'Als ik geen werk heb, ga ik dood' 'Ik heb de motor van een Ferrari en de carrosserie van een Fiat 500' B2 Henk Rühling gaat vijftigste jaar in als bokspromotor: s verwarmt zencross Roberto Sighel maakt van de nood een deugd ieuws KORT sse libre bre jeugd DE STEM SPORT B3 bekend in Goes 30 DECEMBER 1993 cross, die hij vorig jaar nog had gewonnen. „Het belang rijkste voor mij is dat ik mo menteel goed rijd. In de finale zat ik dan ook niet echt ka pot," liet de in Kapellen wo nende Nederlander weten na dat hij in de finale van de boeiende wedstrijd voorbij was gestoken door Mare Jans- sens. De Belg overbrugde in het laatste kwartier van de cross een achterstand van bijna dertig seconden. „Mijn ketting begon drie ronden voor het einde over te slaan," gaf Van der Poel als verkla ring voor het prijsgeven van zijn aanvankelijk riante voor sprong. UITSLAGEN Azencross (vierde wedstrijd om de wereldbeker): 1. Mare Janssen (Bel), 2. Adrie van der Poel (Ned), 3. Paul Hereijgers (Bel), 4. Peter van Santvliet (Bel), 5. Danny de Bie (Bel), 6. Dominique AiTiould (Fra), 7. Henk Baars (Ned), 8. Erwin Vervecken (Bel), 9. Mike Kluge (Dui), 10. Wim de Vos (Nea), 11. Pavel Camrda (Tsj), 12. Beat Wabel (Zwi), 13. Huub Kools (Ned), 14. Laurent Cailleau (Fra), 15. Peter Willemse (Bel), 43. Frank van Bakel (Ned). Stand wereldbeker: 1. Hereijgers 73, 2. De Bie 50, 3. Janssens 48, 4. Van den Abeele (Bel) 28, 5. RÏ Groenendaal (Ned) 23, 6. Kaelin (Zwi) 21,7. Wabel 20, 8. Simunek (Tsj) en Pontoni (Ita) 15, 10. Breu (Zwi) 13. Junioren: 1. Ben Berden (Bel), 2. David Willemsens (Bel), 3. Sven Nijs (Bel), 4. Gretienus Gommers (Ned), 19. Felix Kools (Ned). Nieuwelingen: 1. Bart Wellens (Bel), 2. David Meijs (Bel), 3. Paul van Loon (Bel), 11. Camiel van de Bergh (Ned), 16. Remco de Bruijn (Ned). uit Hulst, lid van de biljartver- e uit St.-Jansteen, neemt van januari deel aan het kampioen- het gewest Zuid-Nederland. Op partijen af in café De Pin in trict Walcheren en De Bevelan- elaar van de biljartvereniging actie. e, lid van de jeugdbiljartvereni- zaterdag 8 en zondag 9 januari an Nederland vijfde klasse libre is hij te gast in café-eethuis 't biljartvereniging 'De Vrolijke :orgt. Istrijd binnenkwam moet hij in de itreden tegen de als nummer één Hardenberg. Hardenberg) moyenne 1,37, 2. Emiel lakker (Oost-Zwaagdijk) 1,36, 4. Teh 5. Dennis van Delft ('s-Hertogen- ïravenhage) 1,20, 7. Michel Bergsma i) 1,09. eda-bokaal te Sas van Gent komt zaterdag 8 e strijd om de Reseda-bokaal, het biljart. Vanaf 19.00 uur beginnen nen de volgende spelers uit: Theo Sandrini, Felix Bouwens, Robby ie Vilder en Willy van Dorst. DONDERDAG 30 DECEMBER 1993 VOOR HENK RÜHLING wordt 1994 het vijftigste jaar dat hij actief zal zijn als bokspromotor. De Zandvoorter is niet alleen in die hoedanigheid actief. Manager, matchmaker en adviser zijn andere bezig heden die op zijn visitekaartje staan vermeld. In september 1940 werd hij op 25-jarige leeftijd de jongste promotor in Europa. „Ik ben nu 73 jaar. Er zijn mensen die zeggen dat ik te oud ben voor dit werk. Met in hun achterhoofd de gedachte dat ze mijn boksers over kunnen nemen, maar dat kunnen ze voorlopig wel vergeten. Dat zit er echt niet in." Door Angelo Damen Zandvoort - Gepokt en ge mazeld. Bewonderd en verguisd. Ooit voor het le ven geschorst door de Ne derlandse boksbond. Met die amateurs - hoe aardig ze ook zijn - kan professio nal Rühling ook.anno 1993 niet werken. Het Franse sportblad l'Equipe koos hem in 1979 tot manager van het jaar. Wat er ook over de man met de onafscheidelijke si gaar wordt gezegd; hij