to weer tuoos DE STEM GIDS Janwillem van de Wetering laat Grijpstra en De Gier herleven ZATERDAG 11 DECEMBER 1993 MBER 1993 DEEL D yen worden als Hot Club sterk verbonden met de en de zigeunermuziek, bij dan vooral naar de fla- 0 geknipoogd wordt. it laatste plaatsvindt, weten ie musici ook het meest te eren; een virtuositeit die aast onvoorstelbaar is, ge- ineerd met een recht uit het :omende emotie-overdracht en tot in de perfectie ver- 1 samenspel laten een diepe ik achter. als de opbouw van de im- isaties; de muzikale thema- (van Bossa Nova tot Samba an Yesterday tot Sweet Ge- Brown) blijft altijd her aar en toegankelijk, zodat listeraar zich niet vermoeid art van een in zichzelf ge- de, egotrippende musicus, liet in zijn publiek geïnte- erd is. illes maakt het optreden van tosenberg Trio tot een waar ekfestijn, dat welhaast elke ekliefhebber boeien moet, elke traditie hij of zij ook is tgebracht. Dit laatste von- blijkbaar ook de vele toe- uwers in De Bussel, die de ici met staande ovaties tot liefst twee toegiften dwon- u. The piano. 30, 17 en 20 u. Fixing the idow. .30 u. The vanishing. kuGGE nnedycomplex 30, 20 en 22.30 u. Sleepless in attle. en 16 u. Ned. Versie. 14.30, 18 20 u. Eng. Versie: Aladdin, en 22.30 u. Rising sun. .30, 17.15, 20 en 22.30 u. Juras- Park. .30 u. Boxing Helena. NOKKE iverly Sereens en 17.30 u. Aladdin. 17.30, 20 en 22.30 u. Little tddha. en 22.30 u. Sleepless in Seattle, en 17.30 u. Jurassic Park. i u. Rising sun. j) en 22.30 u. Hard target. 30 u. Perfect world. IEATER IULST en Dullaert - 14 u. 'Reinaert de os', door Mechels Jeugdtheater. ONDAG ILMS iOES rand Theater u. Aladdin, u. The firm. JULST e Koning van Engeland 45, 16 15, 19 en 21.30 u. leepless in Seattle. 1.45 en 16.15 u. Aladdin. 3.45 en 16.15 u. Jurassic Park. 3.45, 16.15, 19 en 21.30 u. Hard irget. u. The firm. 3.45, 16.15, 19 en 21.30 u. Real [cCoy. 9 en 21.30 u. The piano. MIDDELBURG inema 0 u. Close my eyes. OOSTBURG edeltheater 4.30 en 20 u. Jurassic Park. TERNEUZEN uxor Theater 0 u. Aladdin. VLISSINGEN Jhambra 1 4, 19 en 21.30 u. Sleepless in eattle. Jhambra 2 4 en 19 u. Aladdin. 1 45 u. Hard target. Jhambra 3 4, 19 en 21.45 u. Tina, what's love ot to do with it. Jhambra 4 4 en 19 u. Jurassic Park. 1.45 u. House of spirits. PENT >ecascoop 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Little ïuddha. 7 en 22.30 u. Jamon jamon. 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Sleepless n Seattle. 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Aladdin 14.30 en 17 u. Ned. versie). 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Three of .earts. 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Hard arget. 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Rising un. 4.30, 17, 20 en 22.30 u. Jurassic 'ark 4.30, 17, 20 en 22.30 u. The oncierge. 4.30, 17 en 22.30 u. The firm. 4.30 en 20 u. The fugitive. 0 en 22.30 u. The age of innocen- e. !0 u. The piano. 4.30, 17 en 20 u. Fixing the hadow. 52.30 u. The vanishing. BRUGGE tennedycomplex 14.30, 17.15, 20 en 22.30 u. Sleepless in Seattle. 14 en 16 u. Ned. Versie. 14.30, 1" 20 u. Eng. Versie: Aladdin. u. The firm. .15, 20 en 22.30 u. Rising sun. .30, 17.15 en 20 u. Jurassic Park. .30 u. Boxing Helena. KNOKKE Severly Screens 15 en 17.30 u. Aladdin. 