'ZEN
De roep van exotische verten
IABY-
JVIERS
DE STEM
Nederlands kampioen via een broodje bloedworst
Grote
tingen op
lowroom
lodellen
1150-94118
MASSIEF
ET.
09.50 p/M2|
ïen,
Sterkte groei toerisme naar Derde Wereld ondanks te denken gevende kritiek
IET:
1 5;
binnen!
en? Ga tussen nu en
ntekenbewijs naar uw
iet deelnameformulier
attentie, maar dingt u
drie te winnen Opeis'
>el dealers ook allerlei
onderhoud en accessoi
ird om snel een
ietwaar?
bezoek
1994. Zolang de voorn
■&A
Consument
DONDERDAG 20 JANUARI 1994 DEEL I
1-
r
jjjor Hein Sluijter
jberisme naar de Derde
jfereld is heel gewoon aan
t worden in de Eerste
jfereld. Wij in het indus-
iële Westen hebben er zo
igzamerhand de smaak
a te pakken gekregen,
t'ij zoeken ons vakantie-
'itil in toenemende mate in
«re tropische en exoti-
jthe oorden. Kijk om je
ieen, ze slaan Europa
ïr, gaan naar Indonesië,
iar Thailand, de woeste-
j van tropisch Afrika in.
iilernationaal toerisme brengt
ktreldwijd gezien op .dit mo-
bnt 280 miljard dollar per jaar
t het laatje. Economisch gezien
fdeze bedrijfstak de belangrijk-
Ie van de jaren negentig gewor-
m.
Ie vraag is alleen of de Derde
'ereldlanden daar nu beter van
orden of juist de dupe. Van die
!l) miljard kwam een kwart ten
sede aan de Derde Wereld, de
ntwikkelingslanden. Wat niet
iksis.
laar weer een deel van kwam
irecht bij de kleine, arme man
it het goed gebruiken kan,
isar een ander deel bleef aan de
kstok kleven van overheden,
li is zoveel tégen het toerisme
aar de Derde Wereld, dat je er
iroerd van wordt. Tegelijker-
jd is er zoveel vóór, dat je er
for helemaal van opkikkert,
«voorstanders zeggen, dat de
listen ginds veel geld uitge-
i en zelfs als ze er niet veel
jchterlaten, is dat beter dan
|te, zeggen de tegenstanders, de
senst betaalt wel fors maar dan
jwral aan het vliegtuig dat
wstal aan een Westerse maat-
iappij toebehoort én hij dokt
ij de reisorganisator die ook al
het Westen zetelt. Met het
jtvolg, dat een groot deel van de
agaven het Derde Wereldland
wit bereikt.
b zo kun je bijna eindeloos
irgaan met het opsommen van
irsentegens.
een rijtje
gaat het hier niet om een
pcussie binnen een beperkt
ppje op een avondje in een
pitje. De ja's en nee's komen
fort uit een brede, maatschap-
Pjke discussie waar heel wat
Mlkingsgroepen zich in heb-
F verdiept en nog verdiepen.
P gezien vervult Ton van Eg-
pnd. docent aan de Nationale
hogeschool voor Toerisme en
uiteer in Breda, in feite de rol
111 een maatschappelijke ge-
neksleider als hij alles wat
®t kijken bij toerisme naar de
erae Wereld kritisch op een
Se zet in het boek dat hij
"ten "iet free-lance journaliste
"We Ars schreef. In 'Toe-
naar de Derde Wereld'
ativeert hij de standpunten en
aan waar de Derde Wereld
*e gebaat is en waarmee hele-
P™t nauwelijks. De on-
'e' Kansen en bedreigin
g-wijst al op die rode draad
e foor het hele betoog loopt.
Ptte Ars doorspekt dit relaas
soms onthutsende en zeer
•zakedoende voorbeelden.
sluitende antwoorden
F *an Egmond niet. Al is het
L®n waar omdat in elk be-
pwingsland de situatie an-
's "eoordeeld moet worden.
