Stampen op het graf van de moeder boekenlegger kinderboeken [theater speelfilms DE STEM BOEKEN )EJSTEM Fraai eerbetoon aan vergeten componist Van Wassenaer Obdam Louis Ferron geeft eindelijk autobiografie prijs Linda Polman gefascineerd door het schaamteloze Haïti De memoires van Adriaan Venema Bosboom-Toussainl naar Deventer Eenzame Terry en Stoffel {aanbrekend the an Gabily in An 'inardi speelt fDon Juan' roep Opus One I'Alleen op de wert 'Schone dag' op h( Over verfilmde bo« Simple Men' van Hard VRIJDAG 14 JANUARI 1994 Door onze redacteur Hans Rooseboom Een echt voorbeeld van rehabili tatie is het boek Unico Wilhelm van Wassenaer, componist en staatsman. Unico Wilhelm graaf van Wassenaer Obdam, Heer van Twickel enz. enz. (1692-1766) was diplomaat bij de admirali teit, een invloedrijk staatsman. Maar Van Wassenaer was meer. Dit boek is een reconstructie, een speurtocht met een resultaat Sherlock Holmes waardig. In 1740 verscheen in Den Haag een zeer fraai gegraveerd mu ziekwerk: 'VI Concerti Armonici, voor vier violen, altviool, cello en basso continuo'. De titelpagi na vermeldt dat de uitgever, Carlo Ricciotti, het werk op droeg aan graaf Bentinck. De titelpagina van de Concerti Armonici vermeldt echter géén componist. De zes concerten, in expressieve late barokstijl ge schreven, werden al snel popu lair. Aanvankelijk werd aange nomen dat uitgever Ricciotti, een naar Den Haag geëmigreer de Italiaan, de componist was. In de 19e eeuw werd de beroem de naam van Giovanni Batista Pergolesi aan de Concerti Armo nici geplakt, en zo belandden de werken in de 20e eeuw, en in Stravinsky's Pulcinella-muziek, waarin zoals iedere liefhebber weet citaten uit Pergolesi zijn opgenomen. In 1981 maakte de Nederlandse musicoloog Albert Dunning zijn ontdekking bekend. De Concerti Armonici waren niet van Pergo lesi, maar van de Nederlandse graaf Unico Wilhelm Van Was senaer Obdam. Het bewijs werd erbij geleverd. De internationale muziekwereld had er een naam bij. Het nu verschenen boek, prach tig uitgegeven en rijk geïllus treerd, is een eerbetoon aan de componist Van Wassenaer, maar ook aan het Nederlandse mu ziekleven in de 18e eeuw, en het liberale cultuurklimaat in Ne derland in het algemeen, en Den Haag in het bijzonder (het we melde hier van Franse en Itali aanse intellectuelen en kunste naars, in Leiden, Den Haag en Amsterdam zaten tientallen uit gevers die in vreemde talen pu bliceerden). Enkele hoofdstuktitels, die een idee geven van de inhoud van dit boek: 'De Concerti Armonici van UWvW', 'UWvW en zijn culture le milieu', 'Het Haagse muziekle ven in Unico Wilhelms dagen', 'Graaf Jan en de cursus honorum van UWvW', 'Analytische op merkingen over de Concerti Armonici'Genealogie van het geslacht Van Wassenaer', 'De composities toeschrijfbaar aan Van Wassenaer'. Schubert Het korte leven van Franz Schu bert (1797-1828) is goed geweest voor een stroom van romans en films. Geniaal en tragisch: met die ingrediënten ben je al een eind op streek. De Duitse schrij ver Peter Hartling heeft zijn vie romancée van de arme Weense jongen in de irritante 'jij-vorm' gegoten. „Daar ben je niet voor Unico Wilhelm van Wassenaer gemaakt, Frans", etc. Hoeveel studie en inleveningsvermogen Hartling ook aan Schubert ge wijd moge hebben, door deze stilistische vorm balanceert het boek op de rand van de onlees baarheid. Na enkele tientallen bladzijden valt het over die rand heen. Ars Musica Hoeveel mensen hebben niet de