15, 17.30, 20 en 22.30 u. Little juddha. 20 en 22.30 u. Sleepless in Seattle. L5 en 17.30 u. Jurassic Park. 20 en 22.30 u. Rising sun. 22.30 u. Hard target. 20 u. Perfect world. Scharpoord 15 en 20.30 u. Hoffa. Wie is in het buitenland de bestverkochte Nederlandse au teur? Mulisch? Nooteboom? W.F. Hermans? Driewerf neen, het is Janwillem van de Wete ring. Zijn bekendste creatie is het politieduo Grijpstra en De Gier, maar hij schreef ook over een surrealistische rat, de sa menleving in het algemeen en die van de VS in het bijzonder, over de Japanse inspecteur Sai- to, over zijn grote voorbeeld Van Gulik en over zen-filosofie- en. Veertig boeken, ongeëve naard succes. Het laat hem alle maal redelijk koud. Hij gelooft in het grote niets. Door Max Steenberghe Zes jaar lang was het stil rond Grijpstra en De Giej\ Hij vond ze niet leuk meer. Als politie duo moesten ze altijd braaf blij ven. En altijd weer dat Amster dam, daar was hij allang op uitgekeken. Steeds vaker liet hij ze met een smoesje uitzwerven. Maar dat werd te doorzichtig. „Nu heb ik ze geld laten stelen. Veel geld, miljoenen. Grijpstra is bij zijn vriendin ingetrokken. De Gier is op reis gegaan, en heeft in een nacht vol drank en hasj een dame van een rots afgeschopt. Grijpstra komt hem mokkend te hulp, maar het on derzoek wordt in feite geleid door de gepensioneerde com missaris. En zo komt het toch weer goed." „Opeens zijn ze weer leuk. Er komt een hele nieuwe serie: het volgende deel is al bijna klaar en het derde verhaal is ook rond. Het zit in mijn hoofd, ik hoef het alleen nog maar even op te schrijven." Lap grond Janwillem van de Wetering (62) lacht, zoals hij zo vaak doet. Vriendelijk, niet uitbundig, maar wel gemeend. Zijn snor en zijn ogen lachen volop mee. Naar Nederlandse begrippen heeft hij ook genoeg om over te lachen. Hij geldt in het buiten land als de beroemdste Neder landse schrijver. Met een recen te Roemeense versie zijn z'n boeken nu in 15 talen verkrijg baar, tot Hebreeuws, Chinees en Japans toe. Zijn oeuvre telt meer dan veer tig titels. Veel ervan zijn ver filmd, er staan nog zeker drie films op stapel plus een tv-serie. In Duitsland en Amerika is hij niet van de bestsellerlijst af te branden. Geld is allang geen probleem meer. Is het ook ei genlijk nooit geweest. Van de Wetering lacht, omdat hij tevreden is. Hij woont in de VS, in de noordelijke kuststaat Maine, heeft daar een lap grond van veertig hectare met een ei gen riviermond, wat bergjes en een tuin waarin hij elanden, beren, zeehonden of adelaars tegen het lijf kan lopen als hij zijn romnmelhondje uitlaat. Maar dat is niet de oorzaak van zijn tevredenheid. Die komt uit aanvaarding. Een berusting die hem een benijdenswaardige rust schenkt. Een gevoel van: 'Wat kan mij het bommen'. Van: 'Wat zal ik me drukmaken'. Een rust die hij zocht in alle werelddelen en uiteindelijk vond in een Ja pans zen-klooster. Hoewel dat op zich geen zaligmakende er varing is; zen („of hoe je het het ook wilt noemen") moet in je zitten en het zat in Van de Wetering. „Ik was er al bang voor en ja; het draait om niets." In de praktijk betekent het dat hij met een merkwaardige men geling van betrokkenheid en af standelijkheid door het leven slentert. In een interview is al les bespreekbaar. Gemoedelijk graaft hij diep in zijn ziel. Maar evenveel aandacht heeft hij voor het uitzicht op het Amster damse Leidseplein, en voor zijn lunch. Een van de op stapel staande films zal over zijn leven gaan. Een script dat niemand had kunnen verzinnen. Van de We tering werd geboren in Rotter- „Het draait allemaal om niks. Dat begin ik nu veel beter te zien dan vroeger. 