N dagen ELRSTR 'Nederlanders zien te veel NBA-basketbal' >oop. lotheek Ifinger Bondscoach Toon van Helfteren knokt voor nieuwe rol nationale ploeg Mieke Hombergen en de lange weg terug 993 Koudeschote Reuze Bingo DE STEM SPORT lit en komfort zullen |L ELASTO zeker PORT PANTALON rtrbil e/asto tree gratis. Stressfractuur kostte marathon-atlete bijna hele wegseizoen 993 VRIJDAG 17 DECEMBER 1993 B3 Bestel tijdig voor de ko mende feestdagen Bij Party Center De Reizen de Man Kloosterzande, Gratis thuisbezorgen. Tel: 01148-1577. vrij. 17/12, café Lamsoren Lamswaarde, aanv. 20. u, fransacties ■inventaris en goodwill, verplichtingen). Tl 05-13853 indüe in W-Germany Hij is met op de kop af tweehonderd interlands recordinternational. Toon van Helfteren speelde achttien jaar in de eredivisie en maakte de gouden jaren van het Nederlandse basketbal mee. Tegen woordig tellen de Nederlandse topclubs internatio naal amper nog mee. De nationale ploeg zit zelfs in de C-categorie. En Toon van Helfteren is sinds kort 'bondscoach. „Het roer moet om," vindt hij. „Want we 'hebben jaren stilgestaan. En stilstand'Ts achteruit- gang." x ■mbhshmbi Toon van Helfteren: „Als ik de huidige lichting vergelijk met de mijne, dan zijn ze nu veel verder.foto ad van hasselt IDoor Frank van Geloven [Dordrecht - De scholengemeenschap [Oordtwijck in Dordrecht loopt al [leeg die middag als leraar lichame lijke opvoeding Toon van Helfteren [honderduit praat over zijn passie: [het basketbal. De spraakwaterval [lijkt onstuitbaar. Gedreven wijdt hij [uit over zijn plannen met Oranje. Na [drie maanden bondscoach-schap is [het fanatisme haast aanstekelijk. Als basketballer had Van Helfteren ook al het charisma van een haast fanate teamspe ler. Als coach heeft hij nu in een betrekkelijk kort tijdsbestek de top bereikt. Als basket baller hoorde hij tot de besten van het land, maar hij heeft altijd net in de verkeerde waaier gezeten, geeft hij zelf toe. „Ik heb een fantastische tijd gehad, maar had er mis schien nog meer uit kunnen halen. Maar spijt van mijn beslissingen heb ik nooit en dat is nu ook nog steeds zo." Niet Den Bosch In 1967 begon de in Tilburg geboren en opgegroeide Van Helfteren als 16-jarige bij BC Paulus, een club die voortkwam uit de gelijknamige scholengemeenschap. In 1971 had hij als 2.03 meter lange forward al zoveel naam gemaakt dat topclub Punch (Delft) hem een contract voorlegde. Hij koos voor Delft. En niet voor de betere aanbie ding van eerste divisieploeg EBBC Den Bosch. Vijf jaar later bleef hij weer bij Punch toen het inmiddels naar de eredivisie gepromoveerde EBBC een nieuw voorstel deed. De geschiedenis is bekend. Punch bleef daarna altijd een subtopper. EBBC werd een Europese topper. Van Helfteren: „In Den Bosch speelden ze wel twintig Europa-Cup-wedstrijden per seizoen. In Delft twee of in het gunstigste geval vier. Dat gebrek aan internationaal contact met mijn clubteam heb ik altijd wel als een groot gemis ervaren. Bij Den Bosch zou het inderdaad anders zijn geweest. Maar dat kon ik in 1971 en di'e paar jaar later ook niet weten. Bovendien was ik inmiddels gesetteld in Delft." Kleuterklas Van Helfteren keek aan het einde van de zeventiger jaren en begin tachtig wel steeds toe als EBBC of Nashua weer eens een Europees topduel uitvocht in De Vinken- kamp. Den Bosch èn Nederland telden mee op de internationale basketballadder. Parker Leiden deed het als