Belastingen en sociale zekerheid in 1994 iociale zekerheid Belastingen m STEM SOCIALE PREMIES BELASTINGEN 30 DECEMBER 1993 NOMIE KORf ing over bed Defensie moet zelf weten waa ndse leger bestelt. De TilburgS och bv had het alleenrecht on brits geclaimd, maar de rechter ezen. de ledikanten bij een ander huisterveen, omdat die ze goed.! cteur Koch ontdekte al snel dat en klakkeloos nabootste. Volgen an een doodgewoon bed, zoals er demprocedure over de kwestie egen lsmeer heeft in 1993 een omzet -. In vergelijking met 1992 is dat or ingrepen in de kostenontwik- vermogen versterken met negen ar met 5 procent gestegen. De rocent. Het aantal aangevoerde oor de komende jaren verwacht ese landen nog groei van de an verwacht f beter dan tot voor kort werd n nog gezegd dat de dagbladuit- e verliezen in 1993 'ten minste I ïemeen directeur ir. J. Thierry in i Haagsche Courant dat door een t en een verbetering van de op- nnen worden afgesloten met een i miljoenen guldens, e van verliezen achter de rug. r eigendom van Wegener in] hierover, dat zijn bedrijf ook fusie is vooral van belang voor de en weg bij Renault utoconcern Renault, dat in I994I en volgend jaar 2109 banen. Ze. dwongen ontslagen zullen vallen, rdwijnt via vervroegde pensione-] it jaar verdwenen er al 2249 n binnen de onderneming 1131 gen. Renault, dat kortgeleden de Volvo op de klippen zag lopen, 60.300 mensen in dienst. 13,50 68,60 65,10 76,00 67,80 3,85 94,20 92,40 115,10 92,40 121,10 31,80 62,50 26,00 4,50 1,00 59,20 5,70 69,20 53,30 61,20 57,40 70,30 64,00 4,80 111,00 4,10 47,50 13,00 11,60 56,50 3,80 44,80 46,00 DONDERDAG 30 DECEMBER 1993 A6 4,20 46,20 75,00 f 34,00 25,50 54,70 33,70 69,50 37,40 1,85 70,10 16,10 77,00 38,50 23,50 ifficieel 50,30 0 0a 40,00 0,20 b 3,30 3a 0,03a Wall Street 28/12 28/12 allied signal 79% 80% amer.brands 33'/« 33% amertel.tel 54% 53% amoco corp 53% 53% asarco ine. 22% 22% bethl steel 19 19 boemg co 43% 43% can.pacific 15 16 chevron 88 88 chiquita 10% 10% chrysler 53 54% Citicorp 37% 37% consedison 33% 33% digit equipm 35 34% dupont nemours 49% 49% eastman kodak 56% 56% exxon corp 64 63% ford motor 64% 64% gen electric 106% 106% gen motors 56% 56% goodyear 45% 45% hewlett-pack 77% 78% int. bus mach. 58% 58% int. tel.tel. 92% 92% kim airlines 2J% 21% mcdonnell 108 108 merek co. 35% 35% mobil oil 78% 79% penn central 31% 32% philips 20% 20% primerica 39% 38 royal dutch 106% 105% sears roebuck 51% 53% sfe-south.pac. 21% 21% texaco inc. 64% 65 united techn 63 61% westinghouse 14% 14% whitman corp 16% 16% woolworth 24 24% Goud onbewerkt 23,460-24.060 per kg. bewerkt 25,660 per kg. Zilver zilver onbewerkt 275-345 per kg. bewerkt 390 laten per kg. vk vorige koers sk slotkoers gisteren a laten b bieden c ex claim e gedaan/bieden d ex dividend f gedaan/laten g bieden en ex dividend h laten en dividend k gedaan en laten ex dividend l gedaan en bieden ex dividend 72,50 232 1,00 1,00 70,00 167 4,30 4,30 75,00 113 2,20 2,20 72,50 124 4,00 a 3,80 45,00 135 2,70 2,60 47,50 299 uo 1,10 50,00 107 1,80 1,80 50,00 172 3,00 3,00 45,00 176 9,60 9,90 42,50 200 0,80 0,90 200,00 102 6,50 5,80 195,00 250 8,50 a 9,20 220,00 250 33,50 a 34,00 47,50 165 2,80 2,90 195,00 217 0,70 0,90 190,00 151 5,30 5,90 200,00 240 1,60 1,70 190,00 340 1,40 1,00 105,00 123 2,60 a 2,30 190,00 113 1,70 1,10 170,00 129 2,80 3,30 410,00 421 10,00 9,80 415,00 399 7,20 7,10 420,00 167 