekre
gen. Vaak is het ook gemener
geworden. Maar een oerdegelijke
harde werker als Israël, die zie je
toch niet meer."
„Ik hoor nu ook vaak: ik kan
geen topsport bedrijven want ik
Maar in hoeverre zijn ze bereid
zich blind te staren op de top
sport. Kunnen ze het opbrengen?
Vroeger was het op zich al inte
ressant om prof te worden. Nu
vragen ze zich af, of ze er wel
verstandig aan doen. En als ze
het worden, dan vinden ze dat ze
binnen een paar jaar binnen moe
ten zijn."
Heroïek
Hoekstra maakt een vergelijking
met vroeger. „Dan zeiden we bij
de bevoorrading: kom jongens,
sprintje trekken. Kom op, rijden
voor Zoetemelk zodat hij de gele
trui kan halen in de Tour de
l'Avenir. Nou noemen ze het laf
of gemeen als je wegsprint bij een
bevoorrading. Niks, zeg ik, dat is
tactiek."
De veranderde instelling van de
wielrenner heeft alles te maken
met de veranderingen in de maat
schappij, vindt bondscoach
Hoekstra. „Natuurlijk joh, ik
voed mijn kinderen ook niet meer
op zoals ik opgevoed ben." Maar
het zijn wel de dingen die hun
weerslag hebben op de houding
in de sport. „Vooral in de wieler
sport. Daar komt het toch altijd
werk of studeer. Natuurlijk gaat
dat best wél samen. Ik bestrijd
het als ze zeggen dat dat niet
samen zou gaan."
En er zat volgens de leer van 's
lands wielercoach in vroegere ja
ren nog een andere kant aan
topsport in economisch slechtere
tijden. „Door te gaan fietsen en
de top te bereiken kon je iets
gaan betekenen. Dat ligt nu ook
anders. Ik zie zelfs ingenieurs op
de fiets zitten. Kijk maar naar
Breukink."
Kortom, de man die hard ging
fietsen om 25 piek voor de benzi
ne voor de terugweg te verdienen,
is er niet meer.
Een kwestie van begeleiding of
mentaliteit?
Beide, zegt Frans Maassen die
alweer een jaartje of zeven in het
profpeloton meefietst. „Het is te
genwoordig ook wel moeilijker,
hoor. Er is niet meer zoveel ge
duld. Ze moeten meteen preste
ren, van hun omgeving, van zich
zelf, van de sponsor. Als het niet
meteen lukt, dan is het geen
goeie. Geef ze de kans om te
groeien."
„En wat ook waar is: het gaat er
veel harder aan toe. De Tour de
France bijvoorbeeld is in een
paar jaar tijds echt veel sneller
geworden. Het is moeilijker ge
worden om bij te blijven."
Maar teveel medelijden voor het
jonge grut is niet op zijn plaats.
Want, vindt Frans Maassen, ze
zijn verwend. Ook hij zegt het: ze
willen er niet meer zo hard voor
knokken.
„Als ik alleen al naar mijn eigen
club kijk. Die jongens weten ge
woon niet wat het inhoudt om
profrenner te zijn. Toen ik net
begon, sprong ik met alles mee.
Ik vond het een eer om op kop te
rijden. Ik was daar trots op. Nou
zeggen ze: rij zelf maar op kop."
Frans Maassen: „Als amateur heb
je van alles gewonnen. Dan meen
je dat je iets bent. Als prof begin
je dan gewoon als nummer. Je
bent nog niets. Daar moet je
tegen kunnen. Als je echt een
renner wil worden, dan moet je
door een dal." Er zijn er volgens
de Limburgse renner maar weini
gen die daartoe bereid zijn. „Er
zijn zeker talenten." Maar de
echte winnaars heeft hij nog niet
gezien.
Natuurlijk zeggen mannen als
Hoekstra en Maassen erbij dat
niet alle renners producten van
de Patat-generatie zijn.
Maar toch, je zult maar een jonge
renner zijn en deze kwalificaties
moeten aanhoren. Bart Voskamp
uit Wageningen is er zo eentje.
Vorig jaar overgestapt van de
amateurs naar de profs. „Het be
valt me heel goed," zegt hij. „In
de vlakke wedstrijden valt het
wel mee. Dan kun je wat makke
lijker herstellen. Maar bij de
profwedstrijden kom je veel meer
in de bergen. En dat is moeilijker.
