kater
De
Weekend
vrijheid
van de
vlashandel
IN GLAS
[ERT B.V.
T&aorro hajös iottó
ledewerker (M/V)
24 UUR
SERVICE
Boedapest is een
'kapitalistische'
stad met
een nieuwe
make-up van
lichtreclames
'Nu de tijden
veranderen zijn wij
opnieuw de
verliezers,'
zeggen de
gepensioneerden
DE STEM
Kovócs ur26 év eheHygftn^^
élete masodik aufèist.
1-18772, 4538 AS TERNEUZEN
ER 1993
len voor de wegen-
aan den Rijn,
fn Oudenbosch
de funkties:
paar:
Ealtbommel,
Everaert J.M.E. Seijdlitz
sen te Terneuzen
ag met mr A. W. Vroome
Itaris te Hulst
Rd-goed-praktijk (inclusief
En Terneuzen.
ling in de overdracht van
Iken.
en collegiale instelling.
Iidig te functioneren.
collegiale werksfeer
l geoutilleerd kantoor
jptie passend honorarium en
derde havenplaats van Ne-
aan de Westerschelde. De
Brussel, Antwerpen, Gent
anuit Terneuzen binnen drie
aar.
Iftelijke sollicitatie te richten
|eijdlitz, postbus 20, 4530 AA
vie u ook telefonisch inlich-g
trkrijgen. Telefoon: 01150-f
Pin open enveloppe, postzegel is niet
•den aan:
plIZENSE GLASHANDEL
nummer 505, 4530 WB Terneuzen
f 110,-/m2
f 40,- /m2
f 60,- /m2
f 80,- /m2
f 50,- /m2
cm dikke Franse
De blik naar het Westen
Boedapest Universiteit voor Eco
nomische Wetenschappen zoals de
voormalige Karl Marx Universiteit
nu heet. „De omschakeling van een
socialistische commando-economie
naar een vrije markt gaat nu een
maal niet zonder pijn. In vergelij
king met de Polen doen wij het nóg
rustig aan. Maar we zitten met de
puinhoop die de communisten heb
ben achtergelaten. Tijdens het goe-
lash-communisme behoorden we
tot de besten van de klas maar
sinds het begin van de jaren tachtig
heeft zich gewroken dat we zowel
in de industrie als in de landbouw
de aansluiting met de technologie
hebben gemist. En na de ineenstor
ting van het Sovjet-imperium is
ruim de helft van onze export
markt verdwenen, terwijl de kwali
teit van onze produkten niet goed
genoeg is om op de westerse markt
te kunnen concurreren. Afgezien
nog van de beperkingen die de
Europese Gemeenschap ons op
legt."
In het voetgangersgebied, met als
hoofdader de Véci utca, glimmen
de etalages de passanten tegemoet.
Een jaar of vijf, zes geleden - nog
onder het goelash-communistische
regime - is het begonnen met jeans-
shops en tienerkleding-boetieks die
nu naar plantsoenen en zijstraten
zijn verdrongen om plaats te ma
ken voor sjieke modezaken en ju
weliers die fabuleuze prijzen vra
gen. Boedapest is een 'kapitalis
tische' stad geworden.
Het meeste van wat nog aan het
voormalige communistische regime
zou kunnen doen denken is uitge
wist. Marx, Engels en Lenin zijn
van de straatnaambordjes verdwe
nen en vervangen door vroegere of
nieuwe namen. Het reusachtige
Lenin-standbeeld dat de tijdens de
revolutiedagen van 1956 omverge
haalde Stalin-kolos 35 jaar lang
heeft overleefd is ook weggehaald
en de plek waar het gestaan heeft
gaat nu schuil achter een schutting
waarop kapitalistische reclame
wordt gemaakt voor auto's, toto en
lotto.
Maar niet alles wat aan het verle
den herinnert is ongedaan ge
maakt. Een wetenschappelijk on
derzoeker beklaagt zich erover dat
op zijn instituut de voormalige
communistische partijsecretaris
nog steeds bijna tweemaal zoveel
verdient als de overige medewer
kers. „De man heeft de voorsprong
die hij aan zijn partijboekje dankte
gewoonweg mogen behouden."
„Logisch," zegt een ander - de dis-
.cussie vindt plaats tijdens een in
formele borrel bij de man van de
Mercedes-met-chauffeur thuis
„Logisch, want we hebben geen
zuiveringen gehad. De communis
ten konden blijven zitten waar ze
zaten." „Omdat de oppositie en de
media zich zo fel tegen de grote
afrekening hebben verzet," houdt
de wetenschappelijk medewerker
vol. „Nou ja, een heksenjacht zou
ook niet goed geweest zijn," pro
beert de gastheer te sussen. Maar
de verdeeldheid is ook in deze
kennissenkring onmiskenbaar.
