unaer ijs
In het ba
Leraren klagen nog steeds maar 'het vak blijft leuk'
i
z
KORT
Niet méér vrouwcl
directeur school
Protesten tegen
verlaging bedrag
voor schoonmaken I
Bijzonder
onderwijs
in defensief
DE STEM
PESTEM
cc
Krappe meerdert
voor cao onderwal
Cito wil vooraf
moeilijkheidsgraad!
examens vaststellel
DONDERDAG 2 DECEMBER 1993
Door Rerié van der Velden
DE kop is eraf. De fotograaf
heeft zijn werk gedaan. Er
heerst een serene rust in de
vergaderzaal van De Stem. Ze
ven leraren uit het voortgezet
onderwijs trekken er een paar
uur voor uit om eens stil te
staan bij hun vak, dat dit jaar
meer dan anders in de belang
stelling staat, onder meer van
wege het rapport Van Es en de
moeizaam verlopen cao-onder
handelingen.
Van Dongen vraagt onze zeven
gasten uit het voortgezet onder
wijs met de onderwerpen voor
de dag te komen die volgens hen
aan de orde moeten komen. Het
woord is aan 'het onderwijs
veld'.
Raymaekers: Het is heel belangrijk
dat het positief is, dat het op scho
len leuk is. Er wordt al zo vaak
negatief geschreven, gezeurd en ge
kankerd op het onderwijs.
■Van Dongen: Is het ouder worden
echt zo'n punt?
Verschueren: De halve DOP (Door
stroming Onderwijs Personeel,
rvdv) was iets geweldigs, een halve
baan. Met je 55e kreeg je de moge
lijkheid om de zaak langzamerhand
af te sluiten.
Van IJ11: Dat was positief. Op je 55e
kun je het niet meer opbrengen om
28 uur les te geven. Met bijvoor
beeld 18 lesuren kun je nog best
goed functioneren in de scholenge
meenschap.
Leijnen: De halve DOP zou prettig
zijn om jongere collega's te helpen.
Er zijn er zoveel die tegen de muur
aanlopen, die met geen mogelijk
heid zien wat ze in die klas kunnen
doen. Als een oudere docent zomaar
stopt, gaat er een schat aan erva
ring verloren.
Dobbelaar: Als ik bij ons op school
kijk, zijn er al veel leraren uitgeval
len, maar dat zijn meestal jongeren.
Raymaekers: Als je niet zo gemoti
veerd bent, knap je af. Van mijn
groep op het Moller zijn er twee van
de vijftien aan het werk. De ande
ren zijn van ellende iets anders
gaan doen.
Van Dongen: Wat vinden jullie van
het idee voor mentorschap, dus ge
leidelijk taken verschuiven om jon
ge leerkrachten te coachen?
Leijnen: Als je lang in het onderwijs
zit, zoek je er naast je taak van
lesgeven vanzelf iets bij zoals com-
puteronderwijs of decaanschap. Al
leen lesgeven houd je niet vol.
Dobbelaar: Ik zie dat vergaderen in
allerlei commissies juist niet zitten.
Dat moet je liggen. Ik wil het liefste
lesgeven. De lerarenkamer was
vroeger een ontmoetingsplaats voor
collega's, heel belangrijk. Nu is die
bijna leeg omdat veel collega's met
allerlei andere dingen bezig zijn.
Zoals surveilleren of als plein-
wacht. Die dingen eromheen, moet
dat nou zo nodig?
Van IJ11: Door alle nieuwe ontwik
kelingen wordt de school ook steeds
meer een kinderopvangplaats. De
werktijden van ouders worden
steeds meer afgestemd op de
schooltijden.
Leijnen: De plannen in het rapport
Van Es zijn zo slecht nog niet, maar
wie zal dat betalen?
Dobbelaar: Het is een sigaar uit
eigen doos.
Leijnen: Ik zou een sabbatsjaar
prettig vinden, maar daarvoor moet
je twintig procent van je salaris
inleveren.
Dobbelaar: Het is modderen in de
marge. Het is beter om zoals in
Duitsland en België veel minder
uren te geven. In België is twintig
uur een volledige baan.
Van Dongen: Vinden jullie dat je
genoeg verdient?
