'Als ik geen werk heb, ga ik dood'
'Ik heb de motor van een Ferrari en de carrosserie van een Fiat 500'
B2
Henk Rühling gaat vijftigste jaar in als bokspromotor:
s verwarmt
zencross
Roberto Sighel maakt van de nood een deugd
ieuws KORT
sse libre
bre jeugd
DE STEM
SPORT
B3
bekend in Goes
30 DECEMBER 1993
cross, die hij vorig jaar nog
had gewonnen. „Het belang
rijkste voor mij is dat ik mo
menteel goed rijd. In de finale
zat ik dan ook niet echt ka
pot," liet de in Kapellen wo
nende Nederlander weten na
dat hij in de finale van de
boeiende wedstrijd voorbij
was gestoken door Mare Jans-
sens. De Belg overbrugde in
het laatste kwartier van de
cross een achterstand van
bijna dertig seconden. „Mijn
ketting begon drie ronden
voor het einde over te slaan,"
gaf Van der Poel als verkla
ring voor het prijsgeven van
zijn aanvankelijk riante voor
sprong.
UITSLAGEN
Azencross (vierde wedstrijd om
de wereldbeker): 1. Mare Janssen
(Bel), 2. Adrie van der Poel (Ned),
3. Paul Hereijgers (Bel), 4. Peter
van Santvliet (Bel), 5. Danny de
Bie (Bel), 6. Dominique AiTiould
(Fra), 7. Henk Baars (Ned), 8.
Erwin Vervecken (Bel), 9. Mike
Kluge (Dui), 10. Wim de Vos
(Nea), 11. Pavel Camrda (Tsj), 12.
Beat Wabel (Zwi), 13. Huub
Kools (Ned), 14. Laurent Cailleau
(Fra), 15. Peter Willemse (Bel), 43.
Frank van Bakel (Ned).
Stand wereldbeker: 1. Hereijgers
73, 2. De Bie 50, 3. Janssens 48, 4.
Van den Abeele (Bel) 28, 5. RÏ
Groenendaal (Ned) 23, 6. Kaelin
(Zwi) 21,7. Wabel 20, 8. Simunek
(Tsj) en Pontoni (Ita) 15, 10. Breu
(Zwi) 13.
Junioren: 1. Ben Berden (Bel), 2.
David Willemsens (Bel), 3. Sven
Nijs (Bel), 4. Gretienus Gommers
(Ned), 19. Felix Kools (Ned).
Nieuwelingen: 1. Bart Wellens
(Bel), 2. David Meijs (Bel), 3. Paul
van Loon (Bel), 11. Camiel van de
Bergh (Ned), 16. Remco de Bruijn
(Ned).
uit Hulst, lid van de biljartver-
e uit St.-Jansteen, neemt van
januari deel aan het kampioen-
het gewest Zuid-Nederland. Op
partijen af in café De Pin in
trict Walcheren en De Bevelan-
elaar van de biljartvereniging
actie.
e, lid van de jeugdbiljartvereni-
zaterdag 8 en zondag 9 januari
an Nederland vijfde klasse libre
is hij te gast in café-eethuis 't
biljartvereniging 'De Vrolijke
:orgt.
Istrijd binnenkwam moet hij in de
itreden tegen de als nummer één
Hardenberg.
Hardenberg) moyenne 1,37, 2. Emiel
lakker (Oost-Zwaagdijk) 1,36, 4. Teh
5. Dennis van Delft ('s-Hertogen-
ïravenhage) 1,20, 7. Michel Bergsma
i) 1,09.
eda-bokaal
te Sas van Gent komt zaterdag 8
e strijd om de Reseda-bokaal, het
biljart. Vanaf 19.00 uur beginnen
nen de volgende spelers uit: Theo
Sandrini, Felix Bouwens, Robby
ie Vilder en Willy van Dorst.
DONDERDAG 30 DECEMBER 1993
VOOR HENK RÜHLING wordt 1994 het vijftigste
jaar dat hij actief zal zijn als bokspromotor. De
Zandvoorter is niet alleen in die hoedanigheid actief.
