Bert van Vlaanderen
begint zich te vervelen
Sommige personen hebben middeleeuwse opvattingen'
ink B.V.
ten risico
nESTEM
SPORT
B4
bruari
Karnaval
intiebepaling
zekerheid
Bronzen medaille
winnaar WK
moet met nasleep
van achillespees-
blessure
de winter door
Springruiter-coach Henk Nooren treft in Italië nog enigszins feodaal stelsel aan
DONDERDAG 10 FEBRUARI 1994
86 T500-
84 2.000.-
.....82 1-250,
80 2.250.-
93 7-500'"
rto's te koop gevraagd.
s: Wijnkorenstraat 7,
'ein Majoppeveld-Zuid,
ihensebaan, Roosendaal
650-62577/62679
geopend van 10-19 u.,
10-17 u. Vrijdag koopavond.
oert van Vlaanderen is
■blesseerd. De 29-jarige
Marathonloper, vorig
jaar verrassend derde op
[et wereldkampioen
schap in Stuttgart, heeft
jaSt van een achillespees
blessure. De eerste drie
sveken van het nieuwe
diende Van Vlaande
ren absolute rust te hou
den. De marathon in het
Japanse Beppu, die begin
(0lgend maand op het
programma staat, moet
rij aan zich voorbij laten
aan.
Vorige week klom Bert
ran Vlaanderen voor de
eerste maal sinds lange
tijd op een home-trainer
om „toch maar iets te
doen". Het scheurtje in
zijn rechter-achillespees
is inmiddels geheeld,
maar voorzichtigheid
blijft geboden.
Hoe vergaat het de Ne
derlandse kampioen na
het succes van Stuttgart?
Hoe komt hij de winter
door en wat zijn de toe
komstplannen? Onze ver
slaggever zocht hem op
in het polderlandschap
van Tienhoven, een dorp
je in de buurt van Maars-
sen.
fto's - scherpe prijzen - uitste-
erfecte garantie 3 tot 12 maan-
feringsvoorwaarden - geen afte
lrug voor uw auto - ook inruil
Iravan mogelijk
toch al zéér lage prijzen:
md als reiskostenvergoeding
-E TANK BRANDSTOF
Van Vlaanderen valt na het behalen van de bronzen plak op de
meidkampioenschappen in de armen van winnaar Mark Plaat-
p. foto anp
89
f 12.500.-
89
16.500.-
84
5.500.-
89
13.750.-
89
9.750.-
86
5.750.-
90
13.750.-
87
8.750.-
85
3.500.-
90
9.750.-
90
12.750.-
85
5.500.-
82
2.750.-
87
8.750.-
84
3.250.-
88
8.750.-
89
9.750.-
85
5.500.-
87
10.500.-
87
8.750.-
89
11.750.-
84
10.500.-
90
15.500.-
87
8.000.-
86
8.750.-
92
23.750.-
88
15.750.-
85
3.750.-
85
3.750.-
88
11.500-
89
12.500.-
9.750.-
86
3.500.-
90
10.950.-
90
10.750.-
89
11.500-
89
9.750.-
88
9.750.-
87
6.500.-
89
11.500.-
86
6.750.-
87
9.750.-
86
9.750.-
86
8.750.-
87
8.750.-
89
15.500.-
87
8.750.-
87
9.750.-
88
10.500.-
88
9.750.-
87
7.500.-
88
10.750.-
88
9.750.-
90
15.750.-
85
3.750.-
88
13.750.-
87
11.750.-
90
12.750.-
88
9.750.-
90
14.750.-
87
6.750 -
90
13.750.-
90
15.750.-
87
8.750.-
89
12.750.-
87
13.750.-
90
14.750.-
86
4.750.-
87
4.750.-
86
11.500.-
87
15.750.-
85
7.000 -
82
12.750-
89
12.500.-
86
6.750.-
89
17.750.-
Door Eddy van der Beek
lienhoven - Het valt niet mee
om de woning van Bert van
Vlaanderen te vinden. Tienhoven
en het bijbehorende gehucht Mo-
tapolder zijn niet groot, maar
alles lijkt op elkaar. Sloten met
braggetjes die naar de huizen
tóen, smalle dijkjes, slingeren
de wggetjes, uitgestrekt gras
land Kortom; een typisch Ne
derlands polderlandschap.
