DE STEM
Het zit
niet goed
met de wc
Fietser neemt pijnlijk zitvlak voor lief
'De beschavingscultuur is op ons toilet te ver doorgeschoten'
Koken met Cas Spijkers
en handwarm varkensbloed
Waardering voor reclame
Fietsersbond vraagt handel aandacht afstelling en juiste maat
mm
Cons*/ment
DONDERDAG 28 OKTOBER 1993 DEEL
We zijn een land van viezerikken en smeerpoetsen,
als je het nieuwste toiletonderzoek van het vakblad
van schoonmakers mag geloven. Voor toiletjuffrou
wen is het dweilen met de kraan open, om die
beeldspraak maar eens te gebruiken. Mankeert het
nu aan ons, of aan de constructie van de wc?
Door Rob Ruggenberg
Mannen gaan gemiddeld
vijf keer per dag naar het
toilet en blijven daar iede
re keer 31,7 seconden.
Vrouwen gaan zeven maal
per dag en vertoeven daar
dan gemiddeld 1 minuut
en 37 seconden.
Zo brengt een man gemiddeld
vijftig dagen van zijn leven op
de wc door. Een vrouw bivak
keert maar liefst tweehonderd
dagen van haar leven op het
toilet.
Mag het daar dan alsjeblieft een
beetje schoon zijn?
Nu de jaarlijkse opwinding over
vieze wc's weer achter de rug is
(het nieuwste onderzoek van het
schoonmakersvakblad Service
Management wees uit dat twee
van de drie openbaar toeganke
lijke toiletten smerig zijn),
wordt het tijd eens naar de
oorzaken te kijken.
Dat is niet gemakkkelijk, want
de wc is een oord van geheimen,
over wat zich daar afspeelt
spreekt men niet. Daardoor
blijven tal van intrigerende
raadsels onopgelost, zoals de
vraag waarom vrouwen het rol
letje wc-papier meestal ophan
gen met het papier naar achte
ren, en de mannen dat doen met
het papier naar voren.
Ernaast
En wie aan mannen vraagt of ze
naast de pot piesen, krijgt in
veel gevallen een verontwaar
digd, dus ontkennend ant
woord. Dat is onzin, want Alle
mannen piesen er langs (in toe
nemende mate doen vrouwen
dat ook, maar daarover straks).
De urinestraal begint namelijk
al na een paar centimeter te
nevelen. Hoe verder de man weg
staat, hoe breder de mist van
duizenden fijne urinedroppel-
tjes die hij omlaag zendt. Het is
voor een gewone man onmoge
lijk om niét naast de pot te
piesen. Tenzij hij de beschik
king heeft een urinoir, natuur
lijk.
Omdat mannen terecht weige
ren om bij het plassen door de
knieën te zakken hebben ont
werpers van onze nationale wc-
fabriek de Koninklijke Sphinx
in Maastricht een hydraulische
wc bedacht, met een pot die
omhoog en omlaag kan. Deze
hijs-pot is uiteindelijk niet in
produktie genomen vanwege de
prijs (het ding zou een vermo
gen kosten) en vanwege de bij
dit ontwerp onontbeerlijke
voetsteunen die de mannen bij
het plassen danig in de weg
zouden zitten.
Al vaak is geopperd, door vrou
wen dus, dat mannen dan maar,
net als zij, gewoon op de wc-
bril moeten plaatsnemen als ze
een plas doen. Een mini-enquê
te op de redactie van deze krant
wees uit dat de grootst mogelij
ke meerderheid van de aanwe
zige mannen daartoe in ieder
geval de eerstkomende 100 jaar
niet bereid is. Ook het argument
dat die houding gezonder zou
zijn en mogelijk zelfs de vor
ming van nierstenen zou kun
nen voorkomen, vermocht die
uitslag niet te beïnvloeden.
Veel smeriger
Maar niet alleen de mannen
vervuilen de wc. Toiletjuffrou
wen in warenhuizen en op sta
tions weten uit ervaring dat
dames hun toiletten nog veel
smeriger maken. De onderzoe
kers van bovengenoemd
schoonmakersvakblad komen in
dit verband tot de voorzichtige
conclusie dat vrouwen steeds
vaker boven de zitting blijven
'hangen' in een poging contact
met de bril te vermijden.
Dat laatste is vast heel verstan
dig, maar hierdoor dragen die
vrouwen ook bij aan het nevel
probleem. Bovendien veroor
zaakt de gebruikelijke richting
van de vrouwelijke urinestraal
bij deze houding zo haar eigen
moeilijkheden.
