AAL ri/v Godsdiensten beter niet vergelijken' Vrouwen en mannen in de bijbel UM- R in/v Antwerpse Faculteit voor Vergelijkende Godsdienstwetenschappen uniek in de wereld 6Mensenrechten boven staatssouvereiniteit DËSTEM GEESTELIJK LEVEN riONALE ZAKEN EN FABRIKAGE (JUTE) ZAKKEN lel en export iDEWERKSTER Rl 1994 X ZATERDAG 22 JANUARI 1994 ert nden als China en e over de gehele wereld, oeleid. kontakten legt met met de betaling, gelmatig klanten en klant zijn aankopers of egewezen en zult u snel zijn geen doetjes en zeer zeker hun gelijke voor wat opleiding en/of ervaring ge ervaring op het gebied zien het Europese rbij de beheersing van de 25 en 38 jaar. ld het bedrijf (Hulst). ng, waarin een jonge ploeg elijkheid om bevoegdheden levering. narktsegmenten. :e funktie. -11337. Hij stuurt u t u aan PERSONEELS ADVIESBUREAU teamlid. Hiervoor kijken we uit e van zelfstandigheid en verant- andurft als: n om een belangrijke schakel te satie. U heeft de capaciteit om het oog voor prioriteit, n van offertes, het ontvangen en iet accuraat verwerken van ver- <oopirtformatiesysteem. igelse taal in woord en geschrift ileem op. W.P. 5.1 heeft voor u s, reageer dan schriftelijk (met Brieven richten aan dhr. E.L- eZijn er best trots op, tar in Antwerpen. Ner- ,nS anders ter wereld jjestaat er immers zo'n laculteit. In het grote Ijinerika is er zo eentje |ot twee keer toe mislukt. Ijlaar in de Sinjorenstad ■functioneert nu al bijna lertien jaar een Faculteit Ivoor Vergelijkende Gods dienstwetenschappen IfVG), die niet gelooft lat godsdiensten met el- laar te vergelijken zijn. ijver een instituut waar L wereldgodsdiensten let over elkaar, maar al ien over zichzelf spre ien. [oor Jan Bouwmans Intwerpen - „Dat weet ik „„I altijd niet", lacht Pa- jnck De Ridder op mijn traag wat hem bewogen Mt om in Antwerpen |an de Faculteit voor Ver- lelijkende Godsdienstwe tenschappen te gaan stu iteren. En na een olijke klik van verstandhouding let de medestudent naast ...i in de 'cafetaria' ver volgt hij op half serieuze joon: „Wij komen hier de leen der wijzen zoeken, ïetend dat we hem toch looit zullen vinden." tcafetaria is niet wat je den- i zou. Snacks of ander eet- raar zijn er niet te krijgen, de bffie moeten de studenten zelf len. De kantine van de facul- bt ziet er met een keukenblok a wat tafeltjes en stoelen een rt]e pover uit. kasteeltje,' noemt rector (inck de huisvesting van zijn lige faculteit liefkozend, (tt ligt midden in het Antwerp- stadsdeel Wilrijk, tegen het dorpsplein aan. Aan de (raatzijde stelt het gebouw niet 1 voor. Maar aan wat er over (van het park aan de achterzij- a is nog te zien dat het ooit een fraai buitenhuis moet zijn (veest. De statige hal met bo- lai een donkerhouten balustra- Jebevestigt die indruk. Intwerpen ligt er die dinsdag laters bij. Het heeft licht ge- peuwd. Een waterig zonnetje pbeert het van de neveligheid (iwmnen. Patrick, een Vlaamse pitiger, zorgt voor een flinke bk koffie. Even later schuift [i Rkia Houmair, een Marok- ise studente, aan. In de korte (d dat ze na een jaartje Brussel i in Antwerpen studeert, heeft 1 een aardig mondje Neder igs geleerd. Beide zitten in het peede studiejaar van de vier die «opleiding aan de Antwerpse Imlteit telt. lewogen lat heeft hen bewogen die op lang te gaan doen? En hoe (valt het hen tot nu toe? Pa tik steekt van wal. „Ik ben 1 wel met godsdienst bezig ('«est, Ik ben religieus, maar gelovig, niet katholiek of temet of boeddhist of weet ik Dt heb bibliotheekweten pap gedaan, maar eigenlijk |5t ik echt niet wat ik wilde. |<e heeft mijn moeder me aan- aden in Nederland mijn licht s op te steken. Daar kwamen 