Weekend Zaad van de duivel DE STEM DE STEM Rob Hughes (45) uit Oosterhout is van plan om helemaal in zijn eentje in een roeibootje de Atlantische Oceaan over te steken. Half mei wil hij van New Foundland vertrekken. Vijftig dagen later hoopt hij de Ierse Westkust te bereiken. Lukt hem dat, dan is hij de eerste Nederlander die roeiend de Atlantische Oceaan oversteekt. Tevens is hij dan recordhouder. Van de vier tot vijf mensen die hem voorgingen, was de Ier Tom McLean, de snelste. Die deed er 55 dagen over. „Wat me bezielt? Het zal de Ulysses-factor wel zijn," zegt de Oosterhouter laconiek. Oosterhouter Rob Hughes wil in 50 dagen de grote plas bedwingen 'Volgens mij is het een verantwoorde, doordachte onderneming' Soms blijfi zitten. De levendig v! als de dadi komt. Als veroorzaal minderjari arrondisse werkstraff Reclasserii beslist géé: wanneer jf houdt, gaa ZATERDAG 11 DECEMBER 1993 Ei We hebben geprotesteerd tegen de neutronenbom. We hebben geroepen dat we liever een Rus aan de keukentafel hadden dan een kruisraket in de tuin. Het wordt tijd dat we onze stem ver heffen tegen landmijnen. Straks lopen er, voornamelijk in arme landen in Latijns Amerika, Afrika en Azië, meer dan een miljoen mensen met houten be nen, omdat ze op een landmijn zijn gestapt, een memento uit een vroeger of nog voortslepend con flict. Honderdduizenden worden door deze monstermachines ge dood. De landmijn wacht gedul dig af en sluimert in, om jaren na het krijgsrumoer nog zijn tol te eisen. Er liggen momenteel in ongeveer zestig landen rond honderd mil joen landmijnen. Voor het oprui men van deze slapende moorde naars is een bedrag nodig dat op 160 miljard gulden wordt ge raamd. Het aantal slachtoffers van landmijnen, zo lees ik in een artikel in het weekblad 'Time', dat een stemming van met somber heid overtrokken ergernis nalaat, moet, over de laatste vijftien jaar gerekend, meer dan een miljoen geweest zijn. Het zijn vooral on schuldige burgers die aan land mijnen ten prooi vallen. De handel in landmijnen omvat 96 producenten in 48 landen, die bij elkaar van vijf tot tien miljoen mijnen per jaar produceren en die daarmee een omzet halen van 380 miljoen gulden. Er zijn drie bestsellers. Uit Italië komt de fraai vormgegeven Valsella VS-50; een geheel van plastic vervaardigde landmijn van 185 gram die uitge- sproeid kan worden in golven van 30 stuks per seconde uit helicop ters en landvoertuigen. Deze krengen worden voor 12 gulden per stuk geleverd door Valsella Meccanotechnica. Amerika maakt de beruchte Clay more, een zware mijn van 1600 gram, waaruit 700 stalen balletjes worden geslingerd, die als een reusachtige zeis in het rond ge slingerd worden en een zware tol eisen. De Claymore is duur, iets boven de 50 gulden per stuk, maar moorddadig. De Chinezen doen geweldige za ken met de derde bestseller, een antitankmijn aangeduid met 'Type 72'. De meeste wandelaars behoeven dit produkt, dat 6,5 kilo weegt en dat nog geen zes gul den per stuk kost, niet te vrezen, want het komt slechts tot ontplof fing als er een gewicht van meer dan 300 kilogram op komt te staan. Volgens militaire strategen is het gebruik van landmijnen te verde digen; deze mijnen zouden on misbaar zijn bij het ontwikkelen van verdedigingslijnen en vooral kleinere landen zouden zonder landmijnen bloot staan aan over rompeling. Maar de omstandig heid dat, wat het Amerikaanse State Department in een rapport 'Hidden Killers' (Verborgen Moor denaars) noemt, jarenlang on schuldige mensen naar het leven staan maakt de handel in landmij nen naar mijn smaak even schof terig als de handel in gifgas. Het zaad van de duivel moet worden uitgeroeid. Ik zei al dat het opruimen van oude mijnen velden 160 miljard, duidelijker ge zegd, honderdzestigduizend