tweede topclub van het land ook al heel best. Oranje blies met onder anderen Van Helfteren en een karrevracht aan Nederlandse-Amerikanen in de gelede ren een aardig woordje mee. In 1983 eindigde de nationale basketbal- ploeg bij de Europese titelstrijd in Frankrijk bijvoorbeeld op de vierde plaats. Maar tien jaar later zitten de lange mannen van Oranje in de kleuterklas van Europa. Nederland stelt op basketbalgebied nauwelijks nog iets voor. Toon van Helfteren heeft de opdracht de basketballers de komende jaren uit de c-categorie te tillen. Geen makkie. In ijltempo kelderde Nederland de afgelopen twaalf maanden van de top-twaalf van Eu ropa naar de laagste categorie. Alleen bas ketbalkleintjes als Luxemburg, Noorwegen, Schotland en Oostenrijk zijn nog lager ge klasseerd. Nederland heeft dit jaar zelfs het recht verloren om zich via kwalificatiewed strijden te plaatsen voor de eindronden om de Europese titel. Kleintjes „We móéten in 1995 bij het eerstvolgende kwalificatietoernooi weer terugkeren bij de laatste zestien," vindt de huidige bonds coach. „Het kan en het moet. Het is niet zo slecht gesteld met het Nederlandse basketbal als iedereen wel denkt. Die 'degradatie' van nu was ook onnodig, maar het is nu eenmaal niet anders. Bovendien kunnen we van de gemaakte fouten leren." Onder Van Helfteren moet het tij keren. Hij is enkele maanden geleden de bondscoach per postorder Randy Wiel opgevolgd. Wiel, die woont en werkt in de Verenigde Staten en als bondscoach nooit eredivisiewedstrij den zag, kon het door de merkwaardige constructie toch al lastige werk voor Oranje niet langer combineren met zijn nieuwe functie als hoofdcoach op een kleine univer siteit. Assistent Van Helfteren werd vervol gens benoemd tot de nieuwe roerganger bij Oranje. Ver-van-mijn-bed Waarmee een einde kwam aan de lachwek kende ver-van-mijn-bed-show rond de na tionale basketbalploeg. Wiel wist soms niet eens hoe internationals het bij hun clubs deden. Zijn contactman in Nederland, top sportcoördinator Vladimir Heger, zag door gezondheidsproblemen ook amper eredivi sieduels. De contacten verliepen stroef. Onder anderen Frank Ardon, de spelmaker van landskampioen Canoe, werd het slacht offer van de ongelukkige constructie. Hij was de beste spelverdeler van de competitie, maar kwam binnen Oranje niet verder dan de bank. Wiel koos voor de naam die Cees van Rootselaar heeft, maar wist niets van de ontwikkelingen in de eredivisie. Ardon be dankte vervolgens gedesillusioneerd voor Nederland. Van Helfteren geeft toe dat Oranje in 1992 de kwalificatie voor het EK van afgelopen zomer voor een belangrijk deel heeft gemist door de gebrekkige kennis van Wiel over de Nederlandse situatie. Van Helfteren: „Maar dat kun je Randy niet kwalijk nemen. Hij is zeer gedreven en heeft een enorme dosis basketbalkennis. Maar wonen in de VS en bondscoach zijn in Nederland, dat gaat niet of nauwelijks niet. Dat had eigenlijk nooit mogen gebeuren. Maar het was niet de keuze van Randy." Teveel NBA Het steekt de nieuwe bondscoach dat het Nederlandse basketbal momenteel de naam heeft in het slop te zitten. „Want dat is eigenlijk helemaal niet waar. Het valt heel erg mee," vindt hij. „Als ik de huidige lichting vergelijk met de mijne dan zijn ze nu veel verder. De tijd is ook anders. Je kunt tegenwoordig altijd basketballen als je zou willen. Nu heb je overal pleintjes. Ik kon als 16-jarige pas