Voor verdeeldheid zorgen vooral de
meedogenloze cijfers die bijvoor
beeld onomstotelijk vaststellen dat
Hongarije tweeëneenhalf miljoen
gepensioneerden telt, dat is een
kwart van de bevolking. „Als de
uitdrukking 'verloren generatie'
ooit van toepassing is geweest dan
is het op ons", zegt een oude heer
die even pauseert van zijn vioolspel
waarmee hij in een passage onder
de Rakoczi ut een paar forinten
probeert bij te verdienen. „Onze
jeugd hebben we in de ooriog door
gebracht - ik aan het Oostfront, ja,
aan de verkeerde kant, maar dat
was niet mijn schuld. Ik werd ook
maar gestuurd. Daarna hebben we
ruim veertig jaar lang onder com
munistische dictatuur geleefd. En
nu de tijden eindelijk beginnen te
veranderen zijn wij opnieuw de
verliezers. Er is geen geld voor ons
en tegen de tijd dat het in Honga
rije werkelijk wat beter gaat zullen
wij er niet meer zijn."
Toch besteedt de centrum
rechtse regering van József
Antall bijna driekwart van
haar uitgaven aan gezond
heidszorg, onderwijs, werklozen en
gepensioneerden. Dat is, naar in
ternationale maatstaven gemeten,
veel.
Te veel, vindt het Internationale
Monetaire Fonds. Maar lang niet
genoeg, zegt de linkse oppositie die
niet alleen de ontevredenheid ver
tolkt van de 3,2 miljoen Hongaren
die buiten het arbeidsproces staan,
maar ook van degenen die nog wel
werk hebben maar met snel stij
gende kosten voor levensonder
houd worden geconfronteerd. Bijna
de helft van hen moet het met een
minimumloon van tienduizend fo-
rint (ongeveer 225 gulden) doen.
Dat is weliswaar aanzienlijk meer
dan in de meeste andere voormali
ge socialistische volksrepublieken,
terwijl met name de prijzen voor
eten en drinken beduidend lager
liggen dan in de omringende lan
den. Maar ook al behoeven de
meeste Hongaren met werk geen
armoe te lijden, de buikriem moet
nog steeds wat nauwer worden
aangehaald.
Het is dus geen wonder dat een
vergelijking met de prijzen van
vóór de omwenteling veel Honga
ren doet beseffen dat de goelasj-ja-
ren onder de communist Janos
Kadar eigenljk nog niet zo slecht
waren. En tegelijkertijd wordt de
illusie gekoesterd dat de ex-com
munistische socialisten onder lei
ding van de voormalige minister
van buitenlandse zaken Gyula
Horn wellicht voor een terugkeer
naar Kadars vleespotten kunnen
zorgen.
De - overwegend conservatief-libe-
rale - kennissenkring van de man
met de Mercedes-met-chauffeur is
het over één ding eens: de ex-com
munisten moeten voorlopig nog
maar politiek buitenspel blijven.
De wetenschappelijk onderzoeker:
„Het is hier niet zoals in Polen
waar een volledig nieuwe generatie
socialisten de dienst uitmaakt in
het linkse blok. In de Hongaarse
socialistische partij zijn nog steeds
de bonzen van het vroegere regime
aan de macht."
Maar op het socialistische partij
bureau wordt ijverig democratie en
markteconomie beleden. „Wij wil
len niet terug naar het verleden,
maar we vinden wel dat de over
gang met aanzienlijk minder pijn
gepaard kan gaan dan nu het geval
is. En wij willen de uitwassen van
het kapitalisme vermijden en voor
komen dat onze maatschappij in
tweeën wordt gedeeld, in misschien
een miljoen Hongaren die het heel
erg goed gaat en negen miljoen
anderen die op of onder de armoe
degrens moeten leven."
In de kring van de man met de
Mercedes wordt dat 'sociale dema
gogie' genoemd.
Ook rechtse populisten als de ex
treem-nationalistische schrijver
Istvan Csurka speculeren op de
ontevredenheid van degenen die
door het nieuwe systeem teleurge
steld zijn. Csurka, een van de
grondleggers van de grootste rege
ringspartij Hongaars Democratisch
Forum, heeft inmiddels een eigen
Partij van de Gerechtigheid ge
sticht, staat aan het hoofd van de
zevende fractie in het parlement en
profileert zich als de advocaat van
de bedrogen natie, van de Hon
gaarse minderheden in Slowakije,
Roemenië en Servië die hij herzie
ning van de nationale grenzen
voorspiegelt. Maar hij kritiseert
ook het ondoorzichtige privatise
ringsproces en speelt de rol van
openbare aanklager tegen de voor
malige communistische functiona
rissen die in het kielzog van de
hervormingen miljonair zijn ge
worden.