4,90 5,00 360,00 102 58,50 59,00 395,00 111 1,50 1,70 a 400,00 227 2,60 2,50 410,00 609 5,40 b 5,10 410,00 117 8,50 8,60 22,50 848 2,50 2,30 55,00 180 0,60 a 0,50 80,00 182 6,50 6,80 35,00 114 0,30 a 0,10 45,00 290 4,20 a 4,20 30,00 102 2,50 a 2,00 195,00 199 9,10 a 9,50 200,00 104 5,30 5,80 180,00 126 37,50 39,00 200,00 147 2,00 1,80 210,00 150 8,20 b 8,00 40,00 641 1,00 1,20 40,00 263 2,70 2,80 42,50 107 1,60 1,80 42,50 279 2,50 2,60 45,00 343 2,50 2,50 20,00 117 20,30 20,60 42,50 900 3,30 2,90 730,00 218 6,50 b 7,20 220,00 105 14,50 a 14,20 130 3,80 a 3,86 b Het kabinet heeft gezien de slechte economische Lruitzichten voor 1994 besloten het bruto mini- Lumloon en de meeste bruto sociale uitkeringen per anuari niet te verhogen. Daardoor blijft het niveau lelijk aan dat van 1993. Niettemin verandert een jantal bruto bedragen wel omdat de bijbehorende uto bedragen zijn gekoppeld aan het netto mini- Lmloon. Dat loon ondergaat veranderingen als Lvolg van aanpassingen van de sociale premies en tan de belastingen. Deze verandering werkt via deze toppeling door in de bruto uitkeringen, die daardoor Ler uitkomen dan per 1 juli 1993. peronder volgt een overzicht, dat gebaseerd is op legevens die verstrekt zijn door de ministeries van liociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën. llow echtpaar waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn en dat fcn een aow-uitkering heeft, krijgt er op 1 januari aanstaande |ietto 10,- per maand bij. De totale netto uitkering voor het chtpaar komt daarmee op 1779,96. Iedere partner ontvangt 50 beent van dit bedrag, namelijk 889,98. Dit bedrag geldt voor een «-gerechtigde zonder aanvullend pensioen en met een zieken fondsverzekering. let aow-pensioen voor gehuwden is netto gelijk aan 50 procent van iet netto minimumloon als beide partners 65 jaar of ouder zijn. Het atto pensioen van een ongehuwde is gelijk aan 70 procent van het |:e:'o minimumloon. Eenoudergezinnen (ongehuwde 65-plusser met lien kind jonger dan 18 jaar waarvoor hij of zij kinderbijslag krijgt) mtvangen een pensioen dat netto gelijk is aan 90 procent van het atto minimumloon. |?er 1 februari 1994 wordt het uitkeringsrecht van gehuwden met een partner jonger dan 65 jaar gewijzigd. Hierbij gaat het om een Luwde met een partner jonger dan 65 jaar, die voor 1 februari p)M recht krijgt op een aow-uitkering. Deze ontvangt een pensioen Iran 70 procent van het minimumloon (conform de uitkering voor benstaanden) en een toeslag van maximaal 30 procent van het pjmmumloon. far 1 februari 1994 wordt verder de verhouding tussen basisuitke- en toeslag gewijzigd. Een gehuwde met een partner jonger dan li jaar die op of na 1 februari 1994 recht krijgt op een aow-uitke- pg, ontvangt een pensioen van 50 procent van het minimumloon (de pkering voor een gehuwde) en een toeslag van maximaal hetzelfde j (bruto 972,46). Voor degenen die voor 1 februari al een pw-uitkering ontvangen verandert er niets. |3e hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de e partner. Van dit inkomen wordt eerst een deel buiten schouwing gelaten. Deze vrijlating bedraagt 15 procent van het [rato minimumloon met inbegrip van de overhevelings-toeslag ,84) en een derde deel van het meerdere aan bruto inkomsten. |ïat daarna overblijft, wordt in mindering gebracht op de toeslag. il recht bestaat op een maximale toeslag van 30 procent van liet minimumloon (bruto 543,89) bestaat bij een bruto inkomen pet inbegrip van de overhevelingstoeslag) van de jongere partner in meer dan 1177,66 per maand geen recht meer op toeslag. Ifanneer de maximale toeslag 50 procent van het minimumloon bruto ƒ972,46) bedraagt, bestaat bij een bruto inkomen (met Inbegrip van de overhevelingstoeslag) van 1820,53 of meer geen recht meer op toeslag. pt nieuwe bedragen zijn: (assen haakjes de bedragen die golden vanaf 1 juli 1993; waar vake is van gehuwden zijn ook samenwonenden begrepen) Eefiuwden met partner «uier dan 65 jaar, ieder: tehuwden met partner longer dan 65, max. toeslag: Alleenstaanden: logehuwden, kind tot 18 jr; bruto per maand bruto vakantiegeld per maand 972,46 987,16) 59,19 60,54) 1.944,92 1.401,03 1.749,38 (1.974,32) (1.428,40) (1.776,36) 118,37 82,85 106,54 (121,07) 84,75) (108,96) üetto aow voor gehuwden (50 procent aow-uitkering per maand): jer maand 889,98 (884,95) iakantietoeslag 48,87 48,14) Waal 938,85 (933,09) foor een huishouden zijn de bedragen twee maal zo hoog. Netto aow voor alleenstaanden Krmaand 1.240,08 (1.232,22) vakantietoeslag 68,40 67,38) Waal 1.308,48 (1.299,60) Aww Het algemeen weduwen- en wezenpensioen (aww) voor een weduwe «et een kind jonger dan 18 jaar is netto gelijk aan het minimumloon. Voor een weduwe zonder kind jonger dan 18 jaar, is het pensioen of ie uitkering netto gelijk aan 70 procent van het minimumloon. Weduwnaars kunnen onder dezelfde voorwaarden als weduwen 'inspraak maken op een aww-pensioen. He nieuwe bedragen zijn (tussen haakjes de bedragen die golden 'mf 1 juli 1993): Weduwen met kind bruto per maand bruto vakantiegeld per maand 2.419,72 (2.422,91) 158,25 (156,26) 1.767,02 (1.768,46) 110,76 (109,37) 565,45 565,91) 35,44 35,00) 848,17 848,86) 53,16 52,50) 1.130,89 (1.131,81) 70,89 70,00) Per maand: Per week: Per dag: 2.163,20 499,20 99,84 bruto minimumjeugdlonen bedragen per 1 januari 1994: leeftijd jaar H laar 20 ]aar '9|aar '8|aar "jaar H>|aar (5 jaar Per maand 1.838,70 1.568,30 1.330,40 1.135,70 984,30 854,50 746,30 649,00 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 17 jaar 18 t/m 24 jaar 279,44 399,20 518,96 329,28 470,40 611,52 345,89 494,13 642,37 377,95 539,93 701,91 397,19 567,41» 737,63 410,01 585,73 761,45 419,17 598,81 778,45 435,56 622,23 808,90 Kinderbijslag De kinderbijslag blijft per 1 januari gelijk aan de bijslag die vanaf 1 juli werd uitgekeerd. De hieronder vermelde bedragen worden voor het eerst uitgekeerd na afloop van het eerste kwartaal van 1994. De bedragen in guldens, per kind, per kwartaal: Gezinnen met 1 kind 2 kinderen 3 kinderen 4 kinderen 5 kinderen 6 kinderen 7 kinderen 8 kinderen Op het gezinskinderbijslagbedrag komt een opslag voor de premies ziekenfondswet (zwf) en algemene wet bijzondere ziektekosten (awbz). Ook die bedragen gaan niet omhoog. Per kind per kwartaal bedraagt de opslag: ƒ22,61 voor het eerste en het tweede kind, 10,42 voor het derde en de volgende kinderen. Per gezin bedraagt de opslag per kwartaal^ 22,61 voor een gezin met één kind, 45,22 bij twee kinderen, 55,64 bij drie kinderen, 66,06 bij vier kinderen, ƒ76,48 bij vijf kinderen, ƒ86,90 bij zes kinderen, ƒ97,32 bij zeven kinderen, 107,74 bij acht kinderen. In verband met de Wet op de Studiefinanciering is het recht op kinderbijslag voor kinderen van 18 tot 25 jaar afgeschaft. Echter, heeft een kind van 18 tot 25 jaar geen