Raijmaekers: Ja, maar ik ben van
net voor de HOS (Herstructurering
Onderwijs Salarisstructuur, rvdv).
Mensen die daarna in het onderwijs
zijn gekomen verdienen het zout in
de pap niet.
Heeren: Ik vind het echt voldoende.
Raijmaekers: Mijn man isnog
werkzaam als leraar en daar kan
ons gezin van rondkomen, maar wij
zetten echt geen vrijstaande bunga
low neer.
Van IJ11: Als je met een exact vak
afstudeert en veel geld wilt verdie
nen, moet je niet het onderwijs
ingaan. Op de Universiteit Nijme
gen heeft er het afgelopen jaar een
voor het leraarschap gekozen. Fi
nancieel sta je er in het bedrijfsle
ven veel beter voor.
Courtin: Ik ben in '66 begonnen.
Toen was de overheid nog een pri
ma werkgever. Daarna was de groei
eruit en zijn er kortingen gekomen.
Dat heeft veel kwaad bloed gezet.
Dat heeft in de maatschappij een
slechte kijk gegeven op onderwijs.
Ik heb. twee zonen op kamers en ben
blij dat mijn vrouw ook wat bijver
dient.
Verschueren: Het is een leuk beroep
maar de overheid moet de grootst
mogelijke moeite doen om mensen
te vinden die ons willen opvolgen.
Dat is toch een bewijs dat er ergens
iets fout zit. Dat komt omdat er in
de jaren zestig en zeventig mensen
kwamen die zich met de school
gingen bemoeien. Vervolgens kreeg
je meer leerlingen en minder lesu
ren. De bezuinigingen gingen mee
spelen. Dat was allemaal niet goed.
Onderwijs gedijt in rust.
'Onderwys gedijt in rust'
De leraren. Achter van links naar rechts Peter Heeren, Ingrid Raymaekers, Jan Verschueren, Jac van IJll
Nicole Leijnen en George Dobbelaar.
Dobbelaar: Er zijn een heleboel
mensen die over onderwijs beslissen
die zelf geen enkele ervaring heb
ben.
Verschueren: De ellende is pas be
gonnen toen de onderwijskundigen
kwamen. Die van achter hun bu
reau precies wisten hoe het moest.
Het onderwijs werd een speelbal
van allerlei vernieuwingen, die half
uitgevoerd werden.
Heeren: Veel vernieuwingen zijn
verkapte bezuinigingen. Daar zitten
geen faciliteiten bij. Dat vind ik
veel problematischer dan mijn sala
ris.
'Bang voor enquête
over hoe we het zover
konden laten komen'
Leijnen: Een voorbeeld. Een van de
kerndoelen van de basisvorming is
tekstverwerking. Maar wie moet
dat dan geven? Het ministerie weet
het zelf ook niet. Verdeel het maar
over alle vakken, zeggen ze daar.
Dat zijn weer die faciliteiten waar
het mank gaat.
Raijmaekers: Mijn man is techniek
gaan geven, een nieuw vak. Maar er
is geen onderwijsassistent die iets
kan doen. Moet ie zelf honderd
houten plankjes maken voor een les.
Hij zit elke dag tot half zes van dat
stompzinnige werk te doen.
Van Dongen: Er komen volgend
jaar verkiezingen. Wat moet de
nieuwe onderwijsminister gaan
doen, behalve rust brengen in het
onderwijs?
Dobbelaar: Geen stokpaardjes meer
berijden zoals deze minister doet
met zijn verkapte Middenschool of
basisvorming.
Leijnen: Alle ideeën die wij ventile
ren kosten geld. Geef ons gewoon
maar meer mensen. Maak van een
klas van dertig leerlingen twee
klassen van vijftien.
Heeren: Als je maar voldoende tijd
zou hebben voor leerlingenbegelei
ding, kun je rust terugbrengen in
die klas. Ik geef 29 lesuren en
daarnaast moet ik nog eens leerlin
gen begeleiden. Dat gaat op een
gegeven moment niet meer. Dan
pak je alleen de moeilijkste geval
len. De rest is hap-snap.
