AAL
ri/v
Godsdiensten beter
niet vergelijken'
Vrouwen en mannen in de bijbel
UM-
R in/v
Antwerpse Faculteit
voor Vergelijkende
Godsdienstwetenschappen
uniek in de wereld
6Mensenrechten boven staatssouvereiniteit
DËSTEM
GEESTELIJK LEVEN
riONALE ZAKEN
EN FABRIKAGE
(JUTE) ZAKKEN
lel en export
iDEWERKSTER
Rl 1994
X
ZATERDAG 22 JANUARI 1994
ert
nden als China en
e over de gehele wereld,
oeleid.
kontakten legt met
met de betaling,
gelmatig klanten en
klant zijn aankopers of
egewezen en zult u snel
zijn geen doetjes en zeer
zeker hun gelijke voor wat
opleiding en/of ervaring
ge ervaring op het gebied
zien het Europese
rbij de beheersing van de
25 en 38 jaar.
ld het bedrijf (Hulst).
ng, waarin een jonge ploeg
elijkheid om bevoegdheden
levering.
narktsegmenten.
:e funktie.
-11337. Hij stuurt u
t u aan
PERSONEELS
ADVIESBUREAU
teamlid. Hiervoor kijken we uit
e van zelfstandigheid en verant-
andurft als:
n om een belangrijke schakel te
satie. U heeft de capaciteit om
het oog voor prioriteit,
n van offertes, het ontvangen en
iet accuraat verwerken van ver-
<oopirtformatiesysteem.
igelse taal in woord en geschrift
ileem op. W.P. 5.1 heeft voor u
s, reageer dan schriftelijk (met
Brieven richten aan dhr. E.L-
eZijn er best trots op,
tar in Antwerpen. Ner-
,nS anders ter wereld
jjestaat er immers zo'n
laculteit. In het grote
Ijinerika is er zo eentje
|ot twee keer toe mislukt.
Ijlaar in de Sinjorenstad
■functioneert nu al bijna
lertien jaar een Faculteit
Ivoor Vergelijkende Gods
dienstwetenschappen
IfVG), die niet gelooft
lat godsdiensten met el-
laar te vergelijken zijn.
ijver een instituut waar
L wereldgodsdiensten
let over elkaar, maar al
ien over zichzelf spre
ien.
[oor Jan Bouwmans
Intwerpen - „Dat weet ik
„„I altijd niet", lacht Pa-
jnck De Ridder op mijn
traag wat hem bewogen
Mt om in Antwerpen
|an de Faculteit voor Ver-
lelijkende Godsdienstwe
tenschappen te gaan stu
iteren. En na een olijke
klik van verstandhouding
let de medestudent naast
...i in de 'cafetaria' ver
volgt hij op half serieuze
joon: „Wij komen hier de
leen der wijzen zoeken,
ïetend dat we hem toch
looit zullen vinden."
tcafetaria is niet wat je den-
i zou. Snacks of ander eet-
raar zijn er niet te krijgen, de
bffie moeten de studenten zelf
len. De kantine van de facul-
bt ziet er met een keukenblok
a wat tafeltjes en stoelen een
rt]e pover uit.
kasteeltje,' noemt rector
(inck de huisvesting van zijn
lige faculteit liefkozend,
(tt ligt midden in het Antwerp-
stadsdeel Wilrijk, tegen het
dorpsplein aan. Aan de
(raatzijde stelt het gebouw niet
1 voor. Maar aan wat er over
(van het park aan de achterzij-
a is nog te zien dat het ooit een
fraai buitenhuis moet zijn
(veest. De statige hal met bo-
lai een donkerhouten balustra-
Jebevestigt die indruk.
Intwerpen ligt er die dinsdag
laters bij. Het heeft licht ge-
peuwd. Een waterig zonnetje
pbeert het van de neveligheid
(iwmnen. Patrick, een Vlaamse
pitiger, zorgt voor een flinke
bk koffie. Even later schuift
[i Rkia Houmair, een Marok-
ise studente, aan. In de korte
(d dat ze na een jaartje Brussel
i in Antwerpen studeert, heeft
1 een aardig mondje Neder
igs geleerd. Beide zitten in het
peede studiejaar van de vier die
«opleiding aan de Antwerpse
Imlteit telt.
