Weekend
de stem
Op dit moment zijn
er 483
vluchtelingen.
Dagelijks komen er
mensen bij
Princenbosch is
slechts een
voorportaal.
Daarna volgt
overplaatsing
De sluimerende
legerplaats Kamp
Princenbosch is in korte
tijd veranderd in een
multi-nationaal en
multi-raciaal mierennest
van asielzoekers. Op dit
moment wonen er 483
vluchtelingen uit circa
dertig verschillende
landen. Dagelijks komen
er nog nieuwe bij.
Uiteindelijk moet
Princenbosch duizend
asielzoekers onderdak
verschaffen. Zoveel
verschillende vogels van
zoveel verschillende
pluimage tesamen
vormen een wereld apart
daar in de bosrijke
omgeving tussen Gilze en
Chaam.
NOVEMBER 1993 F2
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1993
|vereenkomst geweest voor het
waarbij de werknemer niet
betaald naar capaciteiten,
I naar leeftijd. Dat gaat m
Aderen en dat heeft een psy
Igische aardverschuiving
tot
lis (vooralsnog) niet van plan
|pan werknemers te ontslaan
gaat wel over tot andere
Jische maatregelen. Zo verlie-
vice-presidenten van TAT u-
|en op 56-jarige leeftijd hun
pie. Ze mogen wel in dienst
[en, maar verdienen tien pro-
minder en raken hun voor-
ken, hun auto met chauffeur en
^antal bonussen kwijt.
nemers boven de vijftig krij-
|een jaar vrij om een andere
i te zoeken en verdienen vanat
I moment twintig procent min-
1 JAL-mensen tussen 35 en 44
kunnen drie ton 'vertrekpre-
opstrijken als ze uit dienst
Jen. Dit jaar maken 103 werk
tere van deze mogelijkheid ge-
Ik.
nerkelijk fenomeen is dat het
anse personeel voor de JAL te
wordt. Binnen drie jaar moet
derde van het aantal stewardes-
I op internationale vluchten uit
fcenlandere bestaan, voorname'
uit Singapore, maar ook uit
[tsland en Engeland. Zij krijgen
'beperkt' contract en kunnen
gemakkelijker aan de dijk wor-
gezet dan Japanse werkne-
ts. JAL wil zich tevens meer
In concentreren op de thuis-
Trkt, na de VS de grootste ter
teld. Spoorwegen
(gens JAL-topman Suto is
atschappij niet net als KLM en
dere Europese maatschappijen
J zoek naar schaalvergroting. De
lernationale luchtvaart is daar-
br niet stabiel genoeg en Japan
te ver buiten het 'centrum' om
oogje in het zeil te kunnen
uden. JAL denkt eerder aan sa-
inwerking met Europese spoor-
gen om Japanse én buitenlandse
zigers snel aan te kunnen voeren
ar de 'hubs'. Zeker als straks
linen met hoge snelheid steden
i Londen, Parijs, Brussel, Am-
irdam en Frankfurt met elkaar
rbinden, kan JAL het verliesge-
nd vervoer tussen deze steden
stoten en zich beperken tot
nstgevend vervoer tussen de
ubs' en Tokio.
Ve bespeuren een groeiende^ be-
lefte aan 'surface-transport
ieken contact met Europese
loorwegmaatschappijen. Maar he
en blijft een pokerspel zonde
it we onze eigen kaarten ken
en," aldus Suto.
'Wet heeft er geruime tijd
M naar uitgezien dat de «Ja-
I panse toeristen-organisati
M JNTO zonder pardon wera
igeheven. Ruim honderd over-
lidsinstellingen moeten als gevo B
nn bezuinigingen het leven la
apan moet bovendien het toens
muit het buitenland ontmoedig
_m de structureel scheve hanae
ialans niet nog verder uit het ev
dcht te brengen. hp.
Een onlogisch en belachelijk oe
eid. Toerisme dient ook om c
eel en sociaal begrip te kw
ussen de volken. Bovendien.
noeten we de vliegtuigen en
hotels
krijgen als hier geen buitenh"
ere meer komen?," zo vraag}
'O-direeteur Hiroyuki Hashimow
:ich af. up.