'Ik vind ze weer leuk' dam, maakte daar Het Bombar dement mee en zag zijn groten deels joodse klas langzaam ver dwijnen. Na de oorlog bleef een gevoel van vervreemding. Eén ding had hij al snel in de gaten: in Nederland zat hij verkeerd. „Altijd regen, grijs, grauw mie zerig. En dat werkte door in de mensen. Bekrompen, niks mocht, alles was zonde, van masturberen ging je dood. Toen ik aan mijn vader vroeg of het overal regende zei hij: 'Nee hoor, er zijn plaatsen waar al tijd de zon schijnt'. Toen snapte ik het. Er was een foutje ge maakt. Ik hoorde niet hier." Om weg te komen koos hij voor Nijenrode. „Geld is altijd han dig." Maar terwijl zijn kamera den zich bogen over economi sche problemen, begon Van de Wetering zich af te vragen waar het allemaal voor diende. En omdat er geen antwoord kwam, was er ook geen echte drang om het leven te verlengen. Woeste motorritten, dronken waaghal zerij in de nacht op de kantelen. Het leger wilde het voor hem oplossen met de dienstplicht, maar dat hoefde nu ook weer niet. Van de Wetering koos voor emigratie. Ver weg. De zon. Zuid-Afrika. Als handelaar kwam het geld binnen, maar antwoorden bleven uit. Terug naar de regen, naar En geland, een studie filosofie. Tot een professor, moe van zijn zwartgalligheid, hem aanraadde om naar Japan te gaan. Daar werd hem uitgelegd dat hij nog lang niet diep genoeg het niets in durfde te duiken. „Zelfs mijn zwartste gedachten konden hen niet schokken. 'Dat is wel léuk wat je daar zegt, maar ga nu eens verder op dat pad. Ga verder tot het niets. Want er is niets.'" „Zo kwam ik ook niet verder. Van de lotuszit kreeg ik aam beien en kapotte knieën." Van de Wetering kocht een Harley, knorde wat rond, verveelde zich, kocht maar weer een tic ket. Nu naar Zuid-Amerika waar hij chemicaliën verhan delde. Weer die verveling. Zoef, naar Australië. Land verkopen. „Totdat ik een kangeroe voorbij zag springen en me realiseerde dat het de 8.000ste kangeroe was die ik zag en hij niets verschilde met de vorige 7.999 kangeroes." Pukkelige pubers Terug naar Nederland dan maar. Nu stroomde het geld binnen door borduurpakketten te verkopen. En net kwam die verveling weer op of het minis terie van Defensie herinnerde hem aan een openstaande dienstplicht. Maar Van de We tering zag zich als 34-jarige wereldreiziger niet exerceren tussen pukkelige pubers en koos voor het alternatief: vrijwillige politie. „We kunnen kiezen. Dat'weten veel mensen niet. Het komt niet bij ze op." FOTO'S KLAAS KOPPE Het werd bureau Warmoes straat. Dat was lachen. Weer was het succes niet te stuiten, maar een bevordering als in specteur sloeg hij af, want het was zo leuk op straat. En op straat kwam hij Grijpstra en De Gier tegen. „Ik verzin niks. De mooiste verhalen liggen op straat." Van de Wetering verzint echt niks. Ook Grijpstra en De Gier niet. Het zijn twee kanten van zichzelf. Brigadier De Gier, de jonge hond, met knevel en spij kerpak. Vrouwenversierder zonder het echt te