Manager, matchmaker en adviser zijn andere bezig
heden die op zijn visitekaartje staan vermeld. In
september 1940 werd hij op 25-jarige leeftijd de
jongste promotor in Europa. „Ik ben nu 73 jaar. Er
zijn mensen die zeggen dat ik te oud ben voor dit
werk. Met in hun achterhoofd de gedachte dat ze
mijn boksers over kunnen nemen, maar dat kunnen
ze voorlopig wel vergeten. Dat zit er echt niet in."
Door Angelo Damen
Zandvoort - Gepokt en ge
mazeld. Bewonderd en
verguisd. Ooit voor het le
ven geschorst door de Ne
derlandse boksbond. Met
die amateurs - hoe aardig
ze ook zijn - kan professio
nal Rühling ook.anno 1993
niet werken.
Het Franse sportblad l'Equipe
koos hem in 1979 tot manager
van het jaar. Wat er ook over de
man met de onafscheidelijke si
gaar wordt gezegd; hij bepaalt -
niet zonder succes - al decennia
j het gezicht van het Neder
landse boksen. „Ik ben zes jaar
manager van Rudi Koopmans
geweest en zes jaar was hij Eu
ropees kampioen. Alex Blan-
chard had die titel 3V4 jaar en
met Eddy Smulders wil ik ook
zoiets bereiken."
H.J.W. Rühling hoeven ze ook op
13-jarige leeftijd niets wijs te
maken. „Het is moeilijk om mij
in de maling te nemen. Ik heb
alles meegemaakt. In de laatste
tien jaar hebben twee mensen
geprobeerd misbruik van me te
maken. Ze zaten samen met mij
in de organisatie van een bokse-
venement, maar toen dat misliep
dachten ze toch nog goed te
zitten. Ze lieten iemand het con
tract lezen en die zei: 'Je moet
het contract nog een keer door
lezen, want hierin staat dat je de
loopjongen van Henk Rühling
bent en dat hij je te allen tijde de
zak kan geven.' Ik weet echt wel
boe ik een contract op moet
stellen."
„Ik zie echter geen vijanden
meer, maar misschien dat som
mige mensen mij zo zien. De
jaloezie hebben ze in dit land
uitgevonden. Als ik op tv iets zie
wat tegen mij gericht is, zeg ik
tegen mezelf: 'moet je die stak
ker nou zien'. Dat is de enige
manier om door te gaan. Anders
had ik al lang een hartaanval of
een hersenbloeding gehad. In het
buitenland word ik' gewaar
deerd. In Nederland kan ik bijna
mets goed doen. Dertig jaar ge
leden trok ik me al die dingen
aan. Je kunt doorgaan en je
laten beïnvloeden door wat ze
over je schrijven of zeggen en je
gezondheid gaat eraan. Of je
hebt lak aan iedereen en gaat je
eigen gang. Ik heb voor het laat
ste gekozen."
Milder
Rühling zegt milder te zijn ge
worden na de hersenoperatie die
hij in maart van het vorig jaar
moest ondergaan. „Als je de
dood in ogen hebt gezien, ga je
anders tegen het leven aankij
ken." Zoals hij een heel leven
lang te maken heeft gehad met
recordlijsten van boksers; zo had
hij ook graag de prestatielijst
van de behandelende chirurg ge
zien. „Ik wilde weieens weten
hoeveel hij er door zijn vingers
had laten glippen." De goede
staat van dienst van betrokken
chirurg stelde Rühling gerust.
De zeven uur durende operatie
werd een gevecht met de dood.
