unaer ijs In het ba Leraren klagen nog steeds maar 'het vak blijft leuk' i z KORT Niet méér vrouwcl directeur school Protesten tegen verlaging bedrag voor schoonmaken I Bijzonder onderwijs in defensief DE STEM PESTEM cc Krappe meerdert voor cao onderwal Cito wil vooraf moeilijkheidsgraad! examens vaststellel DONDERDAG 2 DECEMBER 1993 Door Rerié van der Velden DE kop is eraf. De fotograaf heeft zijn werk gedaan. Er heerst een serene rust in de vergaderzaal van De Stem. Ze ven leraren uit het voortgezet onderwijs trekken er een paar uur voor uit om eens stil te staan bij hun vak, dat dit jaar meer dan anders in de belang stelling staat, onder meer van wege het rapport Van Es en de moeizaam verlopen cao-onder handelingen. Van Dongen vraagt onze zeven gasten uit het voortgezet onder wijs met de onderwerpen voor de dag te komen die volgens hen aan de orde moeten komen. Het woord is aan 'het onderwijs veld'. Raymaekers: Het is heel belangrijk dat het positief is, dat het op scho len leuk is. Er wordt al zo vaak negatief geschreven, gezeurd en ge kankerd op het onderwijs. ■Van Dongen: Is het ouder worden echt zo'n punt? Verschueren: De halve DOP (Door stroming Onderwijs Personeel, rvdv) was iets geweldigs, een halve baan. Met je 55e kreeg je de moge lijkheid om de zaak langzamerhand af te sluiten. Van IJ11: Dat was positief. Op je 55e kun je het niet meer opbrengen om 28 uur les te geven. Met bijvoor beeld 18 lesuren kun je nog best goed functioneren in de scholenge meenschap. Leijnen: De halve DOP zou prettig zijn om jongere collega's te helpen. Er zijn er zoveel die tegen de muur aanlopen, die met geen mogelijk heid zien wat ze in die klas kunnen doen. Als een oudere docent zomaar stopt, gaat er een schat aan erva ring verloren. Dobbelaar: Als ik bij ons op school kijk, zijn er al veel leraren uitgeval len, maar dat zijn meestal jongeren. Raymaekers: Als je niet zo gemoti veerd bent, knap je af. Van mijn groep op het Moller zijn er twee van de vijftien aan het werk. De ande ren zijn van ellende iets anders gaan doen. Van Dongen: Wat vinden jullie van het idee voor mentorschap, dus ge leidelijk taken verschuiven om jon ge leerkrachten te coachen? Leijnen: Als je lang in het onderwijs zit, zoek je er naast je taak van lesgeven vanzelf iets bij zoals com- puteronderwijs of decaanschap. Al leen lesgeven houd je niet vol. Dobbelaar: Ik zie dat vergaderen in allerlei commissies juist niet zitten. Dat moet je liggen. Ik wil het liefste lesgeven. De lerarenkamer was vroeger een ontmoetingsplaats voor collega's, heel belangrijk. Nu is die bijna leeg omdat veel collega's met allerlei andere dingen bezig zijn. Zoals surveilleren of als plein- wacht. Die dingen eromheen, moet dat nou zo nodig? Van IJ11: Door alle nieuwe ontwik kelingen wordt de school ook steeds meer een kinderopvangplaats. De werktijden van ouders worden steeds meer afgestemd op de schooltijden. Leijnen: De plannen in het rapport Van Es zijn zo slecht nog niet, maar wie zal dat betalen? Dobbelaar: Het is een sigaar uit eigen doos. Leijnen: Ik zou een sabbatsjaar prettig vinden, maar daarvoor moet je twintig procent van je salaris inleveren. Dobbelaar: Het is modderen in de marge. Het is beter om zoals in Duitsland en België veel minder uren te geven. In België is twintig uur een volledige baan. Van Dongen: Vinden jullie dat je genoeg verdient? Raijmaekers: Ja, maar ik