DE STEM 'Waarom heb je verloren, Ivan?' Van Dorst Chrysler, De gekte in de perszaal tijdens een Grand Slam tennistoernooi U.ITEIT LEASEN' bHRYSLER LEASEN B i werken bij een Ir meer aan vast. lm Total Quality. Idukten, maar ook ~hrden van onze tuigend salaris, jkweekvan 36 uur, (een uitstekende hterne vaktech- I aangeschreven. fwij bij Smiths in □endienst. |n andere draai wil or telefonisch of kieformulier aan te (cretariaat (telefoon lies kunt u richten lp bv, Zalmweg 37, leer, t.a.v. de heer pet uw jdeze veet te bereiken, fewaardeerd. De In kwaliteiten op een t deze grote Be basis voor verdere pt de techniek wilt licitatiebrief met c.v., i ref.nr. 87.2193, naar e Duitsland alië Soeelhuislaan 156- Breda - Tel. 076-715511 Sport ZATERDAG 15 JANUARI 1994 DEEL Australian Open éon Krijner» ooizie- I, technische et heeft dan ook bf vestigingen in het Melbourne - De pers- I zaal van een Grand [Slam-toernooi, waar, |ongeacht hoe laat het tegen deadlines uit lierentwintig verschil- lende tijdzones ge werkt wordt, is met niet veel andere sa menscholingen op aar de te vergelijken. |s het een Poolse land- g? Een op hol gesla gen circus? Is het een ■olslagen gekkenhuis? Het overspannen par- I iement van een zijn [inde naderende bana nenrepubliek? In Parijs, bij het Roland Garros-toernooi, zijn de beste persfaciliteiten. Een journalist beschikt sinds enkele jaren over een eigen televisie-moni tor, zijn eigen 'Minitel' en ei gen telefoon-aansluitingen, waar hij zijn eigen computer aan kan koppelen. FOTO'S HENK KOSTER opleiding in bedrijfs- rtie-)bouwbegeleiding id zich daarin te ver- etgeving en ambtelijke rden uitgenodigd hun m vitae vóór 31 janu- |rs. R.C.H.M. van den k 25, 5041 EB Tilburg, atie kunnen verkrijgen >rganisatie. Antwerpen'. Breekt U het hoofd niet over deze prangende vragen. Schrij ver dezes, die maandag in Mel bourne aan zijn vijfentwintigste Grand Slam-toernooi mag be ginnen, weet het antwoord ook niet. Op de drempel van een volslagen onbelangrijk jubileum probeert hij U desondanks een blik in de keuken van één van die vier evenementen te gunnen, waar ieder jaar opnieuw twee weken lang tennis het centrum van de wereld is. Tenminste, zo lijken velen van de professionele veteranen aan de zijlijn er over te denken. Alleen al gezien de manier waarop zij elkaar tijdens een wedstrijd af en toe schuimbek kend te lijf plegen te gaan over het gegeven dat André Agassi staat te verliezen, omdat hij in hun ogen een al dan niet volsla gen verkeerde tactiek heeft ge kozen. Spieken Als de zoveelste tennisdag op zijn einde loopt, heeft de pers zaal nog het meeste weg van een hal met vierhonderd examen- gangers. Waar spieken, vragen, antwoorden en opzoeken is toe gestaan. „Is Koevermans nog steeds de enige Nederlandse topper die geen toernooi gewonnen heeft?", zo klinkt het vermoeid ergens uit de hoek waar de Nederlanders zijn weggestopt. „Fout," komt het antwoord van twee portable computers ver der, waar een landgenoot met een sterkere conditie de eerste week beter doorgekomen is. „Koevermans, heeft, eh, ik ge loof in Athene, ooit eens een of ander obscuur toernooitje ge wonnen. Haarhuis heeft nog nooit een toernooi gewonnen, had hij afgelopen zondag bij die Arabieren Edberg maar moeten verslaan..." „Wie was eigenlijk die vent die naast Tedje Troost zat, toen Krajicek op het centre-court stond te klooien?", wil een an der weten. „Die lange? Dat is Ted