„Ik was zo'n geval van: komt hij
er door of niet. Ik heb 48 uur in
coma gelegen. Mijn vrouw vroeg
een paar weken na de operatie:
'Weet je waarom jij bent blijven
leven?' Ik zei: 'ja ik wilde niet
dood'. 'Nee' zie Edda. 'Jij gunde
de contracten met de boksers
niet aan andere managers'. Als
ik er niet meer ben, neemt Edda
de hele handel over. Managers
hebben hun vrouw er liever niet
bij. Wij zijn een eenheid. Edda
gaat al 33 jaar mee in het boks-
wereldje. We bespreken alles
met elkaar. Ze heeft absoluut
verstand van boksen en is men
selijk. Zakelijk is het zo dat
Edda mij de laatste jaren advie
zen geeft waarvan ik denk: 'ver
rekt, daar had ik zelf niet aan
gedacht'."
Bezeten
Als klein jongetje was Rühling al
bezeten van boksen. „In die tijd
- ik was misschien tien jaar oud
- hadden we al een radio waarop
ik de wedstrijd tussen Max Sch-
meling en Joe Louis kon volgen
die in Amerika werd gebokst."
Het bleef niet bij luisteren al
leen. In de kelder van het ouder
lijk huis in Amsterdam werd een
Henk Rühlinq met zijn vrouw Edda op het strand van Zandvoort. „We zijn een hechte eenheid, we bespreken alles met elkaar.
a FOTO MARTIN MOOIJ
oude rugbybal met gebruik van
elastieken tussen plafond en
vloer gespannen en kon hij zich
uitleven.
De Duitse bezetter zorgde in de
oorlogsjaren voor het opheffen
van het boksverbod in Neder
land. Rühling: „Dat is een de
weinige goede dingen die de
Duitsers hebben gedaan. Tot die
tijd kon er niet vrij gebokst
worden in Nederland." In 1941
probeerde Rühling alle boks
wedstrijden in Amsterdam en
Den Haag bij te wonen. Bij een
bezoek aan wedstrijden in de
Residentie viel het oog van
Rühling op een grote zwarte kist
waarop stond; promotor Anton
Wetemans. „Ik dacht toen: 'stel
je voor dat daar promotor Henk
Rühling op staat'."
Een droom die na de oorlog
werkelijkheid zou worden. Tot
dat moment greep Rühling alle
mogelijkheden aan de bokswe-
reld tot de zijne te maken en hij
ging daarvoor ook naar het bui
tenland. „Gilbert Benaïm -
matchmaker in het sportpaleis
Velodrome d'Hiver in Parijs - zei
me altijd: Henk, never work for
the glory; work for the money.
The glory is coming with the
money. Maar in die dagen dacht
ik nog helemaal niet aan geld
verdienen met boksen."
„In 1942 kwam ik bij de school
van Dick Groothuis terecht en
daar heb ik de eerste wedstrij
den gebokst al amateur. Bij
Groothuis was ik ook redacteur
van het boksblad dat iedere
maand werd uitgegeven." Een
jaar later moest Rühling onder
duiken om aan de Arbeitseinsatz
te ontsnappen. Tot het einde van-
de oorlog zat hij ondergedoken.
De passie voor boksen was zo
groot geworden dat hij zijn voor
oorlogse baan als autoverkoper
eraan gaf. Op 25-jarige leeftijd
was hij bokspromotor. De eerste
wedstrijd organiseerde Rühling
in het Zandvoortse Monopole
met louter amateurpartijen. „Na
de oorlog had ik 30.000 gulden
beschikbaar. Ik wilde de grote
promotor spelen en dacht meer
aan de glory dan aan the money.
Binnen een jaar was ik dat geld
kwijt, want ik had niet door dat
je veel leergeld moet betalen om
in het profboksen iets te kunnen
gaan betekenen. Omdat ik nog
geen eigen boksstal had, moest
ik boksers van andere managers
nemen. Hun gages waren zo
hoog dat ik zelfs bij een uitver
kocht huis maar een klein beetje
geld overhield."