ben van net voor de HOS (Herstructurering Onderwijs Salarisstructuur, rvdv). Mensen die daarna in het onderwijs zijn gekomen verdienen het zout in de pap niet. Heeren: Ik vind het echt voldoende. Raijmaekers: Mijn man isnog werkzaam als leraar en daar kan ons gezin van rondkomen, maar wij zetten echt geen vrijstaande bunga low neer. Van IJ11: Als je met een exact vak afstudeert en veel geld wilt verdie nen, moet je niet het onderwijs ingaan. Op de Universiteit Nijme gen heeft er het afgelopen jaar een voor het leraarschap gekozen. Fi nancieel sta je er in het bedrijfsle ven veel beter voor. Courtin: Ik ben in '66 begonnen. Toen was de overheid nog een pri ma werkgever. Daarna was de groei eruit en zijn er kortingen gekomen. Dat heeft veel kwaad bloed gezet. Dat heeft in de maatschappij een slechte kijk gegeven op onderwijs. Ik heb. twee zonen op kamers en ben blij dat mijn vrouw ook wat bijver dient. Verschueren: Het is een leuk beroep maar de overheid moet de grootst mogelijke moeite doen om mensen te vinden die ons willen opvolgen. Dat is toch een bewijs dat er ergens iets fout zit. Dat komt omdat er in de jaren zestig en zeventig mensen kwamen die zich met de school gingen bemoeien. Vervolgens kreeg je meer leerlingen en minder lesu ren. De bezuinigingen gingen mee spelen. Dat was allemaal niet goed. Onderwijs gedijt in rust. 'Onderwys gedijt in rust' De leraren. Achter van links naar rechts Peter Heeren, Ingrid Raymaekers, Jan Verschueren, Jac van IJll Nicole Leijnen en George Dobbelaar. Dobbelaar: Er zijn een heleboel mensen die over onderwijs beslissen die zelf geen enkele ervaring heb ben. Verschueren: De ellende is pas be gonnen toen de onderwijskundigen kwamen. Die van achter hun bu reau precies wisten hoe het moest. Het onderwijs werd een speelbal van allerlei vernieuwingen, die half uitgevoerd werden. Heeren: Veel vernieuwingen zijn verkapte bezuinigingen. Daar zitten geen faciliteiten bij. Dat vind ik veel problematischer dan mijn sala ris. 'Bang voor enquête over hoe we het zover konden laten komen' Leijnen: Een voorbeeld. Een van de kerndoelen van de basisvorming is tekstverwerking. Maar wie moet dat dan geven? Het ministerie weet het zelf ook niet. Verdeel het maar over alle vakken, zeggen ze daar. Dat zijn weer die faciliteiten waar het mank gaat. Raijmaekers: Mijn man is techniek gaan geven, een nieuw vak. Maar er is geen onderwijsassistent die iets kan doen. Moet ie zelf honderd houten plankjes maken voor een les. Hij zit elke dag tot half zes van dat stompzinnige werk te doen. Van Dongen: Er komen volgend jaar verkiezingen. Wat moet de nieuwe onderwijsminister gaan doen, behalve rust brengen in het onderwijs? Dobbelaar: Geen stokpaardjes meer berijden zoals deze minister doet met zijn verkapte Middenschool of basisvorming. Leijnen: Alle ideeën die wij ventile ren kosten geld. Geef ons gewoon maar meer mensen. Maak van een klas van dertig leerlingen twee klassen van vijftien. Heeren: Als je maar voldoende tijd zou hebben voor leerlingenbegelei ding, kun je rust terugbrengen in die klas. Ik geef 29 lesuren en daarnaast moet ik nog eens leerlin gen begeleiden. Dat gaat op een gegeven moment niet meer. Dan pak je alleen de moeilijkste geval len. De rest is hap-snap. Courtin: Vroeger was mulo als eind onderwijs een goede opleiding. Nu zien leerlingen het verband niet meer tussen opleiding en baan. De