Troost." „Nee, lui, dat weet ik ook wel, dat zeg ik toch net, ik bedoel dat kleine ventje dat naast die goeroe zat." „Oh die, dat is Rohan Goetzke geloof ik, zijn trainer dus." „Hoe spel je dat ook al weer, Goetzke, komt toch uit Mel bourne, is het niet? Is toch van dezelfde jeugdopleiding als Pat Cash?" Enzovoort. Terwijl in de pers zaal van een Grand Slam-toer nooi vloeiend proza, dan wel papperige pulp in de portables gepompt wordt, lopen buiten de laatsten van het dagelijkse ge middelde van 30.000 toeschou wers te jagen op de laatste koopjes. „Op een dag," zo moppert één van de collega's, die er, in ten- nistermen, 'dwars doorheen zit', „wil ik hier nog wel eens terug komen als tennisfan, en alleen maar kijken..." „Denk even na," antwoordt er eentje uit de Randstad, „geen deadlines, geen stress, je zou je eigen eigen kaartje moeten ko pen, en dan zou je ook nog voor je eigen eten moeten betalen. Nee zeg, doe even normaal..." Vlooienplaag De perszalen van de Grand Slams zijn van zeer verschillen de kwaliteit. Het ergste zijn die van Wimbledon, waar de facili teiten de laatste jaren welis waar enigszins verbeterd zijn, maar waar men verder alles wat pers is nog steeds als een vlooienplaag pleegt te beschou wen. De beste, sinds vijf jaar, zijn die van Roland Garros. Daar zit tegenwoordig iedereen achter zijn eigen televisie-moni tor, zijn eigen 'Minitel' en zijn eigen telefoon-aansluitingen, waar hij zijn eigen computer aan kan koppelen. Daartussen zitten die van Flus hing Maedows en Flinders Park in Melbourne. In de laatste stad wordt maandag het Grand Slam-seizoen 1994 geopend. Al weer voor de zesde maal in het enige tennisstadion met een schuifdak, dat zich bij de eerste regendruppels langzaam sluit. Misschien is de perszaal van Flinders Park nog wel de char mantste van allemaal. Al was het maar omdat het sappige Australisch er de boventoon voert. En omdat alles wat Au stralisch is de veelal Ameri kaanse dikdoenerigheid maar niks vindt en consequent in soms onverstaanbaar, maar des ondanks pijnlijk duidelijk 'slang' (dialect) afstraft. De meeste verslaggevers, vorig jaar kwamen ze in Melbourne uit bijna veertig verschillende landen, richten zich tijdens de eerste week op hun tennissende landgenoten. 'Makkie' Tot de Nederlandse 'tennis- boom' zich zo'n jaar of zeven geleden aandiende, was de eer ste week van een Grand Slam- toernooi voor een Hollandse scribent relatief een 'makkie'. De praktijk van de eerste maan dag en de eerste dinsdag was er één van afstrepen. In het pro grammaboek kijken welke Oranjeklant op welke van de 23 banen speelde, er gaande de dag de een na de ander doorhalen, en de setstanden invullen: 2-6, 1-6, 3-6. Vragen wat er allemaal fout gegaan was, of het probleem tussen de oren dan wel in het racket zat en een 'verhaal Ne derlanders' maken, zoals dat uren tevoren op de naar het thuisfront verstuurde agenda aangekondigd was. Meestal bleef het bij één of twee Hol landse verhalen, een in die jaren incidentele derde ronde daarge laten. De eerste veranderingen dien den zich aan in november 1985. Boris Becker had ruim vier maanden eerder als 17-jarig broekie Wimbledon gewonnen. In 1985 werd de 'Australian Open' nog op het gras van Kooyong gespeeld, zodat Becker voor de eerst maal sinds zijn gedenkwaardige doorbraak weer op gras verscheen. Het bekwam hem slecht, door toe doen van ene Michiel Schapers, die, zo zou later blijken, mede met