Stampen op het graf van de moeder
boekenlegger
kinderboeken
[theater
speelfilms
DE STEM
BOEKEN
)EJSTEM
Fraai eerbetoon aan
vergeten componist
Van Wassenaer Obdam
Louis Ferron geeft eindelijk autobiografie prijs
Linda Polman gefascineerd door het schaamteloze Haïti
De memoires van
Adriaan Venema
Bosboom-Toussainl
naar Deventer
Eenzame Terry en Stoffel
{aanbrekend the
an Gabily in An
'inardi speelt
fDon Juan'
roep Opus One
I'Alleen op de wert
'Schone dag' op h(
Over verfilmde bo«
Simple Men' van Hard
VRIJDAG 14 JANUARI 1994
Door onze redacteur
Hans Rooseboom
Een echt voorbeeld van rehabili
tatie is het boek Unico Wilhelm
van Wassenaer, componist en
staatsman. Unico Wilhelm graaf
van Wassenaer Obdam, Heer van
Twickel enz. enz. (1692-1766)
was diplomaat bij de admirali
teit, een invloedrijk staatsman.
Maar Van Wassenaer was meer.
Dit boek is een reconstructie,
een speurtocht met een resultaat
Sherlock Holmes waardig.
In 1740 verscheen in Den Haag
een zeer fraai gegraveerd mu
ziekwerk: 'VI Concerti Armonici,
voor vier violen, altviool, cello
en basso continuo'. De titelpagi
na vermeldt dat de uitgever,
Carlo Ricciotti, het werk op
droeg aan graaf Bentinck.
De titelpagina van de Concerti
Armonici vermeldt echter géén
componist. De zes concerten, in
expressieve late barokstijl ge
schreven, werden al snel popu
lair. Aanvankelijk werd aange
nomen dat uitgever Ricciotti,
een naar Den Haag geëmigreer
de Italiaan, de componist was.
In de 19e eeuw werd de beroem
de naam van Giovanni Batista
Pergolesi aan de Concerti Armo
nici geplakt, en zo belandden de
werken in de 20e eeuw, en in
Stravinsky's Pulcinella-muziek,
waarin zoals iedere liefhebber
weet citaten uit Pergolesi zijn
opgenomen.
In 1981 maakte de Nederlandse
musicoloog Albert Dunning zijn
ontdekking bekend. De Concerti
Armonici waren niet van Pergo
lesi, maar van de Nederlandse
graaf Unico Wilhelm Van Was
senaer Obdam. Het bewijs werd
erbij geleverd. De internationale
muziekwereld had er een naam
bij.
Het nu verschenen boek, prach
tig uitgegeven en rijk geïllus
treerd, is een eerbetoon aan de
componist Van Wassenaer, maar
ook aan het Nederlandse mu
ziekleven in de 18e eeuw, en het
liberale cultuurklimaat in Ne
derland in het algemeen, en Den
Haag in het bijzonder (het we
melde hier van Franse en Itali
aanse intellectuelen en kunste
naars, in Leiden, Den Haag en
Amsterdam zaten tientallen uit
gevers die in vreemde talen pu
bliceerden).
Enkele hoofdstuktitels, die een
idee geven van de inhoud van dit
boek: 'De Concerti Armonici van
UWvW', 'UWvW en zijn culture
le milieu', 'Het Haagse muziekle
ven in Unico Wilhelms dagen',
'Graaf Jan en de cursus honorum
van UWvW', 'Analytische op
merkingen over de Concerti
Armonici'Genealogie van het
geslacht Van Wassenaer', 'De
composities toeschrijfbaar aan
Van Wassenaer'.
Schubert
Het korte leven van Franz Schu
bert (1797-1828) is goed geweest
voor een stroom van romans en
films. Geniaal en tragisch: met
die ingrediënten ben je al een
eind op streek. De Duitse schrij
ver Peter Hartling heeft zijn vie
romancée van de arme Weense
jongen in de irritante 'jij-vorm'
gegoten. „Daar ben je niet voor
Unico Wilhelm van
Wassenaer
gemaakt, Frans", etc. Hoeveel
studie en inleveningsvermogen
Hartling ook aan Schubert ge
wijd moge hebben, door deze
stilistische vorm balanceert het
boek op de rand van de onlees
baarheid. Na enkele tientallen
bladzijden valt het over die rand
heen.