maatschappij heeft een te grote af stand gecreëerd tussen moeten stu deren en het waarom daarvan. Dat' is een van de redenen waarom wij het zo moeilijk hebben. Leerlingen moeten zich interesseren voor een systeem dat ze niet willen. Daar door is de motivatie bij velen zoek. Leijnen: Dus u zou de leerplicht willen afschaffen? Courtin: Ik vind dat verschrikkelijk als onderwijsman, maar dat moet voor ongemotiveerde leerlingen in derdaad de conclusie zijn. Leijnen: Ja, als ze niks willen leren, leren ze niks. Dobbelaar: Ik heb tien jaar avond onderwijs gegeven in het kader van tweede-kans-onderwijs. Daar had ik alleen met mensen te maken die de kans kregen en hem ook grepen. Courtin: Als je daar gebleven was, had je de veertig jaar gehaald. Van Dongen: Er zijn nogal wat jongeren die de school niet afma ken. De politiek wil deze drop outs toch weer in het onderwijs bren gen... Raymaekers: Ja maar, in een klas van dertig, hoeveel zijn er nou echt zo vervelend dat je ze kwijt zou willen? Vier? Dat is denk ik al veel. Van IJll: Het merendeel is echt van goede wil hoor. Raymaekers: Wat je op school mee kunt geven aan motivatie verdwijnt zo vaak thuis met de tv en een pa die geen tijd heeft om te overhoren. Dobbelaar: Die kinderen zitten in de puberteitsjaren, die zijn vrij la biel, dat is een gegeven dat ook een rol speelt. Raymaekers: De groep 12- tot 16-jarigen is een ontzettend leuke groep. Die kinderen op zich zijn gewoon leuk. Ik werk nu een half jaar niet meer, maar die kinderen mis ik. Dobbelaar: Een vervelend kind krijgt te weinig aandacht thuis. Als je hem een schouderklopje geeft, werkt dat soms wonderbaarlijk. Van Dongen: Is dat de charme van het vak? Dobbelaar: Op de pont zie ik wel eens een keurig nette heer die zegt 'Hé meneer'. Die heb ik dan in mijn begintijd in de klas gehad als 'klootzak'. Dat geeft nu gewoon een kick. Raymaekers: Toen ik zwanger was, werd ik in een mavo-3 klas aange staard door een lastige leerling die uiteindelijk vroeg 'Juf, beweegt die nou al?'. Ik had het over aardrijks kunde maar toen kwamen de biolo- gieboeken op tafel. Leijnen: Het is menselijk materiaal waar je mee bezig bent. Iedere dag is anders. Van IJll: Het omgaan met leerlingen is de charme van het vak, de afwis seling. Dobbelaar: Hoe waren wij vroeger? Ik was ook geen braafje. Raymaekers: Je moet er de humor van inzien. Als je alleen maar kijkt naar die ene etterbak in de klas, houd je het niet vol. Dobbelaar: Ik ga al 25 jaar met het schoolkamp mee naar de Ardennen. Dan zie je leerlingen helemaal an ders. Leijnen: Het is heel goed om mee te doen aan buitenschoolse activitei ten. Dan krijgen ze ook een andere kijk op jou. Van Dongen: Wat moet een school doen voor leerlingen? Ze iets leren of compenseren wat ze in een ande re omgeving missen? Dobbelaar: Het moet een combina tie zijn. Het cognitieve element hoort er natuurlijk bij, maar een kamp of een fuif horen er ook bij. Aan je middelbare schooltijd moet je met plezier terugdenken. Ik heb dat zelf niet. Heeren: Het moet een stapeling zijn. Leerlingen moeten zich veilig voe len, aandacht krijgen, een luiste rend oor. Dan pas komt de volgende stap, dan kan er iets geleerd wor den. Met leerlingen, die allerlei pro blemen hebben, over het klimaat 'Heg je- vit aam het cinp vam iepere: pag Hoe: (aeeje ojj dan les 5 en Frans Courtin. Op de voorgrond FOTO DE STEM/JOHAN VAN GURP beginnen, dat