willen. Dol op zijn kleine flatje, zijn poes en zijn plantjes. En op zoek naar dat waar het allemaal om draait. Grijpstra, de norse in specteur die De Gier afzeikt, geen groter genot kent dan zich scheren met een nieuw mesje en klassieke muziek op een inbe- slaggenomen drumstel roffelt. En net zo graag schildert als Van de Wetering zijn houten sculpturen maakt. Grijpstra en De Gier. Holland in een notedop. Geen politie- Porsche, maar een recherche- Kever. Het avontuur en het cal vinisme. Pietje Bell en dominee Doorenbos. Met boven hen de zen, in de persoon van commis saris. De man die wel weet waar het om draait, maar weigert het te verklappen. Met dezelfde pijn in zijn benen als Van de Wete ring in Japan kreeg. Leuke mensen. Van de Wetering houdt van ze. Ziet ze als vrien den. „Ze leven in mijn compu ter. Ze gaan hun gang, en ik zie ze gaan. Tot mijn verbazing merkte ik hoe De Gier geen gevulde koeken meer eet, maar broodjes krab bestelt. Ze doen wat ik doe, en een enkele keer doe ik wat zij doen. Ik heb onlangs mijn poes doodgescho ten. Het moest, het beestje was 18 jaar en doodziek. Pas later realiseerde ik me dat De Gier hetzelfde tien jaar eerder heeft gedaan." Drank De eerste drie boeken waren er binnen een jaar. Verbouwe reerd: „Een heel boek binnen een paar weken! Laatst heb ik er eentje herlezen en de kwali teit verbaasde me. Wat zit ik nu dan toch toch te sukkelen. Maar ja, je wilt je niet herhalen. En ik wilde ze toch sturen. Maar dat gaat niet. Ik kan ze niet dwin gen. Dan gaat mijn typemachi ne knarsen. En als ik ze iets verkeerd laat doen, houdt mijn vrouw me tegen. Ik liet de com missaris een erectie krijgen in bad, maar dat mocht niet van haar." Na een stuk of acht boeken ging het langzamer. De fan merkte het al: Grijpstra en De Gier zaten niet lekker meer in hun vel. Ze zwierven uit, naar Fries land, naar Japan, naar Ameri ka. In 1987 verscheen De Zaak IJsbreker, gebaseerd op het toen heersende corruptieschandaal. De commissaris werd geschorst, Grijpstra en De Gier moesten hem helpen. „Ik vond het echt niet leuk meer. Zo benauwend. De Gier wilde naar Nieuw-Gui- nea en ik ben daar toen ook maar naar toe gegaan. Kijken wat hij daar deed." Het duo verdween uit het zicht. Wat ook niet hielp was Van de Weterings gevecht tegen de fles. Maar de kurk zit er nu al zes jaar stevig op. „Alcoholist blijf je je hele leven. Drinken is zo leuk, vooral die eerste glazen vroeg op de dag komen zo lek ker aan. Meestal ging het goed, maar dan waren er altijd toch toestanden. En daar had ik geen zin meer in en geen tijd voor. Ik ben pats boem gestopt. Matigen werkt niet. Nee, stop. Dat is de enige manier. Grijpstra en De Gier zijn trouwens ook ge stopt." „Ik wilde aanvankelijk door gaan met mijn Saito-reeks (over een Japanse inspecteur). Dat lukte ook niet. Daarvoor zou ik terugmoeten naar Japan, maar dat is niet leuk meer: Japan is te rijk en te arrogant geworden. Toen ben ik scripts gaan schrij ven. En dat vind ik wel leuk, ik houd van dialogen." Kelder Op dit moment schrijft hij Grijpstra-en-de-Gier-scripts voor een tv-serie. Een Duitse serie. Spelend in Nederland. En Engelstalig. Dat laatste is geen enkel probleem, want Van de Wetering schrijft zijn boeken vaak in het Amerikaans en ver taalt ze dan zelf naar Neder lands. „Of andersom. Of