Ars Musica
Hoeveel mensen hebben niet de
naam van de componist Guillau-
me de Machaut voor het eerst
gehoord uit de mond van Marij
ke Ferguson. Vijfentwintig jaar
lang bracht zij wekelijks het
programma Muziek uit Middel
eeuwen en Renaissance voor de
NOS-radio, in later jaren voort
gezet onder de namen Stof van
eeuwen, Musica religiosa et pro-
fana en Ars Musica.
„Bezig zijn met oude muziek,
maar vooral met de cultuur van
een oude muziek - en dus ook
met de verhalen die daarbij ho
ren - dat is voor mij: passie", zo
beëindigt zij haar boek Ars
Musica.
Marijke Ferguson is gepassio
neerd bezig met duizend jaar in
de Europese geschiedenis, een
milennium dat maar weinig
mensen aanspreekt, de periode
van ruwweg 400-1400. De tijd
dat Europa een onduidelijk men
gelmoes was van allerlei cultu
ren die uiteindelijk leidden naar
'de' Europese cultuur.
Keltische sagen, klassieke my
thologie, vroegchristelijke kerk
vaders, karolingische koningen,
byzantijnse en moorse invloeden,
germaanse demonen: het heeft
allemaal zijn rol gespeeld, maar
als die samenstellende elementen
zijn opgegaan in de brede stroom
van het moderne Europa, dan
verliest Marijke Ferguson haar
belangstelling. Na 1400 bestaat
er niet veel meer voor haar.
Die monomanie levert wel een
heel aardig boek op. Met één
waarschuwing: Marijke Fer
guson veronderstelt een hoop
voorkennis bekend. Maar dat
wisten haar radio-luisteraars
ook al.
Marijke Ferguson: 'Ars Musica.
Denkbeelden'. Uitg. Conserve.
Prijs 34,90.
Peter Hartling: 'Schubert. Twaalf
Moments Musicaux en een ro
man'. Vertaald door Hans Hom.
Uitg. de Prom.
Rudolf Rasch en Kees Vlaardin-
gerbroek (red.): 'Unico Wilhelm
van Wassenaer 1692-1766, com
ponist en staatsman. Uitg. Centr.
Ned. Muziek/Walburg Pers.
Door Johan Diepstraten
Het sterven van één van de
ouders is voor menig schrijver
aanleiding om een roman te
schrijven. Bezonken rood van
Jeroen Brouwers, De aanspre
kers van Maarten 't Hart en het
binnenkort te verschijnen As-
bestemming van A.F.Th van der
Heijden zijn er voorbeelden
van. De romans zijn of een
eerbetoon of een afrekening
met het ouderlijk huis. De
meeste autobiografische boe
ken behoren tot de laatste cate
gorie.
De nieuwe roman van Louis
Ferron, De Walsenkoning, is
volgens de ondertitel 'een duik
in het autobiografische diepe'.
Bijna twintig jaar geleden be
schreef Ferron zijn levensver
haal in de nooit gepubliceerde
roman Buiten schot. Als redac
teur van Bzzlletin en samen
steller van een themanummer
over zijn werk (november 1980)
las ik dat autobiografische ge
schrift en mocht er passages uit
citeren. Buiten schot is een ma
nuscript van wat zo mooi 'een
niet gerijpt auteur' wordt ge
noemd en daarom heeft Ferron
het nooit aan een uitgever aan
geboden. Bovendien zou het
wat al te pijnlijk zijn geweest
voor de toen nog levende perso
nen.
Want pijnlijk is zijn levensver
haal. Hij is de zoon van de
Wehrmachtofficier August
Beckering die aan het oostfront
sneuvelde. Tot zijn zesde jaar
woonde Ferron, - toen nog on
der de naam Karl-Heinz Becke
ring - bij zijn grootouders in
Bremen. Na de oorlog haalde
zijn moeder, Wilhelmina Fer
ron, hem terug naar Nederland
en bracht hem onder bij de
nonnen, geschoeide Carmelites-
sen die zich hadden toegelegd
'op de verzorging van arme en
verweesde kindertjes, bed-
depissertjes en drijfhoutejes
van vergane strontschepen'
Buiten schot). Daarna werd hij
opgeborgen in een kostschool,
want ongewenst bleef de hum
mel. Later ontfermde een
pleeggezin zich over hem.