bepaalt - niet zonder succes - al decennia j het gezicht van het Neder landse boksen. „Ik ben zes jaar manager van Rudi Koopmans geweest en zes jaar was hij Eu ropees kampioen. Alex Blan- chard had die titel 3V4 jaar en met Eddy Smulders wil ik ook zoiets bereiken." H.J.W. Rühling hoeven ze ook op 13-jarige leeftijd niets wijs te maken. „Het is moeilijk om mij in de maling te nemen. Ik heb alles meegemaakt. In de laatste tien jaar hebben twee mensen geprobeerd misbruik van me te maken. Ze zaten samen met mij in de organisatie van een bokse- venement, maar toen dat misliep dachten ze toch nog goed te zitten. Ze lieten iemand het con tract lezen en die zei: 'Je moet het contract nog een keer door lezen, want hierin staat dat je de loopjongen van Henk Rühling bent en dat hij je te allen tijde de zak kan geven.' Ik weet echt wel boe ik een contract op moet stellen." „Ik zie echter geen vijanden meer, maar misschien dat som mige mensen mij zo zien. De jaloezie hebben ze in dit land uitgevonden. Als ik op tv iets zie wat tegen mij gericht is, zeg ik tegen mezelf: 'moet je die stak ker nou zien'. Dat is de enige manier om door te gaan. Anders had ik al lang een hartaanval of een hersenbloeding gehad. In het buitenland word ik' gewaar deerd. In Nederland kan ik bijna mets goed doen. Dertig jaar ge leden trok ik me al die dingen aan. Je kunt doorgaan en je laten beïnvloeden door wat ze over je schrijven of zeggen en je gezondheid gaat eraan. Of je hebt lak aan iedereen en gaat je eigen gang. Ik heb voor het laat ste gekozen." Milder Rühling zegt milder te zijn ge worden na de hersenoperatie die hij in maart van het vorig jaar moest ondergaan. „Als je de dood in ogen hebt gezien, ga je anders tegen het leven aankij ken." Zoals hij een heel leven lang te maken heeft gehad met recordlijsten van boksers; zo had hij ook graag de prestatielijst van de behandelende chirurg ge zien. „Ik wilde weieens weten hoeveel hij er door zijn vingers had laten glippen." De goede staat van dienst van betrokken chirurg stelde Rühling gerust. De zeven uur durende operatie werd een gevecht met de dood. „Ik was zo'n geval van: komt hij er door of niet. Ik heb 48 uur in coma gelegen. Mijn vrouw vroeg een paar weken na de operatie: 'Weet je waarom jij bent blijven leven?' Ik zei: 'ja ik wilde niet dood'. 'Nee' zie Edda. 'Jij gunde de contracten met de boksers niet aan andere managers'. Als ik er niet meer ben, neemt Edda de hele handel over. Managers hebben hun vrouw er liever niet bij. Wij zijn een eenheid. Edda gaat al 33 jaar mee in het boks- wereldje. We bespreken alles met elkaar. Ze heeft absoluut verstand van boksen en is men selijk. Zakelijk is het zo dat Edda mij de laatste jaren advie zen geeft waarvan ik denk: 'ver rekt, daar had ik zelf niet aan gedacht'." Bezeten Als klein jongetje was Rühling al bezeten van boksen. „In die tijd - ik was misschien tien jaar oud - hadden we al een radio waarop ik de wedstrijd tussen Max Sch- meling en Joe Louis kon volgen die in Amerika werd gebokst." Het bleef niet bij luisteren al leen. In de kelder van het ouder lijk huis in Amsterdam werd een Henk Rühlinq met zijn vrouw Edda op het strand van Zandvoort. „We zijn een hechte eenheid, we bespreken alles met elkaar. a FOTO MARTIN MOOIJ oude rugbybal met gebruik van elastieken tussen plafond en vloer gespannen en kon hij zich uitleven. De Duitse bezetter zorgde in de oorlogsjaren voor het opheffen van het boksverbod in Neder land. Rühling: „Dat is een de weinige goede dingen die de Duitsers hebben gedaan. Tot die tijd kon er niet vrij gebokst worden