Vaar het buitenlandse gast®
;reft, vormt Nederland voor P
ieen van de vijftien belangn)
markten. In 1992 bezochten i
;aal 18.253 landgenoten Japan.
jrocent meer dan het jaar e
Daarbij gaat het om 6229
landse toeristen. Geringe aan
op een totaal van 3,5 miljoe g
tenlandse bezoekers en de bij
miljoen Japanners die vorig J
een reis naar het buitenland maa
ten. Sinds Zuid-Korea vorigJ
de deuren opende, overstrom
Koreanen de Japanse mart»-
groot verdriet van de Japajn
Een buitenlander is en bl I
Japan een wezen dat met ge
gevoelens tegemoet wordt g
den.
dat je ze hebt ingewerkt, moeten ze
weer weg."
's Middags is het spitsuur in het
kledingwinkeltje waar tweede
hands kleding, geschonken door de
bevolking, onder de asielzoekers
wordt verdeeld. Het winkeltje
wordt beheerd door mevrouw Lia
Boogers uit Gilze. Ze is min of
meer toevallig als vrijwilligster op
Princenbosch beland. „Ik ben uit
nieuwsgierigheid naar de eerste in
formatieavond geweest. Daar zat ik
midden tussen Centrumpartij-aan
hangers. Daar heb ik me zo aan
geërgerd dat ik me na afloop spon
taan heb aangemeld als vrijwillig
ster."
Haar man Ad heeft vandaag spe
ciaal een vrije dag van zijn werk
genomen om zijn vrouw te helpen
bij het inrichten van het winkeltje.
Het ziet er nu redelijk geordend
uit. Behalve kleding is er ook wat
speelgoed geschonken. De belang
stelling van de asielzoekers is gi
gantisch. Mevrouw Boogers moet
zich te vuur en te zwaard verdedi
gen om al niet bij de deur onder de
voet te worden gelopen. Maar ze is
streng. „Niet meer dan zes mensen
tegelijk binnen en alleen met een
geldig pasje. Anders verlies ik het
overzicht."
Dat is wel nodig, zo blijkt, terwijl
ze met ons praat, propt een jonge
bezoeker een plastic zak vol schoe
nen en kleren. „Ho, ho," roept
mevrouw Bogers, „dat is niet de
bedoeling. Één ding tegelijk en al
leen als het je past."
Zich van geen kwaad bewust,
schudt de knaap zijn zak
weer leeg. Hij kwam eigen
lijk voor een overhemd, ver
telt hij. „Probeer dit eens," prijst
mevrouw Boogers aan, maar nee,
dat zint hem niet. Mokkend verlaat
hij het winkeltje.
Op het sportveldje wordt gevoet
bald. Acht tegen acht. De kleinsten
staan in het doel, de allerkleinsten
erachter om achterballen terug te
schieten.
Voetbal verbroedert. De voet
baltaal is universeel. Een jonge,
pikzwarte Zairees die met ons
meekijkt, telt op zestien voetballers
acht verschillende nationaliteiten.
„De sfeer tussen de asielzoekers
onderling is uitstekend. We hebben
natuurlijk ook allemaal hetzelfde
gemeen. Dat is dat we vluchteling
zijn," zegt onze Zairese gespreks
partner wijsgerig.
Niks menselijks is de asielzoekers
vreemd, noteren we aan het eind
van de dag als de blondste van de
twee blonde Bosnische vriendinnen
terug zien, handje-in-handje met
een jonge zwarte Somaliër.
Twee Roemenen op hun slaap
kamer.
mierennest
Door Jan van Zuilen
Op het sportveldje wordt ge
voetbald. Voetbal verbroedert. De
voetbaltaal is universeel.
Een multi-raciaal
nglish oder Deutsch? O,
u spreekt Hollands. Nou
ook goed. U kunt het
hier krijgen zoals u het
hebben wilt."
De bewakingsbeambte
van het asielzoekerscentrum Prin
cenbosch verblikt of verbloost niet
van het gekrakeel van het bontge
kleurde gezelschap voor de balie
van de portiersloge.
De een wil bellen, de ander komt
zijn dagelijkse registratieplicht
vervullen, een derde wil alleen
maar wat goederen afleveren en
allemaal vinden ze dat ze het eerst
aan de beurt zijn. Tussendoor rin
kelt de telefoon en kraakt een op
roep via een portofoon.