1 af met vergelijkende gods- testwetenschappen. Ik wist (Reens dat het bestond. Ik was geïnteresseerd. Weer thuis Ns ik overal affiches tegen deze faculteit hier in Ant- lirpen. Ik ben gaan kijken, (aar ik moest eerst naar het Tte- Tijdens mijn diensttijd ben lijk bestaan uit: uwkunde ling aan in een klein team. emen met mevrouw nden naar: Dikmans Prof. Sh. Peel, hoogleraar boeddhisme en faculteitsdecaan Antwerpse FVG-faculteit trekt oud en jong. Rechts vooraan Rkia Houmair, naast haar Patrick De Ridder. ik blijven lezen over godsdien sten. Ik ben ook die affiche nog een aantal keren tegengekomen. Toen heb ik besloten om naar de FVGtegaan." Medestudente Rkia wilde in Eu ropa studeren. Ze belandde aan de universiteit in Brussel. Ze is beslist niet van plan in Europa te blijven hangen. Ze wil terug naar Marokko om daar in het onderwijs te gaan. Ze aarzelt nog tussen lerares islam of ara- bische taal- en letterkunde. De Brusselse universiteit verwees haar na een jaartje door naar Antwerpen. „Ik ben moslim. Ik weet niet zoveel van andere reli gies. Ik ben hier gekomen om kennis op te doen van de andere godsdiensten, maar ook van mijn eigen religie. In Marokko kregen we nooit de mogelijkheid over andere religies wat te leren", legt ze haar aanwezigheid op de FVG uit. Inzicht Weet de knappe Rhia ongeveer wat ze wil gaan doen, Patrick heeft er nog geen idee van. Maar de studie bevalt hem opperbest. Ze heeft hem nu al, zegt hij, met beide benen op de grond gezet. „Deze studie geeft je zoveel in zicht, zoveel kennis van andere overtuigingen en culturen dat ik de wereld om me heen nu veel beter begrijp. Ik zei laatst tegen mijn moeder: als ik deze studie niet had gedaan, had ik niet graag aan een lopende band ge staan. Maar hebt ge deze facul teit afgelegd, dan zoudt ge er niks op tegen hebben om aan een lopende band te staan, omdat ze mij heel veel heeft bijgebracht om met mensen om te gaan, met andere culturen, met geschiede nis, met mijn eigen verleden en toekomst." Het is niet niks als een faculteit een student in zo'n betrekkelijk korte tijd zo diepgaand kan ver anderen. Maar uniek hoeft het niet te zijn. Toch spreken rector dr. Chr. Vonck en faculteitsde caan mag. dr. Sh. Peel van een faculteit die uniek is in de hele wereld. Dat unieke zit hem in één element: aan de Faculteit, van Vergelijkende Godsdienst wetenschappen in Antwerpen worden de godsdiensten juist niet met elkaar vergeleken en wordt evenmin vanuit een be paalde godsdienstige (christe lijke) achtergrond over de ande re godsdiensten gesproken of geoordeeld. Nee, elke godsdienst of levensbeschouwing wordt uit sluitend onderwezen door ie mand van die godsdienst of le vensovertuiging zelf belijdt. nese filosofie, theologische filo sofie, mythologie, oosterse en westerse mystiek, religieuze his torische kritiek en godsdienstge schiedenis. Daarnaast moet elke student nog een aantal keuze vakken nemen. Gekozen kan worden uit onder meer: Afri kaanse religies, Oosterse Kerken, jainisme, baha'i', sikhisme, zor- oastrisme, Katharen, shinto, godsdiensten van het Nabije Oosten, culturele antropologie, utopisme en chiliasme. Op de Antwerpse FVG-faculteit spreken godsdiensten en levens- beschouwingen alleen over en ben ja na vier jaar nog wel katholiek, maar wel met een an dere kijk op het katholicisme." Belijdenis Anders dan de naam aanduidt, worden de godsdiensten op de FVG niet met elkaar vergeleken. „Al zijn we dan een faculteit voor vergelijkende godsdienst wetenschappen, wij geloven niet in godsdienstvergelijking. Dat is, zeg maar, onze geloofsbelijdenis. De studenten moeten ze zelf maar vergelijken met