Gelukkig kent iedereen in Tien-
horen elkaar. Gevraagd naar de
weg zegt de passant verrassend:
•Bert van Vlaanderen? Dat is
neef. Ik ben ook een Van
Vlaanderen." En feilloos wordt
ie juiste route uitgelegd.
■Tja, hier zijn we bijna allemaal
familie van elkaar," zegt Bert
jan Vlaanderen lachend bij de
kennismaking. De atleet be
toont een smaakvol ingericht
woninkje op een grote lap grond
Had zijn ouderlijk huis. Aan de
waterkant.
la deze streek groeide Bert van
Vlaanderen op. Hier bouwde hij
aan zijn uithoudingsvermogen,
tost als wielrenner, later als
atleet. Bij goed weer traint de
parttime-onderhoudsmonteur in
de polder, bij slecht weer wijkt
hij uit naar bijvoorbeeld de Zeis-
ter bossen. Voorlopig zit hij stil.
Geveld door een achillespees
blessure.
„Ik ben nog nooit ernstig gebles
seerd geweest," meldt Bert van
Vlaanderen. „Dit moest me ken
nelijk een keer overkomen. Op 1
januari gebeurde het. Ik was aan
het trainen en plotseling leek het
alsof ik met mijn rechtervoet in
een bos brandnetels stapte. Mijn
rechter-achillespees was bescha
digd, geïrriteerd. Hoe zoiets kan
gebeuren? Ik weet het niet. Je
kunt alleen maar naar oorzaken
zoeken."
„Ik zat natuurlijk midden in de
voorbereiding op de marathon
van Beppu. Maakte trainingswe-
ken van 200 kilometer. Eind vo
rig jaar deed ik mee aan de
Sylvesterloop in Soest en heb ik
met spikes aan door de plassen
gelopen. Het weer was in die
periode erg slecht. Veel wind en
regen. Omdat ik niet zo vaak op
spikes loop, heb ik me toen in
Soest waarschijnlijk een beetje
geforceerd. En later in de
training is het even mis gegaan."
Voorspoedig
Bert van Vlaanderen glimlacht,
maar wel met kiespijn. Hij ver
veelt zich, ondanks zijn twintig-
urige werkweek en de vele be
handelingen in het ziekenhuis.
Bert van Vlaanderen: Ik doe dit allemaal niet voor het geld'
Niet vreemd natuurlijk voor een
sportman, die dagelijks twee
maal traint of voor wedstrijden
op pad is. „Normaal gesproken
had ik nu al in Japan gezeten,"
klinkt het. „Maar ja, het is niet
anders. De dokter zegt dat de
blessure voorspoedig geneest. Ik
hoop zo snel mogelijk weer ge
zond te zijn, ik wil zo snel moge
lijk weer aan de slag."
Vorig jaar verbaasde Bert van
Vlaanderen de internationale at-
letiekwereld met een derde
plaats op het wereldkampioen
schap in Stuttgart. Achter de
Amerikaan Mark Plaatjes en de
Namibiër Lucketz Swartbooi.
Benauwd
De 1.80 meter lange en zestig
kilo zware atleet had al eerder
bewezen in sterk bezette wed
strijden goed voor de dag te
kunnen komen, maar brons op
een WK leek voor hem (nog) niet
weggelegd. Achteraf bleek zijn
vijftiende klassering op de
Olympische marathon van Bar
celona wel degelijk 'een waar
schuwing' voor de concurrenten
te zijn geweest.