Na afloop blijken de betrokken
dames wel geneigd met wc-pa-
pier de eigen schoenen te reini
gen, maar tot het eigenhandig
met zo'n papiertje aandweilen
De techniek heeft ons lelijk in de steek gelaten. Mensen op de maan, razendsnelle computers, maar nog steeds geen
goede en hygiënische wc. foto archief de stem
van de toiletvloer is slechts een
enkeling bereid.
De conclusie van dit alles mag
zijn dat de techniek ons lelijk in
de steek heeft gelaten. Mensen
op de maan, razendsnelle com
puters, maar nog steeds geen
goede en hygiënische wc. Op
een tentoonstelling over de ge
schiedenis van de plee, momen
teel te zien in Zwolle, worden
talrijke modellen getoond van
kantel-, zuig-, val- en glij-wc's,
die echter geen van alle een
goede oplossing bieden.
Omkijken
Vandaag de dag hebben wij bij
de woninginrichter alleen keuze
tussen kleurige varianten van
het schoteltoilet en de diepspoe-
ler. In ons land bestaat een
diepgewortelde voorkeur voor
dat schotelmodel, kennelijk om
dat de meesten van ons graag
achteromkijken. Voor die luxe
moet je remsporen en stank
voor lief nemen. Bij de dieps-
poelers ruik je minder, maar is
de kans op een plons met spet
tereffect aanzienlijker groter.
De ideale wc bestaat dus nog
niet. Of wel?
In Nederland hebben wij een
soort hoogleraar in de wc-kun-
de. Dat is prof. dr. ir. H.W.
Lintsen, die aan de technische
universiteiten van Delft en
Eindhoven les geeft in geschie
denis van de techniek. Toen
deze wetenschapper een paar
jaar geleden in Eindhoven zijn
intree-rede wijdde aan 'mense
lijke secreten en discrete tech
nieken' reageerden collega-
hoogleraren nogal gegeneerd,
'maar nu is dat gelukkig voor
bij.'
Prof. Harry Lintsen wil een
dagje bedenktijd voor hij ant
woord geeft op de vraag waar
om de techniek ons tot op heden
geen fatsoenlijke wc heeft kun
nen bezorgen. Een dag later
blijkt waarom: het komt nooit
meer goed met onze wc.
De professor zegt resoluut: „De
wc-pot was van begin af aan
een ondeugdelijk ontwerp, uit
hygiënisch oogpunt gezien."
De wc-pot, zoals wij die ken
nen, is een uiting van een te ver
doorgeschoten beschavingscul
tuur, meent de professor. Het
gaat in die cultuur vooral om
luxe en comfort. Op een wc
willen wij zitten, het liefst op
ons gemak. Niet voor niets is
dat woordje een synoniem voor
wc geworden.
Hurken
Om die toiletruimte te maken
tot de huidige tempel van gerief
en comfort hebben de ontwer
pers zich niets aangetrokken
van de natuurlijke houding, zo
als die sinds het begin van de
mensheid bij het zich ontlasten
werd aangenomen. Die hurkzit
is misschien vermoeiender,
maar zeker ook hygiënischer,
zeker in combinatie met het
hurktoilet, zoals we dat in zui
delijke landen aantreffen.
Het is ook een veel gezondere
houding: bij de hurkzit opent
het bekken zich vanzelf, persen
hoeft niet of nauwelijks. Dat
voorkomt weer darmproblemen,
verstoppingen en aambeien. De
billen blijven schoner; er is veel
minder wc-papier nodig.
In de hurkzitlanden pleegt men
dan ook misprijzend te kijken
naar de westerse wc-pot; men
vindt het maar een vies ding.
Op het platteland van India of
Indonesië weet men zelfs vaak
niet eens waar zo'n rare pot
voor dient. „Als die mensen in
de gaten hebben dat je daar je
behoefte op kunt doen, gaan ze
er meestal bovenop staan, om
dat ze dat hygiënischer vinden
dan erop te gaan zitten," weet
de professor.
Maar er is, zegt hij, nog een
andere kant aan dit verhaal en
die heeft ook te maken met het
te ver doorschieten van onze
beschavingscultuur: „Er is een
overdreven lichaamscultuur en
een overdreven hygiënische cul
tuur ontstaan..Ik weet niet of de
openbare toiletten nu viezer
zijn dan tien jaar geleden, het
kan goed zijn dat het omgekeer
de het geval is. Wel weet ik
zeker dat onze normen de laf
ste decennia steeds verder wor
den aangescherpt."