in Nederland." In 1941 probeerde Rühling alle boks wedstrijden in Amsterdam en Den Haag bij te wonen. Bij een bezoek aan wedstrijden in de Residentie viel het oog van Rühling op een grote zwarte kist waarop stond; promotor Anton Wetemans. „Ik dacht toen: 'stel je voor dat daar promotor Henk Rühling op staat'." Een droom die na de oorlog werkelijkheid zou worden. Tot dat moment greep Rühling alle mogelijkheden aan de bokswe- reld tot de zijne te maken en hij ging daarvoor ook naar het bui tenland. „Gilbert Benaïm - matchmaker in het sportpaleis Velodrome d'Hiver in Parijs - zei me altijd: Henk, never work for the glory; work for the money. The glory is coming with the money. Maar in die dagen dacht ik nog helemaal niet aan geld verdienen met boksen." „In 1942 kwam ik bij de school van Dick Groothuis terecht en daar heb ik de eerste wedstrij den gebokst al amateur. Bij Groothuis was ik ook redacteur van het boksblad dat iedere maand werd uitgegeven." Een jaar later moest Rühling onder duiken om aan de Arbeitseinsatz te ontsnappen. Tot het einde van- de oorlog zat hij ondergedoken. De passie voor boksen was zo groot geworden dat hij zijn voor oorlogse baan als autoverkoper eraan gaf. Op 25-jarige leeftijd was hij bokspromotor. De eerste wedstrijd organiseerde Rühling in het Zandvoortse Monopole met louter amateurpartijen. „Na de oorlog had ik 30.000 gulden beschikbaar. Ik wilde de grote promotor spelen en dacht meer aan de glory dan aan the money. Binnen een jaar was ik dat geld kwijt, want ik had niet door dat je veel leergeld moet betalen om in het profboksen iets te kunnen gaan betekenen. Omdat ik nog geen eigen boksstal had, moest ik boksers van andere managers nemen. Hun gages waren zo hoog dat ik zelfs bij een uitver kocht huis maar een klein beetje geld overhield." Rühling begreep dat hij het an ders moest aanpakken en besloot de Nederlandse boksers in het buitenland te 'brengen'. „Pierre Doorenbosch was in 1947 in Ber lijn de eerste bokser die ik bracht." Duitsland was in die dagen het bokscentrum, maar het duurde enige tijd voordat Rühling (zelf van Duitse af komst) zijn anti-Duitse gevoe lens opzij had gezet. In Berlijn maakte Hen Rühling kennis met Hen Joachim Göttert, een van de grootste naoorlogse promo tors. Rühling was erg onder de indruk van het boksen zoals Göttert het organiseerde. „Göt tert had uitstraling, was sympa thiek en duizend procent eerlijk. Met hem heb ik over geld nooit problemen gehad. Tien jaar lang spraken we elkaar aan het Herr. Ik ging voor zijn boksers in heel Europa tegenstanders zoeken. Ik was zijn exclusieve agent in ze kere zin. Göttert organiseerde iedere drie weken een boks avond. ik zat daar op fluweel." Dat Rühling in die jaren door de Nederlandse boksbond voor het leven werd geschorst deerde hem niet. „Ik had iets gedaan wat nu heel gewoon is. Ik had een bui tenstaander geïnteresseerd om geld te steken in bokswedstrij den in Nederland. Wat dat be treft was ik mijn tijd ver vooruit, maar die actie stuitte op be zwaar van de boksbond." De 'maatregel' van de bond sorteer de weinig effect. Jaren later werd de schorsing - niet zonder de nodige verwikkelingen - (for meel) opgeheven. Het succes van Göttert bleef in tussen gewoon afstralen op Rühling. Engelse boksers in Frankrijk, Belgische pugilisten in Duitsland; Rühling regelde het. Als het moest zorgde hij hoogspersoonlijk voor het ver voer. „Je kunt het je nu niet meer indenken, maar ik ging ooit in Brussel een paar Belgen opha len en dan reden we in een Kever in een ruk door naar Berlijn en direct na de wedstrijd weer