„In Stuttgart ging het de eerste
vijftien kilometer eigenlijk hele
maal niet zo lekker," herinnert
Bert van Vlaanderen zich. „Het
was benauwd, ik voelde van al
les. Gelukkig lag het tempo niet
zo hoog en kon ik mee blijven
draaien. Toen na 25 kilometer de
hele zaak uit elkaar viel, kwam
ik een moment alleen te lopen en
bepaalde ik mijn eigen tempo. Ik
ging zelfs anderen inhalen en
daar putte ik zoveel kracht uit
dat ik gewoon door ging. Het
gevoel was goed, ik voelde me
mentaal groeien en toen wist ik
dat het niet meer fout kon gaan.
Van tevoren had ik natuurlijk
nooit verwacht brons te halen.
Voor mij was die derde plaats
ook een verrassing."
Topprestaties in de sport leveren
veel publiciteit en in talrijke
gevallen ook veel geld op. De
uitwerking van het WK-brons op
het leven van Bert van Vlaande
ren is niet bijster groot geweest.
In de weken na de mondiale
titelstrijd liepen media-verte
genwoordigers de deur plat in
Tienhoven en was Van Vlaande
ren vaak betaald aanwezig bij
het openen van winkels. Na eni
ge tijd ebde de belangstelling
weg en hervatte de lange af
standsloper zijn normale sport-
Ieventje.
Plezier
„Ik doe dit allemaal niet voor
het geld," beweert Van Vlaande
ren stellig. „Ik loop voor mijn
plezier. Natuurlijk vind ik al die
aandacht leuk en zijn hogere
startgelden voor grote wedstrij
den mooi meegenomen, maar ik
ben tevreden over de manier
waarop ik mijn sport beoefen. Ik
heb een sponsor, krijg geld van
sportorganisaties, mijn vriendin
heeft een baan en ik zorg ook
nog voor inkomen. Prima toch.
Mijn trainingsstages worden be
taald en ik reis de hele wereld
over. Ik vind het wel oké zo. En
zelfs al zou ik rijk zijn geworden
van mijn sport, dan zou ik nog
gewoon willen blijven werken.
Alleen maar lopen vind ik enorm
saai."
„Er zijn veel lange afstands-at-
leten die puur voor het geld
lopen. Ze nemen deel aan alle
wedstrijden waar wat te halen
valt. Ik weet ook wel dat bij
voorbeeld de Afrikanen zich
vaak laten leiden door economi
sche motieven, maar toch Zij
lopen zich in twee, drie jaar
helemaal te pletter, zijn voor
hun begrippen even heel rijk en
vervolgens hoor je niets meer
van die gasten. Puur sportief
vind ik het ook doodzonde. In
Afrika heb je verschrikkelijk
veel talent. Lopers, die bij een
goede maatschappelijke en me
dische begeleiding mooie, suc
cesvolle en lange sportcarrières
zouden kunnen beleven. Maar ja,
aan een goede begeleiding ont
breekt het vaak. Het snelle geld
verwoest die talenten. Jammer."
Zuinig
Bert van Vlaanderen heeft ge
leerd zuinig te zijn op zijn
lichaam. Trainer Jon Weller-
dieck en manager Michel Luk-
kien helpen hem daarbij. Van
Vlaanderen loopt per jaar nooit
meer dan twee marathons en
tussen die twee grote wedstrij
den in kiest hij zorgvuldig voor
de wat kleinere evenementen.
Eigenlijk als aanvulling op de
training. Dit jaar was het bedoe
ling dat de zachtaardige atleet in
foto vnu
Beppu en in een najaars-mara-
thon zou starten. Zijn blessure
heeft die plannen danig in de
war geschopt. Het Europees
kampioenschap in Finland (au
gustus) laat Van Vlaanderen so
wieso schieten. Verloopt het her
stel voorspoedig dan overweegt
hij toch de marathon van Rotter
dam (17 april) te lopen.
Vertrouwen
Van Vlaanderen: „Ik weet nog
niet precies wat ik dit jaar ga
doen. Wil ik weer kunnen pres
teren dan zal ik helemaal fit
moeten zijn. Ik luister goed naar
mijn lichaam. Eén keer heb ik de
fout gemaakt te snel, te veel te
willen doen. Dat was na de
Olympische Spelen van Barcelo
na in 1992. Toen ben ik veel te
hard van stapel gelopen en kreeg
ik te maken met een terugslag.