Laboratorium
Het eerder genoemde onderzoek
van het blad Service Manage
ment lijkt de hoogleraar in de
zen gelijk te geven. Dit blad
stelt de huidige toiletsituatie in
ons land weliswaar heel drama
tisch voor, maar uit de cijfers
blijkt tegelijk dat de wc's in de
horeca-sector elk jaar schoner
worden.
Het duidelijkst is dat doorschie
ten te zien in een modern hotel.
Prof. Lintsen: „De badkamer
lijkt daar tegenwoordig wel een
micro-elektronisch laborato
rium, zo'n ruimte die absoluut
stofvrij moet zijn. Alles is er
brandschoon, bij wijze van
spreken met zoutzuur afgedaan.
Onderdelen die in contact ko
men met het menselijk lichaam,
zoals bekers, zijn verpakt in
plastic, op de wc-bril verschijnt
automatisch een papieren rand
die later mee weggespoeld
wordt. Dat is een verschijnsel
dat twintig jaar geleden hele
maal niet voorkwam."
Het is de vraag waar dit alle
maal toe gaat leiden. De hoogle
raar brengt de huidige overdrij
ving van de hygiënecultuur
zelfs in relatie met de dwang
matige schoonmaakziekte
waaraan steeds meer vrouwen
lijden. Bij die vrouwen zul je
thuis altijd een schone wc tref
fen.
De ontwikkelingen in de sa
menleving weerspiegelen zich
aldus in de wc-pot. De tempel
van gerief en comfort wordt, als
we niet oppassen, een gevange
nis van poets en proper.
Een kok "van het kaliber
Cas Spijkers heeft in
vloed. Op de manier van
koken in Europese top
restaurants, maar indi
rect ook op de smaak van
het publiek. In die zin is
zijn kookboek 'Mijn Keu
ken' een belangrijke pu
blicatie. In de ontwikke
ling van Spijkers' kook
kunst dringt diens per
soonlijkheid steeds ver
der door. Dat levert een
eerlijke en gulle manier
van koken op, maar
neemt niet weg dat de
gerechten uit 'Mijn keu
ken' vaak decadent en
soms zelfs ronduit bizar
zijn.
Door Ton van den Nouweland
Kijk alleen al eens naar die han
den op de omslagfoto van het
boek. Is het verwonderlijk dat
uit die Brabantse kolenschoppen
steeds minder 'nouvelle priegel-
le' komt en steeds vaker stevige,
eerlijke kost zoals bij voorbeeld
steenschaap gevuld met spina
zie?
Technieken die momenteel Spij
kers' voorkeur hebben zijn dan
ook het roken, pekelen en stoven
van een mooi stuk vlees. Een van
zijn laatste technieken
- 'hobby's,' zegt de kok zelf - is
de kaasmakerij. Vernieuwend
koken is het credo van Cas Spij
kers.
Allerminst vernieuwend is de in
deling van het boek volgens de
beproefde methode van (in grove
lijnen) voor-, hoofd-, en nage
recht. De lezer ziet telkens enke
le zeer mooie fotopagina's met
begeleidende tekst. Daarna volgt
een dubbelpagina met recepten.
Basisrecepten voor fonds, sauzen
en pasta's, alsmede de meest
gebruikte technieken staan han
dig samen achterin afgedrukt.
Elk hoofdstuk wordt ingeleid
met een aquarel van Angèle von
Brixen und Montzel.
De fotografie is absoluut domi
nant in 'Mijn keuken' "en functio
neert als 'amuse jeux' voor de
recepten. De dia's van culinair
fotograaf Luis Bisschops zijn
stuk voor stuk meesterwerken.
Decors en attributen sluiten per
fect aan bij het afgebeelde ge
recht. En - hoewel je weet dat er
onverteerbare kunstgrepen als
glansmiddelen en kunststoffen
zijn gebruikt - werken de foto's
onmiddellijk op de speekselklie
ren. De combinatie van het kij
ken naar lekker eten, het lezen
van Pierre Huyskens kalme,
beeldende proza en het ruiken
van vers drukwerk, is een sensa
tie apart.
Maar toch. Naarmate het aantal
gelezen pagina's vordert, begint
Huyskens verteltrant te irrite
ren. Grapjes als 'het venijn zit in
de ossestaart' en 'het dier heeft
het loodje gelegd of is door het
loodje neergelegd' zijn zouteloos.
Werkelijk kwalijke gedachten
komen boven tijdens het lezen
van een pleidooi voor een zo
humaan mogelijke manier van
slachten, terwijl elders wordt
beweerd dat het kokende water
de kreeft verdooft. Hier worden
vetinaire en culinaire liefde wat
al te gemakkelijk met elkaar
verzoend.