Adjunct-directeur Peter van
Buuren wurmt zich naar binnen.
„Nog iets bijzonders?," informeert
hij. „Nee, behalve dat er gistera
vond nog 34 nieuwen bij zijn geko
men," antwoordt de portier laco
niek.
„Mooi zo," bromt Van Buuren, in
middels in gedachten verzonken
boven een aantal interne memo's.
Stressbestendigheid, geduld, tact
en een flink portie improvisatieta
lent zijn onmisbare eigenschappen
voor de medewerkers van het
noodopvangcentrum Princenbosch.
De sluimerende legerplaats die
Princenbosch tot voor kort was, is
in vier weken tijd veranderd in een
multi-nationaal en multi-raciaal
mierennest van asielzoekers. Dage
lijks melden zich nieuwe vluchte
lingen, individueel of in groepsver
band, de ene dag wat meer dan de
andere.
Op het moment van schrijven van
dit artikel telt Princenbosch 483
asielzoekers. De bedoeling is dat
dit aantal op korte termijn wordt
uitgebreid tot circa duizend. Tot nu
toe heeft Princenbosch de asielzoe
kers in normale kamers kunnen
onderbrengen. Er is echter al nood
opvang in gereedheid gebracht in
de vorm van een tentenkamp en
een garage.
De meeste asielzoekers komen uit
voormalig Joegoslavië. Op dit mo
ment zijn er dat 104. Irak komt met
59 op de tweede plaats, Iran met 39
op de derde. Verder komen relatief
veel vluchtelingen uit Algerije,
Zaïre en Somalië. „Het is eigenlijk
heel simpel. Je hoeft het nieuws
maar te volgen om te weten waar
vandaan je mensen kunt verwach
ten. Overal waar brandhaarden
zijn, vluchten mensen," zegt direc
teur Paul Wezenberg.
Kamp Princenbosch verkeert nog
steeds in het stadium van opbouw.
Tijd om de boel te organiseren, laat
staan te structureren, is er nog niet
geweest. Alle energie is nodig om
mensen onderdak te brengen, te
voeden en als het even kan ze ook
nog een beetje aangenaam bezig te
houden.
„Ik vind eens in de drie weken
weekenddienst wel erg belastend,"
protesteert een staf-medewerker
voorzichtig. „Ik ook, maar als het
moet dan moet het," repliceert een
ander. Discussie gesloten.
Het is even wennen om mensen met
een ambtenarenstatus of met een
zachte-sector-verleden zo voortva
rend en doortastend bezig te zien.
Aan evalutatie van het eigen func
tioneren wordt geen tijd verspild.
Men functioneert gewoon, denken
en doen zijn één geworden, de
communicatielijnen kort.
„Er staat hier iemand met een
sigaretten-automaat. Waar moet
die komen te hangen?," vraagt de
portier via de portofoon. „Bij jullie
maar, denk ik," antwoordt het ge-
raadpleegde staflid. Luttele minu
ten later ratelt de boormachine.
Vandaag belooft opnieuw een hec
tische dag te worden. Gisteren en
eergisteren zijn in totaal 126 nieu
we asielzoekers gearriveerd. De
meesten van hen moeten nog door
het interne circuit worden ge
loodst. Stafmedewerker Marcel
Jans somt de procedure na binnen
komst op: „Eerst naar Verblijf.
Daar krijgen ze een kamer en een
bed toegewezen. Dan inschrijven
bij Intake, dan naar de vreemdelin
genpolitie voor de registratie en
daarna naar Introduktie voor de
rest van het programma."
Introduktie is Jans' eigen afdeling.
Zijn eerste gast deze morgen is
Bosko, een 22-jarige Serviër. Eer
gisteren binnengekomen, gisteren
al zijn reputatie gevestigd door
tweede te worden op een tafelten
nistoernooi. Welke taal hij spreekt,
begint Jans het gesprek. „English,
but not very excellent," antwoordt
de knaap frank.
Taal is eigenlijk nauwelijks een
om onze raad te vragen, loopt hij
ineens weg. Kennelijk omdat hij
het woordje Pers op onze badges
heeft ontdekt. „No press. No
press," roept hij angstig.
