DE STEM
'Ik ben gelukkig in
dodelijke stilte'
Herman Krebbers
stopte toen hij
zijn oude niveau
terug had
pe bittere lach
van Roddy Do>
Het fin-de-siè<
de voorsprong
Brussel op An
NIET KOMT: Adè-
le Bloemendaal.
Haar show met Jen
ny Arean, 'Meisjes
uit de grote stad', is
geschrapt. Adèle
kapt ermee (zie pa
gina 4 van deze
Grote Gids).
WEL KOMT:
Karin Bloemen. 'La
Bloemen' zingt,
praat en danst in
De Kring in Roosen
daal en het Zuid-
landtheater in Ter-
neuzen.
De Bretonse folk-
muzikant Gabriel
Yacoub uit de
school van Alan Sti-
vell treedt op in het
Verkadehuis in
Roosendaal en het
Arsenaaltheater in
Vlissingen.
GroteGids
VRIJDAG 7 JANUARI 1994 DEEL
PESTEM
,ooronze redacteur
ljrk Vellenga
35-jarige Ierse schrijver Rod-
iv Doyle won eind oktober met
'jn luchtig geschreven boek
jer kinderen in een arme wijk
,an Dublin de prestigieuze
looker Prize. Paddy Clarke Ha
'<a Ha werd door velen te licht
ievonden voor zo'n eerbied-
,aardige prijs, maar vond on
adellijk de weg naar het grote
lubliek. Ondertussen zijn er al
ijö.OOO exemplaren van ver
acht en is ook de Nederlandse
'jrtaling op de markt gekomen,
oddy Doyle schrijft in simpele
ial over de straat, over gewone
ensen. Je hoort voortdurend de
■luiden van de omgeving, voor-
de muziek die de stemming
jdersteunt. Hij situeerde al zijn
i'oeken in Killbarrack, een voor-
itad van Dublin, die hij Bar-
;own noemt, naar een nummer
ban Steely Dan. The Comm.it-
ients (met veel soul-muziek)
verfilmd door Alan Paker,
Snapper door Stephen
•ears, The Van werd in 1991 al
inomineerd voor de Booker
ie en zal de bioscopen ook
■el halen.
>uddy Clarke heeft ook weer die
isse, fragmentarische structuur,
jachtig neergezette beelden en
nrte, realistische dialogen ver-
>llen enigszins ruw een verhaal
lol primaire emoties en Ierse
•auwheid. Het opmerkelijke is
leze keer dat de ik-figuur een
ingen van tien jaar is. Door zijn
;en zien we de wereld van 1968
dat is een wereld zonder hip-
s, studenten en psychedeli-
;he muziek.
ie kleine Paddy speelt met zijn
•iendjes tussen de brandnetels
het vrijelijk gestorte afval,
;eelt snoep, stookt fikkies en
|est er op los. Zijn helden zijn
etballer George Best, de rebel
se In(
gisch(
rozen
tert
Willis
from
krant
Were!
In de
word
tussei
krijgt
tenslc
Padd
mani
verzc
parti
schei
tacul
maai
schol
tien
in Ie
derw
do on
zijn
gemi
gem<
men
tele\
de n
de
het
altij
al zs
Je k
heic
vlak
een
onv
baa
kun
Herman Krebbers: „Zonder
extra voorbereiding speel je
het best. Ik nam altijd een
bruine boterham met kaas van
tevoren. Misschien lag het daar
wel aan.foto klaas koppe
eem
brei
dy
BR
Ha I
prijs
Violist Herman Krebbers (70) nam in juli afscheid als
solist in het Concertgebouw, met het gelijknamige
orkest waarvan hij jarenlang concertmeester was, in
een deeltijdbaan met Theo Olof.
De laatste gang naar het podium vond hij moeilijk.
„Het was een afscheid voor Amsterdam. Ik speel nog
wel hier en daar in de provincie. Dat vind ik
heerlijk."