Je moet leren hoe ver je kunt
gaan. In het begin weet je niet
hoeveel je kunt afzien."
Tot zover lijkt hij het nog aardig
eens met de mensen die vinden
dat de amateurs meer internatio
nale (lees: berg-) ervaring moeten
opdoen. Maar Voskamp raakt
geïrriteerd als hij iets hoort over
een verkeerde mentaliteit.
„Oudere renners vinden het leuk
om zoiets te vertellen. Daarmee
stellen ze zichzelf op een hoger
plan. Dan lijkt het alsof er vroe
ger harder werd gereden. Alsof
het toen moeilijker was. Iedere
amateur die overstapt naar de
profs wil er iets van maken. Je
doet toch niet al die moeite om er
maar een beetje bij te hangen?
Als ik kan, rij ik vooraan mee.
'Jullie zijn verwend', zeggen ze.
„Dat is onzin. Je moet er gewoon
alles voor over hebben. Dat is
altijd zo geweest en dat zal ook
altijd wel zo blijven."
Concurrentie
De uitgebreide ziekenhuistesten
bij de ploeg van Priem, de be-
Giavera del Montello, 1985. Joop Zoetemelk verovert op 38-jarige leeftijd de wereldtitel. Van de huidige Nederlandse
wielergeneratie heeft hij geen hoge pet op: „Ze hebben te weinig gedaan, ze hebben te weinig geleden voordat ze prof worden.
FOTO ANP
schouwingen over de mentaliteit,
het idee van Peter Post om een
goed begeleide amateurploeg op
te zetten. Ook al wil Jan Raas
over dat laatste nog wel eens
praten met Peter Post, toch lijkt
dat alles aan hem niet zo besteed.
De Zeeuwse ploegleider die het
nieuwe seizoen moet beginnen
met weliswaar een grote ploeg
maar zonder de zo gewenste klas
sementsrijder, wacht op betere
tijden. „We moeten gewoon
wachten tot er weer eentje komt.
Kijk dan naar landen als België
en Frankrijk. Die hebben toch
ook jaren gehad dat ze niks klaar
speelden."
Niet dat Raas het allemaal op
zijn beloop laat. Hij heeft met 22
renners een bijzonder grote ploeg.
En dat bevordert de onderlinge
concurrentie. Hij grijnst wanneer
hij het erover heeft. „Ze zullen er
gewoon harder voor moeten wer
ken, anders kunnen ze thuis blij
ven voor de grote wedstrijd waar
ze zo graag aan willen deelne
men. Dat wordt dus knokken. En
dat hebben ze in de gaten. Ze
doen beter hun best. Ik heb al
renners in de winter dingen zien
doen die ze anders nooit hebben
gedaan. Er wordt harder ge
traind."
Hard trainen dus, afzien. Want,
aldus de Raas-filosofie, aan zo'n
jongen kun je begeleiden wat je
wil maar in het jonge leven van
een renner kan zoveel gebeuren
dat een carrière kan maken of
breken.
„Zo'n jongen van zeventien, acht
tien zit in de moeilijkste tijd van
zijn leven. Net als in elk ander
mensenleven. Er gebeuren zoveel
dingen die hem op andere ge
dachten kunnen brengen. En hij
begint dan ook een keer te den
ken aan huisje, boompje, beestje.
En vrouwtje natuurlijk. Kan zo'n
vrouw leven met een wielrenner?
Als die vrouw het niet ziet zitten,
dan kunnen wij het wel vergeten
met al onze plannen of onze tes
ten."
Jan Raas lacht. „Misschien moe
ten wij wel die vrouw gaan testen
of zij geschikt is."
Eli)
'l- Coene, de voormalige top-tienspeelster van de wereld.
FOTO EPA
Eline Coene maakte het afgelo
pen jaar de ommezwaai van top-
enkelspeelster tot bondstrain-
ster. Gedwongen door een knie
blessure. De badmintonspeelster
komt nog wel uit in het dubbel
spel en pakt bij het Duitse Bayer
Uerdingen ook de single mee,
maar meedraaien in de absolute,
internationale top zit er voor de
29-jarige niet meer in.
In mei 1993 kreeg de voormalige
top-tienspeelster van de wereld
een aanbod van de Nederlandse
badmintonbond om assistent-
bondscoach te worden. Eline
Coene hapte toe. Onder leiding
van topsportcoördinator Martijn
van Dooremalen en als rechter
hand van bondscoach Huub
Franssen beweegt de Arnhemse
zich nu voornamelijk als bege
leidster van jonge talenten en de
nationale seniorenselectie door
het leven.