We zullen dat nog vaak horen.
Vooral van vluchtelingen uit Iran,
Irak en Afrikaanse landen. Als ze
al willen praten, dan zonder ver
melding van hun naam. Laat staan
dat ze gefotografeerd willen wor
den. „Als u journalist bent, hoef ik
u niets uit te leggen. Dan hoort u te
weten hoe bedreigend de situatie in
Algerije momenteel is," zegt een
jonge Algerijnse vluchteling.
„Saddam Hoessein leest overal
mee. Ook in uw krant," verklaart
Mohammed Ruda uit Irak zijn wei
gering om zich met zijn fotogenieke
vrouw en twee kinderen te laten
portretteren. „Voor ons zelf ben ik
niet zo bang. Ik denk dat we hier
redelijk veilig zijn, maar onze
ouders en onze broers en zustere
moeten nog verder leven in Irak."
Alles hebben ze er voor opgeofferd,
vertelt mevrouw Ruda. „We heb
ben ons huis en sieraden moeten
verkopen om de vlucht te kunnen
betalen. Je bent overgeleverd aan
mensen die je situatie uitbuiten.
Onderweg hebben we nog iemand
12.000 dollar moeten betalen, al
leen maar voor een paar tips om
ongezien de grens over te komen.
Om die reden hebben we ons laat
ste goud moeten omwisselen. Maar
we wilden per se weg. Ons leven
was een hel. De laatste drie jaar
heeft mijn man ondergronds ge
leefd om aan de politie te kunnen
ontsnappen. Niet omdat hij een
misdadiger is, hij werd alleen maar
gezocht omdat hij het niet eens was
met de politie van Saddam."
Vluchtelingen uit Joegoslavië, Roe
menië en de voormalige Sovjetunie
hebben minder scrupules. Marcel
Bolohan en Gabriëla Oana poseren
innig gearmd voor de fotograaf. Ze
zijn een joijjg stel. Hij is 21, zij 19
en ze komen uit Roemenië. „Ge
vlucht vanwege het politieke kli
maat," verklaart hij zelfverzekerd.
Ze gaan er vanuit dat hun verblijf
in Nederland van tijdelijke aard
zal zijn. „Als definitief is afgere
kend met het communistisch sys
teem zullen we denk ik, weer graag
terug willen."
Waarom de asielzoekers op Prin
cenbosch voor Nederland hebben
gekozen en niet in bijvoorbeeld
Duitsland, België of Skandinavië
asiel hebben gevraagd, is volgens
de meesten van hen voornamelijk
een kwestie van toeval. „Ik kende
Nederland al van familiebezoek,"
zegt de Serviër Bosko. „Een vriend
van ons is hier goed opgevangen,"
verklaart de familie Ruda uit Irak.
Anderen komen met dooddoeners
als 'Jullie zijn een democratie, jul
lie staan bekend als gastvrij en
tolerant'. Een jonge Zairees zegt
zich vantevoren goed te hebben
geïnformeerd. „Ik weet dat bij jul
lie het vluchtelingenprobleem vol
op in discussie is en dat er ook
weerstanden zijn. Maar ik weet ook
dat jullie regering zich op het
standpunt stelt dat echte vluchte
lingen welkom blijven.
Tegen de middag komt het kamp
goed tot leven. Overal op de bos
paadjes wandelen mensen, spelen
kinderen en dollen opgeschoten
jongeren. Twee helblonde meisjes
uit Bosnië delen onder veel gegie-
bel een walkman en lonken naar de
jongens.
Mohammed uit Macedonië en Ge-
reddin uit Turks Koerdistan spelen
mondharmonica. Ze hebben elkaar
op Princenbosch leren kennen en
zijn dikke maten geworden. „We
slapen samen, we eten samen en we
maken samen muziek. Meer is er
helaas niet te doen," zegt Moham
med, maar gelukkig voor hem heeft
hij iets nieuws ontdekt: stappen in
Breda. „Ik heb zondag al bij een
Hollands meisje gegeten. Alleen
jammer dat de laatste bus al om
kwart over elf ging en een taxi
nemen is met twintig gulden zak
geld in de week natuurlijk niet te
betalen."