te rug." Gangsters Er zijn weinig boksarena's waar Rühling nooit met raad en daad zijn boksers heeft bijgestaan. In 1957 vertrok Rühling, met Wim Snoek, voor het eerst naar Zuid- Amerika. In het vliegtuig, met bestemming Montevideo, zei Rühling tegen Snoek: „Wim, we moeten voorzichtig zijn, want straks komen we onder de gang sters." „Ja, daar heb ik ook aan zitten denken," sprak Snoek met een zorgelijk gezicht. Drie maanden later zei Rühling tot zijn pupil. „Wim ik heb me ver gist, we zitten hier helemaal niet tussen de gangsters want die zitten in Europa. Zuidamerika nen zijn de aardigste mensen ter wereld." Slechte tijden De tijd dat boksers met grote regelmaat tussen de touwen stonden, ligt al weer lang achter ons. „Het is lang geleden dat het zo slecht was gesteld met het profboksen als nu," stelt Rühling. „Hier worden door tv- maatschappijen bedragen gebo den, waarvan je als promotor de vernieling ingaat. In het buiten land betaalt de tv zeer behoor lijk, zodat eventuele matige pu blieke belangstelling wordt op gevangen. De laatste twee jaar heeft het organiseren in Neder land iedere keer geld gekost. Behalve als je - zoals met Regilio Tuur - een Europees kampioen schap kunt organiseren." Rühling behartigt de belangen van zo'n twintig boksers waar onder zeven Nederlanders. De meesten van hen klagen over de lage frequentie van wedstrijden. Rühling: „Ik heb geen zin om aan de lopende band geld te verliezen en daarom boksen ze niet zoveel, maar ik verwacht dat het volgend jaar absoluut beter wordt. Er staat iets te gebeuren waardoor in België en Nederland meer gebokst zal worden. In een profcompetitie zouden die jongens in België, Nederland en Engeland boksen. Dat plan hangt samen met de belangstelling die een Engels tv- station en twee Amerikaanse zenders hebben voor het Neder landse boksen. Meer kan ik daar nu niet over zeggen." Perikelen waar Eddy Smulders - het paradepaardje van Rühling - geen last van heeft. De Europees kampioen in het halfzwaarge- wicht gaat er volgens Rühling echt uitspringen. „Eddy wordt steeds populairder, is geen bluf fer en presteert uitstekend. Als een Nederlandse bokser in het buitenland presteert, wordt dat hoger gewaardeerd dan een prestatie in Nederland. Smul ders heeft nu twee keer gebokst voor Europese titel. In Italië heeft hij de vacante titel in het halfzwaargewicht behaald in een gevecht tegen Yawe Davis waar ze nu nog over spreken in Italië, In november heeft hij van Nico- letta, een van de populairste Franse boksers gewonnen. De Franse tv is geïnteresserd in het volgend gevecht van Eddy. Ook als hij niet tegen een Fransman bokst en is het niet in Frankrijk. Dat is een Nederlandse bokser nog nooit overkomen." Opgewarmde lijken Rühling waakt over de gezond heid van zijn boksers. Hun be lang is natuurlijk ook zijn be lang, „Ik zie ze niet als robots die ik ongestraft een x-aantal keren de ring kan insturen." Derhalve worden zijn boksers voorzichtig gebracht. Hetgeen in de beginfase van hun carrière tegenstanders oplevert die soms alles doen behalve tegenstand bieden. Dergelijke paljassen he ten in bokstermen opgewarmde lijken. Rühling: „De term is van mij afkomstig. Ja ik breng opge warmde lijken in het begin. Om dat ik mijn jongens in hun eerste tien gevechten vertrouwen wil geven en daarom tegenstanders breng die in het begin niet al te moeilijk zijn. Als het grotere werk komt, zijn het natuurlijk andere wedstrijden. Dan zijn de risico's groter, maar verdienen ze ook meer." Deze week vertrok Rühling naar Curagao om te proberen in die contreien wedstrijden te arran