mil joen, zou kosten. De Verenigde Staten en de voormalige Sovjet unie hebben aanzienlijk aan de ellende bijgedragen, maar ze zijn nu of te arm, of te zuinig, om er veel aan te doen. Op de begroting 1993-94 van de Verenigde Staten prijkt voor het ruimen van land mijnen het armzalige bedrag van 10 miljoen dollar. China, Italië, de voormalige Sov jetunie en de Verenigde Staten zijn de grootste verantwoordelij ken voor de landmijntapijten die over voornamelijk de derde we reld liggen uitgespreid om daar, in slow motion, nog diep in de toekomst dood en verderf te zaaien. Ze liggen niet onder uw kerstboom en ook niet in Florida of Toscane, maar in landen als Angola of Afghanistan. Die mij nen verdienen hetzelfde stigma als biologische of chemische wa pens. Ze moeten worden verbo den. En de verborgen moorde naars moeten weg. Wat dat ook moge kosten. Door Jan van Zuilen -HV. - Een schaalmodel van de roeiboot, waarmee Hughes van New Foundland naar Ierland wil varen. Per roeiboot oceaan ove Je reinste gekkenwerk? Rob Hughes lacht. „Na tuurlijk. Als je het zo plompverloren vertelt, ver klaren 99 van de 100 men sen je voor knettergek. Heb jij nu echt niks beters te doen? vragen ze. Maar als je er, zoals ik, al heel lang mee bezig bent, erover praat, erover leest en er veel over nadenkt, ga je het steeds minder gek vinden. Dan wordt het op den duur vanzelf een weloverwogen uitdaging. Ik ken de risico's, ik weet wat me te wachten staat. Als het doorgaat, zoals ik het in mijn hoofd heb, is het een verantwoorde, doordachte onderneming." Rob Hughes is Engelsman van ge boorte, maar dat is nergens meer aan te merken. Zelfs de uitspraak van zijn naam, heeft hij verneder landst tot Huges. Eerder valt wel een Zeeuws accent op. „Klopt," zegt hij trots. „Mijn moeder was een Zeeuwse en zelf ben ik op mijn elfde naar Sluiskil verhuisd." Van wege zijn werk bij een bedrijf in Raamsdonksveer, woont hij tegen woordig met vrouw Sylvia en dochters Sarah en Peggy in Ooster hout. Zijn Zeeuwse afkomst verklaart ook zijn passie voor alles wat met water te maken heeft. Op zijn zes tiende voer hij al op een koopvaar dijschip en ook later heeft hij nog veel maritiem werk gedaan. „Maar hoe is dat, je trouwt, krijgt kinde ren en dan wil je toch graag wat meer thuis zijn. Automatisch kom je dan terecht in een baan aan wal." Het plan om in zijn uppie in een roeibootje de Atlantische Oceaan over te steken, spookte al jaren door zijn hoofd. Het zit in de aard. van het beestje. „Ik heb altijd al een tic gehad voor zware solo-tochten. Verhalen over ontdekkingsreizen, voettochten naar de poolstreken en dergelijke fascineren me enorm. Een ander maakt een plezierreisje, laat mij maar afzien. Des te groter is de voldoening als je slaagt." Hij pakt een boek uit de kast: de Ulyssesfactor van J.R.L. Anderson met als subtitel: 'Geen zee te woest, geen berg te hoog'. „Zolang de mensheid bestaat, hebben mensen de aandrang gevoeld om de wereld om zich heen te ontdekken en zijn mensen bezig grenzen te verleggen. Anderson verklaart dat aan de hand van de tocht van Odysseus. In ieder mens zit een beetje een Odys seus, de behoefte om jezelf te be wijzen dat je het onmogelijke aan kunt.. Bij de een is dat gevoel wat sterker ontwikkeld dan bij de an der. Die besluit dus om een berg van zevenduizend meter te beklim men, te voet dwars door het bin nenland van Australië te trekken, in zijn eentje de wereld rond te zeilen of, zoals ik nu wil gaan doen, in een roeibootje de Atlantische Oceaan oversteken." Jarenlang moest Hughes die aandrang de kop in drukken. „Ik had mijn werk en de kin deren waren nog te jong. Maar het bleef me wel bezig houden. Afgelopen mei heb ik de knoop doorgehakt. Als ik het nu niet doe, komt het er ook