In 1979 kreeg Krebbers een ongeluk waardoor hij
nooit meer viool zou kunnen spelen. Door pure
wilskracht en jaren oefenen speelt hij inmiddels
'beter dan voor mijn ongeluk'.
Door Ton Loots
„De mensen zeggen vaak tegen mij,
waarom heb je toch afscheid genomen
terwijl je juist weer zo goed speelt. Ik
heb het moment heel bewust gefor
ceerd", zegt Herman Krebbers. „Er
zijn genoeg voorbeelden, nee, ik noem
geen namen, van kunstenaars die te
lang zijn doorgegaan. Iedere artiest is
ijdel, we denken allemaal: 'het gaat
nog goed'. Maar ik vind mijn omge
ving belangrijk. Ik heb altijd geluis
terd naar mensen die objectief waren.
Ik wil graag in herinnering blijven-
zoals ik gespeeld heb. Nu ik mij oude
niveau terug heb, moest ik dus wel
stoppen."
„De stap is niet moeilijk geweest. Je krijgt er
zoveel dingen voor terug. Ik heb er na mijn
ongeluk natuurlijk al aan kunnen wennen. Van
de ene op de andere dag kon ik niet meer
spelen. Wat de mensen niet zeiden en schreven
indertijd. 'Die man pleegt zelfmoord, hij kan
niet zonder zijn viool' en meer van dergelijke
dingen. Ik heb veel fysiotherapie gevolgd, maar
na een jaar speelde ik nog langzamer als een
kist die in het graf zakt."
„Ik ben er toch bovenop gekomen. Ik ben heel
fanatiek, dat is me eigen. De eerste maanden
gaf ik les als een soort mummie. Helemaal in
het verband. Dan beseft iedereen dat je ziek
bent. Als het verband eraf is mankeer je niets
meer. Maar ik kon niet spelen. Toen kwam het
moment dat ik veel gevraagd werd in allerlei
jury's. Ik had kennelijk toch een reputatie
opgebouwd. Het was een soort sneeuwbal die
ging rollen. Ik kreeg meer contacten en steeds
meer leerlingen. En ik kreeg er ook meer
plezier in. Het ging steeds beter. Ik bedreef de
pedagogie op een manier die ook mijzelf aan
sprak. Maar ik wilde kunnen voorspelen."
„Toch had ik het ongeluk en mijn handicap
helemaal geaccepteerd. Ik ben nooit verbitterd
of kwaad geweest. Je bent zo dicht bij de
verdrinkingsdood geweest, dat ik al blij was
dat ik het er levend had afgebracht. Ik was pas
nog in Zwitserland op vakantie. Het hotel had
een zwembad dat afliep. Dat wist ik niet.
Opeens raakte ik weer onder water. Ik kreeg
weer precies hetzelfde gevoel."
„Het gebeurde in 1979. Ik was met familie
wezen varen met mijn boot. Ik stond op het
punt voor 30 concerten naar Australië te gaan
en deed dus niets met mijn handen. Ik was veel
te bang dat er iets zou gebeuren. Toen mijn
zoon mij vroeg om de boot even af te houden,
heb ik dat gedaan met mijn voet. Ik moet
uitgegleden zijn en in het water terecht geko
men. Ik had het gevoel dat ik in een zwart,
enorm diep gat viel. Het water borrelt even en
dan volgt een dodelijke stilte. Ik dacht: 'Nou,
dat is het dan'. Toch schijn ik nog een arm
omhoog te hebben gestoken. Daaraan hebben
ze me eruit getrokken. Met al die dikke kleren
aan weeg je twee keer zo zwaar. Alle weefsels
van mijn rechterarm waren gescheurd. Maar ik
ben blij dat ze me eruit getrokken hebben,
anders had ik hier nu niet gezeten."
„Nu zeg ik vaak, het is een cadeautje geweest.