geren. „Als het in Nederland niet gaat, dan maar daar." Rühling vertrekt niet alleen om zakelijke redenen naar Curagao. Als lief hebber van een tropisch klimaat zou hij er graag permanent ver blijven. „Maar dat kan niet want dan moet ik hier stoppen met mijn werk. Dat gebeurt dus niet, want ik kan niet buiten werk. Als ik geen werk heb ga ik dood." als favoriet van start, vöör Mar cel Wolfert. Verder kregen Mike Simon en Marcel Schouw even eens een beschermde positie toe bedeeld. In zijn eerste optreden komt Rob Simon uit tegen de winnaar van de partij Arno Jongsma-Jeroen Verstraeten. Marcel Wolfert moet in zijn eerste partij aan de bak tegen Serge Eude. Wed strijdleider Eude, deze hoeda nigheid heeft hij in het kader van zijn Cios-studie, rekende in de eerste ronde via 5-2 af met Lennard van den Boom. De routineerde Mike Simon moet aantreden tegen de jeugdige Vlissinger Jurjen Mooibroek die een zwaarbevochten overwin ning boekte op Joost Thorenaar Verder komt Marcel Schouw uit tegen zijn teamgenoot bij 't Hal ve Maantje Harold Schipper, die in de eerste ronde zijn handen vol had aan Dennis van 't Wes teinde, een andere teamgenoot. UITSLAGEN MANNEN ENKEL BI: poule 3: Jeroen Verstraeten-R°" nald van de Broek w.o.; afvalsche- ma: Jurjen Mooibroek-Joost Thore naar 5-4, Harold Schipper-Denn's van 't Westeinde 7-5, Serge Eude- Lennard van de Boom 5-2. B2: poule 2: Guido Tolhoek-Jau*0 Bronkhorst 10-2; poule 3: Kim La"' geraert-Chris Huiser 11 -1 Cl: afvalschema: Marlon Wisse* Martijn Proos 3-2, Rogier van Hous- selt-J.Keyser 9-4. C2: afvalschema: J.Otte-J.Wisse 5- M.Verwey-R.Barten 9-1, W-M* bruyère-J.Proos 10-2, E.Nieuwli J.Verpaalen 8-4. VROUWEN ENKEL B2: afvalschema: Eva Labruy^* Esther Verndrik 6-3, Afke Hartog" Monique Walraven 8-3, Marije Hee* ringa-Mirjam Hoek 5-4. Cl: afvalschema: M.van Sabbefl' D.Smid 9-3, S.van Leeuwen-C.va» Leeuwen 6-3. C2: afvalschema: A.van Straaten* H.van de Pols 9-3. MANNEN DUBBEL B: poule 1: Mike Simon/Kim Lang raert-Armand Tournois/JauK Bronkhorst 10-1; afvalschenw- Harold Schipper/Dennis van 't We teinde-Joost Thorenaar/RenlC Maandag 6-5. GEMENGD DUBBEL B: poule 3: Lucienne Sigmond/K nald van de Broek-Cora Cijvat/L-en nard van den Boom 7-3; afvalscfl ma: Van Leeuwen/Carpentier-LiJ vat/Van de Boom 6-5. Door Michel Bongers Baselga di Pinè - Vrijdaga vond, Baselga di Piné. In de veredelde blokhut waar Ro berto Sighel (27) samen met zijn broer en ouders woont, brandt de kachel op volle sterkte. 'Mama' Sighel hangt be trainingsbroek van zoon lief boven het fornuis om te drogen, terwijl Roberto een brulé (warme wijn met krui den) inschenkt. Buiten is het vijf graden onder nul en zijn de Rugock-bergen in een se rene rust gedompeld. Roberto Sighel, de boswachter die in respectievelijk 1991 en 1992 vice- en wereldkampioen schaatsen werd, woont in het Het kranten dichtgeplakte plaatsje in de buurt van Trento, Noord-Italië. De weg naar Ba selga di Piné kan gekwalificeerd worden als col van de 'eerste categorie' en zou in Nederland aangeduid worden met doden weg. In bijna elke bocht staat wel een met bloemen opgesierd kruisje met daar opgeplakt de pasfoto van de persoon, die ter plekke het leven liet. Aan de grote keukentafel in Hui ze Sighel is er geen sprake van een doodse stilte. De moeder van Roberto Sighel praat honderduit en verhaalt over die ene keer dat ze met haar man Mario naar het Thialf-stadion ging. „Oh meneer, wij hebben eerlijk gezegd niet veel van de wereld gezien. Toen we voor de eerste keer naar het Thialf-stadion in Heerenveen gingen waren mijn man en ik Zoveel toeschouwers