Courtin: Vroeger was mulo als eind
onderwijs een goede opleiding. Nu
zien leerlingen het verband niet
meer tussen opleiding en baan. De
maatschappij heeft een te grote af
stand gecreëerd tussen moeten stu
deren en het waarom daarvan. Dat'
is een van de redenen waarom wij
het zo moeilijk hebben. Leerlingen
moeten zich interesseren voor een
systeem dat ze niet willen. Daar
door is de motivatie bij velen zoek.
Leijnen: Dus u zou de leerplicht
willen afschaffen?
Courtin: Ik vind dat verschrikkelijk
als onderwijsman, maar dat moet
voor ongemotiveerde leerlingen in
derdaad de conclusie zijn.
Leijnen: Ja, als ze niks willen leren,
leren ze niks.
Dobbelaar: Ik heb tien jaar avond
onderwijs gegeven in het kader van
tweede-kans-onderwijs. Daar had
ik alleen met mensen te maken die
de kans kregen en hem ook grepen.
Courtin: Als je daar gebleven was,
had je de veertig jaar gehaald.
Van Dongen: Er zijn nogal wat
jongeren die de school niet afma
ken. De politiek wil deze drop outs
toch weer in het onderwijs bren
gen...
Raymaekers: Ja maar, in een klas
van dertig, hoeveel zijn er nou echt
zo vervelend dat je ze kwijt zou
willen? Vier? Dat is denk ik al veel.
Van IJll: Het merendeel is echt van
goede wil hoor.
Raymaekers: Wat je op school mee
kunt geven aan motivatie verdwijnt
zo vaak thuis met de tv en een pa
die geen tijd heeft om te overhoren.
Dobbelaar: Die kinderen zitten in
de puberteitsjaren, die zijn vrij la
biel, dat is een gegeven dat ook een
rol speelt.
Raymaekers: De groep 12- tot
16-jarigen is een ontzettend leuke
groep. Die kinderen op zich zijn
gewoon leuk. Ik werk nu een half
jaar niet meer, maar die kinderen
mis ik.
Dobbelaar: Een vervelend kind
krijgt te weinig aandacht thuis. Als
je hem een schouderklopje geeft,
werkt dat soms wonderbaarlijk.
Van Dongen: Is dat de charme van
het vak?
Dobbelaar: Op de pont zie ik wel
eens een keurig nette heer die zegt
'Hé meneer'. Die heb ik dan in mijn
begintijd in de klas gehad als
'klootzak'. Dat geeft nu gewoon een
kick.
Raymaekers: Toen ik zwanger was,
werd ik in een mavo-3 klas aange
staard door een lastige leerling die
uiteindelijk vroeg 'Juf, beweegt die
nou al?'. Ik had het over aardrijks
kunde maar toen kwamen de biolo-
gieboeken op tafel.
Leijnen: Het is menselijk materiaal
waar je mee bezig bent. Iedere dag
is anders.
Van IJll: Het omgaan met leerlingen
is de charme van het vak, de afwis
seling.
Dobbelaar: Hoe waren wij vroeger?
Ik was ook geen braafje.
Raymaekers: Je moet er de humor
van inzien. Als je alleen maar kijkt
naar die ene etterbak in de klas,
houd je het niet vol.
Dobbelaar: Ik ga al 25 jaar met het
schoolkamp mee naar de Ardennen.
Dan zie je leerlingen helemaal an
ders.
Leijnen: Het is heel goed om mee te
doen aan buitenschoolse activitei
ten. Dan krijgen ze ook een andere
kijk op jou.
Van Dongen: Wat moet een school
doen voor leerlingen? Ze iets leren
of compenseren wat ze in een ande
re omgeving missen?
Dobbelaar: Het moet een combina
tie zijn. Het cognitieve element
hoort er natuurlijk bij, maar een
kamp of een fuif horen er ook bij.
Aan je middelbare schooltijd moet
je met plezier terugdenken. Ik heb
dat zelf niet.
Heeren: Het moet een stapeling zijn.