Ik heb er zo ongelooflijk veel voor teruggekre
gen. Ik ben niet gelovig opgevoed, maar ik
weet wel dat ieder mens op een bepaalde
manier iets gelooft. Ieder mens bidt ook wel op
zijn eigen manier. Ik heb een tikje op mijn
schouder gehad van een hogere macht, of hoe
ik dat ook moet noemen, die zei: 'steek je arm
nog eens omhoog'."
„Het is toch wel een moeilijke tijd geweest.
Voor mij zijn afspraken heilig. Met wie dan
ook. Ik heb altijd de reputatie gehad 'als
Krebbers afzegt, moeten we naar zijn begrafe
nis'. Nu had ik het gevoel dat ik afspraken niet
nakwam, het orkest in de steek liet."
Verbaal
„Maar goed, al vrij snel nam het lesgeven een
hoge vlucht. Niet alle pedagogen vinden het
belangrijk om voor te spelen. Ik wel. Als je iets
voorspeelt, kun je het visuele en het klankfacet
combineren. De toonvorming, de klank en de
vingerplaatsing kun je dan als een geheel
demonstreren. De leerling ziet en hoort dan
hoe het moet. In het begin heb ik verbaal veel
bijgeleerd. Om alles onder woorden te brengen.
Maar dat schoot tekort. Het ging kriebelen dat
ik mijn viool niet kon pakken.
Ik ben gewoon begonnen. Met een kussen op de
grond omdat ik mijn strijkstok steeds liet
vallen. Mijn leerlingen ben ik veel dank ver
schuldigd voor het geduld dat ze met me
hebben gehad. Het is een langdurige kwestie
geworden. Ik ben er nu helemaal overheen.
Zelfs zo dat, als ik iets zwaars-als een koffer
moet tillen, ik dat doe met mijn 'zwakke' arm.
Maar dat schijnt normaal te zijn. Mijn klein
zoon heeft zijn rechterbeen ernstig verwond en
dat is nu ook zijn sterkste been."
„Er kwamen steeds meer aanvragen om mas-
terclasses te geven en te jureren in echt grote
concoursen. Ik ben al voor de derde keer
jurylid geweest bij het Elisabethconcours in
Brussel. Terwijl ik dat nooit gewonnen heb en
daar voornamelijk ex-winnaars jureren. Overi
gens is Yayoi Toda, de winnares van dit jaar,
een leerlinge van mij. Die hoef ik natuurlijk
niet te leren vioolspelen. Ze komen bij mij om
een bepaalde interpretatie af te ronden.
Weet u, de leerlingen maken de carrière van de
leraar. Maar de tijden zijn behoorlijk veran
derd. Toen ik op het conservatorium zat,
hadden Theo Olof en ik soms niet eens een
dubbeltje voor een ijsje. Nu komen ze in een
auto voorrijden. Waar ik ook ben op de wereld,
overal kom ik ze tegen. Hoe ze het betalen is
mij een raadsel. Ze praten veel met elkaar, van
wie heb jij les en zo. Overal vandaan word ik
gebeld of ik nog leerlingen aanneem. Ik zou 24
uur per dag kunnen werken, maar dat doe ik
niet meer sinds het ongeluk. Inmiddels heb ik
ook het familieleven leren waarderen."
Gekkenwerk
„Zoals ik vroeger werkte, was totaal mesjogge.
Om zeven uur 's morgens in de auto en nooit
voor twaalven in bed, meestal ver erna. Gek
kenwerk, maar dat zag ik toen niet in. Dat is
nu afgelopen. Ik heb nog wel enkele taken op
het moment. Zo maak ik me erg druk over de
bezuinigingen op orkesten. De spoeling wordt
te dun. We hebben hier fantastische orkesten,
ook in Limburg, Gelderland en Brabant. Ik ben
altijd trots in het buitenland. Wij hebben
niveau. Het grootste cadeau dat een leraar kan
krijgen is als een leerling auditeert en wordt
aangenomen. Je biedt ze dan een stuk sociale
zekerheid. In het Concertgebouworkest zitten
13 of 14 leerlingen van mij. Maar ze zitten ook
in Het Brabants Orkest bijvoorbeeld. Dat geeft
mij een enorme satisfactie."