werkt niet. En in het individueel beroepsonderwijs moe ten wij het zelf doen, we hebben niks meer door te verwijzen. Dobbelaar: Dat is op havo/vwo iets gemakkelijker. Op sommige scholen worden zoveel leerüngen doorver wezen dat de school op het eind kan zeggen dat 95 tot 97 procent is geslaagd. Dat vind ik niet eerlijk, maar dat gebeurt wel in onderwijs land. Van Dongen: Op het gymnasium kun je zeggen 'het leren staat cen- 'Een zelfmoord-geval, ik weet echt niet wat ik daarmee moet' traal'. Maar ook in het beroepson derwijs moet je een uitspraak doen over prestaties of een thuis hebben op school. Heeren: Leerlingen moeten zich eerst veilig voelen. Dan pas kun je gaan bouwen. Dobbelaar: Het wordt tijd voor een kentering in de verhouding be roepsonderwijs en mavo. Een tegel zetter verdient veel meer dan een mavo'er die misschien nog ergens in de supermarkt terecht kan voor het minimumloon. Heeren: Ik vrees dat de gemiddelde ouder er niet zo over denkt. Van Dongen: Het aansluiten van mavo, havo en vwo lukt nog wel, maar kan daar ook het vbo nog bij? De praktijk leert dat het heel moei lijk is om een scholengemeenschap te maken met vbo erbij. Zowel ouders als scholen vinden het moei lijk om vbo erbij te nemen. Heeren: Wij hebben jarenlang ge probeerd om als vbo-school aan te sluiten bij een scholengemeenschap, maar havo en vwo willen geen vbo erbij, want 'dat is een ander pu bliek', zegt men. 'De vbo-leerling is.... en dan komen er stigmatiseren de opmerkingen. Dobbelaar: Staat niet in de bijbel 'Laat de kleinen tot mij komen' en 'wees mijn broeders hoeder'? Van Dongen: Familie-omstandighe den, incest en dergelijke komen op het onderwijs af. Ik heb soms het idee dat de school tot taak krijgt allerlei maatschappelijke proble men op zich te nemen. Kunnen scholen dat? Leijnen: Als Jantje zijn huiswerk niet gemaakt heeft, blijkt inderdaad vaak dat de oorzaak thuis ligt. Vorig jaar heb ik iemand met zelf moordneigingen gehad. Ik weet echt niet wat ik daarmee moet doen. Je probeert wat, maar er zijn steeds meer leerlingen met steeds grotere problemen. Van IJll: We kunnen ze gelukkig naar een schoolarts of orthopeda goog sturen. Leerlingen komen veel sneller naar je toe dan vroeger. Ze willen gehoord worden. Dat moet je op je nemen. Je kunt ze niet met een kluitje in het riet sturen. Van Dongen: De leerlingen zijn ope ner geworden maar ze hebben vaak alleen de school. Er komen steeds meer vragen op je bord en het wordt steeds onduidelijker wat wel en wat niet moet. Tot hoever ga je met hen opvangen? Raymaekers en Van IJll: Tot zover je het aan kunt. Heeren: Je kunt niet net doen alsof de problemen niet bestaan. Je moet proberen het probleem zo helder mogelijk te krijgen. Verschueren: Je bent er nooit voor opgeleid. Het is altijd Fingerspit- zengefühl geweest. Je moet ontzet tend uitkijken waar je in betrokken wordt. Dobbelaar: Je hoeft niet verder te gaan dan het signaleren van de problemen. De professionele aan pak moet je aan anderen overlaten. Van Dongen: In hoeverre moet je jezelf zijn voor de klas? Leijnen: Als je dat niet kunt, misluk je. Je kunt niet vals zijn in de klas, dat hebben ze zo door. Van IJll: Als ik niet mezelf zou kunnen zijn, zou me dat te veel energie kosten. Raymaekers: Ik denk dat mensen het daarom niet redden. Van Dongen: Uit het rapport Van Es is mij onder meer bijgebleven dat de leraren de motor