nooit meer van. Dan ben ik er te oud voor. Ik heb er nu de ideale leeftijd voor. Aan de ene kant nog jong genoeg om zo'n inspanning fysiek aan te kunnen, aan de andere kant ben ik natuur lijk zo gerijpt dat ik in staat moet worden geacht het mentaal op te kunnen brengen. En mentaal is het zeker zo zwaar als fysiek." Vanaf dat hij de knoop doorhakte, is Hughes intensief met de voorbe reidingen bezig. Hij weet zich ge steund door het adviesbureau Ne lemans Partners uit Raamsdonksveer, dat zich op basis van 'no cure, no pay' bereid heeft verklaard de organisatie op zich te nemen en met name ook de spon sorwerving. Hughes: „Eigenlijk re gelen zij alles voor me. Ik kan me geheel op mijn persoonlijke voor bereiding concentreren." Een ander Raamsdonksveers be drijf, jachtbouw Van Well Design, heeft een ontwerp voor de boot gemaakt en tevens een schaalmodel gebouwd dat voorlopig Orca is ge doopt, de afkorting van Ocean rowboat crossing Atlantic. Op de Hiswa, die van 11 tot en met 19 december in de Rai in Amsterdam wordt gehouden, wordt het schaal model gepresenteerd. Huges zal in de weekenden zelf present zijn om toelichting te geven. De bedoeling van die presentatie is sponsors te interesseren om de bouw van de boot te bekostigen. Daar moet het niet geringe bedrag van twee ton voor op tafel komen. Ogenschijnlijk heel veel geld voor een roeibootje, maar het bootje waar Hughes de oversteek mee wil wagen is allesbehalve een gewoon bootje, zo blijkt uit de explicatie van Hughes op de bouwtekening. Het heeft nog het meeste weg van een kano. Het is rank en slank en net als bij een kano is het bootje alleen in het midden, op de plek waar Hughes moet roeien, open. Voor en achter bevinden zich af sluitbare compartimenten. De een dient als leefruimte om te slapen en te koken, in de ander bewaart Hughes zijn proviand, voorname lijk diepgevroren maaltijden. Het wordt in alle opzichten een hi-tec-bootje, zegt Hughes. „Het moet aan allerlei eisen voldoen. Alles, de inrichting en uitrusting incluis, zal zo licht mogelijk moe- Rob Hughes: „Als ik het nu niet doe, komt het er ook nooit meer van." FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP ten zijn. Dat vereist gebruik van speciaal materiaal, zoals koolstof vezel, dat op zich al heel duur is. Tegelijkertijd mogen we natuurlijk geen consessies doen aan de veilig heid. Dat bijt elkaar soms. Dat betekent ook dat we tijdens de bouw nog weieens voor dillema's zullen komen te staan. Voor alle betrokken partijen gaat echter de veiligheid voor alles." Een waterballast-systeem moet er voor zorgen dat het bootje niet gauw omslaat en als dat onverhoopt toch ge beurt, dat het dan weer uit zichzelf overeind komt of heel makkelijk door Hughes weer recht kan wor den gezet. „Wat dat betreft werkt het bootje hetzelfde als een red dingscapsule. Het blijft altijd drij ven en er is onder alle omstandig heden luchtverversing. Ook als het op z'n kop ligt." De uitrusting is nog onderwerp van studie. Vast staat wel dat het boot je het zeer geavanceerde GPS-sys- teem voor navigatie aan boord krijgt. Dat is een soort zendertje dat in verbinding staat met een satelliet die tot op vijftig meter nauwkeurig de positie aangeeft. Het zendertje werkt op stroom en omdat toch rekening moet worden gehouden met stroomuitval neemt Hughes voor de zekerheid ook een ouderwetse kompas en sextantme ter mee. Wat communicatie-apparatuur be treft, gaat er in elk geval een noodzender mee, die Hughes in staat moet stellen noodsignalen uit te zenden, voor het geval er echt. iets misgaat en hij onmiddellijk hulp nodig heeft. Verder neemt hij hoogstwaar schijnlijk een wereldontvanger mee. Vraag is nog of hij ook een zender mee neemt om zelf radio contact te maken. „Zo'n ding vreet