lewogen
lat heeft hen bewogen die op
lang te gaan doen? En hoe
(valt het hen tot nu toe? Pa
tik steekt van wal. „Ik ben
1 wel met godsdienst bezig
('«est, Ik ben religieus, maar
gelovig, niet katholiek of
temet of boeddhist of weet ik
Dt heb bibliotheekweten
pap gedaan, maar eigenlijk
|5t ik echt niet wat ik wilde.
|<e heeft mijn moeder me aan-
aden in Nederland mijn licht
s op te steken. Daar kwamen
1 af met vergelijkende gods-
testwetenschappen. Ik wist
(Reens dat het bestond. Ik was
geïnteresseerd. Weer thuis
Ns ik overal affiches tegen
deze faculteit hier in Ant-
lirpen. Ik ben gaan kijken,
(aar ik moest eerst naar het
Tte- Tijdens mijn diensttijd ben
lijk bestaan uit:
uwkunde
ling
aan in een klein team.
emen met mevrouw
nden naar:
Dikmans
Prof. Sh. Peel, hoogleraar boeddhisme en faculteitsdecaan
Antwerpse FVG-faculteit trekt oud en jong. Rechts vooraan Rkia Houmair, naast haar Patrick De Ridder.
ik blijven lezen over godsdien
sten. Ik ben ook die affiche nog
een aantal keren tegengekomen.
Toen heb ik besloten om naar de
FVGtegaan."
Medestudente Rkia wilde in Eu
ropa studeren. Ze belandde aan
de universiteit in Brussel. Ze is
beslist niet van plan in Europa
te blijven hangen. Ze wil terug
naar Marokko om daar in het
onderwijs te gaan. Ze aarzelt
nog tussen lerares islam of ara-
bische taal- en letterkunde. De
Brusselse universiteit verwees
haar na een jaartje door naar
Antwerpen. „Ik ben moslim. Ik
weet niet zoveel van andere reli
gies. Ik ben hier gekomen om
kennis op te doen van de andere
godsdiensten, maar ook van mijn
eigen religie. In Marokko kregen
we nooit de mogelijkheid over
andere religies wat te leren",
legt ze haar aanwezigheid op de
FVG uit.
Inzicht
Weet de knappe Rhia ongeveer
wat ze wil gaan doen, Patrick
heeft er nog geen idee van. Maar
de studie bevalt hem opperbest.
Ze heeft hem nu al, zegt hij, met
beide benen op de grond gezet.
„Deze studie geeft je zoveel in
zicht, zoveel kennis van andere
overtuigingen en culturen dat ik
de wereld om me heen nu veel
beter begrijp. Ik zei laatst tegen
mijn moeder: als ik deze studie
niet had gedaan, had ik niet
graag aan een lopende band ge
staan. Maar hebt ge deze facul
teit afgelegd, dan zoudt ge er
niks op tegen hebben om aan een
lopende band te staan, omdat ze
mij heel veel heeft bijgebracht
om met mensen om te gaan, met
andere culturen, met geschiede
nis, met mijn eigen verleden en
toekomst."
Het is niet niks als een faculteit
een student in zo'n betrekkelijk
korte tijd zo diepgaand kan ver
anderen. Maar uniek hoeft het
niet te zijn. Toch spreken rector
dr. Chr. Vonck en faculteitsde
caan mag. dr. Sh. Peel van een
faculteit die uniek is in de hele
wereld. Dat unieke zit hem in
één element: aan de Faculteit,
van Vergelijkende Godsdienst
wetenschappen in Antwerpen
worden de godsdiensten juist
niet met elkaar vergeleken en
wordt evenmin vanuit een be
paalde godsdienstige (christe
lijke) achtergrond over de ande
re godsdiensten gesproken of
geoordeeld. Nee, elke godsdienst
of levensbeschouwing wordt uit
sluitend onderwezen door ie
mand van die godsdienst of le
vensovertuiging zelf belijdt.
nese filosofie, theologische filo
sofie, mythologie, oosterse en
westerse mystiek, religieuze his
torische kritiek en godsdienstge
schiedenis. Daarnaast moet elke
student nog een aantal keuze
vakken nemen. Gekozen kan
worden uit onder meer: Afri
kaanse religies, Oosterse Kerken,
jainisme, baha'i', sikhisme, zor-
oastrisme, Katharen, shinto,
godsdiensten van het Nabije
Oosten, culturele antropologie,
utopisme en chiliasme.
Op de Antwerpse FVG-faculteit
spreken godsdiensten en levens-
beschouwingen alleen over en
ben ja na vier jaar nog wel
katholiek, maar wel met een an
dere kijk op het katholicisme."