recht op studiefinanciering, dan kan toch nog recht op kinderbijslag bestaan. Grondslagen aaw De algemene grondslag van de algemene arbeidsongeschiktheidswet (aaw) wordt per 1 januari niet verhoogd. Ook de grondslagen voor aaw-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden niet aangepast. De grondslagen zijn: hoogte van deze premie wordt door de ziekenfondsen en andere uitvoeringsorganen vastgesteld. Ervan uitgegaan wordt, dat de gemiddelde nominale premie awbz 133,- per jaar per volwassene blijft. Voor personen tot 18 jaar wordt 1/3 van de premie voor volwassenen gerekend. Voor alle personen tot 18 jaar moet nominale premie worden betaald. Voor de wao wordt geen premie geheven over 99,- per dag. 3) Geraamd gemiddelde voor bedrijven; de premie wordt door de bedrijfsverenigingen vastgesteld. Over de verdeling van de premie tussen werkgevers en werkne mers moet de Raad van State nog adviseren. s) Gemiddelde premie; de werkelijke premie wordt door de be drijfsverenigingen vastgesteld. 6)Voor mensen met een aow-uitkering die verplicht bij het ziekenfonds verzekerd zijn, geldt een premie van 0,75 procent (was 0,80 procent) over de aow-uitkering. De loongrens is 58.100,- (was 56.650,-). Verder is een nominale premie zfw verschuldigd. De ziekenfondsen stellen de hoogte vast. Ervan uitgegaan wordt, dat die premie gemiddeld 198,- (was 185,-) per jaar per volwassene bedraagt. Voor meeverzekerde kinderen geldt de helft van dat bedrag. Er is voor maximaal twee kinderen premie verschuldigd. Schijventarief De inflatiecorrectie voor 1994 zou tot een bijstelling van de bedragen met 2,7 procent leiden. Maar het kabinet heeft met goedkeuring van het parlement besloten op de tariefschijven geen inflatiecorrectie toe te passen. Eveneens is besloten het tarief van de eerste schijf met 0,65 procent (waarvan 0,4 proeent blijvend) te verlagen. Het tarief voor 1994 (tussen haakjes de over 1993 geldende percenta ges en bedragen): vanaf 23 jaar 99,46 vanaf 22 jaar 84,54 vanaf 21 jaar 72,11 vanaf 20 jaar 61,17 vanaf 19 jaar 52,22 vanaf 18 jaar 45,26 Tariefpercentage Opvolgende inkomens- schijven 38,25% (was 38,4%) over eerste: 43.267 50% over volgende: 43.265 60% over rest Totaal opvolgende ink. schijven 86.532 Totale heffing 16.549 (16.613) 38.181 (38.245) Kopjes op de uitkering Om te voorkomen dat de uitkeringen op minimum-niveau van alleenstaanden van 21 jaar of ouder bij werkloosheid of volledige arbeidsongeschiktheid beneden het voor hen geldende sociale mini mum dalen, worden zogenoemde 'kopjes' op de uitkeringen arbeids ongeschiktheid en werkloosheid gezet. De nieuwe bedragen (exclusief vakantietoeslag; tussen haakjes de bedragen die golden vanaf 1 juli 1993) zijn: Weduwen zonder kind tó 18 jaar: Wezen tot 10 jaar: Wezen van 10 tot 16 jaar: Wezen van 16 tot 27 jaar: Minimum (jeugd)loon bruto bedragen van het wettelijke minimumloon en het mini mumjeugdloon worden op 1 januari 1994 niet verhoogd. >oor een werknemer van 23 jaar of ouder is het bruto minimumloon bi] een volledig dienstverband per 1 januari 1994: vanaf 23 jaar vanaf 22 jaar vanaf 21 jaar aaw/wao 73,68 (73,51) 59,90 (60,05) 50,56 (50,65) ww 73,68 (73,51) 59,90 (60,05) 50,56 (50,65) De sociale premies Vanaf 1 januari worden de volgende werknemers-en/of werkgever spremies geheven (tussen haakjes de premiepercentages die in 1993 werkgevers werknemers totaal aow - - 14,25 (14,00) 