Spieterig
Na een korte carrière als foto
graaf, loopjongen, banketbak
ker en bijna zeeman vertrok hij
als 17-jarige naar Frankrijk om
dienst te nemen in het Franse
Vreemdelingenlegioen, maar de
sprieterige Ferron was onge
schikt als legionair en werd in
Marseille al na twee weken op
straat geschopt. Met hangende
pootjes keerde hij terug naar
Nederland. Zijn moeder had
louter belangstelling voor man
nen, Ferron moest zijn eigen
weg vinden.
Na een mislukte zelfmoordpo
ging ('op zijn linkerarm is een
tiental witte streepjes als litte
ken overgebleven. Niet in de
lengte- maar in de breedterich
ting, de onbeholpen manier van
zelfmoord plegen waar menig
een nu nog zijn leven aan te
danken heeft') werd hij co
pywriter, schrijver van porno-
boeken onder de naam Luigi de
Verona en aan het begin van de
jaren zeventig verzeilde hij in
de literatuur. De rest is bekend.
Journalist
De Walsenkoning is een roman
over de chef streekredactie van
de Kennemer Bode die vroegtij
dig met pensioen is gestuurd.
Aan het begin van de roman
verblijft deze journalist, niet
toevallig Ferron genaamd, in
het uitvaartcentrum waar zijn
moeder ligt opgebaard. Tedere
herinnering aan mijn moeder
wekt de gal op in mijn lever.'
Aan het einde van de roman is
de afrekening definitief: 'Ik
kom op je graf stampen, moe
der. Dagelijks.'
In de tussenliggende tweehon
derd pagina's heeft de roman
persoon Ferron zijn herinnerin
gen geboekstaafd. In vergelij
king met de echte autobiografie
heeft Ferron veel weggelaten en
zich geconcentreerd op de ver
houding moeder-zoon. Mientje
Ferron die het met iedereen
aanlegde en volgens de groot
vader 'nog te slecht is voor een
bordeel'. Had ze maar gummi
handschoenen, breinaalden of
zeepsop gebruikt dan was haar
'de genetische vloek' Louis be
spaard gebleven.
Taxi
In het Bzzlletin-nummer ver
telde Ferron dat hij de dupe
werd van de vele verhoudingen
van zijn moeder. In de roman
De Walsenkoning beschrijft hij
uitvoerig hoe hij met zijn moe
der van het ene appartement
naar het andere verhuisde en
als kind zelfs middagen lang in
een taxi bij de mobilofoon de
wacht hield, terwijl moeder lag
te rollebollen met de chauffeur.
'Het heeft mijn verhouding met
mijn moeder danig verpest,'
vertelde hij toentertijd in een
interview, 'maar haar veroor
delen gaat me ook niet gemak-
Louis Ferron
FOTO CRHIS VAN HOUTS
kelijk af.' Het oordeel is in de
loop der jaren danig veranderd:
'Mijn ambities gefnuikt. Mijn
dromen aan flarden gescheurd.
De paar gelukkige momenten
die ik in mijn jeugd had kun
nen hebben door de plee ge
spoeld.' Van de moeder blijft
niets dierbaars over, ook al
suggereert de achterflap van de
roman het tegendeel.
Verwijten
De verwijten betreffen niet al
leen zijn moeder. De Duitse
vader wordt geportretteerd als
een sul die, getrouwd en wel
met Agnes Schmoginsky, zo no
dig Mientje Ferron moest ver
leiden. 'En de arme Schmogins
ky kreeg een pleegkind. Niet
vermoedend dat het door haar
eigen man verwekt was.'
Uit De Walsenkoning blijkt
eveneens hoe het leven voor
Ferron was bij zijn subsituut-
ouders, zijn grootouders name
lijk. De moeder van zijn eigen
moeder moet een akelig serpent
zijn geweest. 'Haar moeder die
mij ooit heeft geadviseerd om
maar een flesje rattenkruid bij
de drogist te halen, dan zou zij
het wel door het eten van haar
dochter mengen.' Dezelfde
grootmoeder sarde en kleineer
de haar man die dan maar
languit op de vloer ging liggen
en een hartaanval voorwendde.
'Ik kan me nog de vechtpartijen
herinneren waar de politie bij
gehaald werd. En de buren
achter hun ramen kijken: oh,
oh, oh, de Ferrons zijn weer
bezig.'