van het onder wijs vormen, maar ze moeten wel de kans hebben om gemotiveerd hun werk te kunnen doen. Dus als jullie de kans krijgen, zal het niet aan jullie liggen? Dobbelaar: De maatschappij moet daaraan meewerken. Maar er wordt zo vaak gezegd: jij hebt zeven we ken vakantie en met Kerstmis weer. Wij hebben wettelijk zestig vrije dagen, maar ik heb dat eens verge leken met iemand van buiten het onderwijs en die kwam ook tot 54. Dat is toch ook maar een week verschil. Raymaekers: Aan de buitenkant lijkt het allemaal zo mooi. Maar dat je correctiewerk hebt tot half twaalf 's avonds, dat ziet niemand. Leijnen: Nederlands is heel erg veel nakijken. Met twintig uur les kom je aan een volledige taak. Verschueren: Je moet ieder lesuur in feite verdubbelen. Ik heb werk weken van zestig, zeventig uur ge had, jaren aan een stuk. Van IJll: Er is nog altijd genoeg enthousiasme en verantwoordelijk heidsgevoel bij docenten om te zeg gen 'dat pakken we op'. Dobbelaar: Het moet ook een beetje een roeping zijn. Vanwege die roe ping ben je gemotiveerd. Heeren: Je begint wel aan iets, maar krijgt vaak niet de kans om het af te maken. Dat is frustrerender dan dat je het moet doen. Je moet steeds keuzes maken. Dobbelaar: Ik heb nog nooit iemand op kennis zien afgaan, maar altijd op de manier van optreden. Kan de opleiding daar niets aan doen? Daar doen ze nog te veel aan het cogni tieve element en te weinig aan di dactiek, terwijl dat verschrikkelijk belangrijk is. Leijnen: Ik heb stagiaires voor Ne derlands die echt niet boven de stof staan. Die maken vreselijke fouten. De eigen vaardigheden zijn niet goed en daar wordt niets aan ge daan. Van Dongen: Een leraar moet zijn vak kennen, maar ook kunnen? Leijnen: Het basisonderwijs is net afgekeurd. Ik ben bang dat wij over drie jaar hetzelfde krijgen: een ver nietigend rapport en een parlemen taire enquête over hoe we het ooit zover hebben kunnen laten komen. Dobbelaar: De onderwijzers kunnen er niks aan doen, de politiek beslist dat ze er allerlei maatschappelijke vakken bij moeten doen. Lezen en rekenen zijn de twee voornaamste vakken. Die moet je in voldoende mate geven. Dat staat voor mij als een paal boven water. Het is zes uur. De koffie heeft plaats gemaakt voor sap en bier. Ook de leraren uit Zeeuws-Vlaan- deren willen die woensdagavond de Polen met 1-3 van Oranje zien ver liezen. Tijd voor de slotvraag: Wat is het allermooiste of het allerberoerdste van dat vak van jullie? Allen kiezen voor een positief slot. Courtin: Het allermooiste is dat je iedere dag dingen tegenkomt die je verrassen. Dat is de jus van het hele gebeuren. Raymaekers: De leerlingen, dat is het leukste, een fijne werkomge ving. Heeren: Het vak, in mijn geval aardrijkskunde en geschiedenis. Het is heel aardig om jongeren te laten zien hoe dingen in elkaar zitten in de wereld die op hen afkomt. Dobbelaar: Het vormen van men sen, dat is wat mij aantrekt. Leijnen: Het werken met kinderen. Als een leerling de klas binnen komt met 'ha juffie', dat is gewoon hartstikke leuk. Van IJll: Wiskunde vind ik een enorm leuk vak en het omgaan met kinderen, die combinatie. Verschueren: Het omgaan met de leerlingen. Het overbrengen van wat je zelf belangrijk vindt. Dat was in mijn geval gemakkelijk met al die oorlogen en conflicten. Dat heeft me tot het laatst toe op de been gehouden. \A lil O O EEN krappe meerderheid van procent