Na een marathon moet je het
gewoon zes tot acht weken wat
rustiger aan doen. Aan een ma
rathon gaat een intensieve voor
bereiding van twaalf weken
vooraf. Dat vergeten de meeste
mensen. Het is niet alleen die
wedstrijd."
„Ik luister goed naar mijn trai
ner Jon Wellerdieck, ik heb een
blind vertrouwen in hem. Alles
gaat in overleg, maar in principe
houd ik me aan zijn schema's.
Verder doe ik eigenlijk geen spe
ciale dingen. Nee, ook niet met
voeding. Ik neem af en toe wat
extra vitaminen, dat is alles. Ik
ga niet elke dag borden spaghet
ti naar binnen werken."
„Gewoon warm eten, Hollandse
kost. Daar voel ik me het pret
tigst bij. Je zult mij niet drie
maal per week patat zien eten.
Feestjes, waarop veel gerookt
wordt, probeer ik zoveel moge
lijk te vermijden. Natuurlijk, so
ciale contacten schieten er vaak
bij in, maar zolang ik blijf pres
teren zie ik dat gegeven niet als
een probleem."
Souplesse
In de loopbaan van Bert van
Vlaanderen zit nog steeds die
befaamde stijgende lijn. Neder
landse titels, een vijftiende
plaats op de Spelen, brons tij
dens het afgelopen WK; welke
doelen streeft de op souplesse
lopende atleet in de toekomst
na? „Ik wil mijn persoonlijke
records op de marathon (2.11.53,
red.) en tien kilometer op de
baan (28.47.35, red.) scherper
stellen," zegt Bert van Vlaande
ren resoluut.
„Kijk ik wat verder dan hoop ik
op een medaille tijdens de Spe
len in Atlanta. Tijden en medail
les, daar zit vaak iets tegenstrij
digs in. Japanners zijn bijvoor
beeld gek op lopers die op titel-
toernooien medailles hebben ge
haald, organisatoren van grote
Amerikaanse marathons kijken
alleen maar naar tijden."
„Belangrijk voor mij is dat ik
mezelf blijf, dan ga ik het langst
mee. Mensen zeggen wel eens
tegen mij dat ik te bescheiden
ben, mezelf niet altijd goed ver
koop. Voor mijn sponsor is dat
misschien vervelend, maar ik
kan mezelf niet veranderen. Ik
ben nu eenmaal niet zo uitbun
dig of schreeuwerig. En, ik heb
het al eerder gezegd, ik ben ook
niet op jacht naar dat zoge
naamde grote geld. Een reis naar'
bijvoorbeeld Japan, daar kan ik
bij voorbaat al enorm van genie
ten. Het plezier blijft bij mij
voorop staan. Is dat niet meer
aanwezig, dan schei ik er onmid
dellijk mee uit."
"oor Michel Bongers
Milaan - Zwart geld. Maffia-
praktijken. Toto-malversa-
jj®. Henk Nooren, sinds 1992
'ffidscoach van de Italiaanse
springruiters, schudt bij deze
«oorden slechts ontkennend
w hoofd. „Daar heb ik nog
Wemaal niets van gemerkt."
«at de 39-jarige oud-Etten-
kurenaar wel heeft onder
vonden, is dat er in de Itali-
Janse springruiter-wereld
een soort van feodaal
stelsel heerst, waarbij de adel
!lch een superieure houding
aanmeet.
t Nooren zou Henk Nooren
rijn als hij het gevecht met
;ae puisant rijke lieden (lees:
^aden-eigenaren) inmiddels is
"Begaan. „Je zou kunnen zeg-
dat sommige van deze men-
er nog middeleeuwse opvat-
fen op na houden. Een ruiter
-coach is voor hen niet belang-
Het gaat puur om henzelf.