Lafheid
Scheldend, tierend en walsjes
neuriënd houdt de walsenko
ning er de moed in. De mislukte
journalist vertelt vrolijk in de
cafés dat hij alles haat wat
naar autobiografie zweemt.
'Roman of autobiografie, het is
niets dan ijdelheid, niets dan
lafheid ook. Al of niet gesubsi
dieerd onvermogen de zaken
onder ogen te zien zoals ze
zijn.' De roman De Walsenko
ning is het bewijs van het om
gekeerde.
Het oeuvre dat hij op zijn naam
heeft staan, is betrekkelijk af
standelijk en wordt maar in
beperkte kring gewaardeerd.
Het overgrote deel van zijn ro
manpersonages zijn operettefi
guren. Juist omdat hij voor het
eerst de sprong in het autobio
grafische diepe heeft gemaakt,
is het geëxalteerde en onechte
verdwenen. Hij houdt aan het
einde van De Walsenkoning
even de schijn op dat ook deze
roman één grote klucht is, maar
de liefhebber van zijn werk
weet wel beter. Dit is de echte
Ferron, kankerend op de hele
wereld en tegelijk weemoedig.
Hij verdient een groot lezerspu
bliek.
Louis Ferrori: 'De Walsenko
ning'. Uitg. De Bezige Bij, prijs
34,50.
Door Ben Ackermans
Het land liefhebben vindt ze
onmogelijk. Maar Haïti fasci
neert Linda Polman wel. De
Amsterdamse journaliste wijd
de een boek aan het land dat in
schaamteloosheid geen even
knie heeft. Bot pippel heet het.
Een verwijzing naar de vele
bootvluchtelingen die Haïti
doorlopend de zee in spuugt.
Armoe, ziekte, viezigheid, cor
ruptie en geweld. Nergens ter
wereld staat het zo openlijk
tentoon als in Haïti. „Een
schaamteloos land", noemt Pol
man het, „en dus voor een jour
nalist bijna een speeltuin. Je
stapt er je bed uit en rolt zo de
drek in."
De 35-jarige Linda Polman
keek haar ogen uit, vooral in de
hoofdstad Port-au-Prince, een
gribus waar één tot anderhalf
miljoen mensen 'in de blubber
en poep samenklonten'. Minuti
eus schreef ze op wat ze zag.
Vaak ter plekke, op straat dus.
„Om de kracht van de indruk
ken vast te houden."
Het resulteerde in het boek Bot
pippel. Een bundel reportages
waarin de werkelijkheid soms
groteske vormen aanneemt. De
beschrijving van een ritje met
een taptap, hét volksver-
voersmiddel van Port-au-Prin
ce, is daar een voorbeeld van.
Andere stukken tonen weer
meer de operette-achtige kant
van het land.
„Ik heb mensen op straat zien
sterven en doodgeschoten zien
worden. Ik heb ook meege
maakt dat bedelaars en zwerf
honden met elkaar vochten om
een door mij afgekloven kippe-
bout, die hen door een ober was
toegeworpen. Ik schaamde me
vreselijk."
Van dergelijke gebeurtenissen
Linda Polman
en emoties is in Bot pippel niets
terug te vinden. Polman be
waart afstand tot haar onder
werp. „Misschien is dat mijn
wapen tegen de smerigheid en
schaamteloosheid.
Het neemt niet weg dat ze met
de Haïtianen te doen heeft. „Ie
dere keer dat je er komt denk je:
FOTO KLAAS KOPPE
erger kan het niet. Maar iedere
keer weer blijkt het wél te kun
nen. Dan zie je dat je vrienden
in het land er nóg meer kleer
scheuren en wonden bij heb
ben.
Ze bewondert de veerkracht
van die mensen. Hoe ze, met de
verkoop van één veter en ander
half stukje kauwgom per dag,
toch in leven weten te blijven.
„Haïtianen lijken wel van elas
tiek. Na wat het land allemaal
al heeft meegemaakt, zou het
eigenlijk niet meer mogen be
staan."
Terugkeren
Een paar maanden geleden wist
de wereld heel even waar Haïti
lag. De door het volk gekozen
en door militairen verdreven
president Jean-Bertrand Aris-
tide stond op het punt van te
rugkeren. Met hulp van de Ver
enigde Naties en de Verenigde
Staten. Maar het zittende be
wind stak er, ondanks alle af
spraken, een stokje voor.