naam van de componist Guillau- me de Machaut voor het eerst gehoord uit de mond van Marij ke Ferguson. Vijfentwintig jaar lang bracht zij wekelijks het programma Muziek uit Middel eeuwen en Renaissance voor de NOS-radio, in later jaren voort gezet onder de namen Stof van eeuwen, Musica religiosa et pro- fana en Ars Musica. „Bezig zijn met oude muziek, maar vooral met de cultuur van een oude muziek - en dus ook met de verhalen die daarbij ho ren - dat is voor mij: passie", zo beëindigt zij haar boek Ars Musica. Marijke Ferguson is gepassio neerd bezig met duizend jaar in de Europese geschiedenis, een milennium dat maar weinig mensen aanspreekt, de periode van ruwweg 400-1400. De tijd dat Europa een onduidelijk men gelmoes was van allerlei cultu ren die uiteindelijk leidden naar 'de' Europese cultuur. Keltische sagen, klassieke my thologie, vroegchristelijke kerk vaders, karolingische koningen, byzantijnse en moorse invloeden, germaanse demonen: het heeft allemaal zijn rol gespeeld, maar als die samenstellende elementen zijn opgegaan in de brede stroom van het moderne Europa, dan verliest Marijke Ferguson haar belangstelling. Na 1400 bestaat er niet veel meer voor haar. Die monomanie levert wel een heel aardig boek op. Met één waarschuwing: Marijke Fer guson veronderstelt een hoop voorkennis bekend. Maar dat wisten haar radio-luisteraars ook al. Marijke Ferguson: 'Ars Musica. Denkbeelden'. Uitg. Conserve. Prijs 34,90. Peter Hartling: 'Schubert. Twaalf Moments Musicaux en een ro man'. Vertaald door Hans Hom. Uitg. de Prom. Rudolf Rasch en Kees Vlaardin- gerbroek (red.): 'Unico Wilhelm van Wassenaer 1692-1766, com ponist en staatsman. Uitg. Centr. Ned. Muziek/Walburg Pers. Door Johan Diepstraten Het sterven van één van de ouders is voor menig schrijver aanleiding om een roman te schrijven. Bezonken rood van Jeroen Brouwers, De aanspre kers van Maarten 't Hart en het binnenkort te verschijnen As- bestemming van A.F.Th van der Heijden zijn er voorbeelden van. De romans zijn of een eerbetoon of een afrekening met het ouderlijk huis. De meeste autobiografische boe ken behoren tot de laatste cate gorie. De nieuwe roman van Louis Ferron, De Walsenkoning, is volgens de ondertitel 'een duik in het autobiografische diepe'. Bijna twintig jaar geleden be schreef Ferron zijn levensver haal in de nooit gepubliceerde roman Buiten schot. Als redac teur van Bzzlletin en samen steller van een themanummer over zijn werk (november 1980) las ik dat autobiografische ge schrift en mocht er passages uit citeren. Buiten schot is een ma nuscript van wat zo mooi 'een niet gerijpt auteur' wordt ge noemd en daarom heeft Ferron het nooit aan een uitgever aan geboden. Bovendien zou het wat al te pijnlijk zijn geweest voor de toen nog levende perso nen. Want pijnlijk is zijn levensver haal. Hij is de zoon van de Wehrmachtofficier August Beckering die aan het oostfront sneuvelde. Tot zijn zesde jaar woonde Ferron, - toen nog on der de naam Karl-Heinz Becke ring - bij zijn grootouders in Bremen. Na de oorlog haalde zijn moeder, Wilhelmina Fer ron, hem terug naar Nederland en bracht hem onder bij de nonnen, geschoeide Carmelites- sen die zich hadden toegelegd 'op de verzorging van arme en verweesde kindertjes, bed- depissertjes en drijfhoutejes van vergane strontschepen' Buiten schot). Daarna werd hij opgeborgen in een kostschool, want ongewenst bleef de hum mel. Later ontfermde een pleeggezin zich over hem. Spieterig