die overwinning een hele horde jeugdige landgenoten zou inspireren. Ieder Grand Slam-toernooi ver schenen er meer Hollandsen en Hollanders, en braken steeds meer buitenlandse verslagge vers hun tong over de namen van 'Sjeepers', 'Haarhoes', 'Sie- marrinck', 'Sjoeltz' en 'Koover- mens'. En niet te vergeten Richard Krajicek, wiens naam in de meeste talen hetzelfde klinkt. Ook toen verslaggevers uit alle hoeken van de wereld wilden weten hoe 'fat pigs' in het Ne derlands gespeld moet worden, eh, v-e-t-t-e v-a-r-k-e-n-s', zo goed? Een uitspraak die Krajicek tot in lengte van dagen zal blijven achtervolgen, toen hij zei dat vijfenzeventig procent van de tennissende vrouwen volgens hem in de desbetreffende cate gorie vielen. Puberaal, zo bedoeld of niet, het blijft iedere keer weer hetzelfde liedje. Of het nu in Melbourne, Parijs, Wimbledon of New York is. Zo gauw de krullekop van 'King Richard' voor de eerste keer op de lokale televisie ver schijnt, is het weer raak. 'Richard Krajicek?', zo roepen de aangevers van de commenta toren, 'maar dat is toch die jongen, die.,.? 'Yeah, sure that's the guy...', en daar komen ze weer aanhobbe len, de 'fat pigs'.,.. Vuilnisbelt Tegen het eind van de dag be gint de perszaal steeds meer op een vuilnisbelt te lijken. De aan het IBM-systeem van de Associ ation of Tennis Professionals gekoppelde laserprinters blijven al dan niet overbodige informa tie uitspuwen, die door de hos- tessen in een nog hoger tempo gecopieerd en, vaak tegen wil en dank, uitgedeeld wordt. Jaarboeken, aantekeningen, sponsormappen en archieven glijden van de tafels af. Een verslaggever zit met een voldaan gezicht toe te kijken hoe zijn portable, duizend keer zo snel als hij kan schrijven, zijn stuk aan het doorseinen is. Om vervolgens een kleine atta que te krijgen als hij een collega hoort roepen: „Shit.... Krajicek staat met 4-1 achter in de vier de set. „Wat zijn dat verdomme voor geintjes? Ik heb hem al laten winnen, kan ik godnondeju straks weer opnieuw beginnen, net nu ik vanavond eens op een christelijke tijd aan tafel kon." Links en rechts slaan Nederlan ders, al dan niet ingehouden kankerend, de deksels van hun computers dicht. 4-1 En 15-40. „Hij vliegt er uit," roept er één, en draait overspannen het nummer van zijn redactie in Nederland. „Hou dat verhaal nog even vast, die klojo staat te verliezen, straks kan ik weer opnieuw be ginnen." 30-40 en hoop. Deuce, en een zucht van verlichting. Voordeel Krajicek, een slok en een siga ret. Game, 4-2. Even later breekt Krajicek op zijn beurt de opslag van zijn tegenstander voor 4-3, serveert naar 4-4. Alle computers wor den weer opengeklapt. Een kwartier later wint 'Kraai' de De gekte tijdens een Grand Slam-toernooi, fotografen storten zich op de in bloemetjesjurk gehulde Monica Seles. wedstrijd in de tie-break van de vierde set. „We houden van je Kraai," klinkt het in de Nederlandse hoek, terwijl alle computers weer druk aan het seinen zijn naar de Lage Landen aan de Noordzee. „Wat heeft die varkensfokker van jullie eigenlijk gedaan?", informeert een Argentijnse col lega even later. „Krajicek stond toch achter...?" De verslaggever van de pampa's heeft het te druk gehad met de escapades van zijn favoriete Gabriela Sa- batini. Zij heeft het tegen een vijftienjarige Amerikaanse ook al niet gemakkelijk gehad... Kleuters In stompzinnigheid is het aan palende hok, waar de obligate persconferenties worden afge werkt, de overtreffende trap van de perszaal. Volwassen mensen, geconfronteerd met een teenager die toevallig aardig met een racket tegen een geel balletje kan timmeren, gedra gen zich plotsklaps als stotte rende kleuters. De meest gestelde vraag is 'waarom?' 