'Ik denk dat ze te verwend zijn' Het veranderde leven van Eline Coene kort xsenda i DOVO Oudere garde weet waarom de Nederlandse wielrenners niks meer winnen SPORT B4 list Lm de Block ledigen topplaats De ommezwaai van voormalig badmintonspeelster tot bondscoach EBRUARI 1994 B3 pE STEM VRIJDAG 11 FEBRUARI 1994 zaalvoetbal stond de Be ZAVIO-beker op hei en Zeemeeuw. Het was de en met 2-1 de finale hterstand was gekomen k Jo van de Voorde werd |ve kant getild. Ondanks leeuw-doelman Patrick 1 bleef het overeind. Dat 121 februari in sporthal se Atletica won. de vijfde competitie bij de vetera- pierde zege waardoor hij t van de eindzege. 1 Roosendaal als derde, aats voor Theo Rabout, .1 lis deze week fors raak kroon door met 17-6 van Vie kwam tot stand via Robin Wolfert (2x), Jan |sco Love 2 kwam tot 12 net 12-2 via treffers van k), Edwin d'Hont, Mario duels Azalea-Engelhard Ruyter-Steelant (10-1) lelijk gevonden. 5-3, Gemeente-Broomchemie ervice 17-27, Benetton 16-25 2 17-20, Gemeente 17-1?\ 15, Broomchemie 17-13, Dax i Love 1 18-8, Alouettet 17-3, fidelijke zaalvoetbal heeft in eigen huis verslagen, ehoud van de behaalde |iterbij gebracht, i goed als vergeten. Tegen opnieuw verloren. Deze zande wachten zodoende bte helft zag het er niet al Zijn mannen. Edwin Held [maakte vervolgens gelijk, ]rgde en Michel Leonhart naakte Harol Hazelaar er |pt dezelfde speler die 4-2 te gaan tekende invaller slotfase bewees Michel vee keer te scoren en de [Geenen Sport was domi- pm klasse tekort en kreeg -score bij de doelwisseling Irstraeten, Fred Kint en Ed [in het Belgische Hoboken [IKHAV naar een persoon- l tijd van 24,75 (zijn |tweede plaats in zijn serie He als derde met 7,4. In de |2. Zijn clubmakker Erwin 200 meter tweede in zijn tlstand vijftiende werd. Op 17,1. Vervolgens werd hij in Ide in de finale met 7,48. sporl pas van Gent, aanvang 16.15 yoorwaarts-YVC (derde beker- mannen), sporthal 't Sportuus aanvang 17.30 uur. Savok- pus 2 (derde bekerronde man sporthal De Vlaanderen Sas ""tent, aanvang 16.15 uur. ris Bag 13 februari: Zeeuwse in- Vcompetitie: Drive 1-Animo 1 hulster Ambacht 1-Sluiskil 1 pnen eerste klasse), Racketcen- i Terneuzen aanvang 11.00 uur. 1-Schouwen Duiveland 3 en oes 1-SJEF 2 (mannen tweede le), Racketcentrum Kapelle lang 12.00 uur. MLTC 6-Drive 1 led derde klasse), Racketcen- L Kapelle aanvang 15.00 uur. et vorige week niet best elager Barendrecht weg. lal uit tegen DOVO. Een rstand staat met één duel dus rechtstreeks als inzet. ik meer kans zal krijgen de ouw beter te verzorgen, rtjan de Smet is er van over- ;d. „DOVO speelt goed en dat ons beter," stelde de West- jenaar, vorige week r het tweede doelpunt, lagtekens zet Hoek bij het espelen van de vorige week gevallen Peter Hamelink. „Hij wel bijtijds opgelapt zijn, deelde men. Lukt dat niet, kan Buitelaar opnieuw een oep doen op Danny Magito, vorige week een schorsing zat. Kortom, verdedigend zit wel snor met momenteel niet ider dan vier mandekkers o en Jos Kayser, Danny Ma- en Erwin Dek). Voor de idenlijn heeft Buitelaar keuze de ijzersterk spelende Geert Poorter, Mart van de Guchte, im Zoetewey, Tony Coppens. ter Boerjan en Kurt Migom. atstgenoemd trio, in Belgie onachtig, zat vorige week op bank. Voor de frontlijn heelt itelaar spelers als goaltjesdiel mund Ogali, Geertjan de Sme Remco van Keeken. Een jep waarvan Buitelaar zegt. ij moeten zaterdag bewijzen besten te zijn." Dat deze fenmeester afreist voor d nst, mag als bekend worden rondersteld. Buitelaar kies oit voor iets anders. Ipoor Vincent Ronnes Tjijmegen - Het roept het Leid op van dat reclame spotje. Een klein manneke