Na een korte carrière als foto graaf, loopjongen, banketbak ker en bijna zeeman vertrok hij als 17-jarige naar Frankrijk om dienst te nemen in het Franse Vreemdelingenlegioen, maar de sprieterige Ferron was onge schikt als legionair en werd in Marseille al na twee weken op straat geschopt. Met hangende pootjes keerde hij terug naar Nederland. Zijn moeder had louter belangstelling voor man nen, Ferron moest zijn eigen weg vinden. Na een mislukte zelfmoordpo ging ('op zijn linkerarm is een tiental witte streepjes als litte ken overgebleven. Niet in de lengte- maar in de breedterich ting, de onbeholpen manier van zelfmoord plegen waar menig een nu nog zijn leven aan te danken heeft') werd hij co pywriter, schrijver van porno- boeken onder de naam Luigi de Verona en aan het begin van de jaren zeventig verzeilde hij in de literatuur. De rest is bekend. Journalist De Walsenkoning is een roman over de chef streekredactie van de Kennemer Bode die vroegtij dig met pensioen is gestuurd. Aan het begin van de roman verblijft deze journalist, niet toevallig Ferron genaamd, in het uitvaartcentrum waar zijn moeder ligt opgebaard. Tedere herinnering aan mijn moeder wekt de gal op in mijn lever.' Aan het einde van de roman is de afrekening definitief: 'Ik kom op je graf stampen, moe der. Dagelijks.' In de tussenliggende tweehon derd pagina's heeft de roman persoon Ferron zijn herinnerin gen geboekstaafd. In vergelij king met de echte autobiografie heeft Ferron veel weggelaten en zich geconcentreerd op de ver houding moeder-zoon. Mientje Ferron die het met iedereen aanlegde en volgens de groot vader 'nog te slecht is voor een bordeel'. Had ze maar gummi handschoenen, breinaalden of zeepsop gebruikt dan was haar 'de genetische vloek' Louis be spaard gebleven. Taxi In het Bzzlletin-nummer ver telde Ferron dat hij de dupe werd van de vele verhoudingen van zijn moeder. In de roman De Walsenkoning beschrijft hij uitvoerig hoe hij met zijn moe der van het ene appartement naar het andere verhuisde en als kind zelfs middagen lang in een taxi bij de mobilofoon de wacht hield, terwijl moeder lag te rollebollen met de chauffeur. 'Het heeft mijn verhouding met mijn moeder danig verpest,' vertelde hij toentertijd in een interview, 'maar haar veroor delen gaat me ook niet gemak- Louis Ferron FOTO CRHIS VAN HOUTS kelijk af.' Het oordeel is in de loop der jaren danig veranderd: 'Mijn ambities gefnuikt. Mijn dromen aan flarden gescheurd. De paar gelukkige momenten die ik in mijn jeugd had kun nen hebben door de plee ge spoeld.' Van de moeder blijft niets dierbaars over, ook al suggereert de achterflap van de roman het tegendeel. Verwijten De verwijten betreffen niet al leen zijn moeder. De Duitse vader wordt geportretteerd als een sul die, getrouwd en wel met Agnes Schmoginsky, zo no dig Mientje Ferron moest ver leiden. 'En de arme Schmogins ky kreeg een pleegkind. Niet vermoedend dat het door haar eigen man verwekt was.' Uit De Walsenkoning blijkt eveneens hoe het leven voor Ferron was bij zijn subsituut- ouders, zijn grootouders name lijk. De moeder van zijn eigen moeder moet een akelig serpent zijn geweest. 'Haar moeder die mij ooit heeft geadviseerd om maar een flesje rattenkruid bij de drogist te halen, dan zou zij het wel door het eten van haar dochter mengen.' Dezelfde grootmoeder sarde en kleineer de haar man die dan maar languit op de vloer ging liggen en een hartaanval voorwendde. 