14,25 (14,00) aww - 1,85 1,20) 1,85 1,20) aaw 6,55 2,70) 6,55 2,70) awbz - - 8,55 7,50) 8,55 7,50) wao 2) - 10,60 (11,75) 10,60 (11,75) wachtgeld3) 0,31 (0,34) 0,31 0,34) 0,62 0,68) werkloosheid 2,00 (1,45) 2,00 1,45) 4,00 2,90) zw 6) 2,10 (1,15) 1,00 1,00) 3,10 2,15) zfw 4)6) 5,15 (5,05) 1,20 1,30) 6,35 6,35) vorstverlet3) 0,20 (0,25) - - 0,20 0,25) vut 3) 1,25 (0,70) 0,95 0,44) 2,20 1,14) oor belasting- en premiemaatregelen waartoe het kabinet heeft Kloten, stijgen vrijwel alle netto minimumloon- en minimumjeugd- oosbedragen. De netto bedragen zijn, anders dan de bruto bedragen, rater niet wettelijk bepaald. Ze kunnen per bedrijfstak of bedrijf onHChillen- komt door verschillen in inhoudingen op het loon, der meer in verband met de premieheffing voor de sociale De overhevelingstoeslag die door werkgevers bovenop het brutoloon wordt betaald - ter compensatie van de aaw- en awbz-premie die voor rekening van de werknemer komt - bedraagt 11,60 procent (was 11,40) van het loon waarover premie wordt geheven. De toeslag wordt berekend over maximaal 76.350,- (was 74.450,-) De premies aow, aww, aaw en awbz worden geheven over een maximum inkomen van 43.267,-. De premies wao, wachtgeld, werkloosheid en ziektewet over een maximum inkomen van 286,- per dag. Voor de volksverzekeringen aow, aww, aaw en awbz wordt de premie niet geheven over de eerste 5.925,- (was 5.769,-). Verder is per 1 januari 1993 een nominale premie awbz verschuldigd. De Tariefgroep 4 Indeling in tariefgroep 4 - met een belastingvrij bedrag van 10.666,- 10.385,-) - geldt als men: alleenstaande ouder is bij wie de kinderen, die bij het begin van het kalenderjaar jonger zijn dan 27 jaar, inwonen en die één of meer kinderen in belangrijke mate onderhoudt. Men wordt geacht een kind in belangrijke mate te onderhouden indien voor een kind recht op kinderbijslag bestaat of in het levensonderhoud van het kind tenminste 56,- per week bijdraagt. Tariefgroep 5 Indeling in tariefgroep 5 - met een belastingvrij bedrag van 10.666- 10.385,-) plus zes procent van het arbeidsinkomen met een maximum van 4.741,- 4.616,-) - geldt als men: 0 als alleenstaande ouder naast wat voor tariefgroep 4 geldt ook nog werkzaamheden buiten het huishouden doet en het jongste kind dat inwoont bij het begin van het jaar jonger is dan 12 jaar. Aanslaggrens Men wordt aangeslagen voor de inkomstenbelasting vanaf een inkomen van 76.400,- 74.000,-). Bij een lager inkomen betaalt men alleen loonbelasting. Teruggave loonbelasting en premies De grens voor teruggave op verzoek van te veel ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen wordt in twee stappen verlaagd. Per 1 januari 1994 worden over het belastingjaar 1994 bedragen beneden 150,- (was 331,-) NIET terugbetaald. Het verschil in behandeling tussen bejaarden (voor wie een teruggave- grens van 221,- gold) en niet-bejaarden komt te vervallen. Per 1 januari 1995 wordt de grens verder verlaagd tot 25,-.) Arbeidskostenforfait Vanaf 1 januari mag elke werkende acht procent (was vijf procent) als beroeps/verwervingskosten aftrekken. De minimum-aftrek be draagt 231,- (was 224,-) en de maximum-aftrek is verhoogd tot 2.086,- (was 1.578,-). Het vaste aftrekbedrag voor niet-actieven bedraagt 569,- (was 554,-). Aftrek reiskosten Voor wie geen gebruik maakt van het openbaar vervoer geldt het algemeen reiskostenforfait met de volgende bedragen (tussen