in uat stadion en we waren be vreesd dat er iets zou gebeuren, «et gebouw zou kunnen instor ten of er zouden rellen kunnen uitbreken. Maar die vrees bleek ongegrond. Wat een fijn en spor tief schaatspubliek heeft u in Nederland. Een familie." "e Sighels hebben veel Neder- 'andse fans. Foto's en brieven, die als bewijs moeten dienen, zijn inmiddels op tafel versche nen. „Kijk", zegt Mama Sighel, „deze twee meisjes uit Zieuwent hebben afgelopen zomer nog bij ons gelogeerd. Roberto hoe heet ten ze ook al weer?" Sighel junior, die eerder op een boskabouter dan op een bos wachter lijkt, antwoordt slechts met: „Hou nou maar eens effe stil. Je bent de hele tijd al aan het woord geweest. Basta, heb ik gezegd." Ongehinderd Roberto Sighel is gekleed in trai ningsoutfit. Hij heeft zojuist voor het Italiaans kampioen schap de 500 en 5000 meter verreden op de kunstijsbaan van Baselga di Piné, die op een steenworp afstand van zijn adres is gesitueerd. Hij voert het klas sement aan en zal ongehinderd de tiende nationale titel in de wacht slepen. Een schaatsgrootheid, dat is-ie in Italië. Maar dat wil nog niet zeggen dat hij ook zo wordt behandeld. Vrijdagavond, na de vijf kilometer moest hij bijvoor beeld nog even een plasje afleve ren voor de dopingtest. Dat duurde dus vijf kwartier, omdat Sighel geen identiteitsbewijs bij zich had. De dienstdoende dok ter was zelfs niet door een afge vaardigde van de Italiaanse schaatsbond te vermurwen, waardoor Sighel dus eerst thuis een legitimatiebewijs moest op halen. Het schaatsen in Italië is zo rot als een mispel. De Federazione Italiano Sport Ghiaccio (FISG) wordt geleid door leden die een bestuursfunctie uitoefenen tot meerdere eer en glorie van zich zelf. Voor Sighel is dat geen verrassing. Talloze aanvaringen heeft hij al met de FISG achter de rug en alle confrontaties heeft hij verloren. „Ze zetten me tel kens met de rug tegen de muur. Ik kan geen kant op." Als voorbeeld kan de aanstelling van de bondscoach Boris Baris- jev dienen. Barisjev vervulde tot voor twee jaar geleden een hoge bestuursfunctie bij de Russische schaatsbond. Als schaatser en als trainer heeft Barisjev een relatief onbeschreven condui testaat. Een handje-klap-akkoord tussen de top-bobo's Barisjev en Lucia no Tava (vice-voorzitter van de Italiaanse schaatsbond) leidde tot de aanstelling van eerstge noemde als coach van de Itali aanse schaatsploeg. „Ik heb fel tegen de aanstelling geprotesteerd," aldus Sighel. „Barisjev is niet de man die mij op topniveau nog wat kan leren. Ik wilde met trainer Maurizio Marchetto verder. Inderdaad, Marchetto en ik zijn twee ver schillende types. We hebben wat meningsverschilen gehad maar hij is voor mij wel de ideale coach. De bond besliste echter anders. Politieke en persoonlijke motieven lagen aan die aanstel ling van Barisjev ten grondslag. Ik heb de kont tegen de krib gegooid, maar op een gegeven moment zei de bond: 'Je doet wat wij zeggen anders schaats je helemaal niet meer'. Toen heb ik maar gecapituleerd." De bond verbood Sighel ook een sponsorcontract aan te gaan met het Nederlandse dorpje Dwinge- loo. „Vorig jaar heb ik daar al een hoop problemen mee gehad en voor dit seizoen is me een verbod opgelegd. Dat vind ik jammer, omdat ik blij ben met de steun van Dwingeloo. Maar de bond staat op haar strepen. Ze hebben een sponsor en daar naast is er geen ruimte voor persoonlijke sponsors. Vanuit Dwingeloo heeft men nog gepro beerd om de bond over te halen, maar men reageerde negatief. De Italiaanse bond is een casino, een zooitje." Schaatspionier Roberto Sighel leerde