'Ik kan me nog de vechtpartijen herinneren waar de politie bij gehaald werd. En de buren achter hun ramen kijken: oh, oh, oh, de Ferrons zijn weer bezig.' Lafheid Scheldend, tierend en walsjes neuriënd houdt de walsenko ning er de moed in. De mislukte journalist vertelt vrolijk in de cafés dat hij alles haat wat naar autobiografie zweemt. 'Roman of autobiografie, het is niets dan ijdelheid, niets dan lafheid ook. Al of niet gesubsi dieerd onvermogen de zaken onder ogen te zien zoals ze zijn.' De roman De Walsenko ning is het bewijs van het om gekeerde. Het oeuvre dat hij op zijn naam heeft staan, is betrekkelijk af standelijk en wordt maar in beperkte kring gewaardeerd. Het overgrote deel van zijn ro manpersonages zijn operettefi guren. Juist omdat hij voor het eerst de sprong in het autobio grafische diepe heeft gemaakt, is het geëxalteerde en onechte verdwenen. Hij houdt aan het einde van De Walsenkoning even de schijn op dat ook deze roman één grote klucht is, maar de liefhebber van zijn werk weet wel beter. Dit is de echte Ferron, kankerend op de hele wereld en tegelijk weemoedig. Hij verdient een groot lezerspu bliek. Louis Ferrori: 'De Walsenko ning'. Uitg. De Bezige Bij, prijs 34,50. Door Ben Ackermans Het land liefhebben vindt ze onmogelijk. Maar Haïti fasci neert Linda Polman wel. De Amsterdamse journaliste wijd de een boek aan het land dat in schaamteloosheid geen even knie heeft. Bot pippel heet het. Een verwijzing naar de vele bootvluchtelingen die Haïti doorlopend de zee in spuugt. Armoe, ziekte, viezigheid, cor ruptie en geweld. Nergens ter wereld staat het zo openlijk tentoon als in Haïti. „Een schaamteloos land", noemt Pol man het, „en dus voor een jour nalist bijna een speeltuin. Je stapt er je bed uit en rolt zo de drek in." De 35-jarige Linda Polman keek haar ogen uit, vooral in de hoofdstad Port-au-Prince, een gribus waar één tot anderhalf miljoen mensen 'in de blubber en poep samenklonten'. Minuti eus schreef ze op wat ze zag. Vaak ter plekke, op straat dus. „Om de kracht van de indruk ken vast te houden." Het resulteerde in het boek Bot pippel. Een bundel reportages waarin de werkelijkheid soms groteske vormen aanneemt. De beschrijving van een ritje met een taptap, hét volksver- voersmiddel van Port-au-Prin ce, is daar een voorbeeld van. Andere stukken tonen weer meer de operette-achtige kant van het land. „Ik heb mensen op straat zien sterven en doodgeschoten zien worden. Ik heb ook meege maakt dat bedelaars en zwerf honden met elkaar vochten om een door mij afgekloven kippe- bout, die hen door een ober was toegeworpen. Ik schaamde me vreselijk." Van dergelijke gebeurtenissen Linda Polman en emoties is in Bot pippel niets terug te vinden. Polman be waart afstand tot haar onder werp. „Misschien is dat mijn wapen tegen de smerigheid en schaamteloosheid. Het neemt niet weg dat ze met de Haïtianen te doen heeft. „Ie dere keer dat je er komt denk je: FOTO KLAAS KOPPE erger kan het niet. Maar iedere keer weer blijkt het wél te kun nen. Dan zie je dat je vrienden in het land er nóg meer kleer scheuren en wonden bij heb ben. Ze bewondert de veerkracht van die mensen. Hoe ze, met de verkoop van één veter en ander half stukje kauwgom per dag, toch in leven weten te blijven. „Haïtianen lijken wel van elas tiek. Na wat het land allemaal al heeft meegemaakt, zou het eigenlijk niet meer mogen be staan." Terugkeren Een paar maanden geleden wist de wereld heel even waar Haïti lag. De door het volk gekozen