levert op zijn fietsje een Jevig gevecht tegen de (find. Je zou medelijden jnet 'm krijgen. Maar geen (nood. Het jongetje eet van jet spul waarvoor dit re- Iclamespotje is bedoeld. Dus |dat komt wel goed. Pat blijkt al snel. Want terwijl hij over de stille landweg door liet gure weer in de verte ver- twijnt, komt onder in beeld de lekst: 'Jaren later werd Joop Zoe temelk wereldkampioen.' go willen we het zien: kleine i die het met noeste arbeid Sot volkshelden weten te schop ten. Natuurlijk, de fiets is lichter Lorden, de kledij aerodyna- Lsch. En het voedsel beter ver- Lii'oord dan die oerhollandse foterham met pindakaas. Maar jteindelijk gaat het om de ware Instelling. En daar is iets mis pee Zeggen zij die het weten kunnen. jondscoach Piet Hoekstra, de [eindverantwoordelijke voor on- Ker andere de training van de Ijmateurs, zegt over de jongste [generatie: „Verwend zijn ze mis schien niet. Maar ik denk wel dat Jhun incasseringsvermogen wat te |wensen overlaat. Ze krijgen nogal snel een tik. Het zit niet goed met |hun mentaliteit." jEen andere ouwe rot, Joop Zoete melk, tegenwoordig assistent- Iploegleider van de WordPerfect- „Ik denk dat ze te verwend lijn. Ze hebben te weinig gedaan, hebben te weinig geleden [voordat ze prof worden. Vooral ten paar jaar geleden was het erg krat voor grote salarissen ze al Vegen voordat ze een kilometer [fadden gefietst. Alles wordt met ten voor hen geregeld. Dat is niet ioed." Het advies van de man die het [volgens het reclamespotje moest [doen met een potje pindakaas: [„Ze moeten meer internationale [ervaring opdoen voordat ze prof Vorden. Ze moeten niet alleen in «waaiers in de vlakke polders lijra zitten. Ze moeten de ber- _en in." [Zoetemelk zit daarmee helemaal [op de lijn van zijn baas Jan Raas: [je hebt niks aan renners die alleen maar in Nederland hebben [gereden." Daarom voelt hij wel jwat voor het idee van Post om ken amateurploeg op te zetten [waarin de beste renners interna- [lionale ervaring zouden kunnen fcpdoen. Kaar hoe driftig er in het Neder landse wielrenwereldje ook ge- proken wordt over de begeleiding van de amateurs, het lijkt erop dat alle betrokkenen het er sterk over eens zijn dat het uiteindelijk een kwestie van mentaliteit is. Lovend, maar soms ook honend, wordt gesproken over het initia tief van de derde Nederlandse plogeleider, Cees Priem. Hij werkt intensief samen met de Koga Miyata-ploeg van Egbert Koertsen. Door onder andere uit gekiende (medische) onderzoeken hopen ze talent vroegtijdig te ontdekken en te ontwikkelen. Over de uitgebreide ziekenhuis- testen doet Jan Raas lacherig. „Kom nou toch, moet je op het ziekenhuisbed gaan testen of zo'n jongen het gaat maken op de kasseien." Een kwestie dus van mentaliteit. Bondscoach Piet Hoekstra zei het al. „Talent is er wel. Heus wel. aan op de heroïek, het karakter." Als de jongeling er dan ook nog achter komt dat hij in deze tak van sport veel harder moet wer ken dan voor menig ander tijds- verdrijf, dan valt de keuze vaak niet op de wielrennerij. De minachting druipt van zijn tong: „Ze kunnen nou zoveel meer kiezen. En qua investering van tijd kun je dan inderdaad beter gaan dammen of darten." Als het ze financieel minder voor de wind gaat, dan willen ze er ook veel harder voor knokken, zo redeneert de bondscoach. „Dat zie je ook in andere sporten, in de voetballerij bijvoorbeeld. Ze heb ben wel wat meer techniek gekre gen. Vaak is het ook gemener geworden. Maar een oerdegelijke harde werker als Israël, die zie je toch niet meer." „Ik hoor nu ook vaak: ik kan geen topsport bedrijven want ik Maar in hoeverre zijn ze bereid zich blind