haakjes de bedragen over 1993): Enkele reisafstand woon - werkverkeer 0 - 10 km 10 - 15 km 15 - 20 km 20 - 30 km meer dan 30 km Aftrekbedrag 870 1.180 1.950 1.950 790) (1.080) (1.750) (1.750) Maximum vrijgestelde vergoeding 1.820 (1.670) 2.200 (1.990) 3.010 (2.720) 3.010 (2.720) Maakt men wèl gebruik van het openbaar vervoer (over de hele afstand of voor een deel) dan kan men in aanmerking komen voor een hogere aftrek of vrijgestelde vergoeding van de werkgever. Om een hogere aftrek te krijgen moet men beschikken over een openbaar-vervoerverklaring. Krijgt men een vergoeding van de werkgever dan mag deze de hogere belastingvrije bedragen alleen toepassen als men de plaatsbewijzen bij de werkgever inlevert. De werkgever mag in dat geval de werkelijke prijs van de plaatsbewij zen vergoeden ook als die prijs hoger is dan overeenkomstig het forfait. Bij gebruikmaking van het openbaar vervoer geldt het volgende reiskostenforfait openbaar vervoer (tussen haakjes de bedragen over 1993): Enkele reisafstand Aftrekbedrag Maximum woon-werkverkeer vrijgestelde vergoeding 0 - 10 km 820 780) 11 - 15 km 870 790) 2.020 (1.870) 16 - 20 km 1.180 (1.080) 2.190 (2.030) 21 - 30 km 1.950 (1.750) 3.210 (2.920) 31 - 40 km 2.440 (2.190) 3.800 (3.460) 41 - 50 km 3.270 (2.950) 4.800 (4.370) 51 - 60 km 3.670 (3.310) 5.290 (4.810) 61 - 70 km 4.140 (3.780) 5.860 (5.370) 71-80 km 4.310 (4.020) 6.100 (5.700) meer dan 80 km 4.390 (4.020) 6.200 (5.700) Over de eerste inkomensschijf worden belasting en premies volksver zekeringen (aow, aww, aaw en awbz) gecombineerd geheven. Het 38,25%-tarief bestaat uit 7,05 procent (was 13 procent) belasting en 31,2 procent (was 25,40 procent) premies. Voor personen van 65 jaar en ouder geldt in de eerste schijf in plaats van 38,25 procent een lager tarief van 17,45 procent (was 20,5 procent) omdat zij geen premie aow en aaw hoeven te betalen. Dit tarief bestaat uit 7,05 procent belasting en 10,4 procent premie awbz en aww. Belastingvrije bedragen (tussen haakjes de bedragen uit 1993) Tariefgroep 1 Indeling in tariefgroep 1 - zonder belastingvrij bedrag - geldt als men: 0 als gehuwde of ongehuwde het belastingvrije bedrag overdraagt aan de echtgenoot/huisgenoot omdat men zelf geen inkomen heeft of een inkomen lager dan 5.925,- 5.769,-); 0 twee of meer dienstbetrekkingen/uitkeringen heeft en bij de andere dienstbetrekking/uitkering al in een tariefgroep wordt ingedeeld die wel recht geeft op een belastingvrij bedrag. Tariefgroep 2 Indeling in tariefgroep 2 - met een belastingvrij bedrag van 5.925,- 5.769,-) - geldt als men: 0 tweeverdiener is en de echtgenoten/huisgenoten beiden meer verdienen dan 5.925- 5.769,-); 0 als alleenstaande ouder niet in aanmerking komt voor indeling in tariefgroep 4 of 5.; 0 Als men niet voldoet aan de indelingscriteria voor de overige tariefgroepen. Tariefgroep 3 Indeling in tariefgroep 3 - met een belastingvrij bedrag van 11.850,- 11.538,-) - geldt als men: 0 gehuwd is en de echtge noot/echtgenote geen inkomen heeft of een inkomen van minder dan 5.925,- 5.769,-). Indien in de loonbelastingverklaring tariefgroep 3 wordt aangekruist en de echtgenoot/echtgenote de verklaring mede - ondertekent, heeft de overdracht van zijn/haar belastingvrije som automatisch plaats en bedraagt tweemaal 5.925,- 5.769,-)= 11.850,- 11.538,-); 0 ongehuwd is en kiest voor overdracht van het belastingvrije bedrag van de