Rühling begreep dat hij het an
ders moest aanpakken en besloot
de Nederlandse boksers in het
buitenland te 'brengen'. „Pierre
Doorenbosch was in 1947 in Ber
lijn de eerste bokser die ik
bracht." Duitsland was in die
dagen het bokscentrum, maar
het duurde enige tijd voordat
Rühling (zelf van Duitse af
komst) zijn anti-Duitse gevoe
lens opzij had gezet. In Berlijn
maakte Hen Rühling kennis met
Hen Joachim Göttert, een van
de grootste naoorlogse promo
tors. Rühling was erg onder de
indruk van het boksen zoals
Göttert het organiseerde. „Göt
tert had uitstraling, was sympa
thiek en duizend procent eerlijk.
Met hem heb ik over geld nooit
problemen gehad. Tien jaar lang
spraken we elkaar aan het Herr.
Ik ging voor zijn boksers in heel
Europa tegenstanders zoeken. Ik
was zijn exclusieve agent in ze
kere zin. Göttert organiseerde
iedere drie weken een boks
avond. ik zat daar op fluweel."
Dat Rühling in die jaren door de
Nederlandse boksbond voor het
leven werd geschorst deerde hem
niet. „Ik had iets gedaan wat nu
heel gewoon is. Ik had een bui
tenstaander geïnteresseerd om
geld te steken in bokswedstrij
den in Nederland. Wat dat be
treft was ik mijn tijd ver vooruit,
maar die actie stuitte op be
zwaar van de boksbond." De
'maatregel' van de bond sorteer
de weinig effect. Jaren later
werd de schorsing - niet zonder
de nodige verwikkelingen - (for
meel) opgeheven.
Het succes van Göttert bleef in
tussen gewoon afstralen op
Rühling. Engelse boksers in
Frankrijk, Belgische pugilisten
in Duitsland; Rühling regelde
het. Als het moest zorgde hij
hoogspersoonlijk voor het ver
voer. „Je kunt het je nu niet
meer indenken, maar ik ging ooit
in Brussel een paar Belgen opha
len en dan reden we in een Kever
in een ruk door naar Berlijn en
direct na de wedstrijd weer te
rug."
Gangsters
Er zijn weinig boksarena's waar
Rühling nooit met raad en daad
zijn boksers heeft bijgestaan. In
1957 vertrok Rühling, met Wim
Snoek, voor het eerst naar Zuid-
Amerika. In het vliegtuig, met
bestemming Montevideo, zei
Rühling tegen Snoek: „Wim, we
moeten voorzichtig zijn, want
straks komen we onder de gang
sters." „Ja, daar heb ik ook aan
zitten denken," sprak Snoek met
een zorgelijk gezicht. Drie
maanden later zei Rühling tot
zijn pupil. „Wim ik heb me ver
gist, we zitten hier helemaal niet
tussen de gangsters want die
zitten in Europa. Zuidamerika
nen zijn de aardigste mensen ter
wereld."
Slechte tijden
De tijd dat boksers met grote
regelmaat tussen de touwen
stonden, ligt al weer lang achter
ons. „Het is lang geleden dat het
zo slecht was gesteld met het
profboksen als nu," stelt
Rühling. „Hier worden door tv-
maatschappijen bedragen gebo
den, waarvan je als promotor de
vernieling ingaat. In het buiten
land betaalt de tv zeer behoor
lijk, zodat eventuele matige pu
blieke belangstelling wordt op
gevangen. De laatste twee jaar
heeft het organiseren in Neder
land iedere keer geld gekost.
Behalve als je - zoals met Regilio
Tuur - een Europees kampioen
schap kunt organiseren."
Rühling behartigt de belangen
van zo'n twintig boksers waar
onder zeven Nederlanders. De
meesten van hen klagen over de
lage frequentie van wedstrijden.
Rühling: „Ik heb geen zin om
aan de lopende band geld te
verliezen en daarom boksen ze
niet zoveel, maar ik verwacht
dat het volgend jaar absoluut
beter wordt. Er staat iets te
gebeuren waardoor in België en
Nederland meer gebokst zal
worden. In een profcompetitie
zouden die jongens in België,
Nederland en Engeland boksen.
Dat plan hangt samen met de
belangstelling die een Engels tv-
station en twee Amerikaanse
zenders hebben voor het Neder
landse boksen. Meer kan ik daar
nu niet over zeggen."