Belijdenis
Anders dan de naam aanduidt,
worden de godsdiensten op de
FVG niet met elkaar vergeleken.
„Al zijn we dan een faculteit
voor vergelijkende godsdienst
wetenschappen, wij geloven niet
in godsdienstvergelijking. Dat is,
zeg maar, onze geloofsbelijdenis.
De studenten moeten ze zelf
maar vergelijken met elkaar. Wij
geven hen het materiaal, de we-
Dus alleen moslims doceren is
lam, alleen rabbijnen het joden
dom, alleen boeddhisten het
boeddhisme, alleen humanisten
het humanisme, alleen christe
nen het christendom. Dat komt
dus nergens ter wereld voor. In
de Verenigde Staten is twee ge-
probeeerd zo'n faculteit van de
grond te krijgen, maar beide
pogingen zijn daar mislukt. Von
ck en Peel vermelden het niet
zonder enige trots.
Bekeren taboe
Vier jaar lang staan voor elke
FVG-student alle grote wereld
godsdiensten/levensbeschouwin
gen op het studieprogramma:
boeddhisme, christendom, hin
doeïsme, humanistiek, islam, ju
daïsme (jodendom). Daar komen
als verplichte vakken bij: Oos
ters denken, wijsbegeerte, psy
chologie, Indische filosofie, Chi-
voor zichzelf, niet over elkaar.
De heren Peel en Vonck kunnen
het niet genoeg benadrukken.
„Wij zijn geen bekeringsinsti
tuut. Onze statuten verplichten
elke docent en student om zich
steeds eerbiedig en verdraag
zaam te gedragen tegenover de
verschillende wereldbeschou
wingen en om zich bovendien te
onthouden van elke vorm van
politieke propaganda en/of reli
gieuze bekeringsijver. Dit heeft
de voorbije dertien jaar één keer
problemen gegeven. We vragen
nieuwe studenten ook nooit naar
hun godsdienst of levensover
tuiging. Natuurlijk merken we
die in de loop van de studietijd
wel, maar principieel interes
seert ons hun religieuze achter
grond niet. Bovendien krijgen ze
hier tijdens hun studie zoveel
religieuze elektroshocks...als je
hier als katholiek binnenkomt,
gen en instrumenten."
Groot is de FVG niet. Zij telt
momenteel 47 studenten die de
volledige opleiding doen. Maar
internationaal is dat gezelschap
wel. De studenten komen uit
Vlaanderen, Nederland, Duits
land, Canada, Verenigde Staten
en China. Dr. Peel: „Ze hebben
met elkaar gemeen dat ze gemo
tiveerd zijn door de religieuze
problematiek. Maar er is verschil
in leeftijd. We hebben een groep
jongeren tussen de 18 en 26 jaar.'
Dan is er de groep gehuwde
vrouwen van 40 tot 55 jaar, van
wie de kinderen het huis uit zijn.
En tenslotte de groep gepensio
neerde mannen van boven de 60
jaar.
De meeste studenten komen
meer uit pure interesse dan met
het oog op een toekomstige
werkkring. Velen van de oudere
vrouwen en mannen hebben al
een universitaire opleiding geno
ten. Maar we hebben ook pries
terstudenten. De bisschop van
Brugge laat bijvoorbeeld sommi
ge van zijn studenten bij ons
college lopen."
Honger
De faculteit is indertijd uit lou
ter intellectuele interesse opge
richt. Peel: „We hebben geen
diepere intentie dan kennis ver
zorgen. Maar niet een kennis van
buitenaf zoals op alle andere
faculteiten, waar christenen bij
voorbeeld islam en jodendom
doceren. Onze stelregel is: je
moet elke levensbeschouwing
van binnenuit benaderen, vanuit
de beleving zelf. Er is honger
naar kennis van het spirituele,
ook bij mensen die bijvoorbeeld
al 50 jaar katholiek zijn geweest.
Die gaan vragen stellen over hun
eigen geloof. Als ik onze studen
ten hoor, dan wordt er in onze
cafetaria hevig gedebatteerd.
Wat wij aanreiken, wordt met
veel vuur verwerkt, zonder dat
het tot conflicten komt."
Praatbak
„Tijdens de middag is het hier in
de cafetaria een praatbak", be
vestigt Patrick later onafhanke
lijk. „Iedereen komt met zijn
visie af. Maar iedereen weet dat
het de visie van de ander is. Het
enige dat je kunt doen, is erover
nadenken. En dan zie je wel of je
die kunt integreren of niet. Maar
er worden hier geen geloven ver
kocht. Ik vind het zalig."