„Ze riepen even 'boe' en weg
waren Amerika en de VN",
schampert Linda Polman. „Een
cadeautje voor de militairen.
Wéér zijn ze weggekomen met
al hun misdaden. En de wereld
draaide zich om."
Polman was op dat moment zelf
in Haïti. Overal stuitte ze op
bittere teleurstelling. „Het was
alsof het licht doofde. Want
Aristide is voor de armen nog
steeds een goddelijke figuur. De
enige die hen kan redden. En
dat is ook zo. Buiten hem is er
niemand."
Zelf is de Amsterdamse geen
overdreven fan van Aristide. Ze
noemt hem een miezemauzerig
persoon en een ontzettend
slecht politicus. Maar ze moet
het erkennen: „Hij heeft Haïti
op de wereldkaart gekregen en
de paupers in het land het besef
gegeven dat ze mens zijn." Een
enorme vooruitgang na het tijd
perk van de dictators Duvalier
en de daaropvolgende zes regi
mes.
Polman ziet de priester-politi
cus niet meer terugkeren, on
danks onderhandelingen die
zich blijven voortslepen. En
mocht dat toch zo zijn, dan
wachten hem zulke grote puin
hopen dat hij in de twee jaar die
hem resten weinig meer kan
uitrichten.
„Alle hoop is verdwenen uit
Haïti. Ik zie geen oplossing voor
het land. Om daar weer iets van
stabiliteit te krijgen moet het
twintig jaar rustig zijn. Maar
het is vrijwel zeker dat er steeds
weer een leider opstaat die niet
deugt."
Bootje
Wie een beter leven wil, heeft
daarom geen andere keus dan
de ellende te ontvluchten. „Die
zal in een bootje moeten stap
pen en letterlijk maar zien waar
het schip strandt."
Ze worden vaak vergeleken met
lemmingen op kamikazetocht,
de boat people waarnaar de
boektitel verwijst. Voortdurend,
maar in verhevigde mate bij een
nieuwe uitbarsting van geweld
in hun land, kiezen Haïtianen
het ruime sop. Iedereen heeft
bot pippel in de familie, of is
het zelf geweest. 'Haïti lijkt een
rioolbuis die zonder ophouden
mensen en ternauwernood drij
vend wrakhout de Caribische
Zee inspuugt', schrijft Polman.
De gelukzoekers stappen in een
uiterst ongewis avontuur. Ze
geven hun veelal geleende geld
in handen van gewetenloze ka
piteins, of van stuurlui die van
kaart of kompas geen sjoege
hebben. Als ze pech hebben lan
den ze niet aan in het beloofde
land - Amerika natuurlijk -,
maar vijftig kilometer verderop
in Haïti zelf. Of worden ze ze
uit zee gevist en teruggebracht
door de Amerikaanse kust
wacht, die doorlopend patrouil
leert.
Maar zeker zo groot is de kans
dat ze hun doel niet halen, in
hun 'drijvende doodskisten, bij
elkaar gescharreld op vuilnis
hopen'. In plaats van Mjammie
(Miami) is een onbekend strand
hun eindpunt. Waar ze, half
opgevreten door de haaien, aan
spoelen.
Uitgemergeld
„Dat mensen hun land ont
vluchten zie je in heel de Cari
ben", zegt Linda Polman.
„Maar nergens neemt het zulke
dramatische vormen aan als in
Haïti. Waar anderen het vlieg
tuig nemen om asiel te vragen,
komen de Haïtianen die hun
bestemming halen uitgemergeld
en in wrakke bootjes aan."
Des te schrijnender vindt ze het
dat Amerika vrijwel alle vluch
ters uit Haïti, dat angstwekken
de land van voodoo en aids,
onmiddellijk retour zendt. Eco
nomische vluchtelingen krijgen
immers geen asiel. Behalve
wanneer ze van Cuba, de com
munistische aartsvijand, ko
men.
„Een absolute onrechtvaardig
heid", noemt Polman dit ver
schil in behandeling. Want Haï
tianen hebben het duidelijk
slechter dan de inwoners van
Cuba. Alleen heeft Amerika met
dat land geen diplomatieke
banden, en met Haïti nog altijd.