„Csurka is niet echt gevaarlijk,"
zegt de wetenschappelijk onder
zoeker. „In tegenstelling tot wat
men van de Hongaren denkt staan
wij over het algemeen tamelijk
nuchter tegenover politieke extre
misten. Dat betekent echter niet
dat de thema's die Csurka aan
snijdt niet serieus genomen moeten
worden. Want dat zijn dezelfde
thema's die leven onder de talloze
Hongaren die tot nu toe slechts de
keerzijde van de hervormingsme
daille hebben leren kennen."
Het is al laat wanneer de chauffeur
van de Mercedes, die Ferenc heet,
de hele avond het gezelschap van
drankjes en hapjes heeft voorzien
en me nu terug rijdt naar het hotel,
ongevraagd zegt: „Deze maand is
het 37 jaar geleden dat mijn vader
is omgekomen. We weten niet eens
of het een Hongaarse of een Russi
sche kogel was. Hij was communist
en een van de vele jonge arbeiders
die met de studenten, de intellec
srkers is INPA wereldwijd
arket.
an ruim 30.000 m2 leveren
ri in parket.
rpT Buitenvest 52,
Bergen op Zoom
Tel. 01640-54104
imand ons na!
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1993
Op Ferihegy-1, de inter
nationale luchthaven
van Boedapest, behoort
de aangifte van devie
zen sinds lang tot het
verleden. In plaats van
ingewikkelde douaneverklaringen
liggen er nog vóór de pascontrole
stapels foldertjes waarin de lueht-
havendirectie meedeelt dat het ver
voer naar de stad niet duur hoeft te
zijn. Minibusjes brengen de passa
giers naar hun hotel waar ze ook
weer kunnen worden afgehaald.
Korte wachttijden, behulpzame
chauffeurs en vooral: redelijke
prijzen, circa tien gulden per rit.
Het initiatief van de Ferihegy-di-
rectie is bedoeld om de macht van
de taxi-maffia te breken en te
voorkomen dat de eerste indruk
van buitenlandse reizigers wordt
bepaald door absurd hoge taxita
rieven die het resultaat zijn van
een bloeiende maar verkeerd be
grepen vrije markt.
De man die de tweeëneenhalf uur
vliegtijd van Moskou naar Boeda
pest heeft overbrugd met een lof
lied op de onbegrensde mogelijkhe
den die Hongarije biedt 'sinds we
eindelijk weer vrij zijn,' is niet op
een minibusje aangewezen. Een
Mercedes-500 met chauffeur staat
hem op te wachten. Hij behoort tot
de honderdduizend Hongaren die
het kennelijk gemaakt hebben.
Ook Boedapest lijkt het helemaal
te maken. Wanneer het minibusje
de slecht verlichte arbeiderswijk
Kispest en het stinkende industrie
gebied Ferencvaros is gepasseerd
verschijnt de 'koningin van de Do-
nau' met haar nieuwe make-up van
lichtreclames: Boss en Benetton,
Dior en Armani, Coca Cola, Por
sche en, op de Rakoczi ut, zelfs een
reuzenfiliaal van de Oostenrijkse
delicatessenwinkel-keten Julius
Meinl. Het is er druk.
„Ondernemers uit het Westen krij
gen steeds meer belangstelling voor
ons," had de Hongaar van de Mer
cedes-met-chauffeur verteld. „De
investeerders hebben vertrouwen
gekregen in onze hervormingen.
We zitten op het goede spoor."
De ruim zevenhonderdduizend
werklozen - in een land dat veertig
jaar lang officieel geen werkloos
heid kende - denken daar anders
over.
„Wij hebben altijd voor werk en
voor woningen gezorgd," luidt het
standaardcommentaar op het par
tijbureau van de MSZP, de" Hon
gaarse Socialistische Partij die vier
jaar geleden de wettige opvolgster
werd van de communistische par
tij, vervolgens voorzichtig het de
mocratiseringsproces inleidde
maar bij de eerste vrije verkiezin
gen, in 1990, toch naar de opposi-
tiebanken werd verwezen.
„Natuurlijk moest er iets verande
ren," zeggen de ex-communisten.
„Maar vergeet niet dat wij al met
hervormingen begonnen waren. In
dien ze ons tempo hadden aange
houden zou ons land er nu aanzien
lijk beter voor staan."