[Wheid
t. ,Jmt hij tot een afronding
t n jf geen afslu'tmg is want
itanri tussen voor- en tegen-
ers zal er niet mee stoppen:
(j,waarh«d ligt niet in het
z° constateert hij. „De
öd is dat geen twee lan-
JJf zelfs streken dezelfde
lC ennen- Ergens is het
i ge verhaal volledig van
Us .j. jnergens het sombere."
fa naher uitwerkt kun je
teat,o een Positieve of een
ïiiil r. 'f i conc'usie komen en
k' „en en wegen. En dat
h Fa bedoeling van
Oek tr!f0nd- Hll wil in z'in
|»;::cu,,lon einde breien aan die
Faken t-maa'i die wel zlnniger
Siar l n 7-e"s wat ombuigen
positieve Want wat
Van Egmond doet, is uitgaan
van de realiteit. En die is, dat dit
soort toerisme, het zoeken nhar
het verre exotische, nu eenmaal
anno 1994 bestaat en dat het in
de komende tien jaar, bij vrede
en welzijn, zeker zal toenemen.
En daarna ook nog wel. Wijsheid
is hier geboden.
Hij zet dus de deur open, verder
dan op een kier, maar onderkent
de vele haken en ogen die aan
deze vorm van toerisme vast zit
ten. De deur staat dus niet wa
genwijd open.
De Groten
Als bijvoorbeeld geconstateerd
wordt dat de 'Groten der Aarde
het internationale toerisme in
elk geval met woorden stimule
ren, heeft Van Egmond daar
meteen wat kritische kantteke
ningen bij.
Hij citeert de Groten: „Wanneer
de toerist en de bevolking van
het bestemmingsland, oftwel de
gast en de gastheer, elkaar ont
moeten, gaan zij elkaar beter
begrijpen. Wederzijds begrip
leidt tot wederzijdse tolerantie
en tot ontspanning."
Zelfs de paus komt het woord:
„De ontmoeting tussen de volke
ren door het reizen is een voor
waarde voor vrede."
Van Egmond nu, laat doorsche
meren dat hij deze en soortgelij
ke kreten wel heel mooi vindt,
maar dat hij er niet veel mee
kan. Hij vraagt zich af welk
soort toerisme hier bedoeld
wordt. Want daadwerkelijk con
tact op het geheel van het inter
nationale toerisme komt volgens
hem vrij zeldzaam voor.
De meeste toeristen, zo is zijn
stellige overtuiging, willen ge
woon geen echt contact en zijn
zelfs weinig of niet geïnteres
seerd in het leven van de plaat
selijke bevolking. Een keihard
gegeven, dat steeds weer in het
betoog terugkeert.
Voorbarig
Daarom vindt hij die uitspraken
van de wereldleiders 'op zijn
minst voorbarig'. Als we het
hebben over een Fransman in
Spanje of een Canadees in Enge
land is de kans op een positief
resultaat wel groot. Maar dan
gaat het in principe om gelijken.
Bij toerisme naar Derde Wereld
landen valt die gelijkheid volle
dig weg.
Hier is wat anders aan de hand
en geeft het geen pas om meteen
ongenuanceerd te spreken van
wederzijds begrip of zelfs broe
derschap en vrede. Als relatief
welgestelde westerling breng je
een bezoek aan relatief arme
inwoners in een ontwikkelings
land. En dat kan plezierige maar
ook heel nare gevolgen hebben.
Oh ja, zo geeft Van Egmond aan,
de eerste ontmoeting tussen een
toerist en dorpelingen in de
bush-bush kan gemakkelijk lei
den tot een wederzijds enthou
siasme. In de litteratuur omtrent
toerisme heet dat de fase van de
euforie.
Volgen er echter op diezelfde
plek steeds meer van-die-toeris-
ten dan kan de stemming bij die
dorpelingen omslaan in onver
schilligheid. Op den duur, als de
lokatie eenmaal toeristisch geëx
ploiteerd wordt, kan die houding
uitmonden in irritatie en zelfs in
agressie.
De dorpelingen hebben dan de
neiging om de toeristen zoveel
mogelijk links te laten liggen
maar anderzijds is er dan vaak
voor de inmiddels ontstane in
komsten en werkgelegenheid
geen alternatief.
Glimlach
De geijkte manier voor de gast
heren om met deze tweeslachtig
heid om te gaan is volgens Van
Egmond de toerist met een glim
lach, al dan niet geforceerd, in
het openbaar tegemoet te treden,
maar thuis en onder vrienden 'de
onvrede te ventileren met schel
den of het vertellen van grove
grappen.'