Patrick, die altijd een zwever en
dromer zegt te zijn geweest, is op
de FVG met twee voeten recht in
de grond gekomen. „Ik ben bar
realistisch bezig met een hele
hoop zaken in mijn dagelijks
leven en ook spiritueel. Wat ik
hier krijg, zorgt ervoor dat ik
een betere kijk krijg op de men
sen rondom mij en op mijzelf. Je
wordt je veel bewuster van je
eigen identiteit. Je merkt dat
elke mens met zijn religieuze
ervaring juist hetzelfde is. Reli
gies zijn allemaal verschillende
benaderingswijzen die eigenlijk
op hetzelfde neerkomen. In mijn
relaties met moslims of hindoes
sta ik nu veel vaster in mijn
schoenen. Dat komt bij die ande
ren ook duidelijk over."
„Het is voor mij makkelijker
geworden met mensen van ande
re culturen om te gaan. De tole
rantiegrens in de maatschappij
is laag. Mensen verdragen wei
nig van elkaar. Dat komt vooral
uit onwetendheid, omdat ze de
ander zijn cultuur niet begrij-
i FVG-rector prof. dr. Chr. Vonck voor zijn 'kasteeltje'.
FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP
pen, waarom hij zus of zo rea
geert en gekleed gaat. Hier in
Antwerpen zie je vaak Turken of
Marokkanen op straat bij elkaar
groepen. Vroeger voelde ik mij
daardoor wel bedreigd. Vanuit
die angst las ik dingen op hun
gezicht die er niet waren. Nu
weet ik dat het hun cultuur is:
mannen praten en vergaderen
met elkaar op straat, ze hebben
helemaal niks kwaads in de zin.
Zo ervaar ik het nu ook."
Bang
Rkia uit Marokko rekent met
andere angsten af. „Vroeger was
ik bang last te krijgen van om
gang met mensen van andere
godsdiensten. Want mijn ouders
hebben altijd gezegd: je moet
niet met een katholiek praten,
want misschien ga je je nog
aangetrokken voelen tot het ka-,
tholicisme en stap je over. Ik was
in het begin in België bang,
omdat ik dacht dat de Belgen
veel vrijheid hadden en geen
godsdienst. Ik was bang mijn
geloof hier te verliezen. Maar in
Antwerpen ervaar ik dat we als
katholiek, jood en moslim een
heel goede relatie met elkaar
kunnen hebben in een enorm
open sfeer, zonder druk op je
eigen geloof. Ik ben opener ge
worden, mijn angst voor andere
godsdiensten voor een deel
kwijt."
De sociale omgang buiten de
faculteit, in het Antwerpse
stadsleven, is voor Rkia nog wel
een wat angstig verhaal. „Als ik
de vrijheid zie voor de mannen
en vrouwen...ik vind niet dat de
mensen nou zo goed met die
vrijheid omgaan. Ik vind het wel
leuk in Antwerpen, maar ik kan
hier niet mijn eigen leven leiden.
Ik heb wel vrienden, maar toch
voel ik me eenzaam hier. Mensen
spreken mijn taal niet, ik heb
hier geen familie. En dan de
problemen van racisme: ik ben
zwart. Nee, Marokko is mijn
land, ik voel me hier een vreem
de. Ik ga terug."
bouwstoffen
CuglaBV
RudonkU
4824 AJ Breda
Tel. 076-41 0600
Fax 076 - 42 1058
Door Jan Bouwmans
-Tweeduizend jaar tweede sekse zijn
wordt niet plots, als in een mirakel,
?Pgeheven", merkt Roos Maes op in
tear bijdrage aan het boek 'Vrouwen
te het Nieuwe Testament. Wie zal haar
•inspreken. Maar wie oren en ogen
«bevangen gebruikt, kan de ontstuit-
tete opmars van de vrouw in onze
•wintigste eeuw niet ontgaan.