beginnen. Eigenlijk veel te laat. Tegenwoordig kun je als 8-jarige al gaan basketballen. Als de clubs tenminste voldoende kader en zaalruimte hebben. Want dat is ook al een levensgroot pro bleem." „We hebben nu als basketballers alleen de pech dat er zoveel NBA op de televisie te zien is. Dat had je in mijn tijd niet. Als er een NBA-wedstrijd op de tv is, kijkt ieder een en hoor je er ook iedereen over. Maar als diezelfde mensen dan een Nederlandse com petitiewedstrijd zien, knappen ze enorm af. Dan resteert een kater. Het is logisch dat een leek die vergelijking trekt. Maar het is ook niet eerlijk. In Amerika zijn ze zo ver. Die kloof krijgen we nooit meer dicht." Verwaarloosd Maar er zijn toch ook bedenkingen over de Nederlandse situatie. In de topjaren is de jeugd verwaarloosd en daar zitten wij nu mee, denkt de bondscoach. Jos Kuipers, Chris van Dinten, Marco de Waard en Ray mond Bottse maken volgens hem deel uit van de laatste lichting van Jong Oranje die wel goed werd begeleid. Wat daarna is gekomen zijn toevalstreffers geweest. Het genoemde viertal is onlangs (voorlopig) op een zijspoor gerangeerd door Van Helf te ren. „Want ik wil het nu eerst met de huidige lichting doen. We moeten bouwen voor de toekomst. In 1995 is pas het eerste toernooi. Dai; is bijvoorbeeld Jos Kuipers 34. En al hoort hij nu nog steeds tot de beteren, ik moet aan de toekomst denken." Kuipers, Van Dinten en De Waard kregen van de bondscoach te horen dat hij ze in de wachtkamer wil houden. Bottse, die zonder club is, werd definitief bedankt. „Ik heb Raymond gebeld. Ik denk dat hij het wel zo gezien heeft inmiddels. Van Raymond hoe ven we geen terugkeer meer te verwachten. De anderen houd ik in de gaten. Als er nu een groot toernooi was geweest, zou ik bijvoorbeeld ongezien Marco de Waard mee nemen. Zoals hij momenteel speelt, kun je hem niet passeren. Maar we praten pas over '95." Inwisselbaar Talent ziet de bondscoach desondanks vol doende. „We hebben een paar toppers. Okke te Velde, Rolf Franke, Marcel Huybens. En de jongens in Amerika en Italië (Rik Smits, Geert Hammink, Mike Nahar en Serge Zwikker) misschien. Maar de rest is inwis selbaar. Er komen bovendien een paar sterke jonge spelers aanzetten. In Delft loopt een zeer sterke spelverdeler rond van 18. Daar heb ik Den Bosch al over getipt. Virgil Ormskerk van Rotterdam is een sterke, maar die moet daar weg. Jos Frederiks van Den Bosch is een jongen die het in zijn vingers heeft. Maar die moet zich nog verder ont wikkelen. Toine van Stiphout en Dino Ber gens? Ze werken hard. Daar heb ik respect voor. Maar ze hebben het niet echt. Ze missen de touch, die ik bijvoorbeeld wel bij Ormskerk bespeur." „We moeten met de nationale ploeg alleen de kans krijgen om ons verder te ontwikkelen. Daarom is het zo triest dat er geen plaats is in de Haarlem Basketball Week. Ik had het aangedurfd. Het was ook goed geweest voor de organisatie. De afgelopen jaren hebben ze vaak daar peperdure exotische teams als bijvoorbeeld Nigeria gehad. Maar die pres teerden geen pepernoot. Dan zou het Neder lands team niet misstaan." Door Frank van Geloven Drunen - Mieke Hombergen had het draaiboek voor 1993 al lang klaar liggen. Via de marathon van Rotterdam in april zou ze zich plaatsen voor de wereldtitelstrijd in Stuttgart. Alles of niets zou de tweevoudige Nederlandse kampioene spelen in de Maasstad. Het werd niets, maar niet door een