en door militairen verdreven president Jean-Bertrand Aris- tide stond op het punt van te rugkeren. Met hulp van de Ver enigde Naties en de Verenigde Staten. Maar het zittende be wind stak er, ondanks alle af spraken, een stokje voor. „Ze riepen even 'boe' en weg waren Amerika en de VN", schampert Linda Polman. „Een cadeautje voor de militairen. Wéér zijn ze weggekomen met al hun misdaden. En de wereld draaide zich om." Polman was op dat moment zelf in Haïti. Overal stuitte ze op bittere teleurstelling. „Het was alsof het licht doofde. Want Aristide is voor de armen nog steeds een goddelijke figuur. De enige die hen kan redden. En dat is ook zo. Buiten hem is er niemand." Zelf is de Amsterdamse geen overdreven fan van Aristide. Ze noemt hem een miezemauzerig persoon en een ontzettend slecht politicus. Maar ze moet het erkennen: „Hij heeft Haïti op de wereldkaart gekregen en de paupers in het land het besef gegeven dat ze mens zijn." Een enorme vooruitgang na het tijd perk van de dictators Duvalier en de daaropvolgende zes regi mes. Polman ziet de priester-politi cus niet meer terugkeren, on danks onderhandelingen die zich blijven voortslepen. En mocht dat toch zo zijn, dan wachten hem zulke grote puin hopen dat hij in de twee jaar die hem resten weinig meer kan uitrichten. „Alle hoop is verdwenen uit Haïti. Ik zie geen oplossing voor het land. Om daar weer iets van stabiliteit te krijgen moet het twintig jaar rustig zijn. Maar het is vrijwel zeker dat er steeds weer een leider opstaat die niet deugt." Bootje Wie een beter leven wil, heeft daarom geen andere keus dan de ellende te ontvluchten. „Die zal in een bootje moeten stap pen en letterlijk maar zien waar het schip strandt." Ze worden vaak vergeleken met lemmingen op kamikazetocht, de boat people waarnaar de boektitel verwijst. Voortdurend, maar in verhevigde mate bij een nieuwe uitbarsting van geweld in hun land, kiezen Haïtianen het ruime sop. Iedereen heeft bot pippel in de familie, of is het zelf geweest. 'Haïti lijkt een rioolbuis die zonder ophouden mensen en ternauwernood drij vend wrakhout de Caribische Zee inspuugt', schrijft Polman. De gelukzoekers stappen in een uiterst ongewis avontuur. Ze geven hun veelal geleende geld in handen van gewetenloze ka piteins, of van stuurlui die van kaart of kompas geen sjoege hebben. Als ze pech hebben lan den ze niet aan in het beloofde land - Amerika natuurlijk -, maar vijftig kilometer verderop in Haïti zelf. Of worden ze ze uit zee gevist en teruggebracht door de Amerikaanse kust wacht, die doorlopend patrouil leert. Maar zeker zo groot is de kans dat ze hun doel niet halen, in hun 'drijvende doodskisten, bij elkaar gescharreld op vuilnis hopen'. In plaats van Mjammie (Miami) is een onbekend strand hun eindpunt. Waar ze, half opgevreten door de haaien, aan spoelen. Uitgemergeld „Dat mensen hun land ont vluchten zie je in heel de Cari ben", zegt Linda Polman. „Maar nergens neemt het zulke dramatische vormen aan als in Haïti. Waar anderen het vlieg tuig nemen om asiel te vragen, komen de Haïtianen die hun bestemming halen uitgemergeld en in wrakke bootjes aan." Des te schrijnender vindt ze het dat Amerika vrijwel alle vluch ters uit Haïti, dat angstwekken de land van voodoo en aids, onmiddellijk retour zendt. Eco nomische vluchtelingen krijgen immers geen asiel. Behalve wanneer ze van Cuba, de com munistische aartsvijand, ko men. „Een absolute onrechtvaardig heid", noemt Polman dit ver