te staren op de top sport. Kunnen ze het opbrengen? Vroeger was het op zich al inte ressant om prof te worden. Nu vragen ze zich af, of ze er wel verstandig aan doen. En als ze het worden, dan vinden ze dat ze binnen een paar jaar binnen moe ten zijn." Heroïek Hoekstra maakt een vergelijking met vroeger. „Dan zeiden we bij de bevoorrading: kom jongens, sprintje trekken. Kom op, rijden voor Zoetemelk zodat hij de gele trui kan halen in de Tour de l'Avenir. Nou noemen ze het laf of gemeen als je wegsprint bij een bevoorrading. Niks, zeg ik, dat is tactiek." De veranderde instelling van de wielrenner heeft alles te maken met de veranderingen in de maat schappij, vindt bondscoach Hoekstra. „Natuurlijk joh, ik voed mijn kinderen ook niet meer op zoals ik opgevoed ben." Maar het zijn wel de dingen die hun weerslag hebben op de houding in de sport. „Vooral in de wieler sport. Daar komt het toch altijd werk of studeer. Natuurlijk gaat dat best wél samen. Ik bestrijd het als ze zeggen dat dat niet samen zou gaan." En er zat volgens de leer van 's lands wielercoach in vroegere ja ren nog een andere kant aan topsport in economisch slechtere tijden. „Door te gaan fietsen en de top te bereiken kon je iets gaan betekenen. Dat ligt nu ook anders. Ik zie zelfs ingenieurs op de fiets zitten. Kijk maar naar Breukink." Kortom, de man die hard ging fietsen om 25 piek voor de benzi ne voor de terugweg te verdienen, is er niet meer. Een kwestie van begeleiding of mentaliteit? Beide, zegt Frans Maassen die alweer een jaartje of zeven in het profpeloton meefietst. „Het is te genwoordig ook wel moeilijker, hoor. Er is niet meer zoveel ge duld. Ze moeten meteen preste ren, van hun omgeving, van zich zelf, van de sponsor. Als het niet meteen lukt, dan is het geen goeie. Geef ze de kans om te groeien." „En wat ook waar is: het gaat er veel harder aan toe. De Tour de France bijvoorbeeld is in een paar jaar tijds echt veel sneller geworden. Het is moeilijker ge worden om bij te blijven." Maar teveel medelijden voor het jonge grut is niet op zijn plaats. Want, vindt Frans Maassen, ze zijn verwend. Ook hij zegt het: ze willen er niet meer zo hard voor knokken. „Als ik alleen al naar mijn eigen club kijk. Die jongens weten ge woon niet wat het inhoudt om profrenner te zijn. Toen ik net begon, sprong ik met alles mee. Ik vond het een eer om op kop te rijden. Ik was daar trots op. Nou zeggen ze: rij zelf maar op kop." Frans Maassen: „Als amateur heb je van alles gewonnen. Dan meen je dat je iets bent. Als prof begin je dan gewoon als nummer. Je bent nog niets. Daar moet je tegen kunnen. Als je echt een renner wil worden, dan moet je door een dal." Er zijn er volgens de Limburgse renner maar weini gen die daartoe bereid zijn. „Er zijn zeker talenten." Maar de echte winnaars heeft hij nog niet gezien. Natuurlijk zeggen mannen als Hoekstra en Maassen erbij dat niet alle renners producten van de Patat-generatie zijn. Maar toch, je zult maar een jonge renner zijn en deze kwalificaties moeten aanhoren. Bart Voskamp uit Wageningen is er zo eentje. Vorig jaar overgestapt van de amateurs naar de profs. „Het be valt me heel goed," zegt hij. „In de vlakke wedstrijden valt het wel mee. Dan kun je wat makke lijker herstellen. Maar bij de profwedstrijden kom je veel meer in de bergen. En dat is moeilijker. Je moet leren hoe ver je kunt gaan. In het begin weet je niet hoeveel je kunt afzien." Tot zover lijkt hij het nog aardig eens met de mensen die vinden dat de amateurs meer internatio nale (lees: berg-) ervaring moeten opdoen. Maar Voskamp raakt geïrriteerd als hij iets hoort over een verkeerde mentaliteit. „Oudere renners vinden het leuk om zoiets te vertellen. Daarmee stellen ze zichzelf op een hoger plan. Dan lijkt het alsof er vroe ger harder werd gereden. Alsof het toen moeilijker was. Iedere amateur die overstapt naar de profs wil er iets van maken. Je doet toch niet al die moeite om er maar een beetje bij te hangen? Als ik kan, rij ik vooraan mee. 