elkaar. Wij geven hen het materiaal, de we- Dus alleen moslims doceren is lam, alleen rabbijnen het joden dom, alleen boeddhisten het boeddhisme, alleen humanisten het humanisme, alleen christe nen het christendom. Dat komt dus nergens ter wereld voor. In de Verenigde Staten is twee ge- probeeerd zo'n faculteit van de grond te krijgen, maar beide pogingen zijn daar mislukt. Von ck en Peel vermelden het niet zonder enige trots. Bekeren taboe Vier jaar lang staan voor elke FVG-student alle grote wereld godsdiensten/levensbeschouwin gen op het studieprogramma: boeddhisme, christendom, hin doeïsme, humanistiek, islam, ju daïsme (jodendom). Daar komen als verplichte vakken bij: Oos ters denken, wijsbegeerte, psy chologie, Indische filosofie, Chi- voor zichzelf, niet over elkaar. De heren Peel en Vonck kunnen het niet genoeg benadrukken. „Wij zijn geen bekeringsinsti tuut. Onze statuten verplichten elke docent en student om zich steeds eerbiedig en verdraag zaam te gedragen tegenover de verschillende wereldbeschou wingen en om zich bovendien te onthouden van elke vorm van politieke propaganda en/of reli gieuze bekeringsijver. Dit heeft de voorbije dertien jaar één keer problemen gegeven. We vragen nieuwe studenten ook nooit naar hun godsdienst of levensover tuiging. Natuurlijk merken we die in de loop van de studietijd wel, maar principieel interes seert ons hun religieuze achter grond niet. Bovendien krijgen ze hier tijdens hun studie zoveel religieuze elektroshocks...als je hier als katholiek binnenkomt, gen en instrumenten." Groot is de FVG niet. Zij telt momenteel 47 studenten die de volledige opleiding doen. Maar internationaal is dat gezelschap wel. De studenten komen uit Vlaanderen, Nederland, Duits land, Canada, Verenigde Staten en China. Dr. Peel: „Ze hebben met elkaar gemeen dat ze gemo tiveerd zijn door de religieuze problematiek. Maar er is verschil in leeftijd. We hebben een groep jongeren tussen de 18 en 26 jaar.' Dan is er de groep gehuwde vrouwen van 40 tot 55 jaar, van wie de kinderen het huis uit zijn. En tenslotte de groep gepensio neerde mannen van boven de 60 jaar. De meeste studenten komen meer uit pure interesse dan met het oog op een toekomstige werkkring. Velen van de oudere vrouwen en mannen hebben al een universitaire opleiding geno ten. Maar we hebben ook pries terstudenten. De bisschop van Brugge laat bijvoorbeeld sommi ge van zijn studenten bij ons college lopen." Honger De faculteit is indertijd uit lou ter intellectuele interesse opge richt. Peel: „We hebben geen diepere intentie dan kennis ver zorgen. Maar niet een kennis van buitenaf zoals op alle andere faculteiten, waar christenen bij voorbeeld islam en jodendom doceren. Onze stelregel is: je moet elke levensbeschouwing van binnenuit benaderen, vanuit de beleving zelf. Er is honger naar kennis van het spirituele, ook bij mensen die bijvoorbeeld al 50 jaar katholiek zijn geweest. Die gaan vragen stellen over hun eigen geloof. Als ik onze studen ten hoor, dan wordt er in onze cafetaria hevig gedebatteerd. Wat wij aanreiken, wordt met veel vuur verwerkt, zonder dat het tot conflicten komt." Praatbak „Tijdens de middag is het hier in de cafetaria een praatbak", be vestigt Patrick later onafhanke lijk. „Iedereen komt met zijn visie af. Maar iedereen weet dat het de visie van de ander is. Het enige dat je kunt doen, is erover nadenken. En dan zie je wel of je die kunt integreren of niet. Maar er worden hier geen geloven ver kocht. Ik vind het zalig." Patrick, die altijd een zwever en dromer zegt te zijn geweest, is op de FVG met twee voeten recht in de grond gekomen. „Ik ben bar