door elkaar. Het hangt er vanaf in welke taal ik op dat moment denk. Meer nog aan welke uitgever op dat moment het meeste zeurt. Drijf- lijk is in Duitsland al een jaar uit. Verkoopt geweldig. Ameri ka heeft een heel andere versie. Wat vriendelijker jegens de yanks." Met Grijpstra en De Gier gaat hij ook in boekvorm opnieuw verder. De Gier komt werken op Grijpstra's detective-bureau. En hij zal inspecteur Saito te genkomen. Ook andere plots heeft Van de Wetering al klaar. „Ik heb er weer zin in, ik vind ze nu weer leuk." Leuk? Het zo goudeerlijke duo is blijkbaar toch gezwicht voor geld. „Maar dat is helemaal niet erg. Ook dat is waar gebeurd. Twee agenten vonden op een dag in de kelder van een overle den drugdealer een koffer met beschimmelde bankbiljetten. Een miljoen. Ze hebben dat keurig ingeleverd. Toen ze later vroegen waar het was gebleven wist niemand ergens van. Wel had de hele afdeling een mooie auto. Die twee zijn teruggegaan naar dat huis en hebben toen de échte schat gevonden. De niet- beschimmelde biljetten. En toen zijn ze verdwenen. Dat was zo mooi, typisch iets voor Grijp stra en De Gier. Dat mogen ze van mij. Van de commissaris ook. Die belegt het zelfs voor ze. Ze gaan het straks weer terug geven, in een ander boek, maar dan kunnen ze doorgaan van die beleggingen." „Had het niet gemogen? Waar om niet? Zelfs de commissaris is het er mee eens. Is dat fout? Wat is dan fout? Dingen gebeuren. Dat hou je niet tegen. Maak er dan maar het beste van. De commissaris doet ook zijn uiter ste best om van iedere situatie het beste te maken wat in zijn macht ligt. Lukt het niet, dan lukt het niet. Soit. Maar hij heeft het wel geprobeerd. En als' hij het helemaal niet weet gaat hij met zijn schildpad praten, die het allemaal niks interes seert." „Het draait allemaal om niks. Dat begin ik nu veel beter te zien dan vroeger. Stiekem dacht ik nog altijd 'ja, maar het gaat toch ergens om'. En als ik dat nu maar vind, dan kan ik daar mijn jas aan ophangen, dan heb ik een kapstok." „Maar alles waar ik mijn jas of hoed aan ophing is uit de mum- gerukt. Die hele mum is weg. Je kan niemand vertrouwen, je kunt op niemand bouwen, niet eens op jezelf." „Het draait om niets. Zolang je het gaat benaderen of defi niëren als iets, ben je alweer nergens. Wés je maar nergens. Kijk maar om .je heen. Niets blijft en toch groeit de hele aarde door. Niemand weet dat- ie er ooit geweest is en het kan niemand ook iets schelen dat je er ooit geweest bent." „Toen de ellende van de oorlog begon werd het me écht duide lijk. Ik heb een jongetje zien doodslaan door WA'ers. Hij stak zijn tong uit. En ze pakten hun riem en sloegen hem dood. Gewoon, alsof het niks was. Een jongetje van 12, net zo oud als ik. Toen dacht ik: als dit zin zou hebben, als ergens een autori teit mensen heeft geschapen om ze iets te leren, dan is dat onaanvaardbaar." „Toen begon ik al te vermoeden dat het nergens om ging. En dat je nooit een zin hoeft te zoeken, want er is geen zin. Je redt de wereld niet. En het is ook niet zo belangrijk." Hij neemt een hap. Vergoeilij- kend: „Het geeft niet." Schapen Van de Wetering houdt van beestjes en is een trotse opa. „Nou, ik probeer ook bewust niks te doen om de aarde niet verder te verzieken. Maar ik zie het misgaan, door de overbevol