Uit angst voor een vloedgolf
van bot pippel zal dat ook nog
lang zo blijven, vermoedt ze.
Linda Polman: 'Bot pippel'. Uitg.
Atlas, prijs 34,90
De schrijver, journalist, onder
zoeker en kunsthandelaar
Adriaan Venema pleegde op 31
oktober 1993 zelfmoord. Uitge
verij Balans komt nog deze
maand met de memoires van
Venema, getiteld Verleden tijd.
„Een testament zoals dat in de
Nederlandse uitgeef historie zel
den ië vertoond", meldt de uitge
verij. „In de wetenschap dat hij
zijn eigen leven niet meer zou
kunnen verdedigen, heeft hij zijn
herinneringen, zijn hartstochten,
zijn angsten en drijfveren in een
laatste boek neergelegd."
Balans gaat in de aanbeveling
van het boek nog verder. Er
wordt gesuggereerd dat Venema
'gestraft' is voor zijn geruchtma
kende boeken over collaboraite
van schrijvers en uitgevers in de
oorlog. „De aanvallen hielden
niet op, maar zelden werden in
zijn werk fouten aangetroffen.
Het was zijn oordeel, zijn inter
pretatie, zijn betrokkenheid bij
zijn onderwerp die hem bij his
torici en journalisten tot een
'outlaw' maakten. Er werd een
net van verdachtmakingen om
hem gespannen en het vooroor
del dat veel mensen tegen hem
opvattten, bracht hem in een
uiterst kwetsbare positie."
In maart verschijnt bij De Arbei
derspers Het dilemma van
Adriaan Venema, ook oit
ven als 'het slotakkoord'
auteur dat alles duidelijk
Hierin gaat het over de oorM
over mensen die moesten kJ
tussen leven en dood. in1
laatste hoofdstuk geeft VeJ
aan welke motieven hem totl
zelfmoord hebben gedreven
De Stads- of Athenaeumbd
theek Deventer heeft een col
tie met het complete werk]
de schrijfster A.L.G.
Toussaint (1812-1886) ver
ven. De verzameling is
stig van de bibliograaf dj j
Reeser en bevat alle u%
van de werken van de schhfe
Het is na de collecties Bildercl
Couperus en Achterberg devi
de literaire verzameling vat]
bibliotheek.
Reeser schreef een
in twee delen over
Toussaint: De jeugdjaren
A.L.G. Toussaint 2822-185]i
De huwelijksjaren van Al)
Bosboom-Toussaint 1851-11
en het Repertorium op de U
wisseling van A.l|
Bosboom-Toussaint.
De collectie bevat 230 titelsj
wordt van 1 februari toten;
1 maart in de hal van
theek tentoongesteld.
Door Muriel Boll
Terry Becker, 10 jaar en 2 maan
den oud, heeft al twee pleegezin
nen en diverse kindertehuizen
achter de rug. Het feit dat ze als
haar adres opgeeft 'De vuilnis
belt voor afgedankte kinderen',
maakt duidelijk hoe Terry zich
•daaronder voelt. Daarvoor geeft
ze niet haar moeder de schuld,
hoewel die Terry sld kleuter ach
terliet. Integendeel, in Terry's
fantasie is haar moeder een
beeldschone vrouw met een Hol-
lywood-carrière in het verschiet.
Ze is heus elke week beslist van
plan haar dochtertje op te halen,
maar helaas gebeurt er altijd iets
dat roet in het eten gooit, zo
wordt het door Terry vergoelijkt.
Zoiets belooft een droevig en
zwaar verhaal te worden, en dat
is het in wezen ook, maar het is
vooral een heel humoristisch
verhaal geworden. De schrijfster
Jacqueline Wilson laat Terry
haar autobiografie schrijven en
dat-doet Terry in de trant van
Adrian Mole, een mengeling van
berusting en scherpe waarne
mingen, weergegeven in rake
zinnen.
De eerste bladzijden worden in
beslag genomen door 'Mijn boek
over mij', dat Terry aan het
invullen is en dat maakt dat je
als lezer direct in het verhaal zit.