Leerlingen moeten zich veilig voe
len, aandacht krijgen, een luiste
rend oor. Dan pas komt de volgende
stap, dan kan er iets geleerd wor
den. Met leerlingen, die allerlei pro
blemen hebben, over het klimaat
'Heg je- vit aam het cinp vam iepere: pag
Hoe: (aeeje ojj dan les 5
en Frans Courtin. Op de voorgrond
FOTO DE STEM/JOHAN VAN GURP
beginnen, dat werkt niet. En in het
individueel beroepsonderwijs moe
ten wij het zelf doen, we hebben
niks meer door te verwijzen.
Dobbelaar: Dat is op havo/vwo iets
gemakkelijker. Op sommige scholen
worden zoveel leerüngen doorver
wezen dat de school op het eind kan
zeggen dat 95 tot 97 procent is
geslaagd. Dat vind ik niet eerlijk,
maar dat gebeurt wel in onderwijs
land.
Van Dongen: Op het gymnasium
kun je zeggen 'het leren staat cen-
'Een zelfmoord-geval,
ik weet echt niet
wat ik daarmee moet'
traal'. Maar ook in het beroepson
derwijs moet je een uitspraak doen
over prestaties of een thuis hebben
op school.
Heeren: Leerlingen moeten zich
eerst veilig voelen. Dan pas kun je
gaan bouwen.
Dobbelaar: Het wordt tijd voor een
kentering in de verhouding be
roepsonderwijs en mavo. Een tegel
zetter verdient veel meer dan een
mavo'er die misschien nog ergens in
de supermarkt terecht kan voor het
minimumloon.
Heeren: Ik vrees dat de gemiddelde
ouder er niet zo over denkt.
Van Dongen: Het aansluiten van
mavo, havo en vwo lukt nog wel,
maar kan daar ook het vbo nog bij?
De praktijk leert dat het heel moei
lijk is om een scholengemeenschap
te maken met vbo erbij. Zowel
ouders als scholen vinden het moei
lijk om vbo erbij te nemen.
Heeren: Wij hebben jarenlang ge
probeerd om als vbo-school aan te
sluiten bij een scholengemeenschap,
maar havo en vwo willen geen vbo
erbij, want 'dat is een ander pu
bliek', zegt men. 'De vbo-leerling
is.... en dan komen er stigmatiseren
de opmerkingen.
Dobbelaar: Staat niet in de bijbel
'Laat de kleinen tot mij komen' en
'wees mijn broeders hoeder'?
Van Dongen: Familie-omstandighe
den, incest en dergelijke komen op
het onderwijs af. Ik heb soms het
idee dat de school tot taak krijgt
allerlei maatschappelijke proble
men op zich te nemen. Kunnen
scholen dat?
Leijnen: Als Jantje zijn huiswerk
niet gemaakt heeft, blijkt inderdaad
vaak dat de oorzaak thuis ligt.
Vorig jaar heb ik iemand met zelf
moordneigingen gehad. Ik weet echt
niet wat ik daarmee moet doen. Je
probeert wat, maar er zijn steeds
meer leerlingen met steeds grotere
problemen.
Van IJll: We kunnen ze gelukkig
naar een schoolarts of orthopeda
goog sturen. Leerlingen komen veel
sneller naar je toe dan vroeger. Ze
willen gehoord worden. Dat moet je
op je nemen. Je kunt ze niet met een
kluitje in het riet sturen.
Van Dongen: De leerlingen zijn ope
ner geworden maar ze hebben vaak
alleen de school. Er komen steeds
meer vragen op je bord en het wordt
steeds onduidelijker wat wel en wat
niet moet. Tot hoever ga je met hen
opvangen?
Raymaekers en Van IJll: Tot zover
je het aan kunt.
Heeren: Je kunt niet net doen alsof
de problemen niet bestaan. Je moet
proberen het probleem zo helder
mogelijk te krijgen.
Verschueren: Je bent er nooit voor
opgeleid. Het is altijd Fingerspit-
zengefühl geweest. Je moet ontzet
tend uitkijken waar je in betrokken
wordt.
Dobbelaar: Je hoeft niet verder te
gaan dan het signaleren van de
problemen. De professionele aan
pak moet je aan anderen overlaten.
Van Dongen: In hoeverre moet je
jezelf zijn voor de klas?
Leijnen: Als je dat niet kunt, misluk
je. Je kunt niet vals zijn in de klas,
dat hebben ze zo door.