realistisch bezig met een hele hoop zaken in mijn dagelijks leven en ook spiritueel. Wat ik hier krijg, zorgt ervoor dat ik een betere kijk krijg op de men sen rondom mij en op mijzelf. Je wordt je veel bewuster van je eigen identiteit. Je merkt dat elke mens met zijn religieuze ervaring juist hetzelfde is. Reli gies zijn allemaal verschillende benaderingswijzen die eigenlijk op hetzelfde neerkomen. In mijn relaties met moslims of hindoes sta ik nu veel vaster in mijn schoenen. Dat komt bij die ande ren ook duidelijk over." „Het is voor mij makkelijker geworden met mensen van ande re culturen om te gaan. De tole rantiegrens in de maatschappij is laag. Mensen verdragen wei nig van elkaar. Dat komt vooral uit onwetendheid, omdat ze de ander zijn cultuur niet begrij- i FVG-rector prof. dr. Chr. Vonck voor zijn 'kasteeltje'. FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP pen, waarom hij zus of zo rea geert en gekleed gaat. Hier in Antwerpen zie je vaak Turken of Marokkanen op straat bij elkaar groepen. Vroeger voelde ik mij daardoor wel bedreigd. Vanuit die angst las ik dingen op hun gezicht die er niet waren. Nu weet ik dat het hun cultuur is: mannen praten en vergaderen met elkaar op straat, ze hebben helemaal niks kwaads in de zin. Zo ervaar ik het nu ook." Bang Rkia uit Marokko rekent met andere angsten af. „Vroeger was ik bang last te krijgen van om gang met mensen van andere godsdiensten. Want mijn ouders hebben altijd gezegd: je moet niet met een katholiek praten, want misschien ga je je nog aangetrokken voelen tot het ka-, tholicisme en stap je over. Ik was in het begin in België bang, omdat ik dacht dat de Belgen veel vrijheid hadden en geen godsdienst. Ik was bang mijn geloof hier te verliezen. Maar in Antwerpen ervaar ik dat we als katholiek, jood en moslim een heel goede relatie met elkaar kunnen hebben in een enorm open sfeer, zonder druk op je eigen geloof. Ik ben opener ge worden, mijn angst voor andere godsdiensten voor een deel kwijt." De sociale omgang buiten de faculteit, in het Antwerpse stadsleven, is voor Rkia nog wel een wat angstig verhaal. „Als ik de vrijheid zie voor de mannen en vrouwen...ik vind niet dat de mensen nou zo goed met die vrijheid omgaan. Ik vind het wel leuk in Antwerpen, maar ik kan hier niet mijn eigen leven leiden. Ik heb wel vrienden, maar toch voel ik me eenzaam hier. Mensen spreken mijn taal niet, ik heb hier geen familie. En dan de problemen van racisme: ik ben zwart. Nee, Marokko is mijn land, ik voel me hier een vreem de. Ik ga terug." bouwstoffen CuglaBV RudonkU 4824 AJ Breda Tel. 076-41 0600 Fax 076 - 42 1058 Door Jan Bouwmans -Tweeduizend jaar tweede sekse zijn wordt niet plots, als in een mirakel, ?Pgeheven", merkt Roos Maes op in tear bijdrage aan het boek 'Vrouwen te het Nieuwe Testament. Wie zal haar •inspreken. Maar wie oren en ogen «bevangen gebruikt, kan de ontstuit- tete opmars van de vrouw in onze •wintigste eeuw niet ontgaan. Natuurlijk hebben de kerken hierbij niet '00'°P gelopen. Al heb ik ooit een intrige- betoog gelezen, waarin op niet onzin- »»IJ» verdedigd werd dat de oude en "deleeuwse kerk de vrouwenemancipa- te'heeft voorbereid. Maar voor onze eeuw weleer, dat de kerken de maatschap- lu, ontwikkeling niet buiten de deur •'«ben kunnen houden. Anno 1993 is de T^/teipatie van de vrouw in het ene "^genootschap ook een heel stuk verder 8worderd dan in het andere. voigens de zwarte kousenkerken de ,„ÏÏW n°g altijd het mooiste stuk huis- rJ?' m de Rooms-katholieke Kerk is zij «iet i )kwaardig aan de man, maar nog van n''k' Daar°m wordt zij uitgesloten wmWn ambtelijke functies (pastorale LSers