'Jullie zijn verwend', zeggen ze. „Dat is onzin. Je moet er gewoon alles voor over hebben. Dat is altijd zo geweest en dat zal ook altijd wel zo blijven." Concurrentie De uitgebreide ziekenhuistesten bij de ploeg van Priem, de be- Giavera del Montello, 1985. Joop Zoetemelk verovert op 38-jarige leeftijd de wereldtitel. Van de huidige Nederlandse wielergeneratie heeft hij geen hoge pet op: „Ze hebben te weinig gedaan, ze hebben te weinig geleden voordat ze prof worden. FOTO ANP schouwingen over de mentaliteit, het idee van Peter Post om een goed begeleide amateurploeg op te zetten. Ook al wil Jan Raas over dat laatste nog wel eens praten met Peter Post, toch lijkt dat alles aan hem niet zo besteed. De Zeeuwse ploegleider die het nieuwe seizoen moet beginnen met weliswaar een grote ploeg maar zonder de zo gewenste klas sementsrijder, wacht op betere tijden. „We moeten gewoon wachten tot er weer eentje komt. Kijk dan naar landen als België en Frankrijk. Die hebben toch ook jaren gehad dat ze niks klaar speelden." Niet dat Raas het allemaal op zijn beloop laat. Hij heeft met 22 renners een bijzonder grote ploeg. En dat bevordert de onderlinge concurrentie. Hij grijnst wanneer hij het erover heeft. „Ze zullen er gewoon harder voor moeten wer ken, anders kunnen ze thuis blij ven voor de grote wedstrijd waar ze zo graag aan willen deelne men. Dat wordt dus knokken. En dat hebben ze in de gaten. Ze doen beter hun best. Ik heb al renners in de winter dingen zien doen die ze anders nooit hebben gedaan. Er wordt harder ge traind." Hard trainen dus, afzien. Want, aldus de Raas-filosofie, aan zo'n jongen kun je begeleiden wat je wil maar in het jonge leven van een renner kan zoveel gebeuren dat een carrière kan maken of breken. „Zo'n jongen van zeventien, acht tien zit in de moeilijkste tijd van zijn leven. Net als in elk ander mensenleven. Er gebeuren zoveel dingen die hem op andere ge dachten kunnen brengen. En hij begint dan ook een keer te den ken aan huisje, boompje, beestje. En vrouwtje natuurlijk. Kan zo'n vrouw leven met een wielrenner? Als die vrouw het niet ziet zitten, dan kunnen wij het wel vergeten met al onze plannen of onze tes ten." Jan Raas lacht. „Misschien moe ten wij wel die vrouw gaan testen of zij geschikt is." Eli) 'l- Coene, de voormalige top-tienspeelster van de wereld. FOTO EPA Eline Coene maakte het afgelo pen jaar de ommezwaai van top- enkelspeelster tot bondstrain- ster. Gedwongen door een knie blessure. De badmintonspeelster komt nog wel uit in het dubbel spel en pakt bij het Duitse Bayer Uerdingen ook de single mee, maar meedraaien in de absolute, internationale top zit er voor de 29-jarige niet meer in. In mei 1993 kreeg de voormalige top-tienspeelster van de wereld een aanbod van de Nederlandse badmintonbond om assistent- bondscoach te worden. Eline Coene hapte toe. Onder leiding van topsportcoördinator Martijn van Dooremalen en als rechter hand van bondscoach Huub Franssen beweegt de Arnhemse zich nu voornamelijk als bege leidster van jonge talenten en de nationale seniorenselectie door het leven. Door Eddy van der Beek Den Bosch - De Nederlandse badminton- wereld is klein. Iedereen kent Eline Coene en Eline Coene kent bijna iedereen. Kor1 voor haar kwartfinale