stroom. Het zal er dus mede vanaf hangen welke oplossingen we be denken voor de stroomvoorziening. Maar in principe zal ik het toch wel een fijn gevoel vinden als ik de mogelijkheid heb om contact met de wal op te nemen. Stel dat je ergens mee zit, waar je zelf niet goed raad mee weet. Misschien maar een kleinigheid, maar toch verrekte lastig. Dan is het natuur lijk prettig als je via je zender het thuisfront om advies kunt vragen. Bovendien is het een geruststelling te weten dat je zelf bereikbaar bent voor als er thuis iets gebeurt." Voor de uitrusting en ook voor de proviand heeft Hughes al wel de benodigde sponsortoezeggingen op zak. In totaal is, omgerekend in geld, door sponsors al voor zo'n anderhalve ton medewerking be loofd. Cruciaal echter is de vraag of Hughes sponsors vindt voor de bouw van zijn boot. „De Hiswa is wat dat betreft echt beslissend. We moeten in januari met de bouw kunnen starten, anders halen we half mei niet." Hughes heeft uitgeknobbeld dat mei de meeste gunstige tijd is om de tocht te beginnen. „Dat lijkt wat vroeg in het jaar en het kan dan ook nog knap koud zijn in de buurt van New Foundland, van de andere kant geeft me dat wat extra speel ruimte. Stel dat het tegenzit, dat ik onderweg grote vertraging oploop. Dan loop ik het risico dat ik voor de Ierse kust al in de najaarsstor men terecht kom. En risico's wil ik per se vermijden. Dat kan ik ook de sponsors niet aan doen. Het record halen is niet heilig, een behouden aankomst wel." De keus om de oversteek te maken tussen New Foundland en Ierland is in de eerste plaats geïnspireerd door het simpele gegeven dat dat de kortste afstand is. Het is echter niet het gemakkelijkste tracé, zegt Hughes. „Vooral in het begin zal het zwaar zijn. Bij New Foundland moet ik eerst de koude Labradorstroom overwinnen. Bovendien moet ik daar nog rekening houden met ijs bergen en ik zit er in een gebied, the Great Banks, dat berucht is om zijn plotseling opkomende en zeer dichte mistbanken. Ben ik daar eenmaal voorbij, dan is het zaak om zo snel mogelijk in de warme golfstroom te komen. Die loopt dwars over de Oceaan van de Ame rikaanse kust naar Europa. Om een recordtijd te realiseren moet ik optimaal van die stroming profite ren. Die westelijke stroming plus de wetenschap dat ik overwegend met een westelijke windrichting te maken krijg, zijn sowieso een groot voordeel van dit traject. Andersom is daarom haast onmogelijk. Dat zou bij wijze van spreken alleen kunnen als je constant zou roeien en dat is fysiek natuurlijk niet op te brengen." Hughes heeft berekend dat hij, om in vijftig dagen aan de overkant te komen, gemiddeld acht uur per dag aan de roeispanen moet zitten. Mo menteel traint hij 'droog' in een sportschool en met behulp van een computer om een ideaal ritme te vinden. „Ik kan uiteraard geen acht uur per dag trainen. Dat los ik op door tijdens de uren dat ik wel train, een hoger tempo te roeien. De computer vertaalt dat dan weer in een schema dat ik moet aanhoul den als ik echt op zee zit." In de praktijk zal het er, zo veil wacht Hughes, op neer komen 4:1 hij steeds een uur roeit, dan eel korte rustpauze neemt en dan weefl een uurtje roeit. „Mits de omstandigheden het toe-I laten. Het zal vaak genoeg voorkei men dat het weer te slecht is of cel zee te ruw is. Daar zal ik met mijil dagindeling rekening mee moetel houden. Een vast ritme van slapen! eten en roeien is onmogelijk. Hel wordt een kwestie van het geschik I te moment uitkiezen. Als er geroel kan worden, moet ik roeien, ook ail is het midden in de nacht. In de tij! dat ik niet kan roeien moet if zoveel mogelijk slaap zien te pal ken, desnoods midden op de dag," Op momenten dat hij niet kai| roeien is het zaak niet te veel af ti drijven. „Het