bekleden geen ambt, al zijn het «rot»! beroepskrachten). De gematigde sen 1 ntse berken en de anglicaanse ker- "ggen wat de kerkelijke vrouwene mancipatie betreft aan kop. Vrouwen drin gen daar al door tot de hogere kerkelijke ambten, zij het nog maar mondjesmaat. Wie op het ogenblik aan rooms-katholieke kerkleiders de vraag stelt waneer de katholieke kerk het priesterschap open stelt voor vrouwen, krijgt van de meeste van hen als antwoord: 'Waarschijnlijk nooit'. Hoelang dat 'nooit' bestand zal blijken tegen de feitelijke opmars van de vrouw, is moeilijk te voorspellen. Maar intuïtief zeg je dat het ooit het loodje zal leggen. In die zekerheid word je gesterkt door een boek als 'Vrouwen in het Nieuwe Testament'. Dat boek doet niets anders dan een hele serie vrouwen die in de evangelieën en andere Nieuwtestamentische geschriften, vaak terloops, aan bod komen, uit de schaduw halen en in de schijnwerper zet ten. Niet op hoogwetenschappelijke wijze, maar in korte en bevattelijke artikeltjes. In totaal een 27 portretten. Ze verschenen de afgelopen vier jaar in het kerkelijke week blad 'Kerk en leven' van de Vlaamse bisdommen en zijn nu gebundeld door de Katholieke Bijbelstichting. De portretten halen onverwachte en nieu we dingen onder het stof van eeuwen vandaan. Nadere kennismaking met deze weinig bekende en vaak miskende vrou wen keert zich precies tegen de tweede plaats die de traditie de vrouw eeuwenlang in de kerk heeft toegewezen. Uit de scha duw gehaald, vormen de vrouwen in het Nieuwe Testament een gevaarlijke herin nering voor elke patriarchale kerk. De kracht daarvan zal alleen maar toenemen, al kan het nog wel even duren voordat in alle kerken de taaie weerstand tegen de gelijkheid van vrouw en man het begeeft. Heel anders van opzet is het boek 'Abra ham Companen' met Oudtestamentische mannenverhalen. In dit boek komen be kende duo's aan bod zoals Kaïn en Abel, Abraham en Isaak, Jacob en Esau, Saul en David, David en Jonathan. De auteurs Gert Lüninghöner en Christa Spilling-Nö- ker geven niet zomaar een beschrijving, maar hebben de vorm gekozen van een briefwisseling. Elk van beide kruipt in de huid van een van beide mannenfiguren en richt zich per brief tot de ander. Zo trachten ze de figuren tot leven te brengen, waarbij na tuurlijk alleen het bijbelthema overeind blijft en de oorspronkelijke tekst geheel wordt losgelaten. Zowel de profeet Elia als de profeet Jona krijgen op zichzelf aan dacht, maar dan in de vorm van een meditatie of een monoloog. De gekozen vorm kan de figuren dichterbij brengen. Je moet er echter van houden. Vrouwen in het Nieuwe Testament', red.: Frans van Segbroeck, Katholieke Bijbelstich ting, 29,95 Gert Lüninghöner/Christa Spilling-Nöker: Abraham companen; Oudtestamentische mannenverhalen', uitgave: Katholieke Bij belstichting, 13,90 Door Jan Bouwmans Antwerpen - Is schending van de men senrechten op zichzelf een voldoende rechtvaardiging voor militaire interven tie? Dat is volgens dr. Fred van Iersel de meest cruciale vraag voor het denken van de hele internationale gemeenschap over oorlog en vrede voor de komende jaren. Een internationale vredesbewe ging als Pax Christi zal zich dan ook indringend met die kwestie moeten gaan bezig houden. Van Iersel zei dit onlangs in Antwerpen op een bijeenkomst van Pax Christi Internatio naal. Op die bijeenkomst werd een breed opgezette, internationale studie over recht vaardige oorlog en rechtvaardige vrede ge presenteerd. Dr. van Iersel, wetenschappe lijk medewerker bij het „bisdom" voor de Nederlandse strijdkrachten, is een van de twintig medewerkers aan dat boek, dat is uitgegeven