Van IJll: Als ik niet mezelf zou
kunnen zijn, zou me dat te veel
energie kosten.
Raymaekers: Ik denk dat mensen
het daarom niet redden.
Van Dongen: Uit het rapport Van
Es is mij onder meer bijgebleven dat
de leraren de motor van het onder
wijs vormen, maar ze moeten wel de
kans hebben om gemotiveerd hun
werk te kunnen doen. Dus als jullie
de kans krijgen, zal het niet aan
jullie liggen?
Dobbelaar: De maatschappij moet
daaraan meewerken. Maar er wordt
zo vaak gezegd: jij hebt zeven we
ken vakantie en met Kerstmis weer.
Wij hebben wettelijk zestig vrije
dagen, maar ik heb dat eens verge
leken met iemand van buiten het
onderwijs en die kwam ook tot 54.
Dat is toch ook maar een week
verschil.
Raymaekers: Aan de buitenkant
lijkt het allemaal zo mooi. Maar dat
je correctiewerk hebt tot half
twaalf 's avonds, dat ziet niemand.
Leijnen: Nederlands is heel erg veel
nakijken. Met twintig uur les kom
je aan een volledige taak.
Verschueren: Je moet ieder lesuur
in feite verdubbelen. Ik heb werk
weken van zestig, zeventig uur ge
had, jaren aan een stuk.
Van IJll: Er is nog altijd genoeg
enthousiasme en verantwoordelijk
heidsgevoel bij docenten om te zeg
gen 'dat pakken we op'.
Dobbelaar: Het moet ook een beetje
een roeping zijn. Vanwege die roe
ping ben je gemotiveerd.
Heeren: Je begint wel aan iets, maar
krijgt vaak niet de kans om het af te
maken. Dat is frustrerender dan dat
je het moet doen. Je moet steeds
keuzes maken.
Dobbelaar: Ik heb nog nooit iemand
op kennis zien afgaan, maar altijd
op de manier van optreden. Kan de
opleiding daar niets aan doen? Daar
doen ze nog te veel aan het cogni
tieve element en te weinig aan di
dactiek, terwijl dat verschrikkelijk
belangrijk is.
Leijnen: Ik heb stagiaires voor Ne
derlands die echt niet boven de stof
staan. Die maken vreselijke fouten.
De eigen vaardigheden zijn niet
goed en daar wordt niets aan ge
daan.
Van Dongen: Een leraar moet zijn
vak kennen, maar ook kunnen?
Leijnen: Het basisonderwijs is net
afgekeurd. Ik ben bang dat wij over
drie jaar hetzelfde krijgen: een ver
nietigend rapport en een parlemen
taire enquête over hoe we het ooit
zover hebben kunnen laten komen.
Dobbelaar: De onderwijzers kunnen
er niks aan doen, de politiek beslist
dat ze er allerlei maatschappelijke
vakken bij moeten doen. Lezen en
rekenen zijn de twee voornaamste
vakken. Die moet je in voldoende
mate geven. Dat staat voor mij als
een paal boven water.
Het is zes uur. De koffie heeft
plaats gemaakt voor sap en bier.
Ook de leraren uit Zeeuws-Vlaan-
deren willen die woensdagavond de
Polen met 1-3 van Oranje zien ver
liezen.
Tijd voor de slotvraag: Wat is het
allermooiste of het allerberoerdste
van dat vak van jullie? Allen kiezen
voor een positief slot.
Courtin: Het allermooiste is dat je
iedere dag dingen tegenkomt die je
verrassen. Dat is de jus van het hele
gebeuren.
Raymaekers: De leerlingen, dat is
het leukste, een fijne werkomge
ving.
Heeren: Het vak, in mijn geval
aardrijkskunde en geschiedenis.
Het is heel aardig om jongeren te
laten zien hoe dingen in elkaar
zitten in de wereld die op hen
afkomt.
Dobbelaar: Het vormen van men
sen, dat is wat mij aantrekt.
Leijnen: Het werken met kinderen.
Als een leerling de klas binnen
komt met 'ha juffie', dat is gewoon
hartstikke leuk.
Van IJll: Wiskunde vind ik een
enorm leuk vak en het omgaan met
kinderen, die combinatie.