'Waarom won je, Stefan?' 'Waarom verloor je, Ivan?' 'Waarom Boris, Richard, Paul, Martina, is de wedstrijd verlo pen zoals hij verlopen is?' De jonge spelers gaan er serieus op in. Na een paar jaar reageren ze geïrriteerd op al die stupidi teiten. Sommigen, zoals Jimmy Connors, maken er een mooie show van en zetten de stellers van de stomme vragen voor jo ker. Na enkele jaren, uitzonde ringen daargelaten, zijn ze weer verdwenen. Want het slopende leven van een tennisspeler lijkt meer op dat van een hond, dan van een mens; ieder jaar telt voor zeven. De tennissers mogen dan komen en gaan, de meeste verslagge vers blijven. Zij weten dat na men en uitslagen veranderen, maar dat alle verhalen hetzelfde blijven. Voor velen is cynisme ,de enige redding, maar een on geschreven wet zal nooit gebro ken worden: nooit een beginner voor joker zetten. De nieuwkomers worden met een voorzichtige en vriendelijke dosis spot verwelkomd, alsof ze alle gelegenheid krijgen om een beginnend pantser om zich heen te bouwen. Een 14-jarige miljonaire zegt dat ze haar broertje mist. Hon derd volwassenen schrijven het op, of doen alsof. Ze zegt dat ze Australië zo leuk vindt, dat het wel erg warm is, maar dat de pizza's erg lekker zijn. Iedereen schrijft het op. „Geen vragen meer," vraagt de tut van de Womens Tennis As sociation, die als een soort cha peronne het geleuter heeft bij gewoond, „dan is het interview nu voorbij...." 'Wat een tijdverspilling', gromt iedereen in het geschuifel en gedrang op weg naar de wach tende computers. De perszaal van een Grand Slam toernooi is het walhalla van Trivial Pursuit, maar dan wel voor louter tennisvragen. Wij weten uit ons hoofd dat Michiel Schapers tegenwoordig in Eemnes woont, dat John McEnroe in Wiesbaden geboren is, dat Patty Connors naakt heeft geposeerd in de Playboy van november 1976, met wie Gabriela Sabatini het tegen woordig doet, en dat de bijnaam van een hier niet nader te noe men Europese speler 'De Idioot' is. We weten ook, maar dat zullen de meesten van ons nooit schrij ven, dat sommige dubbelspel combinaties, en het gaat hier niet om het gemengd dubbel, ook buiten de baan een zeer geslaagde combinatie vormen. Wij zijn ook de enigen die we ten, dat twee weken lang schrij ven over hetzelfde tennistoer nooi veel uitputtender is dan erin spelen en de finale halen. Wij weten dat het geen vakantie is. Maar, toegegeven, de mees ten van ons weten ook dat we die vier maal twee weken per jaar toch ook niet rustig thuis of aan een zonnig strand zouden kunnen zitten. Ook al kijken we elkaar bedenkelijk aan als we op de perstribune aangesproken worden vanuit een aanpalend gedeelte, waar honderd gulden voor een zitplaats betaald is. Zoals de man die een hele finale lang zijn blik niet van de 'press- box' af had kunnen houden, en die na het door hem nooit gezie ne verzilverde matchpoint het woord tot zijn vrouw richtte. „Dat lijkt me toch een fantas tische baan, sportjournalist. Je ontmoet de spelers, mag met ze praten, je zit op de beste plaat sen, en je wordt er nog voor betaald ook. Mooier kan het toch niet...?"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 9