Perikelen waar Eddy Smulders -
het paradepaardje van Rühling -
geen last van heeft. De Europees
kampioen in het halfzwaarge-
wicht gaat er volgens Rühling
echt uitspringen. „Eddy wordt
steeds populairder, is geen bluf
fer en presteert uitstekend. Als
een Nederlandse bokser in het
buitenland presteert, wordt dat
hoger gewaardeerd dan een
prestatie in Nederland. Smul
ders heeft nu twee keer gebokst
voor Europese titel. In Italië
heeft hij de vacante titel in het
halfzwaargewicht behaald in een
gevecht tegen Yawe Davis waar
ze nu nog over spreken in Italië,
In november heeft hij van Nico-
letta, een van de populairste
Franse boksers gewonnen. De
Franse tv is geïnteresserd in het
volgend gevecht van Eddy. Ook
als hij niet tegen een Fransman
bokst en is het niet in Frankrijk.
Dat is een Nederlandse bokser
nog nooit overkomen."
Opgewarmde lijken
Rühling waakt over de gezond
heid van zijn boksers. Hun be
lang is natuurlijk ook zijn be
lang, „Ik zie ze niet als robots
die ik ongestraft een x-aantal
keren de ring kan insturen."
Derhalve worden zijn boksers
voorzichtig gebracht. Hetgeen in
de beginfase van hun carrière
tegenstanders oplevert die soms
alles doen behalve tegenstand
bieden. Dergelijke paljassen he
ten in bokstermen opgewarmde
lijken. Rühling: „De term is van
mij afkomstig. Ja ik breng opge
warmde lijken in het begin. Om
dat ik mijn jongens in hun eerste
tien gevechten vertrouwen wil
geven en daarom tegenstanders
breng die in het begin niet al te
moeilijk zijn. Als het grotere
werk komt, zijn het natuurlijk
andere wedstrijden. Dan zijn de
risico's groter, maar verdienen
ze ook meer."
Deze week vertrok Rühling naar
Curagao om te proberen in die
contreien wedstrijden te arran
geren. „Als het in Nederland niet
gaat, dan maar daar." Rühling
vertrekt niet alleen om zakelijke
redenen naar Curagao. Als lief
hebber van een tropisch klimaat
zou hij er graag permanent ver
blijven. „Maar dat kan niet want
dan moet ik hier stoppen met
mijn werk. Dat gebeurt dus niet,
want ik kan niet buiten werk.
Als ik geen werk heb ga ik
dood."
als favoriet van start, vöör Mar
cel Wolfert. Verder kregen Mike
Simon en Marcel Schouw even
eens een beschermde positie toe
bedeeld.
In zijn eerste optreden komt Rob
Simon uit tegen de winnaar van
de partij Arno Jongsma-Jeroen
Verstraeten. Marcel Wolfert
moet in zijn eerste partij aan de
bak tegen Serge Eude. Wed
strijdleider Eude, deze hoeda
nigheid heeft hij in het kader
van zijn Cios-studie, rekende in
de eerste ronde via 5-2 af met
Lennard van den Boom. De
routineerde Mike Simon moet
aantreden tegen de jeugdige
Vlissinger Jurjen Mooibroek die
een zwaarbevochten overwin
ning boekte op Joost Thorenaar
Verder komt Marcel Schouw uit
tegen zijn teamgenoot bij 't Hal
ve Maantje Harold Schipper, die
in de eerste ronde zijn handen
vol had aan Dennis van 't Wes
teinde, een andere teamgenoot.
UITSLAGEN
MANNEN ENKEL
BI: poule 3: Jeroen Verstraeten-R°"
nald van de Broek w.o.; afvalsche-
ma: Jurjen Mooibroek-Joost Thore
naar 5-4, Harold Schipper-Denn's
van 't Westeinde 7-5, Serge Eude-
Lennard van de Boom 5-2.