misluk king in de snelste en sterkst bezette marathon ter we reld. Een drie weken eerder gecon stateerde stressfractuur (bot- scheurtje) strooide roet in het eten. Weg plan, weg Rotterdam, weg zomerseizoen en weg Stuttgart. Zeven maanden na de mededeling in het Arnhemse Sint-Elizabethziekenhuis dat ze met een stressfractuur te kampen had, kijkt Hombergen alweer ver vooruit. Naar 1994. Naar de Europese kampioen schappen van augustus in '94. Want de tijd dringt voor een 36-jarige atlete. Luxe probleem De ellendige periode van de afgelopen zomer ervaart ze nu als zalvend en niet als een nachtmerrie. „Kennelijk moet je de andere kant van de me daille ook meemaken. Dat heb ik nu gehad dan," zegt ze ken nelijk opgelucht. „Ik heb ook nog beter leren relativeren. Toen de stressfractuur zich pas openbaarde, stortte mijn we reld helemaal in, maar als je dan later in het ziekenhuis komt en doodzieke mensen ziet, weet je dat je met een luxe-pro bleem te kampen hebt. Ik kon alleen tijdelijk niet lopen. Het was van voorbijgaande aard. ZE IS inmiddels 36 jaar, maar marathon-loopster Mieke Hombergen denkt dat haar beste tijd nog in het vat zit. Dit jaar al moest de internationale doorbraak komen. Maar een stressfractuur schopte het hele zomerseizoen in de war. Om dezelfde reden als Ellen van Langen miste ze de Nederlandse titelstrijd en de wereldkampioenschappen. Maar voor Mieke Hombergen was er nauwelijks belang stelling. De Nederlandse marathonkampioene van 1992 likte anoniem haar wonden. In 1994 moet de victorie weer kraaien. En niet alleen voor Van Langen. Bij anderen spelen heel andere drama's." Toch doen de momenten in april toen een intensieve voor bereiding gedurende de winter en eerste lentemaanden voor niets leek te zijn geweest nog steeds pijn. „Ik weet ook een klein beetje wat Ellen van Lan gen later door heeft gemaakt. Je doet er alles voor. Voor die sport. Want je hebt een doel voor ogen. Na een simpele me dedeling weet je dan dat het allemaal voor niets is geweest. Althans dat gevoel heb je dan." „Voor Ellen speelt dan nog heel veel geld een rol. Zij kon dit jaar gaan oogsten. Die kansen zijn voor een groot deel verke ken met zo'n blessure. Dat zijn zaken die tellen voor mij niet of nauwelijks. En Ellen miste een kans op de wereldtitel. Ik een kans op kwalificatie voor de wereldkampioenschappen. Dat is wel heel wat anders." Overbelasting Andere overeenkomsten tussen de twee atletes zijn daarente gen heel treffend. Beiden draaien pas vijf jaar mee op wedstrijdniveau. En beiden lie pen hun blessure op door over belasting. Van Langen kreeg in juli, drie weken voor het WK, te horen dat ze last had van een haarscheurtje in het kuitbeen. In de daaraan voorafgaande maanden had ze de trainingsin tensiteit opgevoerd om een door een andere blessure opge lopen achterstand op de we reldtop goed te maken. Hombergen's kwetsuur werd in april ontdekt. Kort na een in tensief trainingprogramma en een loodzwaar trainingskamp op het vulkanische eiland Lan- zarote. „Op Lanzarote kreeg ik op de ochtend van_-ons--vertrek voor het eerel-last. Op donderdag 18 maart: Pijnscheuten in mijn .