Zo gaat het nogal eens. Maar het
kan erger. In de ogen van de
gastheren verdwijnt dan de per
soon van de toerist. Die wordt
onderdeel van een geheel en
wordt ontmenselijkt: „Toeristen
verworden tot portefeuilles met
dollars, wandelende camera's,
onhandige sukkels, seksueel los
geslagen naaktlopers, willige
vrouwtjes, verwende kinderen."
Allemaal niet echt een bron van
wederzijds begrip, stelt Van Eg
mond.
Daar komt volgens hem nog bij
dat in die fase van irritatie en
vijandigheid de stap naar crimi
naliteit klein is. Die criminaliteit
zal vooral bestaan uit diefstal en
beroving. Maar ook uit aanran
ding en verkrachting. „Voor be
woners van een toeristische lo
katie die in een van deze fasen
verkeren, is het bijna voor de
hand liggend om toeristen een
poot uit te draaien."
Zwembad
Van Egmond schetst hier een
van de schaduwzijden van het
toerisme dat zich kan manifeste
ren als alles zich afspeelt over de
hoofden van de lokale bevolking
heen en als die daardoor meer
lasten dan lusten ondervindt van
de nieuwe situatie. En als zij
door de overheid van hun grond
zijn weggejaagd omdat er een
hotel moest komen en als zij
kilometers moeten lopen voor
een kruik water en dan steeds
het welgevulde zwembad van
dat hotel moeten passeren.
Nee, dat is niet het soort toeris
me dat de wereldleiders in hun
goedbedoelde toespraken op het
oog kunnen hebben. Van Eg
mond stipt dus aan in welke
gedaante het toerisme zich wèl
moet presenteren, willen er posi
tieve relaties tussen gastheer en
gast mogelijk zijn.
Op de eerste plaats dienen de
inwoners van een toeristische
bestemming het gevoel te heb
ben dat zij baas zijn over hun
eigen levenssituatie. „In Tanza
nia hebben bewoners van het
Kilimanjaro-gebied zich opge
worpen als gidsen en dragers
van de toerist. De inkomsten uit
deze bezigheden vormen een
welkome aanvulling op het inko
men uit de agrarische sector. De
autoriteiten zien in deze gidsen
en dragers een belangrijke bij
drage aan het plaatselijke toeris
tische produkt. Als zodanig zijn
de bewoners goed geïntegreerd
in de toeristische sector."
Cruisepassagiers
Een andere voorwaarde is dat
het aantal bezoekers klein moet
zijn ten opzichte van de lokale
bevolking.
Nu is dat 'klein' een relatief
begrip. Een paar honderd cruise
passagiers die vluchtig een Poly
nesisch eiland aandoen om een
Door Hein Sluijter
Hij heeft er vier maanden
over lopen dubben. Tot hij
die kleine Franse bloed-
worstjes zag, die boudins.
Toen ging hem een licht op.
Korte tijd later was zijn idee
geboren en had hij een
broodje ontworpen, dat offi
cieel 'Het, lekkerste broodje
van Nederland' zou worden
voor het jaar 1994.
De geestelijke vader van dat
broodje is A.M. Molenaar uit
Breda. Uiteraard niet zonder
trots laat hij in de koffiebar van
de Bredase horecagroothandel
ISPC, waar hij dagelijks werk
zaam is, de geoogste lauweren
zien. Nou ja, laten zien.
Ze vallen meteen wel op: die
lichtbak, de kampioensbeker,
de wisselbeker en de oorkonde.
En natuurlijk het broodje, mid
den op een grote schaal.
De wedstrijd werd voor de elfde
maal georganiseerd door Hore
ca Nederland en de prijsuitrei
king vond vorige week plaats
tijdens de Horecava in de RAI
in Amsterdam. Er waren regio
nale voorronden aan vooraf ge
gaan tot er uiteindelijk twaalf
finalisten overbleven. Er werd
gestreden in twee categorieën:
horecava en catering. Molenaar
ging in de afdeling horecava
aan de haal met het Nederland-
A. M. Molenaar met zijn luinnende broodje en trofeeën.
foto marcel bekken
se kampioenschap.