B2: poule 2: Guido Tolhoek-Jau*0
Bronkhorst 10-2; poule 3: Kim La"'
geraert-Chris Huiser 11 -1
Cl: afvalschema: Marlon Wisse*
Martijn Proos 3-2, Rogier van Hous-
selt-J.Keyser 9-4.
C2: afvalschema: J.Otte-J.Wisse 5-
M.Verwey-R.Barten 9-1, W-M*
bruyère-J.Proos 10-2, E.Nieuwli
J.Verpaalen 8-4.
VROUWEN ENKEL
B2: afvalschema: Eva Labruy^*
Esther Verndrik 6-3, Afke Hartog"
Monique Walraven 8-3, Marije Hee*
ringa-Mirjam Hoek 5-4.
Cl: afvalschema: M.van Sabbefl'
D.Smid 9-3, S.van Leeuwen-C.va»
Leeuwen 6-3.
C2: afvalschema: A.van Straaten*
H.van de Pols 9-3.
MANNEN DUBBEL
B: poule 1: Mike Simon/Kim Lang
raert-Armand Tournois/JauK
Bronkhorst 10-1; afvalschenw-
Harold Schipper/Dennis van 't We
teinde-Joost Thorenaar/RenlC
Maandag 6-5.
GEMENGD DUBBEL
B: poule 3: Lucienne Sigmond/K
nald van de Broek-Cora Cijvat/L-en
nard van den Boom 7-3; afvalscfl
ma: Van Leeuwen/Carpentier-LiJ
vat/Van de Boom 6-5.
Door Michel Bongers
Baselga di Pinè - Vrijdaga
vond, Baselga di Piné. In de
veredelde blokhut waar Ro
berto Sighel (27) samen met
zijn broer en ouders woont,
brandt de kachel op volle
sterkte. 'Mama' Sighel hangt
be trainingsbroek van zoon
lief boven het fornuis om te
drogen, terwijl Roberto een
brulé (warme wijn met krui
den) inschenkt. Buiten is het
vijf graden onder nul en zijn
de Rugock-bergen in een se
rene rust gedompeld.
Roberto Sighel, de boswachter
die in respectievelijk 1991 en
1992 vice- en wereldkampioen
schaatsen werd, woont in het
Het kranten dichtgeplakte
plaatsje in de buurt van Trento,
Noord-Italië. De weg naar Ba
selga di Piné kan gekwalificeerd
worden als col van de 'eerste
categorie' en zou in Nederland
aangeduid worden met doden
weg. In bijna elke bocht staat
wel een met bloemen opgesierd
kruisje met daar opgeplakt de
pasfoto van de persoon, die ter
plekke het leven liet.
Aan de grote keukentafel in Hui
ze Sighel is er geen sprake van
een doodse stilte. De moeder van
Roberto Sighel praat honderduit
en verhaalt over die ene keer dat
ze met haar man Mario naar het
Thialf-stadion ging. „Oh meneer,
wij hebben eerlijk gezegd niet
veel van de wereld gezien. Toen
we voor de eerste keer naar het
Thialf-stadion in Heerenveen
gingen waren mijn man en ik
Zoveel toeschouwers in
uat stadion en we waren be
vreesd dat er iets zou gebeuren,
«et gebouw zou kunnen instor
ten of er zouden rellen kunnen
uitbreken. Maar die vrees bleek
ongegrond. Wat een fijn en spor
tief schaatspubliek heeft u in
Nederland. Een familie."
"e Sighels hebben veel Neder-
'andse fans. Foto's en brieven,
die als bewijs moeten dienen,
zijn inmiddels op tafel versche
nen. „Kijk", zegt Mama Sighel,
„deze twee meisjes uit Zieuwent
hebben afgelopen zomer nog bij
ons gelogeerd. Roberto hoe heet
ten ze ook al weer?"
Sighel junior, die eerder op een
boskabouter dan op een bos
wachter lijkt, antwoordt slechts
met: „Hou nou maar eens effe
stil. Je bent de hele tijd al aan
het woord geweest. Basta, heb ik
gezegd."