bij Kok in Kampen. In mei van dit jaar belegt Pax Christi een grote internationale conferentie over het vraagstuk van humanitaire interventie zoals in Somalië en Bosnië is geschied. Hoe kan zo'n interventie, die een nieuw fenomeen is in de wereldgeschiedenis, gelegitimeerd wor den? En waar liggen de grenzen ervan? Volgens Van Iersel zijn er twee typen huma nitaire interventies. Je hebt het militair beveiligen en begeleiden van humanitaire hulp zodat die inderdaad de noodlijdende bevolking bereikt. Het andere type humani taire interventie is door militair ingrijpen vrede opleggen om eerbiediging en naleving van de mensenrechten af te dwingen. In dit laatste geval worden de mensenrechten op zichzelf als voldoende legitimatie opgevat voor militair ingrijpen. Is internationale aanvaarding van zo'n doctrine een nieuwe weg naar vrede in de wereld? Hier ligt volgens Van Iersel een nieuwe uitdaging voor vredesbewegingen als Pax Christi om het denken daarover te stimule ren. Dat is des te harder nodig, nu de opvattingen over de souvereiniteit van de staat zozeer aan het veranderen zijn. Staats souvereiniteit wordt steeds betrekkelijker in een wereld, waarin de wederzijdse afhanke lijkheid steeds groter wordt. Maar dan heb je een ander principe nodig om vrede te stich ten en te handhaven. Een principe dat hoger geacht wordt dan de onschendbaarheid van een staat: de mensenrechten. Maar daar zitten meer vragen aan vast. Hoe moet je het zelfbeschikkingsrecht van elk volk erin passen? De Koerden in Turkije bijvoorbeeld. Is er per se een eigen staat nodig om je identiteit te kunnen beleven? Moet dus de erkenning van de rechten van elk volk altijd leiden tot staatsvorming? En als er staatsvorming plaats heeft, waarom dan slechts op ethnische basis? Zonder inzet en hulp van de hele wereldgemeenschap is geen oplossing mogelijk. Daarom zullen bij voorbeeld de Verenigde Naties zich opnieuw moeten beraden op hun positie en een nieuw evenwicht moeten vinden tussen hun inzet voor vrede en veiligheid in de wereld en hun inzet voor de mensenrechten, zo meent dr. Van Iersel. De Golfoorlog vormde de directe aanleiding tot het boek. De katholieke vredesbeweging Pax Christi, die na de oorlog begonnen is als een verzoeningsbeweging tussen de aartsvij anden Frankrijk en Duitsland, heeft altijd twee vleugels gekend: een echt pacifistische vleugel en een vleugel die niet elk militair ingrijpen principieel afwijst. De Golfoorlog zorgde voor een oprisping van deze tegen stelling. Want kon het militaire ingrijpen op gezag van de Verenigde Naties wel gerecht vaardigd worden? De katholieke kerk heeft in de loop van haar 2000-jarig bestaan een leer over de recht vaardige oorlog ontwikkeld. Die doctrine, in de wereld alom gehanteerd, is op de tocht komen te staan door de komst van de massavernietigingswapens. Maar juist de Golfoorlog en nadien de burgeroorlog in ex-Joegoslavië gaven de doctrine van de rechtvaardige oorlog weer meer crediet- waardigheid. Toch is de rechtvaardige oor log geen goed theoretisch model. Een beter uitgangspunt is het concept 'rechtvaardige vrede'. Het boek verkent juist de weg die van het traditionele denken in termen van recht vaardige oorlog voert naar een denken in termen van rechtvaardige vrede. Vormen de mensenrechten niet onvermijdelijk de hoek steen van dat nieuwe concept? Het denkwerk van Pax Christi Internationaal op dit stuk heeft de belangstelling van volkenrechtelijke instellingen als de Verenigde Naties. Brian Wicker (ed.): Studying War - No More? From Just War to Just Peace. Uitg. Kok Pharos, Kampen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 29