0 voorbeeld? Ach, d'r zijn wel
1 mensen geweest die een
ad bij me wilden kopen en er
n tevens vanuit gingen dat ik
Paard plus een ruiter in de
'onale selectie zou opnemen.
]a, zo werkt dat dus niet..."
p»??e Seteden heb ik voor
tui ^at ruiters en de fede-
gezamenlijk de paarden
den kopen. Had je eens moe-
z,en hoe die paarden-eigena-
ren toen begonnen te steigeren.
'Hoe haal je het in je hoofd om
die ruiters zo belangrijk te ma
ken?,' zo kreeg ik de wind van
voren. Gelukkig is het plan wel
doorgegaan, maar het zal duide
lijk zijn dat ik niet bij iedereen
even geliefd ben."
Nooren heeft gemerkt dat een
deel van deze invloedrijke groep
zich gevestigd heeft in de zoge
naamde vijfde colonne. „Derge
lijke randfiguren, waarvan ik de
macht heb onderschat, zweven
om de federatie heen en probe
ren druk uit te oefenen op het
'politieke gebeuren'. Zo zetten
sommige vraagtekens bij het nut
van mijn werk. Ze bemoeien zich
overal mee, terwijl ze net zo veel
verstand van de paardesport
hebben als dit suikerzakje. Puur
professioneel gezien is dat een
situatie die wij in Nederland
dertig jaar geleden al hadden
opgelost."
„Maar eerlijk gezegd maak ik
me om die geluiden niet meer zo
druk. Vroeger zou ik daar wel
gelijk tegen geageerd hebben,
maar ik ben nu rustiger. Ik heb
het daar wel eens met Cruijff
over gehad. In het verleden koos
hij net als ik voor de meest
directe confrontatie, maar in de
loop der tijd is ook hij milder
geworden."
Hoe het ook zij, Henk Nooren
heeft het als bondscoach van de
Italiaanse springruiters niette
min uitstekend naar zijn zin. De
financiële voorwaarden spelen
daarbij geen onbelangrijke rol.
„Ik kan daar heel eerlijk over
zijn. Ik ben primair op het aan
bod van de Italiaanse federatie
ingegaan vanwege het geld dat
me is geboden. Dat is twee keer
zo veel als wat de Spaanse bond
me destijds als bondscoach be
taalde. Nee, ik zeg niet hoeveel
ik nu toucheer. Hou het er maar
op dat ik een van de best betaal
de coaches van de wereld ben."
„De sportieve uitdaging om de
Italiaanse equipe naar een hoger
plan te tillen, is echter ook een
belangrijke factor geweest. Ik
wil bewijzen dat ik een ploeg
naar een bepaald niveau kan
loodsen. De Italiaanse equipe
schommelde internationaal ge
zien altijd zo rond de twaalfde
stek. Het is mijn taak om ze naar
een vierde, vijfde stek te bren
gen. Dat is de kick voor mij."
Nooren dient daarvoor echter
wel een mentaliteits-veranderin-
gen bij zijn pupillen te realise
ren. „Een gedeelte van de ruiters
die ik onder mijn hoede heb, zou
je kunnen kwalificeren als 'rij-
ke-lui's-zoontjes', 'verwende jo
chies'. Alles is hen komen aan
waaien. En dat is het grote ver
schil met Nederland. Daar moe
ten de ruiters sabbelen om rond
te komen en kei- en keihard
werken om een belegde boter
ham te verdienen. In de sport is
dat pas een gezonde basis om de
top te halen. Volgens mij zijn er
ook maar héél weinig topspor
ters, wier ouders rijk gefortu
neerd zijn."
Tegen sommige Italiaanse
springruiters moet hij dan ook af
en toe hard optreden. „Ja, ik stel
me wel eens als een soort school
meester op. Gelukkig gebeurt
dat nu steeds minder. Weliswaar
is het niveau nog redelijk ama
teuristisch, maar de instelling
van de ruiters is nu positief,"
Volgens Nooren hebben de Itali
aanse ruiters zich nimmer mon
diaal kunnen meten, omdat de
rijders wedstrijden in eigen land
altijd hebben geprevaleerd bo
ven internationale concoursen.