in het vrouwendub- bel met haar partner Erica van den Heu vel, knikt ze voortdurend naar bekenden. Zwaait naar voorbijgangers. Ze maakt hier en daar een praatje en laat zich tijdens wat rek- en strekoefeningen fotograferen door een jonge, mannelijke bewonderaar. Het publiek in de Bossche sporthal De Maaspoort bestaat voorname lijk uit familie en bekenden van de deelne mers, alsmede een groot aantal bonds- en clubtrainers. Erg druk is het niet, die eerste dag van het NK. Op de naar grote hoogte, schuin oplopende tribunes zitten plukjes mensen. Een etmaal later is het aanmerkelijk le vendiger. Zeshonderd toeschouwers verga pen zich aan de finales, nemen een slokje in de kantine of bewonderen de uitgestal de sportartikelen in het mini-promo-dorp. Opvallend is het grote aantal bondsoffi- cials in smetteloze, blauwe blazers met indrukwekkende badges. Eén van hen, met een Groningse tongval, discussieert met een collega. Krijgt hij nou veertig of vijftig cent kilometervergoeding? Is de onkosten vergoeding van de bond hoger dan die van het district? Een heikele materie. Eline Coene en Erica van den Heuvel bereiken binnen een half uurtje de halve finale. Zonder noemenswaardige inspan ning. Eline Coene ontdoet zich van haar knie-brace, frist zich even op in de kleed kamer en poseert toch nog met enige schroom voor de professionele fotograaf. Hoog boven de vijf speelvelden, leunend tegen de railing van de tribune. „Ik heb een hekel aan poseren, ziet ieder een al die onvolkomenheden," glimlacht ze ietwat ijdel. „Nee, dat heeft niets met ouder worden te maken. Vroeger, toen ik nog jong was, dacht ik er net zo over." Terwijl broer Lex beneden op de spepl- vloer zijn kwartfinale in het mannenenkel verliest, praat Eline Coene op de hoge zittribune over haar nieuwe rol in het badminton: het trainen en begeleiden van talentvolle jeugd en de nationale senioren selectie. Voor de vriendelijke Arnhemse staat de ommezwaai van topspeelster naar trainster/coach nog steeds in het teken van goed rondkijken en veel leren. Eline Coene: „Eerst was ik lid van de nationale selectie, nu kijk ik er toch op een andere manier tegenaan. Zij moeten aan mij wennen, ik weer opnieuw aan hen. Gelukkig ken ik Martijn van Dooremalen (topsportcoördinator, red) en Huub Frans sen (bondscoach, red) al langere tijd, dus is het wat gemakkelijker om te worden inge werkt. Maar toch Als trainster ben ik vaak sneller moe als in de tijd dat ik topspeelster was." „Je moet zoveel meer praten, regelen, organiseren, plannen. Fysiek is het alle maal best te doen, maar mentaal is het enorm zwaar. Toen ik zelf nog op grote toernooien speelde, trok ik me tussendoor nog wel eens terug in mijn hotel. Nu zit ik vaak van negen tot negen in de hal om wedstrijden te bekijken. Om te zien wat de trainingen nou eigenlijk hebben opgele verd en om te zien waar nog dingen fout gaan. Ik beleef het allemaal op een hele andere manier." In het verleden reisde Eline Coene de halve wereld rond om op grote, sterk bezette evenementen aanwezig te zijn. Ge stimuleerd door haar vader Louis, moeder Jane, broer Lex en de steeds weer stijgen de lijn in haar' prestaties, prijkten vooral de Aziatische toplanden op haar agenda. Ze was vaak alleen op pad, soms met enkele landgenoten. Nog steeds puilt de agenda van Eline Coene uit, maar de trips worden nu veelal per auto gemaakt. De Arnhemse is nog steeds drukbezet. Een gemiddelde week uit haar andere sportle ven telt vele, arbeidsintensieve uren. Drie ochtenden heeft zij een aandeel in de training van de nationale seniorenselectie, één avond leidt ze de Oranje-juniorense lectie onder