van leden van de on) wijsbonden CFO, KOV en heeft tijdens ledenraadpleJ ingestemd met het onderk lingskkoord over de cao en dei mee samenhangende afspraken de invoering van de 38-urige» week, de invoering van een seniorenbeleid en de terugd: van het wachtgeldvolume. V« de senioren lieten duidelijk r dat zij zich door de cao benadj voelen omdat zij meer zullen t ten gaan betalen voor extra» uren. DE afgelopen twee jaar zijn méér vrouwen tot directeur van i middelbare school benoemd. Het convenant dat schoolbes en vakbonden in februari 199! ten om in het voortgezet onder meer vrouwelijke managers te noemen, heeft geen enkel effect: had. Dat is de conclusie van een ond zoek dat de Leidse universiteit i opdracht van de betrokken com] nantspartners heeft uitgevoerd. Volgens onderzoekster Carin sink is het streven mislukt omdat) concurrentie erg groot was. Er heel weinig vacatures geweest voor die schaarse vacatures mi den zich veel kandidaten, vo«| hoog gekwalificeerde mannen. De afspraken tussen vakbonden: schoolbesturen werden in 1992 maakt om te zien of de schè verhouding tussen vrouwelijke ld ren en directeuren wat recht, trokken kon worden. Van alle lei) ren in het voortgezet onderwijs 28,6 procent vrouw, maar van directeuren is maar 4,1 pre vrouw. CITO, het Centraal Instituut voo] Toetsontwikkeling, gaat prob de moeilijkheidsgraad van de e examens vast te stellen voordat dl ze worden afgenomen. Dat gebeurt om te voorkomen c examens achteraf te moeilijk gemakkelijk blijken te zijn. In h algemeen gaat het om enkele tierj den van een punt, maar dit ja<| moesten Nederlands tekstverkl| ring voor havo en Latijn voor met liefst een heel punt word opgewaardeerd. Dat moet in as to komst worden voorkomen. En 4 kan als de examens van te vorj worden uitgeprobeerd. Het instituut dat onlangs 25-jarig vierde, heeft een plan; trokken voor de komende 25 ja: Voor de komende jaren staat) ontwikkelen van flexibele toets temen (af te nemen op verschill«| momenten) en internationaal richt bovenaan het verlanglijst)! Cito heeft immers niet voor niets f binnen- en buitenland een aardii reputatie opgebouwd. En het i dat houden ook. Momenteel lopsj er enkele grote projecten in Ruslal en Bulgarije. Maar ook België hril interesse, voor met name het lec'l lingvolgsysteem, het toetsen ind'fl basisschool. DE schoonmaakwerkgevers prots-1 teren tegen de aangekondigde ver-I laging van de schoonmaakvergoel ding voor basisscholen in 1994.®! ministerie van Onderwijs verlaagt I deze vergoeding met 21 cent 34,22 per uur. „Net nu dit jaar verbetering wq aangebracht in het vergoedingstel; I sel pakt het ministerie een dt&l daarvan weer terug", aldus schoonmaakwerkgevers. De Ondernemersorganisatie I Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten P die lang voor de verbetering heeft I gevochten, waarschuwt in een brie' I aan de Vaste Kamercommissie da! I de verlaging ten koste zal gaan var de kwaliteit van het schoonmaak' I onderhoud en dus van de volksge-1 zondheid en hygiëne op de scholen poor René van der Velden HOEWEL het proces van ont kerkelijking in Nederland al en- Lje decennia gaande is, is daar i het basisonderwijs bijzonder weinig van te merken. De signa tuur van het basisonderwijs is n0g altijd overwegend rooms- katholiek. Landelijk direct ge volgd door openbaar en protes tants-christelijk, in het zuiden blijven deze en andere stromin gen