„Die heb ik ook altijd gehaald uit mijn con
certmeesterschap. Een vreemde, veeleisende
baan. Die is zo enerverend, dat hij niet te
combineren valt met het werken aan een
wereldcarrière als solist. Althans ik kon het
niet. Ik hoop dat Jaap van Zweeden het wel
kan, hij heeft de capaciteiten, maar voor mijn
gevoel kan het niet."
Kameleon
„Kijk, eerst had je lange engagementen voor
dirigenten. Het is bewezen dat dat niet werkt.
Orkesten willen verandering. Mengelberg is
ook te lang op dezelfde plek gebleven. Toen
kreeg je steeds meer wisselingen. Een concert
meester moet zich kunnen aanpassen aan het
'va et viens' van de dirigenten, als een soort
kameleon. Dat is een woord dat ik vaak
gebruik. In veel facetten van mijn beroep moet
je je kunnen aanpassen, aan componist, leer
ling, orkest of zelfs de zaal. Je moet als
concertmeester in Amsterdam natuurlijk uit
stekend viool kunnen spelen, maar ook een
diplomaat, een verbindingsman zijn tussen
dirigent en orkest. Een dirigent gaat weer weg,
maar jij moet verder met je 110 collega's."
„Daar heb je inderdaad veel levenservaring
voor nodig. Het ligt dan ook niet voor de hand
om te jonge mensen te benoemen. In die zin
heeft Jaap van Zweeden het ook heel moeilijk
gehad. Maar ik heb veel met hem gepraat. Ik
had uiteraard een grote vinger in de pap rond
zijn benoeming. Ik zei altijd: 'wilt u zo vrien
delijk zijn om dit of dat te doen', maar
discussieerde nooit met orkestleden, dan is het
einde zoek. Je moet de juiste toon kiezen. En
altijd interesse hebben voor alle instrumenten.
De blazers bijvoorbeeld, die hebben vaak heel
moeilijke partijen. Als we eens lekker waren
doorgezakt en een van de leden ging te ver, dan
zei ik dat. Als een dirigent er iets van zei,
pakte ik hem aan. Dat was mijn taak vond ik.
„Willem van Otterloo kon nogal cru zijn, op de
persoon gericht. Dat zette ik dan recht. Ik lette
altijd op zijn ogen, zodoende kon ik snel
reageren. Tijdens een concert heb ik dat eens
niet gedaan, hij was nergens. Het werd een
slecht concert. Een concertmeester kan een
dirigent maken en breken. Ik heb later mijn
spijt betuigd omdat ik te ver was gegaan. Maar
het bewijst dat het makkelijker is een goede
dirigent te vinden dan een goede concertmees
ter."
„Ik ben een enorme perfectionist als leraar.
Niet iedereen vindt dat prettig. Soms hebben
we dan een haat-liefde verhouding. Ik kan van
alle leerlingen de vader zijn en gedraag me ook
zo. Ik bemoei me niet met intieme privé-din-
gen, maar ik wil wel voeling hebben. Ze
moeten zich gedragen. Later zijn ze me er
altijd dankbaar voor.
Ik zeg altijd tegen ze: 'Je mag me haten als je
buiten de deur bent, maar nu moet je werken'.
Meestal heb ik een goede band. Yayoi Toda
speelde onlangs Tsjaikovski in Brussel. Spe
ciaal voor dat concert ben ik naar Brussel
gegaan. Een week later speelde ze het stuk in
Tokyo. Tussendoor kwam ze bij mij. Net als
een Ajax-trainer had ik dan van maat tot maat
opgeschreven wat er niet goed was en hoe het
wel zou moeten. Dan ben ik streng en verve
lend, want we zitten verdomme niet bij het
Leger des Heils."