Ongehinderd
Roberto Sighel is gekleed in trai
ningsoutfit. Hij heeft zojuist
voor het Italiaans kampioen
schap de 500 en 5000 meter
verreden op de kunstijsbaan van
Baselga di Piné, die op een
steenworp afstand van zijn adres
is gesitueerd. Hij voert het klas
sement aan en zal ongehinderd
de tiende nationale titel in de
wacht slepen.
Een schaatsgrootheid, dat is-ie
in Italië. Maar dat wil nog niet
zeggen dat hij ook zo wordt
behandeld. Vrijdagavond, na de
vijf kilometer moest hij bijvoor
beeld nog even een plasje afleve
ren voor de dopingtest. Dat
duurde dus vijf kwartier, omdat
Sighel geen identiteitsbewijs bij
zich had. De dienstdoende dok
ter was zelfs niet door een afge
vaardigde van de Italiaanse
schaatsbond te vermurwen,
waardoor Sighel dus eerst thuis
een legitimatiebewijs moest op
halen.
Het schaatsen in Italië is zo rot
als een mispel. De Federazione
Italiano Sport Ghiaccio (FISG)
wordt geleid door leden die een
bestuursfunctie uitoefenen tot
meerdere eer en glorie van zich
zelf. Voor Sighel is dat geen
verrassing. Talloze aanvaringen
heeft hij al met de FISG achter
de rug en alle confrontaties heeft
hij verloren. „Ze zetten me tel
kens met de rug tegen de muur.
Ik kan geen kant op."
Als voorbeeld kan de aanstelling
van de bondscoach Boris Baris-
jev dienen. Barisjev vervulde tot
voor twee jaar geleden een hoge
bestuursfunctie bij de Russische
schaatsbond. Als schaatser en
als trainer heeft Barisjev een
relatief onbeschreven condui
testaat.
Een handje-klap-akkoord tussen
de top-bobo's Barisjev en Lucia
no Tava (vice-voorzitter van de
Italiaanse schaatsbond) leidde
tot de aanstelling van eerstge
noemde als coach van de Itali
aanse schaatsploeg.
„Ik heb fel tegen de aanstelling
geprotesteerd," aldus Sighel.
„Barisjev is niet de man die mij
op topniveau nog wat kan leren.
Ik wilde met trainer Maurizio
Marchetto verder. Inderdaad,
Marchetto en ik zijn twee ver
schillende types. We hebben wat
meningsverschilen gehad maar
hij is voor mij wel de ideale
coach. De bond besliste echter
anders. Politieke en persoonlijke
motieven lagen aan die aanstel
ling van Barisjev ten grondslag.
Ik heb de kont tegen de krib
gegooid, maar op een gegeven
moment zei de bond: 'Je doet
wat wij zeggen anders schaats je
helemaal niet meer'. Toen heb ik
maar gecapituleerd."
De bond verbood Sighel ook een
sponsorcontract aan te gaan met
het Nederlandse dorpje Dwinge-
loo. „Vorig jaar heb ik daar al
een hoop problemen mee gehad
en voor dit seizoen is me een
verbod opgelegd. Dat vind ik
jammer, omdat ik blij ben met
de steun van Dwingeloo. Maar
de bond staat op haar strepen.
Ze hebben een sponsor en daar
naast is er geen ruimte voor
persoonlijke sponsors. Vanuit
Dwingeloo heeft men nog gepro
beerd om de bond over te halen,
maar men reageerde negatief. De
Italiaanse bond is een casino,
een zooitje."
Schaatspionier
Roberto Sighel leerde het
schaatsen van zijn vader Mario,
een schaatspionier in Italië.
Plaats van handeling: het in de
winter bevroren meer van Basel
ga di Piné, genaamd Lago di
Serraia. Als de met paarden
voortgetrokken sleeën de sneeuw
van het ijs hadden geschraapt
bonden vader en zoon Sighel de
ijzers onder. Rondje na rondje
zwierden ze dan achter elkaar
over het ijs.