ver achter bij het katholieke basisonderwijs. ï)at blijkt uit een inventarisatie van basisscholen naar signatuur. Het basisonderwijs in kaart bren gen is strooien met cijfers. Zo telt Nederland bijna 1,5 miljoen kinde ren van vier tot en met twaalf jaar die samen 8375 basisscholen bevol ken. Nederland kent grofweg drie onge veer even grote onderwijsstromin- gen: de meeste kinderen zitten nog altijd op een rooms-katholieke school (bijna een half miljoen), di rect gevolgd door het openbaar on derwijs (ruim 460.000 leerlingen) en, op wat grotere afstand, het protestants-christelijk onderwijs (375.000 leerlingen). Waarbij vermeld moet worden dat de Top Drie van het aantal scholen wordt aangevoerd door het open baar onderwijs (2936), wat betekent dat op de 2446 katholieke basis scholen meer leerlingen zitten. Vanaf de vierde plaats is het aantal leerlingen als volgt verdeeld: 4. Algemeen bijzonder onderwijs: 65.000 leerlingen, Door Harry Coerver DAT was toch even schrik ken op de katholieke scho len toen onderwijsminister Ritzen zich liet ontvallen, dat er enkele tientallen scholen voor bijzonder on derwijs zouden moeten ver anderen in openbare scho len. In Brabant en Limburg zagen ze de bui al hangen. Daar zijn relatief weinig openbare scholen. De aantallen die Ritzen noemt, stellen eigenlijk niet veel voor. Enkele tientallen op de meer dan achtduizend basisscholen in het hele land, dat is toch eigenlijk niks. Maar de organi saties in het bijzonder onder wijs reageerden als door een wesp gestoken. En dat is heel wel verklaarbaar. De strijd tussen openbaar en bijzonder onderwijs is de laatste tijd in een nieuwe fase gekomen. Volgens de grondwet moet er overal voldoende openbaar on derwijs beschikbaar zijn. Dat is op veel plaatsen al niet het geval. Maar de situatie wordt door bepaalde ontwikkelingen nog onevenwichtiger. Het basisonderwijs ondergaat momenteel een fusiegolf van ongekende omvang. Een op de drie scholen is op de een of andere manier bij een fusie betrokken. Het aantal leerlin gen om een school te stichten of om een school te handha ven, wordt flink opgeschroefd. Veel scholen verdwijnen. On der de scholen die verdwijnen zitten meer scholen voor open baar onderwijs dan katholieke of protestantse scholen. Door de schaalvergrotingsoperatie wordt de roep om nieuwe scholen voor openbaar onder wijs sterker. De PvdA-fractie in de Tweede Kamer heeft er kort geleden voor gepleit dat er afspraken komen om scholen van 'kleur te laten verschieten'. Dat wil zeggen, bijzondere scholen moeten kunnen veranderen in openbare scholen en omge keerd. Het bijzonder onderwijs is duidelijk in het defensief ge drongen. Door Jan Bouwmans STROOKT de omvang van het christelijke onderwijs nog wel met gelovigheid van de bevol king? Gaapt er anno 1993 niet een kloof tussen het nog altijd grote aantal katholieke en pro testantse scholen in onze sa menleving en het aantal burgers dat nog katholiek of protestant ls? Ja, zal bijna iedereen spon taan zeggen. Iedereen neemt immers in zijn eigen ee omgeving waar dat mensen nooit di meer naar de kerk gaan en ook anderszins van godsdienst ver vreemd zijn geraakt. 'Men doet er mks meer aan' heet het dan. Onge veer de helft van de bevolking staat m tegenwoordig in allerlei statistieken te boek als onkerkelijk. Deze ontwikkeling lijkt echter aan k;

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 16