king al. Alleen China heeft be grepen dat er nu echt geen ruimte meer is. Maar in Ameri ka is abortus taboe. Alles vliegt omhoog en de planeet vervuilt. En waarom? Mijn auto's? Nee hoor." Weer een hap. „Weet je waar door? Voornamelijk door de winden die de schapen in Au stralië laten. Schapen laten veel winden en in Australië heb je veel schapen. Daar lopen 150 miljoen schapen te ruften. En met nog eens 70 miljoen in Nieuw-Zeeland maakt dat 220 miljoen ruftende schapen." „Echt, dóér hangt het grootste ozongat. Niet boven het Ruhr- gebied. En waarom lopen die schapen daar? Omdat wij wol len pakjes aan willen. Het is allemaal voor ons en door ons. Wij verzieken de planeet. En het wordt alleen maar erger en daar word je neurotisch van. Ik weet niet of het zo erg is dat de mensheid uiteindelijk uitsterft. Dat zal ook wel gebeuren." En hij vindt dat niet erg? Hij kijkt op van een met zorg uitge kozen stuk Schwarzwalder taart. Een goudeerlijke blik. „Nee, ik vind het wel een goed idee. Daarna gaat het wel weer verder. Het zal niet het einde zijn in het heelal, het is een planeetje dat het wat anders gaat doen." „Ik heb in Japan een heel ver lichtende droom gehad. Ik was ergens in het heelal. Er liepen allemaal types rond. Iemand vroeg uit beleefdheid waar ik vandaan kwam. Ik zei: de aarde. En ik kon zien aan zijn gezicht dat-ie geen idee had waar dat was. En het interesseerde hem geen ruk. Dat had ik ook veel in Japan. Niemand wist waar Ne derland lag, maar ze wilden niet onbeleefd zijn en zeiden: Goh, interessant. Dat kun je doorvoe ren tot in het oneindige, tot: ik kom uit het heelal. Welk heelal? Er is een oneindig aantal heel- allen en geen daarvan doet er iets toe." Weer een hap taart. „Ik vlieg veel in mijn dromen." Jung zag in het wegvliegen de dood. „Ja, natuurlijk. In varen ook. Ik vaar veel. En in mijn dromen vaar ik ook veel. Maar ik kom altijd weer terug." Tn^elen Ooit kwam hij bijna niet terug. In zijn Japanse tijd deed hij een zelfdmoordpoging. Slikte gif. Het was te weinig en na het ziekenhuis wachtte de cel, want in Japan is een poging tot zelf moord strafbaar. „Het enige zinnige wat je met je leven kunt doen is eruit stap pen. Isaak Singer wees ons op de keus. In vergelijking met engelen zijn mensen slecht be deeld. We kunnen niet vliegen, we weten niet waar het goed voor is, alles loopt hier ver keerd. Maar we kunnen wel kiezen. Dat weten veel mensen niet. Het komt niet bij ze op. Ze worden geboren, gaan dood en daartussen zitten wat bobbel tjes en een hoop geklaag. Maar je kunt kiezen. Je kunt elke dag kiezen. Ik kan kiezen om dit gesprek niet af te maken, of om naar huis te gaan, of voor de dood. Maar dat doe je niet. Meestal loop je maar lullig mee. Ik ook, ik ben ook maar mens. Maar ik weet dat het kan." Hij is dus niet bang voor de dood. „Nee, echt niet. Misschien voor het proces van het sterven. Verder lijkt het me niet erg. En dan? Dan kom je in een andere illusionaire toestand terecht die ook een tijdje zal duren. Maar er zijn nog een heleboel dingen die ik dan graag wil doen. Ik wil erg graag trompet spelen en dat kan ik niet. Ik heb er een, maar ik krijg er nu geen geluid uit." Zijn hand strekt zich uit naar de koffie. „En ik denk dat het me dan wel lukt."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 25