„Black outs vind ik het ergste wat kan gebeu
ren. Je kunt ze niet voorblijven. Iedereen heeft
ze wel eens gehad. De hele avond is dan naar
de knoppen. Je kunt niets meer goed doen. Ik
ben wel eens met mijn vinger precies tussen
twee snaren beland. Dan hoor je beslist geen
aangenaam geluid. Als zoiets gebeurt, verlang
je naar het luik van de guillotine."
„Spanning voor een optreden hou je altijd. Dat
is iets wat je niet kunt voorblijven, wel minder
bruikleen, dus het was wel heel erg pijnlijk,
wil nooit meer iets in bruikleen."
Scherp
„Een viool is goed als er een goede klankover
dracht is naar de zaal. Zij moet zoveel
teit hebben dat ze qua uitstraling boven dl
artiest uit kan komen. Een zaal van 3.0f'
mensen moet goed bespeeld kunnen worden
De echte topper kan ook de RAI de baas, met
of 9 duizend mensen erin. Het instrument moe
scherp aan het oor zijn, dan mengt het zit
goed in de zaal."
„De jonge generatie kan nog maar moeilijk eei
viool bekostigen. De banken moeten helpen
Een instrument van grote klasse kost makke-,
lijk 1,5 miljoen gulden. Een top-instrument il
snel 4 miljoen. Violen zijn zeldzaam op
moment. Ik ben er in mijn hoofd mee bezig
mijn eigen viool, een Bergonzi uit 1741
verkopen. Ik moet dan wel heel goed weten
waar zij terecht komt, want ik verkoop niet»
maar aan iedereen. Er zit nog geen krasje op.'
Trouwens, we hebben het nog niet eens ov®
strijkstokken gehad. Het is soms moeilijkere®
goede strijkstok te kopen dan een viool. 1'
betaalt al gauw twee ton voor een pré®
exemplaar."
„Dat ik een fotografisch geheugen heb, is
erg maken. Door veel te spelen krijg je een inderdaad heel handig in mijn vak. Je haal!
soort gewenning. Als je niet voldoende concer
ten geeft, kun je er maar beter helemaal mee
ophouden. Sommigen liggen de hele dag in
bed, maar dat kan ik niet. Ik ben sowieso een
slechte slaper en altijd vroeg op. Nee, je moet
er gewoon mee om leren gaan."
„Als ik op toernee ben, wandel ik meestal wat
voor een concert. Je studeert een beetje en
meestal ga ik tweemaal per dag in bad. Je doet
alles om niet teveel na te denken. Zonder extra
voorbereiding speel je het best. Ik nam altijd
een bruine boterham met kaas van tevoren.
Misschien lag het daar wel aan. Eten deden we
altijd pas na het concert."
Eau de toilette
„Ik voelde mij altijd een zeer gelukkig mens in
de dodelijke stilte van de solistenkamer. Ik
creëerde mijn persoonlijke sfeer. Met eau de
toilette. Ik ben een fanaat wat dat betreft. Ik
heb heel veel flesjes. Ik spoot dan flink wat om
me heen. Mijn vrouw zei altijd dat het ver
schrikkelijk stonk maar ik voelde me best.
Rustig een beetje wassen, handdoek en zeep,
dat is' mijn sfeer. Niet iedere solistenkamer is
het Hilton hoor. Maar ik kon blijkbaar goed
tegen spanning. Ik heb nooit pillen gebruikt of
alcohol genomen. Dat kan nooit goed zijn,
hoewel je dat bij sommigen niet zou zeggen."
„Om goed te spelen moet je uiteraard ook een
goede viool hebben. Als je geen solist bent, heb
je geen viool van ettelijke miljoenen nodig. Als
solist moet je wel een instrument hebben van
grote klasse. Ik had een Guarneri. Tijdens een
optreden in een zaal met een te hoge vochtig
heidsgraad, kwam er plotseling een scheur in.