Inmiddels heeft Baselga di Piné
sinds 1983 een heuse kunstijs
baan en is Roberto Sighel toege
treden tot de crème de la crème
van de internationale schaat-
stop. 1991 en 1992 waren topja
ren voor hem, het vorig seizoen
daarentegen een rampjaar.
„Ik heb," zo verklaart hij cryp
tisch, „de motor van een Ferrari,
maar de carrosserie van een Fiat
500. In fysiek opzicht ben ik
soms niet honderd procent. Vo
rig seizoen was ik niet echt in
vorm. Ook nu niet. Kijk, met
uitzondering van de maand april
train ik het hele jaar door. Maar
dat doe ik wel grotendeels zon
der begeleiding. Van de bond
kan ik bijvoorbeeld pas één
maand voor de grote kampioen
schappen naar een fysiothera
peut/masseur toegaan. Dat is
verkeerd. In de zomer houdt nie
mand mijn progressie bij. Dan
loop je de kans dat je bij een
toernooi opeens niet in vorm
blijkt te zijn. Het enige dat ik
kan doen is luisteren naar mijn
eigen lichaam, maar dat is wel
natte-vinger-werk.
Hoogtestages
Hij vergelijkt zijn situatie met
die van de Noren en de Neder
landers. „Hoogtestages zijn voor
mij geen haalbare kaart. Een
goede trainers- en medische staf
heb ik niet. Bij de grote kam
pioenschappen in het buitenland
word ik aangemoedigd door tien
fans uit mijn dorp. Financieel
kan ik mijn hoofd net boven
water houden. Begrijp met niet
verkeerd. Ik klaag niet, want als
ik kan schaatsen, ben ik al tevre
den. Het enige wat ik duidelijk
wil maken Is dat ik me moet
behelpen ten opzichte van die
andere jongens. En dat zeg ik
zeker niet uit jaloezie."
Drie grote toernooien staan er
dit seizoen op het programma.
Het EK- allround in Hamar (7-9
jan.), de Winterspelen in Hamar
(12-27 feb.) en het WK-allround
in Göteborg (12-13 maart). Sig
hel dicht zichzelf weinig kansen
toe. Koss, Zandstra, Veldkamp
Ritsma, Jansen, een Japanner,
zijn de mannen die volgens hem
reële kansen hebben op een
Olympische medaille. Natuur
lijk, ook Sighel zal proberen te
pieken, maar in wezen is dit
seizoen slechts een overbrug
gingsjaar.
In februari 1995 wordt namelijk
voor het eerst in de geschiedenis
een WK-allround in Italië afge
werkt en nog wel op de thuis-
baan van Sighel in Baselga di
Piné. Bovendien is Sighel tegen
die tijd 29 en zou hij zijn car
rière dan waardig kunnen be
sluiten. „Eerlijk gezegd ben ik er
helemaal niet zo gelukkig mee
dat het WK in mijn woonplaats
plaatsvindt. De mensen hier leg
gen nu al een druk op mij. Ze
eisen dat ik wereldkampioen
word en ik kan en mag niet
falen. Ik hoop niet van zenuwen
verlamd te raken.
Eigen wijze
Zover is het nog lang niet. Het
seizoen 1994 moet nog echt be
ginnen en Sighel bereidt zich op
zijn eigen wijze voor. Dagelijks
trainen op de baan, hardlopen en
mountainbiken in de bossen en
kracht- en schaatsoefeningen in
het door Pa Mario omgebouwde
schuurtje. En dat alles onder de
liefdevolle vleugels van zijn
moeder, die hem bij wijze van
spreken 's avonds voor het sla
pen gaan nog even 'instopt'.
Roberto kijkt nog eens de tijden
door die zijn concurrenten ge
realiseerd hebben, terwijl Mama
Sighel de trainingsbroek boven
het fornuis omdraait. En Papa
Mario.... Die zit nog in het club
huis aan de brulé, ongetwijfeld
te verhalen over die goeie oude
tijd.