Gewoon met een broodje bloed
worst.
Gewoon?
„Ik had zoveel broodjes in mijn
leven gezien, maar nog nooit
een broodje bloedworst. Hier in
het bedrijf kom ik elke dag
zoveel mooie produkten tegen.
Tot ik die Franse bloedworstjes
zag. Ik dacht, ais ik nu eens iets
deed met bloedworst, Hollandse
wel te verstaan, want anders
kun je met die wedstrijd niet
meedoen. Al die schitterende,
lekkere dingen hier. Al die
prachtig uitgevoerde, sublieme
kookboeken. Mooi allemaal,
maar bloedworst komt er niet
in voor. De mensen vergeten zo
langzamerhand dat echte, klas
sieke, ouderwetse bloedworst
ook lekker is."
Bakker
En hij voegt er aan toe: „Nog
goedkoop ook. Volgens de re
gels mag zo'n wedstrijdbroodje
niet meer dan een rijksdaalder
kosten. En de ingrediënten
moeten gewoon in de winkel te
koop zijn. Er volgde toen een
intensief overleg met de bakker,
want de vraag was welk brood
je het beste zou smaken bij de
bloedworst en de rest van de
ingrediënten."
De rest van de ingrediënten-
Bietjes.
Bloedworst en bietjes.
Menigeen zal deze combinatie
verrassend in de oren klinken.
Dat was ook de bedoeling. Met
rode kool, dat is nog wel be
kend. Maar bietjes.
En dan, traditioneel, wat appel
en spek erbij. En nog wat om
het af te werken. Het broodje
heeft dan ook de naam 'Nostal
gie' meegekregen.
Molenaar weet het: „In de
kookkunst moeten we terug
naar de basis. Geen mooie
schilderijtjes meer. De nouvelle
cuisine heeft nu echt helemaal
afgedaan. Dit broodje moet je
ook zonder franje er omheen
serveren."
Recept
Het complete recept voor een
broodje is als volgt.
Besmeer een opengesneden
langwerpig elfzadenbroodje
(dat was het advies van de
bakker) met roomboter. Op de
onderkant wat dunne sliertjes
ijsbergsla leggen. Daarop wat
zonnepitten en lijnzaad. Vier
vrij dunne plakjes snijden van
vers gekookte bietjes (kan even
tueel uit potje). De schijfjes
moeten gedurende een uur ge
marineerd zijn in donkere witte
wijnazijn (liefst in eikehout-ge-
rijpte balsamica-azijn waarvan
de basis afkomstig is van de
druif Sauvignon Blanc). Schijf
jes op de ijsbergsla.
Dan uit bloedworst vier ronde
schijfjes steken (bloedworst en
bietjes mogen niet uit broodje
steken). Worst even aan beide
kanten in beetje boter bakken
tot beide kanten zwart begin
nen te worden. Worst op en
naast de bietjes.
Vier dunne plakjes appel (liefst
Golden Delicious) snijden,
klokhuis erin laten zitten, maar
middenstuk met pitjes verwij
deren. Kort in boter iets brui
nen, niet garen. Snufje kaneel
erover. Hup, op de rest.
Plakje ontbijtspek zonder boter
bakken tot vet eruit komt en
dat weggooien. Spek ook erop.
Tot slot 1 ivalnoot, 1 pijnappel-
pit en 1 cashnewnoot zeer fijn
gehakt erover strooien.
Toekomst
Molenaar heeft zijn opleiding
gehad aan de Van Coothseho-
lengemeenschap (lts) in Breda
en vervolgens in diverse restau
rants gewerkt. Zes jaar geleden
kwam hij bij de ISPC terecht,
waar hij zich naar zijn zeggen
goed heeft kunnen ontplooien.
Hij geeft ook eigentijdse menu
adviezen aan restaurateurs.
„Iets lekkers en iets bijzonders
koken, hoeft niet ingewikkeld
te zijn," meent Molenaar. „Ik
zie toekomst in low-budget-ko-
ken."
Als je om je heen kijkt en je ziet
wat er gaande is in de Neder
landse restaurantwereld, zou
hij daar wel eens heel erg gelijk
in kunnen krijgen.