schil in behandeling. Want Haï tianen hebben het duidelijk slechter dan de inwoners van Cuba. Alleen heeft Amerika met dat land geen diplomatieke banden, en met Haïti nog altijd. Uit angst voor een vloedgolf van bot pippel zal dat ook nog lang zo blijven, vermoedt ze. Linda Polman: 'Bot pippel'. Uitg. Atlas, prijs 34,90 De schrijver, journalist, onder zoeker en kunsthandelaar Adriaan Venema pleegde op 31 oktober 1993 zelfmoord. Uitge verij Balans komt nog deze maand met de memoires van Venema, getiteld Verleden tijd. „Een testament zoals dat in de Nederlandse uitgeef historie zel den ië vertoond", meldt de uitge verij. „In de wetenschap dat hij zijn eigen leven niet meer zou kunnen verdedigen, heeft hij zijn herinneringen, zijn hartstochten, zijn angsten en drijfveren in een laatste boek neergelegd." Balans gaat in de aanbeveling van het boek nog verder. Er wordt gesuggereerd dat Venema 'gestraft' is voor zijn geruchtma kende boeken over collaboraite van schrijvers en uitgevers in de oorlog. „De aanvallen hielden niet op, maar zelden werden in zijn werk fouten aangetroffen. Het was zijn oordeel, zijn inter pretatie, zijn betrokkenheid bij zijn onderwerp die hem bij his torici en journalisten tot een 'outlaw' maakten. Er werd een net van verdachtmakingen om hem gespannen en het vooroor del dat veel mensen tegen hem opvattten, bracht hem in een uiterst kwetsbare positie." In maart verschijnt bij De Arbei derspers Het dilemma van Adriaan Venema, ook oit ven als 'het slotakkoord' auteur dat alles duidelijk Hierin gaat het over de oorM over mensen die moesten kJ tussen leven en dood. in1 laatste hoofdstuk geeft VeJ aan welke motieven hem totl zelfmoord hebben gedreven De Stads- of Athenaeumbd theek Deventer heeft een col tie met het complete werk] de schrijfster A.L.G. Toussaint (1812-1886) ver ven. De verzameling is stig van de bibliograaf dj j Reeser en bevat alle u% van de werken van de schhfe Het is na de collecties Bildercl Couperus en Achterberg devi de literaire verzameling vat] bibliotheek. Reeser schreef een in twee delen over Toussaint: De jeugdjaren A.L.G. Toussaint 2822-185]i De huwelijksjaren van Al) Bosboom-Toussaint 1851-11 en het Repertorium op de U wisseling van A.l| Bosboom-Toussaint. De collectie bevat 230 titelsj wordt van 1 februari toten; 1 maart in de hal van theek tentoongesteld. Door Muriel Boll Terry Becker, 10 jaar en 2 maan den oud, heeft al twee pleegezin nen en diverse kindertehuizen achter de rug. Het feit dat ze als haar adres opgeeft 'De vuilnis belt voor afgedankte kinderen', maakt duidelijk hoe Terry zich •daaronder voelt. Daarvoor geeft ze niet haar moeder de schuld, hoewel die Terry sld kleuter ach terliet. Integendeel, in Terry's fantasie is haar moeder een beeldschone vrouw met een Hol- lywood-carrière in het verschiet. Ze is heus elke week beslist van plan haar dochtertje op te halen, maar helaas gebeurt er altijd iets dat roet in het eten gooit, zo wordt het door Terry vergoelijkt. Zoiets belooft een droevig en zwaar verhaal te worden, en dat is het in wezen ook, maar het is vooral een heel humoristisch verhaal geworden. De schrijfster Jacqueline Wilson laat Terry haar autobiografie schrijven en dat-doet Terry in de trant van Adrian Mole, een mengeling van berusting en scherpe waarne mingen, weergegeven in rake zinnen. De eerste bladzijden worden in beslag genomen door 'Mijn boek over mij', dat Terry aan het invullen is en dat maakt dat je als lezer