Natuurlijk hebben de kerken hierbij niet
'00'°P gelopen. Al heb ik ooit een intrige-
betoog gelezen, waarin op niet onzin-
»»IJ» verdedigd werd dat de oude en
"deleeuwse kerk de vrouwenemancipa-
te'heeft voorbereid. Maar voor onze eeuw
weleer, dat de kerken de maatschap-
lu, ontwikkeling niet buiten de deur
•'«ben kunnen houden. Anno 1993 is de
T^/teipatie van de vrouw in het ene
"^genootschap ook een heel stuk verder
8worderd dan in het andere.
voigens de zwarte kousenkerken de
,„ÏÏW n°g altijd het mooiste stuk huis-
rJ?' m de Rooms-katholieke Kerk is zij
«iet i )kwaardig aan de man, maar nog
van n''k' Daar°m wordt zij uitgesloten
wmWn ambtelijke functies (pastorale
LSers bekleden geen ambt, al zijn het
«rot»! beroepskrachten). De gematigde
sen 1 ntse berken en de anglicaanse ker-
"ggen wat de kerkelijke vrouwene
mancipatie betreft aan kop. Vrouwen drin
gen daar al door tot de hogere kerkelijke
ambten, zij het nog maar mondjesmaat.
Wie op het ogenblik aan rooms-katholieke
kerkleiders de vraag stelt waneer de
katholieke kerk het priesterschap open
stelt voor vrouwen, krijgt van de meeste
van hen als antwoord: 'Waarschijnlijk
nooit'. Hoelang dat 'nooit' bestand zal
blijken tegen de feitelijke opmars van de
vrouw, is moeilijk te voorspellen. Maar
intuïtief zeg je dat het ooit het loodje zal
leggen. In die zekerheid word je gesterkt
door een boek als 'Vrouwen in het Nieuwe
Testament'.
Dat boek doet niets anders dan een hele
serie vrouwen die in de evangelieën en
andere Nieuwtestamentische geschriften,
vaak terloops, aan bod komen, uit de
schaduw halen en in de schijnwerper zet
ten. Niet op hoogwetenschappelijke wijze,
maar in korte en bevattelijke artikeltjes. In
totaal een 27 portretten. Ze verschenen de
afgelopen vier jaar in het kerkelijke week
blad 'Kerk en leven' van de Vlaamse
bisdommen en zijn nu gebundeld door de
Katholieke Bijbelstichting.
De portretten halen onverwachte en nieu
we dingen onder het stof van eeuwen
vandaan. Nadere kennismaking met deze
weinig bekende en vaak miskende vrou
wen keert zich precies tegen de tweede
plaats die de traditie de vrouw eeuwenlang
in de kerk heeft toegewezen. Uit de scha
duw gehaald, vormen de vrouwen in het
Nieuwe Testament een gevaarlijke herin
nering voor elke patriarchale kerk. De
kracht daarvan zal alleen maar toenemen,
al kan het nog wel even duren voordat in
alle kerken de taaie weerstand tegen de
gelijkheid van vrouw en man het begeeft.
Heel anders van opzet is het boek 'Abra
ham Companen' met Oudtestamentische
mannenverhalen. In dit boek komen be
kende duo's aan bod zoals Kaïn en Abel,
Abraham en Isaak, Jacob en Esau, Saul en
David, David en Jonathan. De auteurs
Gert Lüninghöner en Christa Spilling-Nö-
ker geven niet zomaar een beschrijving,
maar hebben de vorm gekozen van een
briefwisseling.
Elk van beide kruipt in de huid van een
van beide mannenfiguren en richt zich per
brief tot de ander. Zo trachten ze de
figuren tot leven te brengen, waarbij na
tuurlijk alleen het bijbelthema overeind
blijft en de oorspronkelijke tekst geheel
wordt losgelaten. Zowel de profeet Elia als
de profeet Jona krijgen op zichzelf aan
dacht, maar dan in de vorm van een
meditatie of een monoloog. De gekozen
vorm kan de figuren dichterbij brengen. Je
moet er echter van houden.
Vrouwen in het Nieuwe Testament', red.:
Frans van Segbroeck, Katholieke Bijbelstich
ting, 29,95
Gert Lüninghöner/Christa Spilling-Nöker:
Abraham companen; Oudtestamentische
mannenverhalen', uitgave: Katholieke Bij
belstichting, 13,90
Door Jan Bouwmans
Antwerpen - Is schending van de men
senrechten op zichzelf een voldoende
rechtvaardiging voor militaire interven
tie? Dat is volgens dr. Fred van Iersel de
meest cruciale vraag voor het denken
van de hele internationale gemeenschap
over oorlog en vrede voor de komende
jaren. Een internationale vredesbewe
ging als Pax Christi zal zich dan ook
indringend met die kwestie moeten gaan
bezig houden.