Na anderhalve pagina tekst weet
je dat Terry geen katje is om
zonder handschoenen aan te
pakken. Gaandeweg wordt het je
duidelijk dat Terry dat blazen en
krabben nodig heeft om zichzelf
te handhaven en te beschermen,
want het is niet makkelijk om
iemand zonder meer te laten
merken dat je hem aardig vindt,
terwijl je hem eerst een stom
merd vond. Het is evenmin mak
kelijk je in te houden als je
knapt van jaloezie - dan liever
een karateslag uitgedeeld, her
kenbare situaties voor elk kind.
Het portret van Terry krijgt
steeds meer details, doordat je
ontdekt dat Terry zich relati
veert na elke hevige uitbarsting
en door het commentaar dat een
huisgenoot stiekem in Terry's
boek krabbelt: 'Stomme Terry
die nog in bed plast'. Schrijnend
is de passage waarin je leest hoe
Terry als 'kind van de week' in
het plaatselijke krantje heeft ge
staan. Ruwe bolster, blanke pit,
denk je bij de hoekige onwil
waarmee Terry die zielige Peter
toch maar helpt en als ze be
schrijft hoe het voelt als je steeds
maar zit te wachten en weer niet
j DE Singel in Antwerpen
»ordt op het gebied van theater
baanbrekend werk verricht. Van
pnsdag 19 tot en met zaterdag
L, januari is er de dubbelvoor-
■telling 'Des Cercueils de Zinc'
|I„ 'Enfon,cures' van het jonge
anse theatergezelschap Grou-
T'chan'G met de regisseur en
„enograaf Didier Georges Gabi
ly Avantgarde toneel met een
lieke theatertaal.
-je sfeer is bijzonder, soms
vreemd, dan weer poëtisch of
beklemmend. In het eerste deel
L de avond geven de dertig
kcteurs van het gezelschap een
Leld van de zinloze oorlogen en
ok deel twee handelt over de
orlog, maar dan over de grote
{stilte en de stilzwijgende toe
stemming.
3omans
m het Fakkeltheater spelen Erik
Rurke en Annemarie Ricard op
61, 22, 25, 26, 27, 28 en 29
lianuari 'Bomans Andermans',
Kelkens om 20.30 uur. Het stuk
gaa
het
de 1
gen
wo<
frie
per
taai
leve
doo
wei
Br
Int
ge
key
dag
bod
dek
riei
en
Zij]
enk
te t
zijn
risi'
ben
teit
A
ven
opgehaald wordt.
Terry zit haar hele leven al|
wachten op iemand die zich;
haar ontfermt. Die vindt ztj
Camilla, een schrijster die
verhaal moet maken over kir
ren in een tehuis. Camilla
Terry aan te blijven schrijvêni
zo ontstaat er een vriendscl
waar Terry zich zó
voelt, dat ze porbeert Camillai
ver te krijgen dat die haar ple
moeder wordt. Camilla twijli
maar zegt ook niet duidelijk
Misschien gaat Terry's wens*
in vervulling, op dat punt tii
digt het boek.
Wilson schreef een verhaal dalj
met veel plezier leest, de vlo
vertaling is van Huberte Vlij
sendorp; de naïef aandoende
keningen van Nick Sharatt pa
sen heel goed in het relaas »i
Terry B.
'Het plan-Stoffel' van
Heesen gaat ook over een
zaam kind, maar Stoffel is
stil, dromerig type dat veel
denkt dan doet, heel anders;
Terry dus. Zo bedenkt Stol
dat de vreemde oude huiskne
Hendrik Bontje vast en
slachtoffer is van een crimiii
bende. Het plan-Stoffel is
doeld om Bontje te redden uiti
klauwen van dat ogenschijn^
onschuldige biljart-clubje.
en ander gebeurt zo klunge
dat daar weinig van ter
komt. Bovendien blijkt er
sprake te zijn van een stel
criminelen. De lezer heeft
eerder in de gaten dan Stoffeli
eigenlijk blijf je Stoffel ste
een stap voor.
Heesen plaatste de gebeurte»
sen tegen een geheimzinnig
achtergrond: een oud vervalli
huis met dito tuin, feestelijk
maaltijden met veel mensen,
en uitlopende muzikanten i
ken dat er steeds flarden muziel|
in je hoofd klinken onder
lezen.
Het verhaal, een debuut, is «jl
rommelig en mist een hecktfj
structuur. Wat me stoorde
dat Stoffel handelt en behande
wordt als een tien-jarig
terwijl hij toch al twaalf isenojl
de middelbare school zit. Heli
wèl een sfeervol verhaal, dati
beeldend verteld wordt, datjejtj
eigen fantasie er op los
laten.