huisgenoot/huisgenote. Die keuze is mogelijk als de huisgenoot/huisgenote geen inkomen heeft of een inkomen van minder dan 5.925,- 5.769,-), men vanaf het begin van het vorige kalenderjaar en aansluitend meer dan zes maanden samen op één adres in het bevolkingsregister ingeschreven stond en men beiden bij het begin van 1994 achttien jaar of ouder is. Is de huisgenoot/huisgenote bij het begin van het jaar jonger dan 27, maar tenminste achttien jaar, dan geldt als aanvullende voorwaarde dat hij/zij niet meer dan zes maanden in het kalenderjaar door ouders of pleegouders in belangrijke mate onderhouden mag worden. Voor ongehuwden is indeling in tariefgroep 3 alleen mogelijk bij beschikking van de inspecteur op gezamenlijk verzoek. Huurwaardeforfait Het huurwaardeforfait - het bedrag dat eigenaar/bewoners moeten optellen bij onzuiver inkomen - wordt per 1 januari met 0,1 procentpunt verlaagd van 2,9 naar 2,8 procent. Aftrek buitengewone lasten De kosten van ziekte, invaliditeit, bevalling, adoptie, overlijden, arbeidsongeschiktheid en ouderdom komen voor aftrek in aanmer king als zij een bepaalde drempel te boven gaan. De drempelbedra gen voor 1994 zijn (tussen haakjes de bedragen die over 1993 gelden): 0 bij een onzuiver inkomen van 0 tot en met 22.393 - 21.803,-) is de drempel 2.732,- 2.660,-); 0bij een onzuiver inkomen van ƒ22.393,- (ƒ21.803,-) tot en met 93.279,- 90.820,-) is de drempel 12,2 procent van het onzuiver inkomen; 0 bij een onzuiver inkomen van meer dan 93.279,- 90.820,-) is de drempel 11.380,- 11.080,-) De vaste aftrek voor arbeidsongeschikten en bejaarden is 857,— 834,-) per persoon. Voor gehuwde bejaarden geldt een vaste aftrek van 1.714,- 1.668,-) als beiden 65 jaar of ouder zijn. Andere wijzigingen Op 1 januari 1994 wordt voorts een aantal indirecte belastingen veranderd - verhoging benzine-aceijns met 11 cent - verhoging diesel-accijns met 8 cent - invoering van een accijns op LPG (per 16 februari 1994) voor zover gebruikt als motorbrandstof (dus niet voor verwarmings- en verlich tingsdoeleinden). De verhoging van de LPG-prijs zal aan de pomp inclusief btw 5 cent per liter bedragen - verlaging LPG-toeslag motorrijtuigenbelasting personenauto's (per 16 februari 1994) met 87 gulden per jaar voor een populaire middenklasser - verhoging diesel-toeslag motorrijtuigenbelasting personenauto's met 36 gulden per jaar voor een populaire middenklasser (per 16 januari 1994) - verlaging motorrijtuigenbelasting bestelauto's, vrachtauto's en autobussen (ter compensatie voor het wegvervoer van de verhoging van de diesel-accijns); per 16 maart 1994 - verlaging LPG-toeslagen met bijna 50 procent voor bestelwagens - vrachtwagens en hun aanhangwagens (per 16 februari 1994) - afschaffing LPG-toeslagen (per 16 februari 1994) voor autobussen en aanhangwagens Per 1 april volgend jaar zijn er wijzigingen in de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken en de accijns op alcoholhoudende dranken (per 1 april 1994): - verlaging verbruiksbelasting van limonades met 5 cent per liter - verlaging verbruiksbelasting van limonadesiropen met 15 cent per liter - verlaging accijns op alcoholvrij en alcoholarm bier met circa 1,5 cent per flesje - verhoging van de accijns op bier met 1 cent per flesje - verhoging van de accijns op sterke drank met ongeveer 2 kwartjes per liter

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 7