Van Iersel zei dit onlangs in Antwerpen op
een bijeenkomst van Pax Christi Internatio
naal. Op die bijeenkomst werd een breed
opgezette, internationale studie over recht
vaardige oorlog en rechtvaardige vrede ge
presenteerd. Dr. van Iersel, wetenschappe
lijk medewerker bij het „bisdom" voor de
Nederlandse strijdkrachten, is een van de
twintig medewerkers aan dat boek, dat is
uitgegeven bij Kok in Kampen.
In mei van dit jaar belegt Pax Christi een
grote internationale conferentie over het
vraagstuk van humanitaire interventie zoals
in Somalië en Bosnië is geschied. Hoe kan
zo'n interventie, die een nieuw fenomeen is
in de wereldgeschiedenis, gelegitimeerd wor
den? En waar liggen de grenzen ervan?
Volgens Van Iersel zijn er twee typen huma
nitaire interventies. Je hebt het militair
beveiligen en begeleiden van humanitaire
hulp zodat die inderdaad de noodlijdende
bevolking bereikt. Het andere type humani
taire interventie is door militair ingrijpen
vrede opleggen om eerbiediging en naleving
van de mensenrechten af te dwingen. In dit
laatste geval worden de mensenrechten op
zichzelf als voldoende legitimatie opgevat
voor militair ingrijpen. Is internationale
aanvaarding van zo'n doctrine een nieuwe
weg naar vrede in de wereld?
Hier ligt volgens Van Iersel een nieuwe
uitdaging voor vredesbewegingen als Pax
Christi om het denken daarover te stimule
ren. Dat is des te harder nodig, nu de
opvattingen over de souvereiniteit van de
staat zozeer aan het veranderen zijn. Staats
souvereiniteit wordt steeds betrekkelijker in
een wereld, waarin de wederzijdse afhanke
lijkheid steeds groter wordt. Maar dan heb je
een ander principe nodig om vrede te stich
ten en te handhaven. Een principe dat hoger
geacht wordt dan de onschendbaarheid van
een staat: de mensenrechten.
Maar daar zitten meer vragen aan vast. Hoe
moet je het zelfbeschikkingsrecht van elk
volk erin passen? De Koerden in Turkije
bijvoorbeeld. Is er per se een eigen staat
nodig om je identiteit te kunnen beleven?
Moet dus de erkenning van de rechten van
elk volk altijd leiden tot staatsvorming? En
als er staatsvorming plaats heeft, waarom
dan slechts op ethnische basis? Zonder inzet
en hulp van de hele wereldgemeenschap is
geen oplossing mogelijk. Daarom zullen bij
voorbeeld de Verenigde Naties zich opnieuw
moeten beraden op hun positie en een nieuw
evenwicht moeten vinden tussen hun inzet
voor vrede en veiligheid in de wereld en hun
inzet voor de mensenrechten, zo meent dr.
Van Iersel.
De Golfoorlog vormde de directe aanleiding
tot het boek. De katholieke vredesbeweging
Pax Christi, die na de oorlog begonnen is als
een verzoeningsbeweging tussen de aartsvij
anden Frankrijk en Duitsland, heeft altijd
twee vleugels gekend: een echt pacifistische
vleugel en een vleugel die niet elk militair
ingrijpen principieel afwijst. De Golfoorlog
zorgde voor een oprisping van deze tegen
stelling. Want kon het militaire ingrijpen op
gezag van de Verenigde Naties wel gerecht
vaardigd worden?
De katholieke kerk heeft in de loop van haar
2000-jarig bestaan een leer over de recht
vaardige oorlog ontwikkeld. Die doctrine, in
de wereld alom gehanteerd, is op de tocht
komen te staan door de komst van de
massavernietigingswapens. Maar juist de
Golfoorlog en nadien de burgeroorlog in
ex-Joegoslavië gaven de doctrine van de
rechtvaardige oorlog weer meer crediet-
waardigheid. Toch is de rechtvaardige oor
log geen goed theoretisch model. Een beter
uitgangspunt is het concept 'rechtvaardige
vrede'. Het boek verkent juist de weg die van
het traditionele denken in termen van recht
vaardige oorlog voert naar een denken in
termen van rechtvaardige vrede. Vormen de
mensenrechten niet onvermijdelijk de hoek
steen van dat nieuwe concept? Het denkwerk
van Pax Christi Internationaal op dit stuk
heeft de belangstelling van volkenrechtelijke
instellingen als de Verenigde Naties.
Brian Wicker (ed.): Studying War - No More?
From Just War to Just Peace. Uitg. Kok
Pharos, Kampen.