Jacqueline Wilson: 'Het boek"*
Terry B.'. Uitg. Van Holkema
Warendorf, prijs 24,90
Martha Heesen: 'Het plan-Stot
fel'. Uitg. Querido, prijs 22,91
ünderlachfestijn met B;
DEN Dullaert in Hulst verzorgt d
kinderlachfestijn. Zijn programma is
tan humor en sensatie en Borms w
tweemaal drie kwartier vol liedjes,
Bolle praatjes, variètè-nummers en sh
Cleurrijke ballonnenshow en een spec
bens hem zelfs de grootste van de Benei
lorms vertelt over zijn carrière: „Op
werd, begon het te regenen en iedereen
piet die jongen. Ik heb de nattigheid ov;
Be leukste, grootste en mooiste kindersl
Zaterdag 15 januari; aanvang 14.00 uur.
TONEELGEZELSCHAP Pinardi
geeft volgende week twee voor
tellingen van 'Don Juan', geba-
eerd op het libretto van Mozarts
Don Giovanni', in de vertaling
Iran Jan Janssens. Uit het origi-
hieel werden veel zijwegen weg
gesneden, maar het negentiende
eeuwse taalgebruik werd ge
handhaafd, waardoor een ver
vreemdend effect ontstaat ten
bpzichte van de enscenering, het
toneelspel en de dans die in het
stuk modern zijn gehouden.
)e muziek bij het stuk is van
ander anderen Dead Can Dance,
Peter Gabriel, Mahler, Bach en
Itevie Wonder. Beide voorstel
lingen zijn in het Ledeltheater in
lostburg. Toegangskaarten kos
ten 15 gulden (in de voorverkoop
A
kli
'D,
op
V
ri. 2
)E voorstelling 'Alleen op de vai
vereld' is, zoals alle produkties De
van Opus One, gebaseerd op de bre
traditie van het klassieke, verha- zie
[lende ballet. Door het toevoegen Te:
van elementen uit de jazz- en pia
musicaltraditie zoals zang, tap, ne:
en etnische dans, ontstaat de ter
eigenzinninge mengeling die Mi
kenmerkend is voor dit dans- da
heater. ejg
Iet publiek maakt op aangena- ph
ne wijze kennis met allerlei
dansstijlen, aaneengeregen door t0t
het verhaal van Hector Malot he'
oyer de vondeling Remi die door
zijn harteloze stiefvader wordt op
verkocht aan de oude straatar- B
tiest Vitalis. De choreografie is 20
PE DOCUMENTAIRE 'Het is
|een schone dag geweest', die Jos
de Putter maakte over het laatst
oogstjaar van zijn ouders op hun
boerderij in Zeeuwsch-Vlaande-
ren, trok in december op ver
schillende plaatsen in Zeeland
Veel publiek. Extra voorstellin
gen werden ingelast, maar des
ondanks moesten toch nog men
sen naar huis worden gestuurd.
't
da
zij
la:
ze
on
te
w<
ui
14
PODIUM West heeft ook dit jaar
weer een cursus 'Het verfilmde
ooek' op touw gezet. Er staan
"er cursusavonden op het pro
gramma, vanaf 14 februari om
Ge twee weken, telkens op maan-
ag- Achtereenvolgens worden
e lilms 'Terug naar Oegstgeest'
Jan Wolkers), 'Zout op mijn
uiq (Benoite Groult), 'De dame
"et hondje' (Anton Tsjechov)
An angel at my table' (Janet
Frame) gedraaid.
Df
stc
St(
ga
zo
vr
bi
tij
a\
(Z
zi
of
O
liL1^66!6 Hartley-film die het
Willia ln„ or§y Bess, is 'Simple
zoek age' Karen Sihfs- Het v°
iets h= j1 naar 'lun vader en naa
htrovPrter vader- de oudste
te halo stuhent, wil zich verze
syGioathioi^3114 vader is al sin
stoero ho j6 cnmineel, wil zich
Wno„ a n8 schuilt een verlangen
a9 19 januari; aanvang 20
film
Mei
verha;
naar de
iets 1
verzoenen
sinds 1
wrel
n;
i.OO ui