Zij is wel vakkundig gerepareerd, maar onmid
dellijk fors in waarde gedaald. Ik had haar in
nooit iets door elkaar. Het is makkelijk dat 4
tegen mijn leerlingen kan zeggen, 'begin op
nieuw bij de vierde regel op bladzijde drie 01
zoiets'. Dat levert natuurlijk wel komisch!
situaties op als zij een andere editie van d'
partituur hebben dan ik. Maar ik kan mete®
terugdenken zonder tijdverlies. Sommige leer
lingen moeten helemaal van voren af aal
beginnen als zij een foutje hebben gemaakt
Dat is niet goed natuurlijk. Concerten die ik
nooit heb gespeeld, maar alleen geoefend ®ej
leerlingen, ken ik toch van buiten en dat is w
handig als pedagoog."
Hotelmanager
„Of ik ooit iets anders heb willen doen? Ik heh
een geweldige opmerkingsgave. Ik zie all®
heel snel. Ik zou dan ook wel manager va/i e®.
hotel willen zijn, om alles goed te organiser®
en zo. Mijn vrouw zegt 'je zou een goeds
directeur zijn, maar binnen een week zoud®
we zonder personeel zitten."
„Ik heb verder geen hobby's. Nooit tijd voor
gehad. Vanaf mijn vijfde jaar was er de viool-
Mijn vader was streng. Ik moest altijd van alles
en mocht weinig. Nooit sporten, altijd oppas
sen. Vroeg van school. Ik heb mij later de tal®
zelf moeten eigen maken. Nu kan ik mij aardig
redden in internationale jury's. Ik lees vee
tijdschriften en kranten, op het maniakale at
En ik kijk graag televisie. Ik neem een uur p®
week en dan streep ik alles aan wat ik wilzif;
Kan ik niet kijken, dan neem ik het op. Ver®
fiets ik graag en besteed veel tijd aan nul
kinderen en kleinkinderen. Je privé-leven moe
(TüArrlAn4 i. _1_ j _1_ Pnv* loCnflll'
Roddy Doyle
■OTl
ei
Je
01
H
G
v«
di
zi
H
ei
v<
Door onze redacteur
"ans Rooseboom
In de gevestigde literatuurge
schiedenis wordt het steevast zo
voorgesteld dat de nieuwe tijd in
Nederland begon met De Nieuwe
bras (1885) en in België met Van
Nu en Straks (1893).
m die volgorde: Nederland had
2 n baanbrekende tijdschrift eer-
°er dan Vlaanderen. In Amster
dam zaten Willem Kloos, Fre-
dcrik van Eeden, Albert Verwey
Lodewijk van Deyssel, die
Holland hoog wilden opstoten in
vaart der volkeren.
daarachter aanhobbelend
drgden acht jaar later de
(ijan)se nieuwlichters met hün
pl dhrift: August Vermeylen,
rosper van Langendonck, Ema-
v, j ,e B°ra> Cyriel Buysse.
aerland voorop, Vlaanderen
P eerbiedige afstand volgend,
s als er in Amsterdam iets
in ieu»rt' §ebeurt er daarna iets
j. Rlwerpen of Brussel. Zo zien
Vl=i:ederlanders het graag, en
legen111®611 Protesteren er weinig
b®l boek Brussel en het
c-„TS!ede- ÏOO jaar Van Nu en
geeft een ander beeld te
iP„71 en Straks is eer-
d gemodelleerd naar de in
tiiri* u i §esticbte Franstalige
Z chnften dan naar het ver-
Noorctaeder,-°rgaan 06
,e van Nu
niet
Daar het bloeiende kunst- en
Nonra j orgaan van c
De tr »e ndse Tachtigers",
an Nu en Straksers keken
naar Amsterdam, ze keken
het -
geordend zijn, net als de muziek. Een losban J-uurleven van Brussel. Daar-
dig leven is niet goed. Mind you, ik ben al §aat dit boek De Belgische
jaar getrouwd met Ans." ii„„?)dstad als moderne metro-
Pool,
als geboortestad bijvoor-