Door Eddy van der Beek
Den Bosch - De Nederlandse badminton-
wereld is klein. Iedereen kent Eline Coene
en Eline Coene kent bijna iedereen. Kor1
voor haar kwartfinale in het vrouwendub-
bel met haar partner Erica van den Heu
vel, knikt ze voortdurend naar bekenden.
Zwaait naar voorbijgangers.
Ze maakt hier en daar een praatje en laat
zich tijdens wat rek- en strekoefeningen
fotograferen door een jonge, mannelijke
bewonderaar. Het publiek in de Bossche
sporthal De Maaspoort bestaat voorname
lijk uit familie en bekenden van de deelne
mers, alsmede een groot aantal bonds- en
clubtrainers.
Erg druk is het niet, die eerste dag van het
NK. Op de naar grote hoogte, schuin
oplopende tribunes zitten plukjes mensen.
Een etmaal later is het aanmerkelijk le
vendiger. Zeshonderd toeschouwers verga
pen zich aan de finales, nemen een slokje
in de kantine of bewonderen de uitgestal
de sportartikelen in het mini-promo-dorp.
Opvallend is het grote aantal bondsoffi-
cials in smetteloze, blauwe blazers met
indrukwekkende badges. Eén van hen, met
een Groningse tongval, discussieert met
een collega. Krijgt hij nou veertig of vijftig
cent kilometervergoeding? Is de onkosten
vergoeding van de bond hoger dan die van
het district? Een heikele materie.
Eline Coene en Erica van den Heuvel
bereiken binnen een half uurtje de halve
finale. Zonder noemenswaardige inspan
ning. Eline Coene ontdoet zich van haar
knie-brace, frist zich even op in de kleed
kamer en poseert toch nog met enige
schroom voor de professionele fotograaf.
Hoog boven de vijf speelvelden, leunend
tegen de railing van de tribune.
„Ik heb een hekel aan poseren, ziet ieder
een al die onvolkomenheden," glimlacht ze
ietwat ijdel. „Nee, dat heeft niets met
ouder worden te maken. Vroeger, toen ik
nog jong was, dacht ik er net zo over."
Terwijl broer Lex beneden op de spepl-
vloer zijn kwartfinale in het mannenenkel
verliest, praat Eline Coene op de hoge
zittribune over haar nieuwe rol in het
badminton: het trainen en begeleiden van
talentvolle jeugd en de nationale senioren
selectie. Voor de vriendelijke Arnhemse
staat de ommezwaai van topspeelster naar
trainster/coach nog steeds in het teken van
goed rondkijken en veel leren.
Eline Coene: „Eerst was ik lid van de
nationale selectie, nu kijk ik er toch op een
andere manier tegenaan. Zij moeten aan
mij wennen, ik weer opnieuw aan hen.
Gelukkig ken ik Martijn van Dooremalen
(topsportcoördinator, red) en Huub Frans
sen (bondscoach, red) al langere tijd, dus is
het wat gemakkelijker om te worden inge
werkt. Maar toch Als trainster ben ik
vaak sneller moe als in de tijd dat ik
topspeelster was."
„Je moet zoveel meer praten, regelen,
organiseren, plannen. Fysiek is het alle
maal best te doen, maar mentaal is het
enorm zwaar. Toen ik zelf nog op grote
toernooien speelde, trok ik me tussendoor
nog wel eens terug in mijn hotel. Nu zit ik
vaak van negen tot negen in de hal om
wedstrijden te bekijken. Om te zien wat de
trainingen nou eigenlijk hebben opgele
verd en om te zien waar nog dingen fout
gaan. Ik beleef het allemaal op een hele
andere manier."
In het verleden reisde Eline Coene de
halve wereld rond om op grote, sterk
bezette evenementen aanwezig te zijn. Ge
stimuleerd door haar vader Louis, moeder
Jane, broer Lex en de steeds weer stijgen
de lijn in haar' prestaties, prijkten vooral
de Aziatische toplanden op haar agenda.
Ze was vaak alleen op pad, soms met
enkele landgenoten. Nog steeds puilt de
agenda van Eline Coene uit, maar de trips
worden nu veelal per auto gemaakt.