„Onzin!," luidt de reactie op de
tuelen en de militairen in opstand
kwam. Niet tegen het communis
me, maar tegen het stalinisme in
Hongarije én tegen de Russische
overheersing. Ik was zelf nog maar
zes maanden oud toen de Russen
die nationale opstand van ons Hon
garen in bloed hebben gesmoord.
Mijn moeder heeft me altijd gezegd
dat de dood van mijn vader niet
vergeefs geweest kan zijn. Ze is nu
een gelukkige vrouw, want ze be
schouwt het nieuwe Hongarije als
het ideaal waarvoor mijn vader
zijn leven heeft gegeven. Maar ze is
ook de eerste die zal toegeven dat
we nog moeten leren omgaan met
de vrijheid die we eindelijk hebben
heroverd." En na een ogenblik stil
te zegt hij zachtjes: „Ik denk dat ze
gelijk heeft."
Achter het glas van de al lang
gesloten kiosk in hotel Hungaria
grijnzen de kopjes van drie rijen in
elkaar passende Russische houten
poppetjes me toe. De vriendelijke
matoesjka-gezichtjes zijn vervan
gen door die van Gorbatsjov en
Jeltsin. Het restant van de Russi
sche aanwezigheid in Hongarije
- de laatste soldaten van het Rode
Leger zijn in 1991 vertrokken -
heeft zich aan de markt aangepast.
De hotelkamer is kil en het Best
Western-management heeft on
danks een recente renovering niet
alle socialistische luchtjes kunnen
verdrijven. In de hotel-informatie
staat dat het tv-aanbod behalve
twee Hongaarse ook twee Russi
sche en twee Tsjechoslowaakse
zenders omvat. Maar de 'broeder
landen' zijn mét het vorige regime
van het beeldscherm verdwenen.
Nu kun je kiezen uit CNN, BBC,
MTV, Sat-1, twee Duitse RTL-zen
ders en zelfs de RAI.
„Weet u waarom onze heilige ko
ning Stefan boven op het Vissers
bastion naar het Westen kijkt?,"
had een van de gasten van de man
met de Mercedes me gevraagd.
„Omdat hij een onafhankelijke
christelijke staat heeft gesticht die
op het Westen was georiënteerd.
Daarom heeft hij zich niet door de
keizer van Byzantium of door de
keizer van het Heilige Roomse Rijk
laten kronen maar door de paus.
Wat de bevrijding van het commu
nisme en van de Russen ons vooral
heeft gebracht is dat we nu einde
lijk kunnen doen wat we in 1956 al
wilden: weer met ons gezicht naar
het Westen gaan staan.
De socialisten die het achterland in
het Oosten niet willen loslaten zijn
sceptisch: „Hongarije met het ge
zicht naar het Westen? Als dat
maar geen nieuwe desillusie
wordt."
Dat zal het zeker niet worden voor
de taximaffioso die me de volgende
ochtend voor een twintig-minuten-
ritje naar het vliegveld veertig do-
lar afhandig maakt. Diens vertrou
wen in het Westen in kennelijk
grenzeloos. Zolang het maar het
rijke Westen is.
Met de afbraak van de Berlijnse Muur in de
herfst van 1989 begonnen in het hele Oost
blok de communistische regimes te wanke
len. Twee jaar later stortte het Sovjetimpe
rium ineen. Oost-Europa is nu op weg naar
de vrije markt en naar democratie. Maar wat
heeft dat de Oosteuropeanen opgeleverd?
Zijn ze welvarender geworden? Tevredener?
Gelukkiger? Of verlangen velen terug naar
de sociale zekerheid en de veiligheid op
straat waarvoor het vroegere regime garant
stond? En bestaat de kans dat de communis
ten weer aan de macht komen?
Vier jaar na de 'meest ingrijpende omwente
ling van deze eeuw' probeert Leo van Vlij
men, tijdens een reis langs zes Oosteuropese
steden, een antwoord op deze vragen te
vinden. Vandaag in Boedapest waar op 23
oktober 1956 de eerste in bloed gesmoorde
opstand van studenten, intellectuelen, arbei
ders en militairen tegen het stalinistische
regime plaatsvond.
Door Leo van Vlijmen
De heilige Hongaarse koning Stefan op het Vissersbastion kijkt
naar het Westen.
Een filiaal van de Oostenrijkse delicatessenwinkel-keten Julius
Meinl midden in Boedapest.
liiUUUi V Qw
**tUUM4
- V
pi»
I De plek waar tot voor kort nog een reusachtig Leninstandbeeld stond gaat schuil achter een schutting met kapitalistische reclame