Verschueren: Het omgaan met de
leerlingen. Het overbrengen van
wat je zelf belangrijk vindt. Dat
was in mijn geval gemakkelijk met
al die oorlogen en conflicten. Dat
heeft me tot het laatst toe op de
been gehouden.
\A
lil
O
O
EEN krappe meerderheid van
procent van leden van de on)
wijsbonden CFO, KOV en
heeft tijdens ledenraadpleJ
ingestemd met het onderk
lingskkoord over de cao en dei
mee samenhangende afspraken
de invoering van de 38-urige»
week, de invoering van een
seniorenbeleid en de terugd:
van het wachtgeldvolume. V«
de senioren lieten duidelijk r
dat zij zich door de cao benadj
voelen omdat zij meer zullen t
ten gaan betalen voor extra»
uren.
DE afgelopen twee jaar zijn
méér vrouwen tot directeur van i
middelbare school benoemd.
Het convenant dat schoolbes
en vakbonden in februari 199!
ten om in het voortgezet onder
meer vrouwelijke managers te
noemen, heeft geen enkel effect:
had.
Dat is de conclusie van een ond
zoek dat de Leidse universiteit i
opdracht van de betrokken com]
nantspartners heeft uitgevoerd.
Volgens onderzoekster Carin
sink is het streven mislukt omdat)
concurrentie erg groot was. Er
heel weinig vacatures geweest
voor die schaarse vacatures mi
den zich veel kandidaten, vo«|
hoog gekwalificeerde mannen.
De afspraken tussen vakbonden:
schoolbesturen werden in 1992
maakt om te zien of de schè
verhouding tussen vrouwelijke ld
ren en directeuren wat recht,
trokken kon worden. Van alle lei)
ren in het voortgezet onderwijs
28,6 procent vrouw, maar van
directeuren is maar 4,1 pre
vrouw.
CITO, het Centraal Instituut voo]
Toetsontwikkeling, gaat prob
de moeilijkheidsgraad van de e
examens vast te stellen voordat dl
ze worden afgenomen.
Dat gebeurt om te voorkomen c
examens achteraf te moeilijk
gemakkelijk blijken te zijn. In h
algemeen gaat het om enkele tierj
den van een punt, maar dit ja<|
moesten Nederlands tekstverkl|
ring voor havo en Latijn voor
met liefst een heel punt word
opgewaardeerd. Dat moet in as to
komst worden voorkomen. En 4
kan als de examens van te vorj
worden uitgeprobeerd.
Het instituut dat onlangs
25-jarig vierde, heeft een plan;
trokken voor de komende 25 ja:
Voor de komende jaren staat)
ontwikkelen van flexibele toets
temen (af te nemen op verschill«|
momenten) en internationaal
richt bovenaan het verlanglijst)!
Cito heeft immers niet voor niets f
binnen- en buitenland een aardii
reputatie opgebouwd. En het i
dat houden ook. Momenteel lopsj
er enkele grote projecten in Ruslal
en Bulgarije. Maar ook België hril
interesse, voor met name het lec'l
lingvolgsysteem, het toetsen ind'fl
basisschool.
DE schoonmaakwerkgevers prots-1
teren tegen de aangekondigde ver-I
laging van de schoonmaakvergoel
ding voor basisscholen in 1994.®!
ministerie van Onderwijs verlaagt I
deze vergoeding met 21 cent
34,22 per uur.
„Net nu dit jaar verbetering wq
aangebracht in het vergoedingstel; I
sel pakt het ministerie een dt&l
daarvan weer terug", aldus
schoonmaakwerkgevers.
De Ondernemersorganisatie I
Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten P
die lang voor de verbetering heeft I
gevochten, waarschuwt in een brie' I
aan de Vaste Kamercommissie da! I
de verlaging ten koste zal gaan var
de kwaliteit van het schoonmaak' I
onderhoud en dus van de volksge-1
zondheid en hygiëne op de scholen
poor René van der Velden
HOEWEL het proces van ont
kerkelijking in Nederland al en-
Lje decennia gaande is, is daar
i het basisonderwijs bijzonder
weinig van te merken. De signa
tuur van het basisonderwijs is
n0g altijd overwegend rooms-
katholiek. Landelijk direct ge
volgd door openbaar en protes
tants-christelijk, in het zuiden
blijven deze en andere stromin
gen ver achter bij het katholieke
basisonderwijs.