Marcel Jans van Introduktie zou
wel willen dat er op het centrum
meer te doen was voor asielzoekers.
„We hebben alleen de tijd nog niet
gehad om serieus werk te maken
van een activiteitenprogramma. Nu
is de recreatiezaal alleen nog maar
's avonds open en dan nog kun je er
op dit moment niet veel meer doen
dan tafeltennissen of televisie kij
ken. Het mooiste zou zijn als we de
asielzoekers zelf actief konden be
trekken bij een recreatieprogram
ma. Het probleem is alleen dat ze
hier zo kort blijven. Tegen de tijd
probleem. De meeste asielzoekers
spreken voldoende Engels, Frans of
Duits. Hulp van tolken is in het
stadium van de noodopvang op
Princenbosch zelden nodig. Tolken
komen pas in actie als de feitelijke
asielprocedure start.
Princenbosch is in de procedure
slechts een voorportaal. De bedoe
ling is dat asielzoekers er hooguit
een maand blijven. Daarna volgt
overplaatsing naar een zogenoemd
OC (de afkorting staat voor Onder
zoek- en opvangcentrum). Pas daar
wordt beslist over de asielaanvra
ge-
Bosko kan model staan voor een
grote groep asielzoekers: jong, goed
opgeleid, zelfbewust, in hun eigen
land behorend tot de hogere klasse.
Zijn kleding is modern westers, de
veters in zijn Reebok-sportschoe
nen zijn niet gestrikt.
Bosko is stipt op tijd, de tweede
asielzoekers op Jans' lijstje ver
schijnt niet. Niet ongebruikelijk.
Ook dat is een van de dingen waar
je je als stafmedewerker maar be
ter niet druk over kunt maken,
weet Jans inmiddels uit ervaring.
„Veel asielzoekers komen uit cultu
ren waar begrippen als op tijd
komen en afspraken maken wat
minder betekenis hebben dan wij
gewend zijn. Daar is ons Brabants
kwartiertje niets bij."
Maar aan de verplichting voor de
asielzoekers om zich dagelijks bij
de portiersloge te laten registreren,
wordt streng de hand gehouden.
„Dat is huisregel nummer één. Wie
dat twee dagen op rij vergeet is zijn
bed kwijt," aldus Jans.
Op Verblijf bestuderen de aanwezi
ge stafmedewerkers de planborden
met de kamer- en beddenindeling.
Bij de toewijzing van de slaap
plaatsen wordt er naar gestreefd
gelijkgestemde mensen samen te
brengen. Staflid Willem: „Landge
noten bij landgenoten, jongeren bij
jongeren en gezinnen bij elkaar
houden. Tegelijkertijd proberen we
te vermijden dat mensen uit vijan
dig gezinde landen bij elkaar op
een kamer komen. Dus liever geen
Bosniërs bij Serviërs."
Een garantie dat er dan geen on
derlinge gevechten uit breken is
dat niet. „Ruzie kan altijd en over
al ontstaan. Laatst vlogen twee
Roemenen elkaar in de haren om
een tafeltennisbatje. Daar doe je
niets aan. Is ook niets bijzonders.
Dat is van hetzelfde niveau als
twee Nederlanders die in een café
ruzie krijgen."
Rond negen uur 's ochtends is het
nog stil op kamp Princenbosch.
Van het ontbijt in de eetzaal wordt
door asielzoekers weinig gebruik
gemaakt. „Velen weten niet eens
wat een ontbijt is. Dat kennen ze in
eigen land niet," weet een mede
werker van de centrale keuken. Het
is trouwens toch over en weer nog
een kwestie van wennen met de
etenstijden. „We hebben de tijden
van de lunch en het avondeten al
een keer aangepast, maar kennelijk
zijn we nog steeds te vroeg. De
meesten komen pas tegen sluitings
tijd."
Een Iraniër wast zijn auto, een oud
Golfje met Duits kenteken. Hij ver
telt dat hij problemen heeft met de
koeling, maar als hij op het punt
staat om de motorkap te openen
Asielszoekers in de rij in Princenbosch. Dagelijks komen er nog
nieuwe bij. Uiteindelijk moet Princenbosch duizend asielzoekers
onderdak verschaffen. foto's de stem johan van gurp