„Dat zit-em in het prijzengeld,"
aldus Nooren. „De ruiters kun
nen bij Italiaanse concoursen
veel meer verdienen dan in het
buitenland. Een doorsnee ruiter
verdient hier toch al gauw
50.000 gulden, terwijl de natio
nale topruiters zo'n 150.000 tot
250.000 gulden opstrijken met
het rijden van concoursen in ei
gen land. De allerbesten in Ne
derland moeten daarvoor 'de
broek van het gat rijden'."
„Daar heb ik dus gelijk verande
ring in gebracht. De ruiters ver
dienen nog steeds een hele aardi
ge cent aan die nationale con
coursen, maar de federatie heeft
nu ook aantrekkelijke condities
gecreëerd om aan internationale
wedstrijden deel te namen. Men
krijgt nu een zeer vette reis-ver-
goeding en bovendien is er een
soort van bonus-systeem inge
voerd als een ruiter zich in de
prijzen rijdt."
Aan geld is overigens geen ge
brek. „Ik kan wel stellen dat ik
bij een rijke federatie werk. In
Nederland werkt men ongeveer
met een budget van circa 2 mil
joen, terwijl dat hier rond de
18/19 miljoen ligt. En dan moet
je je eens realiseren wat men in
Nederland met dat geld presteert
in vergelijking tot hier. Er lopen
in Italië veel te veel mensen rond
die uit de ruif mee happen. D'r
zijn bijvoorbeeld figuren die
concours-terreinen gaan bekij
ken, personen die jonge paarden
in de gaten houden, dieren-art-
sen die ik nog nooit iets heb zien
doen. Dat is echt ongelooflijk.
Het is een situatie die historisch
zo gegroeid is. Als' je elk jaar op
een dergelijk simpele manier
zo'n 50.000 gulden kunt opstrij
ken, dan wil je zo'n positie niet
graag afstaan."
Het zijn zaken die voor Henk
Nooren een doorn in het oog
zijn. „Maar ik kan daar niet te
veel aan veranderen. Ik houd me
puur en alleen bezig met de
ruiters. Na mijn aanstelling heb
ik een groep van zo'n twintig
mensen om me heen verzameld.
Ik heb daar de juiste mensen uit
gekristalliseerd en er nog drie
over. Het is nu te hopen dat de
ruiters zo links en rechts eens
een internationaal succesje boe
ken. Daar zal een stimulerend
effect vanuit gaan."
Henk Nooren (op deze archieffoto uit 1985 op weg naar de overwinning van de Grote Prijs van
Twente) maakt zich niet druk om de ook in de Italiaanse paardesport actieve 'vijfde colonne'. 'Ik
heb het daar wel eens met Cruijff over gehad. In het verleden koos hij net als ik voor de meest
directe confrontatie, maar in de loop der tijd is ook hij milder geworden.foto anp
„De mentaliteit is hier altijd ge
weest dat de ruiters er interna
tionaal toch niet veel van bak
ken dus wat heeft het voor een
zin om een duur paard te kopen.
Ik ben er van overtuigd dat als
er resultaten behaald worden
dat men dan ook gelijk klaar
staat om een toppaard aan te
schaffen. Want aan geld is er
geen gebrek."
„Wat dat betreft heeft men het
voordeel dat ik naast bonds
coach ook nog paardenhande
laar ben. Er is hier al eens een
paarden-eigenaar geweest die
tegen me zei: 'Ik vertrouw mijn
paarden niet toe aan een paar
denhandelaar die ook nog eens
bondscoach is'. Daar moet ik dus
om lachen. Ik kan die twee za
ken uitstekend scheiden. Boven
dien moet men toch beseffen dat
er mij alles aan gelegen is om de
beste paarden naar Italië te ha
len. Want ik wil als coach nu
eenmaal laten zien dat ik met
deze ploeg de aansluiting met de
internationale top kan realise
ren."