mooiste is natuurlijk als jt| door de wind of de stroming in t goede richting drijft. Zo niet dj moet ik met behulp van parachute ankers zoveel mogelijk probereij mijn positie vast te houden." Fysiek ziet hij er niet tegenop. „Ikl weet voor mezelf dat ik het aar! kan. Mentaal zal het een zwaarder! beproeving zijn. Maar ook wat da! betreft is een goede voorbereidin! het halve werk. Ik moet zorgen da! ik lichamelijk een optimale cond;-[ tie heb. Ik moet zorgen dat heil materiaal, de boot, de uitrusting! pico bello in de orde zijn. Dat geel! je een bepaalde zekerheid. Daar! door ben je toch wat beter gewa-| pend tegen onvoorziene omstandig-1 heden die zich zeker zullen voo! doen. Twee dagen storm bijvoor beeld, twee dagen niet kunner! roeien, alleen maar terrein verlie! zen. Dat zijn factoren die je niet in de hand hebt, maar die je wel in je eentje het hoofd moet zien te bie den." Hij weet nu al zeker dat hij onge twijfeld ook met inzinkingen te kampen zal krijgen. Hij heeft een boekenkast vol verslagen van men sen die soortgelijke reizen hebben ondernomen. „Allemaal zijn ze zich zelf ergens tegen gekomen. De beste manier om zo'n dip te overwinnen is je ellende van dat moment af te zet ten tegen alle ellende die je ooit eerder meemaakte. Wat dat betreft heb ik natuurlijk het voordeel dat ik door mijn passie om me zelf op de proef te stellen wel vaker flink heb afgezien. Ik ben acht jaar ma rinier geweest, ik heb een comman do-opleiding gehad, jungle training gedaan, overlevingstoch ten gemaakt. Reken maar dat ze bij de mariniers wel weten hoe je ie mand tot het bot toe afknijpt. Je laatste restje mentale en fysieke weerbaarheid wordt er uitgeperst." Maar stel dat hij nu ineens halver wege de Oceaan onweerstaanbare trek krijgt in een hartig croquetje? „Kan ik dus niet aan toegeven. Maar toch, zo'n vraag die jij nu stelt, dingen die je leest, opmerkin gen die mensen maken, die neem je toch allemaal in je op en daar probeer je je dan rekenschap van te geven. Dat alles helpt je om zo goed voorbereid mogelijk aan de start te komen." Het welslagen van het pro ject hangt in dit stadium echter nog voornamelijk af van de vraag of de Hiswa voldoende sponsorgeld oplevert. Hughes is vol vertrouwen. „Het bedrijfsleven geeft in totaal acht honderd miljoen gulden uit aan sportsponsoring in Nederland. Dan is twee ton toch maar peanuts. Een koopje eigenlijk voor zo'n uniek project." Door Riet Pijn H di D de twee reclassl Rops en Rien de weg. Zij zd ster wel even d<jj De roomwitte 1 bosch oogt stl herfstzonnetje.| ren van het alsof' ze iedeij schrobd. De reclassering gelmatig bij vloer. De kerk I al ruim drie jat ject voor diensJ die als straf 'of algemene nutt| gekregen. Trots wijst Val gerestaureerdel kant van hetf vakwerk, prijsl leners. En dat elektricien rep lichting; een dl de het dak va| op gaten; een het kapotte k| kerstster die 'v viel' is vervanl nieuw exempli En het kapof kerkpad is hersteld. Steen Monnikenarbel Rooij. En volgf hij, gaat een vakkennis, wal lijk ook, de dii van het dak scl Pastoor A. Lai rug van de lun dienstverleners hij in het goe looft („Magnil hier tot de on we er zijn om maar ook omi hem al vele ti( heeft gescheel onderhoudswe „Ik vraag nooi ben gedaan." moedig. „Ma weet dat ik h randers heb. 1 vrouwen, ziet i In het begin v; de kerk ingebr ten een spoor t ter. Het kerk! 'te goed van door al dat ti maar de pasto nuut dat het quenten was nam de zaak binnen de kor lijke daders, dienstverlener! „De heren he wen. Om tiei drinken ze ee pastorie. Er zi die misbruik heid. Die er m< Maar dan rapj reclassering ei conclusies uit.' In het arrond: den dit jaar ri opgelegd. In honderd. De van de rechter zitten. De dii

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 30