Toerisme in Indonesië: daar
waar bussen met Westerlingen
stoppen, stroomt de plaatselij
ke bevolking toe om afgedank
te kleding, snoep, balpennen
en soms zelfs geld in ontvangst
te nemen. foto de stem
glimp van de plaatselijke 'pho-
ny-folk-culture' op te vangen,
brengen volgens Van Egmond
meer teweeg dan duizenden be
zoekers aan een stad als Rio de
Janeiro. Elkaar opvolgende klei
ne groepen kunnen meer aan
richten dan grote aantallen tege
lijk. Steeds weer nieuwe groepen
die hetzelfde willen, worden een
bron van ernstige overlast. Er is
een grens aan de groepsgrootte.
Van Egmond noemt een groep
van slechts zes tot acht perso
nen, gasten en gastheren samen,
als ideaal om tot goede contac
ten te komen.
Zo somt het boek nog een rijtje
voorwaarden op.
„Het is nu tijd om te beseffen",
zo stelt Van Egmond vast,
„welke vormen van toerisme wel
en welke niet wederzijds begrip
bevorderen".
En uiteraard welke vormen tot
ontwikkelingshulp kunnen lei
den en welke tot uitbuiting, tot
een soort neo-kolonialisme waar
ginds niemand op zit te wachten.
Rugzaktoeristen
Er is natuurlijk verschil tussen
massatoerisme, dat vooral voor
de schitterende stranden tien
uur vliegen overheeft en in luxe
hotels verblijft zonder echt met
de plaatselijke bevolking contact
te maken en de individuele rug
zaktoeristen, die zich liever rei
zigers noemen en die zich in
plaatselijke hotelletjes of pen
sions ophouden waardoor zij
meer echte contacten kunnen
opbouwen. Die reizigers geven,
aldus Van Egmond, ook door
gaans meer geld uit op plaatsen
waar de massatoerist niet ver
schijnt, en steunen zo de lokale
economie wat meer. Vooral ook
omdat de rugzaktoerist meestal
veel langer in het land vertoeft
dan de massatoerist.
Beide vormen, zo valt op te ma- -
ken uit het boek, kunnen overi
gens ieder op hun eigen wijze
financieel aantrekkelijk zijn
voor het bestemmingsland.
Landen waar toerisme echt bij
draagt in de ontwikkeling van
armoede naar meer financiële
armslag zijn bijvoorbeeld Indo
nesië of Thailand. Vorig jaar
kwamen 3,5 miljoen mensen
voor een korte of lange vakantie
naar Indonesië. Dat betekende
ruim 3 miljard dollar aan in
komsten en daarnaast werk voor
2,5 mil- joen mensen. Het land
heeft de meeste hotels ook in
eigen beheer, zodat slechts wei
nig naar het Westen terug vloeit.
En in Thailand is het toerisme
zo'n groot succes dat het inmid
dels is uitgegroeid tot de belang
rijkste exportindustrie.
Natuurgebieden
En de natuurgebieden dan, zo
kan een tegenstander opperen.
Naarmate ze schaarser worden
in de ontwikkelingslanden, ko
men ze meer in trek. Je kunt je
afvragen of je als toerist niet
beter toch naar Benidorm kunt
gaan, want daar valt niets meer
te verprutsen.
En toch, zo toont Van Egmond
aan, kan het toerisme bijdragen
aan het behoud van natuurge
bieden, aan planten en dieren.
Tot nu toe zijn er niet veel
voorbeelden maar ze zijn er. Een
geslaagd project is de gorilla in
het grensgebied tussen Rwanda,
Zaïre en Oeganda. De toerist
betaalt een hoge toegangsprijs
om er gedurende korte tijd rond
te neuzen en alleen daaraan is te
danken dat die gorilla's daar nog
voorkomen.
Van Egmond kan echter niet
verhelen dat uitstapjes naar de
ontwikkelingslanden van para
doxen aan elkaar hangen. Wat te
denken van de volgende twee.
De atmosfeer met uitlaatgassen
van het vliegtuig vervuilen om
elders milieuvriendelijk toerisme
te bedrijven...
Een verpauperd land econo
misch vooruit helpen door er
demonstratief te komen luieren.,,.
Ton van Egmond en Brigitte Ars
- Toerisme naar de Derde Wereld. I
Uitg. Garant, priis 32,50.