direct in het verhaal zit. Na anderhalve pagina tekst weet je dat Terry geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Gaandeweg wordt het je duidelijk dat Terry dat blazen en krabben nodig heeft om zichzelf te handhaven en te beschermen, want het is niet makkelijk om iemand zonder meer te laten merken dat je hem aardig vindt, terwijl je hem eerst een stom merd vond. Het is evenmin mak kelijk je in te houden als je knapt van jaloezie - dan liever een karateslag uitgedeeld, her kenbare situaties voor elk kind. Het portret van Terry krijgt steeds meer details, doordat je ontdekt dat Terry zich relati veert na elke hevige uitbarsting en door het commentaar dat een huisgenoot stiekem in Terry's boek krabbelt: 'Stomme Terry die nog in bed plast'. Schrijnend is de passage waarin je leest hoe Terry als 'kind van de week' in het plaatselijke krantje heeft ge staan. Ruwe bolster, blanke pit, denk je bij de hoekige onwil waarmee Terry die zielige Peter toch maar helpt en als ze be schrijft hoe het voelt als je steeds maar zit te wachten en weer niet j DE Singel in Antwerpen »ordt op het gebied van theater baanbrekend werk verricht. Van pnsdag 19 tot en met zaterdag L, januari is er de dubbelvoor- ■telling 'Des Cercueils de Zinc' |I„ 'Enfon,cures' van het jonge anse theatergezelschap Grou- T'chan'G met de regisseur en „enograaf Didier Georges Gabi ly Avantgarde toneel met een lieke theatertaal. -je sfeer is bijzonder, soms vreemd, dan weer poëtisch of beklemmend. In het eerste deel L de avond geven de dertig kcteurs van het gezelschap een Leld van de zinloze oorlogen en ok deel twee handelt over de orlog, maar dan over de grote {stilte en de stilzwijgende toe stemming. 3omans m het Fakkeltheater spelen Erik Rurke en Annemarie Ricard op 61, 22, 25, 26, 27, 28 en 29 lianuari 'Bomans Andermans', Kelkens om 20.30 uur. Het stuk gaa het de 1 gen wo< frie per taai leve doo wei Br Int ge key dag bod dek riei en Zij] enk te t zijn risi' ben teit A ven opgehaald wordt. Terry zit haar hele leven al| wachten op iemand die zich; haar ontfermt. Die vindt ztj Camilla, een schrijster die verhaal moet maken over kir ren in een tehuis. Camilla Terry aan te blijven schrijvêni zo ontstaat er een vriendscl waar Terry zich zó voelt, dat ze porbeert Camillai ver te krijgen dat die haar ple moeder wordt. Camilla twijli maar zegt ook niet duidelijk Misschien gaat Terry's wens* in vervulling, op dat punt tii digt het boek. Wilson schreef een verhaal dalj met veel plezier leest, de vlo vertaling is van Huberte Vlij sendorp; de naïef aandoende keningen van Nick Sharatt pa sen heel goed in het relaas »i Terry B. 'Het plan-Stoffel' van Heesen gaat ook over een zaam kind, maar Stoffel is stil, dromerig type dat veel denkt dan doet, heel anders; Terry dus. Zo bedenkt Stol dat de vreemde oude huiskne Hendrik Bontje vast en slachtoffer is van een crimiii bende. Het plan-Stoffel is doeld om Bontje te redden uiti klauwen van dat ogenschijn^ onschuldige biljart-clubje. en ander gebeurt zo klunge dat daar weinig van ter komt. Bovendien blijkt er sprake te zijn van een stel criminelen. De lezer heeft eerder in de gaten dan Stoffeli eigenlijk blijf je Stoffel ste een stap voor. Heesen plaatste de gebeurte» sen tegen een geheimzinnig achtergrond: een oud vervalli huis met dito tuin, feestelijk maaltijden met veel mensen, en uitlopende muzikanten i ken dat er steeds flarden muziel| in je hoofd klinken onder lezen. Het verhaal, een debuut, is «jl rommelig en mist een hecktfj structuur. Wat me stoorde dat Stoffel handelt en behande wordt als een tien-jarig terwijl hij toch al twaalf isenojl de middelbare school zit. Heli wèl een sfeervol verhaal, dati beeldend verteld wordt, datjejtj eigen fantasie er op los laten. Jacqueline Wilson: 'Het boek"* Terry B.'