het schaatsen van zijn vader Mario, een schaatspionier in Italië. Plaats van handeling: het in de winter bevroren meer van Basel ga di Piné, genaamd Lago di Serraia. Als de met paarden voortgetrokken sleeën de sneeuw van het ijs hadden geschraapt bonden vader en zoon Sighel de ijzers onder. Rondje na rondje zwierden ze dan achter elkaar over het ijs. Inmiddels heeft Baselga di Piné sinds 1983 een heuse kunstijs baan en is Roberto Sighel toege treden tot de crème de la crème van de internationale schaat- stop. 1991 en 1992 waren topja ren voor hem, het vorig seizoen daarentegen een rampjaar. „Ik heb," zo verklaart hij cryp tisch, „de motor van een Ferrari, maar de carrosserie van een Fiat 500. In fysiek opzicht ben ik soms niet honderd procent. Vo rig seizoen was ik niet echt in vorm. Ook nu niet. Kijk, met uitzondering van de maand april train ik het hele jaar door. Maar dat doe ik wel grotendeels zon der begeleiding. Van de bond kan ik bijvoorbeeld pas één maand voor de grote kampioen schappen naar een fysiothera peut/masseur toegaan. Dat is verkeerd. In de zomer houdt nie mand mijn progressie bij. Dan loop je de kans dat je bij een toernooi opeens niet in vorm blijkt te zijn. Het enige dat ik kan doen is luisteren naar mijn eigen lichaam, maar dat is wel natte-vinger-werk. Hoogtestages Hij vergelijkt zijn situatie met die van de Noren en de Neder landers. „Hoogtestages zijn voor mij geen haalbare kaart. Een goede trainers- en medische staf heb ik niet. Bij de grote kam pioenschappen in het buitenland word ik aangemoedigd door tien fans uit mijn dorp. Financieel kan ik mijn hoofd net boven water houden. Begrijp met niet verkeerd. Ik klaag niet, want als ik kan schaatsen, ben ik al tevre den. Het enige wat ik duidelijk wil maken Is dat ik me moet behelpen ten opzichte van die andere jongens. En dat zeg ik zeker niet uit jaloezie." Drie grote toernooien staan er dit seizoen op het programma. Het EK- allround in Hamar (7-9 jan.), de Winterspelen in Hamar (12-27 feb.) en het WK-allround in Göteborg (12-13 maart). Sig hel dicht zichzelf weinig kansen toe. Koss, Zandstra, Veldkamp Ritsma, Jansen, een Japanner, zijn de mannen die volgens hem reële kansen hebben op een Olympische medaille. Natuur lijk, ook Sighel zal proberen te pieken, maar in wezen is dit seizoen slechts een overbrug gingsjaar. In februari 1995 wordt namelijk voor het eerst in de geschiedenis een WK-allround in Italië afge werkt en nog wel op de thuis- baan van Sighel in Baselga di Piné. Bovendien is Sighel tegen die tijd 29 en zou hij zijn car rière dan waardig kunnen be sluiten. „Eerlijk gezegd ben ik er helemaal niet zo gelukkig mee dat het WK in mijn woonplaats plaatsvindt. De mensen hier leg gen nu al een druk op mij. Ze eisen dat ik wereldkampioen word en ik kan en mag niet falen. Ik hoop niet van zenuwen verlamd te raken. Eigen wijze Zover is het nog lang niet. Het seizoen 1994 moet nog echt be ginnen en Sighel bereidt zich op zijn eigen wijze voor. Dagelijks trainen op de baan, hardlopen en mountainbiken in de bossen en kracht- en schaatsoefeningen in het door Pa Mario omgebouwde schuurtje. En dat alles onder de liefdevolle vleugels van zijn moeder, die hem bij wijze van spreken 's avonds voor het sla pen gaan nog even 'instopt'. Roberto kijkt nog eens de tijden door die zijn concurrenten ge realiseerd hebben, terwijl Mama Sighel de trainingsbroek boven het fornuis omdraait. En Papa Mario.... Die zit nog in het club huis aan de brulé, ongetwijfeld te verhalen over die goeie oude tijd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 11