--linkervoet. Maar de pijn was minimaal. Je voelt wel eens vaker wat. Ik dacht dat het over zou gaan. Achteraf bleek dat als ik toen naar de dokter was gegaan er veel minder aan de hand was geweest. Toen het werd ontdekt, was de scheur een breukje en dan ben je veel verder van huis. Dat was het verschil met Ellen van Lan- gen's blessure. Bij haar was er sprake van een scheurtje, bij mij van een breuk. Omdat ik er veel te lang mee ben doorge gaan." Sponzenpost Pas drie weken voor 'Rotter dam' werd het allemaal teveel voor Mieke Hombergen. Op de City-Pier-City loop in Den Haag wilde ze de vorm testen. Het werd een drama in de dop. Hombergen: „Na vijf kilometer ging het nog prima. Maar na tien kilometer kon ik geen stap meer verzetten. Ik had ontzet tend veel pijn aan mijn linker voet. Bij een sponzenpost ben ik toen gestopt. En ik wist niet wat ik moest. Dat was mijn eerste ervaring in de achterhoe de." „Ik stond tranen met tuiten te huilen. Toeschouwers ontferm den zich over me. Een meisje wilde me met de fiets naar de finish brengen. Maar er kwam een busje en daar kon ik in meerijden. Het bleek de bezem wagen te zijn." 'Mooie fractuur' Een dag later al stortte haar wereld ineen. Bondsarts Leo Heeren regelde een bliksemon- derzoek in het Arnhemse Sint- Elizabeth-ziekenhuis. „Daar zag de behandelend arts met een dat het een breuk in de derde straal van het linker middenvoetsbeentje was. Ik kwam onder een scan en toen zei die dokter meteen: 'Oh, maar dat is een mooie stres sfractuur'. Zo plompverloren. Dan merk je dat het geen spor- Mieke Hombergen aan de halters: „Die dokter zei: 'Oh, maar dat is een mooie stressfractuur', weggelopen. Toen ben ik huilend foto marc bolsius tarts is. Die man zal er nu nog niets van snappen, maar ik ben meteen huilend weggelopen. Zonder iets te zeggen." „Je denkt dan dat alles voor niets is geweest. De hele inves tering. Twee weken op Lan zarote. Met mijn trainer Piet Voorn. Je besteedt je kinderen uit. Je doet er alles voor. En dan is zo'n simpele mededeling een bom die explodeert." Krukken Een week moest ze met kruk ken. Vervolgens wat fietsen en aqua-joggen. In Rotterdam was ze nog present om haar trai- ningsmaatjes Barbra Kamp en Wil van der Lee aan te moedi gen, daarna zag ze alleen fiet sen. „Met mijn hak op de pe daal. Ik heb me kapot gefiets. Ik kon niet stil blijven zitten." De revalidatie verliep traag. In de periode dat het WK-doek viel voor Ellen van Langen liep Hombergen pas weer haar eer ste wedstrijd. In Oostende op 25 juli. „Lekker ver weg. Ik wilde rust, rust en rust. Voor Van Langen zal dat veel en veel moeilijker zijn geweest. Maar ik wilde het gevoel weer terug krijgen. En dat ging helemaal niet in Oostende." De weg terug bleek vervolgens lang en leerzaam. „Het heeft mij er van overtuigd dat het beste nog moet komen. Ik zit nog lang niet aan mijn top. Het heeft me ook geleerd dat ik nog meer moet afzien tijdens wed strijden. Nog nooit ben ik tot op de bodem gegaan. Altijd gaat het lekker. En mijn tijden na de revalidatieperiode over tuigden me dat het dan nog veel beter kan." Op 17 oktober liep ze in Frank furt weer een marathon. Ze werd derde in 2.38.19. Iets meer dan een minuut achter haar persoonlijke record van 2.37.15. En dat is het volgende doel. „Want alles wijst erop dat 2.34 voor mij makkelijk haalbaar moet zijn. Ja, ik ben 36. Maar in Amerika lopen atletes van 40 die 2.34 halen. En Carla Beurs- kens is al 41. Dat is ook mijn grote voorbeeld. Zij verzwakt niet. En ik word ieder jaar beter. Inderdaad, Carlos Lopes was ook 40 toen hij het wereld record brak. Maar mijn doel ligt lager. Ik wil naar het EK."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 11