De Arnhemse is nog steeds drukbezet. Een
gemiddelde week uit haar andere sportle
ven telt vele, arbeidsintensieve uren. Drie
ochtenden heeft zij een aandeel in de
training van de nationale seniorenselectie,
één avond leidt ze de Oranje-juniorense
lectie onder achttien jaar, één avond per
week is ze vinden op de clubtraining in
Arnhem en één avond doceert ze op het
badmintonsteunpunt te Papendal.
Tussen de bedrijven door traint Eline
Coene zelf nog twee- a drie maal per week
om zo op een verantwoorde manier aan
haar competitie-verplichtingen bij het
Duitse Bayer Uerdingen te kunnen vol
doen.
Ervaring
„Het is een hele lijst, maar het bevalt me
prima," zegt Eline Coene. „Ik ben nogal
een beweeglijk type, kan nooit lang op één
plaats blijven zitten. Weliswaar ben ik met
één sport bezig, maar wel op verschillende
plaatsen en met verschillende trainings
groepen. Bovendien kan ik op deze manier
mijn badminton-ervaring prima overbren
gen. Ik heb mijn bondsdiploma's om trai
ningen te verzorgen, tijdens drie jaar CIOS
ook inzicht gekregen in leiding geven en
een marketing-cursus gevolgd. Ik zie mij
voorlopig dit werk nog wel even doen.
Trouwens, waar hebben we het over. In
mijn nieuwe rol kom ik net kijken. En er
komt weer een drukke periode aan. Met
een trainingskamp, de Thomas/Uber Cup
in Schotland en het EK in Den Bosch."
Ze klampt op de overloop van de tribune
even een pupil van haar aan en geeft
enkele tips. De jongen knikt. „Doe dat dan
ook," zegt Eline Coene even fel, maar sluit
de korte conversatie af met een glimlach.
Is de dubbelspeelster hier even als train
ster bezig? „Ach, ik probeer ze op allerlei
manieren te helpen. Te stimuleren. Ik weet
uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om in
deze sport ver te komen. Hoeveel je jezelf
ook moet ontzeggen. Toch vind ik ook dat,
wanneer een speelster of speler de potentie
heeft om een topper te worden, zij of hij er
alles aan moet doen om iets te bereiken."
Erkenning
„Ik vertel jonge talenten dat badminton
niet alleen rozegeur en maneschijn is. Dat
ze bijvoorbeeld ook aan hun schooloplei
ding moeten denken. In Nederland blijft
badminton toch gewoon een kleine sport.
De bond zwemt nu eenmaal niet in het
geld. Ik heb'ooit ook wel eens kritiek op
het bondsbeleid gehad, maar zeker de
laatste jaren is er het een en ander veran
derd. Er is meer structuur voor de oplei
ding van jonge talenten, al kan het natuur
lijk altijd beter. Het feit, dat badminton
sinds Barcelona Olympisch is, heeft de
sport meer erkenning gegeven. Ja, ook in
Nederland, ondanks onze magere presta
ties daar."
Uitgerekend op de Spelen van Barcelona
werd duidelijk dat Eline Coene nooit meer
op wereldniveau mee zou kunnen. Haar
rechterknie bleek te zeer te zijn gekwetst
als gevolg van een onfortuinlijke glijpartij.
Ook na een meniscusoperatie was het leed
niet geleden. Tijdens onderzoek bleek dat
de voorste kruisband van de rechterknie
nauwelijks functioneerde. Einde interna
tionale enkel-carrière.
Sfeer
Eline Coene: „Tja, als ik er zo op terug
kijk, ben ik toch wel blij dat er aan die
onzekerheid een keer een einde kwam.
Dan deed ik weer zes weken niks, dan
moest ik weer revalideren, dan probeerde
ik weer te trainen, maar het ging gewoon
niet meer. Soms mis ik wel eens die reizen
naar Azië. Die schitterende ambiance van
grote toernooien. Veel publiek, veel be
langstelling van de media. Prachtig. Maar
ook de vriendelijke mensen daar, de sfeer,
de warmte en natuurlijk het lekkere eten."
„Ik had het voor geen goud willen missen
en misschien dat ik in de toekomst wel als
coach weer in Azië terecht kom. Wie weet.
Ach, in mijn achterhoofd heb ik nog zoveel
plannen. Ik zou best graag een sportschool
willen managen. Of een badminton-inter-
naat willen runnen. Mijn bezigheden zul
len, denk ik, wel altijd raakvlakken blij
ven houden met sport."