. Uitg. Van Holkema Warendorf, prijs 24,90 Martha Heesen: 'Het plan-Stot fel'. Uitg. Querido, prijs 22,91 ünderlachfestijn met B; DEN Dullaert in Hulst verzorgt d kinderlachfestijn. Zijn programma is tan humor en sensatie en Borms w tweemaal drie kwartier vol liedjes, Bolle praatjes, variètè-nummers en sh Cleurrijke ballonnenshow en een spec bens hem zelfs de grootste van de Benei lorms vertelt over zijn carrière: „Op werd, begon het te regenen en iedereen piet die jongen. Ik heb de nattigheid ov; Be leukste, grootste en mooiste kindersl Zaterdag 15 januari; aanvang 14.00 uur. TONEELGEZELSCHAP Pinardi geeft volgende week twee voor tellingen van 'Don Juan', geba- eerd op het libretto van Mozarts Don Giovanni', in de vertaling Iran Jan Janssens. Uit het origi- hieel werden veel zijwegen weg gesneden, maar het negentiende eeuwse taalgebruik werd ge handhaafd, waardoor een ver vreemdend effect ontstaat ten bpzichte van de enscenering, het toneelspel en de dans die in het stuk modern zijn gehouden. )e muziek bij het stuk is van ander anderen Dead Can Dance, Peter Gabriel, Mahler, Bach en Itevie Wonder. Beide voorstel lingen zijn in het Ledeltheater in lostburg. Toegangskaarten kos ten 15 gulden (in de voorverkoop A kli 'D, op V ri. 2 )E voorstelling 'Alleen op de vai vereld' is, zoals alle produkties De van Opus One, gebaseerd op de bre traditie van het klassieke, verha- zie [lende ballet. Door het toevoegen Te: van elementen uit de jazz- en pia musicaltraditie zoals zang, tap, ne: en etnische dans, ontstaat de ter eigenzinninge mengeling die Mi kenmerkend is voor dit dans- da heater. ejg Iet publiek maakt op aangena- ph ne wijze kennis met allerlei dansstijlen, aaneengeregen door t0t het verhaal van Hector Malot he' oyer de vondeling Remi die door zijn harteloze stiefvader wordt op verkocht aan de oude straatar- B tiest Vitalis. De choreografie is 20 PE DOCUMENTAIRE 'Het is |een schone dag geweest', die Jos de Putter maakte over het laatst oogstjaar van zijn ouders op hun boerderij in Zeeuwsch-Vlaande- ren, trok in december op ver schillende plaatsen in Zeeland Veel publiek. Extra voorstellin gen werden ingelast, maar des ondanks moesten toch nog men sen naar huis worden gestuurd. 't da zij la: ze on te w< ui 14 PODIUM West heeft ook dit jaar weer een cursus 'Het verfilmde ooek' op touw gezet. Er staan "er cursusavonden op het pro gramma, vanaf 14 februari om Ge twee weken, telkens op maan- ag- Achtereenvolgens worden e lilms 'Terug naar Oegstgeest' Jan Wolkers), 'Zout op mijn uiq (Benoite Groult), 'De dame "et hondje' (Anton Tsjechov) An angel at my table' (Janet Frame) gedraaid. Df stc St( ga zo vr bi tij a\ (Z zi of O liL1^66!6 Hartley-film die het Willia ln„ or§y Bess, is 'Simple zoek age' Karen Sihfs- Het v° iets h= j1 naar 'lun vader en naa htrovPrter vader- de oudste te halo stuhent, wil zich verze syGioathioi^3114 vader is al sin stoero ho j6 cnmineel, wil zich Wno„ a n8 schuilt een verlangen a9 19 januari; aanvang 20 film Mei verha; naar de iets 1 verzoenen sinds 1 wrel n; i.OO ui

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1994 | | pagina 16