ï)at blijkt uit een inventarisatie van
basisscholen naar signatuur.
Het basisonderwijs in kaart bren
gen is strooien met cijfers. Zo telt
Nederland bijna 1,5 miljoen kinde
ren van vier tot en met twaalf jaar
die samen 8375 basisscholen bevol
ken.
Nederland kent grofweg drie onge
veer even grote onderwijsstromin-
gen: de meeste kinderen zitten nog
altijd op een rooms-katholieke
school (bijna een half miljoen), di
rect gevolgd door het openbaar on
derwijs (ruim 460.000 leerlingen)
en, op wat grotere afstand, het
protestants-christelijk onderwijs
(375.000 leerlingen).
Waarbij vermeld moet worden dat
de Top Drie van het aantal scholen
wordt aangevoerd door het open
baar onderwijs (2936), wat betekent
dat op de 2446 katholieke basis
scholen meer leerlingen zitten.
Vanaf de vierde plaats is het aantal
leerlingen als volgt verdeeld:
4. Algemeen bijzonder onderwijs:
65.000 leerlingen,
Door Harry Coerver
DAT was toch even schrik
ken op de katholieke scho
len toen onderwijsminister
Ritzen zich liet ontvallen,
dat er enkele tientallen
scholen voor bijzonder on
derwijs zouden moeten ver
anderen in openbare scho
len. In Brabant en Limburg
zagen ze de bui al hangen.
Daar zijn relatief weinig
openbare scholen.
De aantallen die Ritzen noemt,
stellen eigenlijk niet veel voor.
Enkele tientallen op de meer
dan achtduizend basisscholen
in het hele land, dat is toch
eigenlijk niks. Maar de organi
saties in het bijzonder onder
wijs reageerden als door een
wesp gestoken. En dat is heel
wel verklaarbaar. De strijd
tussen openbaar en bijzonder
onderwijs is de laatste tijd in
een nieuwe fase gekomen.
Volgens de grondwet moet er
overal voldoende openbaar on
derwijs beschikbaar zijn. Dat
is op veel plaatsen al niet het
geval. Maar de situatie wordt
door bepaalde ontwikkelingen
nog onevenwichtiger.
Het basisonderwijs ondergaat
momenteel een fusiegolf van
ongekende omvang. Een op de
drie scholen is op de een of
andere manier bij een fusie
betrokken. Het aantal leerlin
gen om een school te stichten
of om een school te handha
ven, wordt flink opgeschroefd.
Veel scholen verdwijnen. On
der de scholen die verdwijnen
zitten meer scholen voor open
baar onderwijs dan katholieke
of protestantse scholen. Door
de schaalvergrotingsoperatie
wordt de roep om nieuwe
scholen voor openbaar onder
wijs sterker.
De PvdA-fractie in de Tweede
Kamer heeft er kort geleden
voor gepleit dat er afspraken
komen om scholen van 'kleur
te laten verschieten'. Dat wil
zeggen, bijzondere scholen
moeten kunnen veranderen in
openbare scholen en omge
keerd.
Het bijzonder onderwijs is
duidelijk in het defensief ge
drongen.
Door Jan Bouwmans
STROOKT de omvang van het
christelijke onderwijs nog wel
met gelovigheid van de bevol
king? Gaapt er anno 1993 niet
een kloof tussen het nog altijd
grote aantal katholieke en pro
testantse scholen in onze sa
menleving en het aantal burgers
dat nog katholiek of protestant
ls? Ja, zal bijna iedereen spon
taan zeggen.
Iedereen neemt immers in zijn eigen ee
omgeving waar dat mensen nooit di
meer naar de kerk gaan en ook
anderszins van godsdienst ver
vreemd zijn geraakt. 'Men doet er
mks meer aan' heet het dan. Onge
veer de helft van de bevolking staat m
tegenwoordig in allerlei statistieken
te boek als onkerkelijk.
Deze ontwikkeling lijkt echter aan k;