achttien jaar, één avond per week is ze vinden op de clubtraining in Arnhem en één avond doceert ze op het badmintonsteunpunt te Papendal. Tussen de bedrijven door traint Eline Coene zelf nog twee- a drie maal per week om zo op een verantwoorde manier aan haar competitie-verplichtingen bij het Duitse Bayer Uerdingen te kunnen vol doen. Ervaring „Het is een hele lijst, maar het bevalt me prima," zegt Eline Coene. „Ik ben nogal een beweeglijk type, kan nooit lang op één plaats blijven zitten. Weliswaar ben ik met één sport bezig, maar wel op verschillende plaatsen en met verschillende trainings groepen. Bovendien kan ik op deze manier mijn badminton-ervaring prima overbren gen. Ik heb mijn bondsdiploma's om trai ningen te verzorgen, tijdens drie jaar CIOS ook inzicht gekregen in leiding geven en een marketing-cursus gevolgd. Ik zie mij voorlopig dit werk nog wel even doen. Trouwens, waar hebben we het over. In mijn nieuwe rol kom ik net kijken. En er komt weer een drukke periode aan. Met een trainingskamp, de Thomas/Uber Cup in Schotland en het EK in Den Bosch." Ze klampt op de overloop van de tribune even een pupil van haar aan en geeft enkele tips. De jongen knikt. „Doe dat dan ook," zegt Eline Coene even fel, maar sluit de korte conversatie af met een glimlach. Is de dubbelspeelster hier even als train ster bezig? „Ach, ik probeer ze op allerlei manieren te helpen. Te stimuleren. Ik weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om in deze sport ver te komen. Hoeveel je jezelf ook moet ontzeggen. Toch vind ik ook dat, wanneer een speelster of speler de potentie heeft om een topper te worden, zij of hij er alles aan moet doen om iets te bereiken." Erkenning „Ik vertel jonge talenten dat badminton niet alleen rozegeur en maneschijn is. Dat ze bijvoorbeeld ook aan hun schooloplei ding moeten denken. In Nederland blijft badminton toch gewoon een kleine sport. De bond zwemt nu eenmaal niet in het geld. Ik heb'ooit ook wel eens kritiek op het bondsbeleid gehad, maar zeker de laatste jaren is er het een en ander veran derd. Er is meer structuur voor de oplei ding van jonge talenten, al kan het natuur lijk altijd beter. Het feit, dat badminton sinds Barcelona Olympisch is, heeft de sport meer erkenning gegeven. Ja, ook in Nederland, ondanks onze magere presta ties daar." Uitgerekend op de Spelen van Barcelona werd duidelijk dat Eline Coene nooit meer op wereldniveau mee zou kunnen. Haar rechterknie bleek te zeer te zijn gekwetst als gevolg van een onfortuinlijke glijpartij. Ook na een meniscusoperatie was het leed niet geleden. Tijdens onderzoek bleek dat de voorste kruisband van de rechterknie nauwelijks functioneerde. Einde interna tionale enkel-carrière. Sfeer Eline Coene: „Tja, als ik er zo op terug kijk, ben ik toch wel blij dat er aan die onzekerheid een keer een einde kwam. Dan deed ik weer zes weken niks, dan moest ik weer revalideren, dan probeerde ik weer te trainen, maar het ging gewoon niet meer. Soms mis ik wel eens die reizen naar Azië. Die schitterende ambiance van grote toernooien. Veel publiek, veel be langstelling van de media. Prachtig. Maar ook de vriendelijke mensen daar, de sfeer, de warmte en natuurlijk het lekkere eten." „Ik had het voor geen goud willen missen en misschien dat ik in de toekomst wel als coach weer in Azië terecht kom. Wie weet. Ach, in mijn achterhoofd heb ik nog zoveel plannen. Ik zou best graag een sportschool willen managen. Of een badminton-inter- naat willen runnen. Mijn bezigheden zul len, denk ik, wel altijd raakvlakken blij ven houden met sport."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 11