Spijkers is een groter kok dan
Huyskens schrijver is. Creativi
teit spreekt bij voorbeeld uit het
recept voor kalfsnier, gebakken
in klei. Als de klei hard uit de
oven komt, is de nier gaar. Een
lepeltik op het aardewerk maakt
het gerecht toegankelijk. De ko-
kossaus die het vlees begeleidt,
verhoogt de verrassing.
Tamelijk decadent is het rode
worstje a la Cas uit de zuurkool
schotel. Wil de goedwillende en
talentvolle amateurkok dit tot
een succes maken, dient hij bij
de ambachtelijke slager om een
liter handwarm en dus vers var
kensbloed te gaan.
Spijkers' receptuur bereikt bi
zarre trekjes als het gaat om de
bereiding van wildzwijnschou
der met sjalot en truffelsaus.
Hiertoe dient de kok-chirurg
twee hoofdaders in de schouder
op te rekken alvorens ze met
truffeljus te injecteren. Gelukkig
legt de maïtre wel uit waar het
voor de geroosterde griet beno
digde zakje inktvisinkt kan wor
den gekocht.
Stonden in Spijkers eerste boek
'Cas Spijkers en zijn Swaen' nog
fouten in de receptuur; van het
nieuwe zijn alle gerechten na te
koken. Dat vergt dan wel talent,
handigheid en doorzettingsver
mogen.
De uitgever van 'Mijn keuken'
sprak bij de presentatie van het
boek van „Dé culinaire gebeur
tenis van het jaar." Dat klinkt
nogal hoogdravend, maar waar
schijnlijk heeft de man gelijk.
Ongetwijfeld zal het boek ama
teurs en professionals aan het
fornuis inspireren. Ik, in elk ge
val, heb het in twee lange nach
ten helemaal uitgeplozen. Het
resultaat was een onbedwingba
re trek in iets buitengewoon lek
kers. Helaas bood de provisie
kast slechts een blikje knak
worst.
C. Spijkers/L.Bisschops - Mijn Keu
ken, uitgeverij Tirion, prijs 139,50
Reclamemakers kunnen weer gerust gaan slapen. Een onder
zoek in 22 landen heeft uitgewezen dat mensen hun arbeid zo
slecht nog niet vinden. Maar er zijn ook kritische consumen
ten, zo meldt het reclamevakblad Adformatie over het onder
zoek.
Egyptenaren oordelen het negatiefst over reclame, 79% van de
ondervraagden zei reclame niet te missen als het zou verdwijnen. Al
evenmin positief zijn Belgen (62% mist reclame niet), Duitsers (61%)
en Nederlanders (59% laat geen traan als reclame verdwijnt). Maar
in de meeste landen wordt het werk van reclamemakers wèl postief
beoordeeld.
Deze resultaten stammen uit een onderzoek van Gallup Internatio
nal, dat een van de grootste onderzoeken uitvoerde op dit terrein.
Verdeeld over vijf continenten kregen 22.000 mensen vragen voorge
legd. Het onderzoek dient ter ondersteuning van een mondiale
campagne ter promotie van reclame, van de International Adverti
sing Association.
Vooral inwoners van voormalige Oostbloklanden bleken grote lief
hebbers van reclame te zijn. Volgens de onderzoekers weten mensen
meer van reclame en de voordelen ervan dan voor het onderzoek
werd gedacht. Het hoge aantal Egyptenaren dat negatief is over
reclame kan volgens de onderzoekers komen door de opleving van
het islamitisch fundamentalisme, of door de kleine steekproef in het
land.
Het reclame-onderzoek wordt over zes maanden herhaald, dan wordt
gekeken wat de effecten zijn van de reclame voor reclame die de IAA
gaat uitvoeren.
loor Paul Spapens
liet ongeveer vijftien miljoen
ietsen en een fietstraditie
fan zo'n honderd jaar hebben
iele volksstammen Neder-
andse fietsers nog steeds last
ran een pijnlijk zitvlak en
lijnlijke knieën en rug.
Sterker: het 'afzien' op de fiets
'"wordt voor lief genomen omdat
men dertkt dat het erbij hoort.
Niets is minder waar, maar
naak dat de fietser eens wijs.
_0m het fietscomfort te verbete
ren, heeft de Fietsersbond ENFB
niet het oog laten vallen op de
fietser zelf, maar op de
brancheorganisaties zoals de
BOVAG.
De Fietsersbond wil dat de fiets
winkeliers meer aandacht beste
den aan het afstellen van fietsen.
Ze zouden de consument bij de
aanschaf ook beter moeten advi
seren over de juiste maat. Als
beide aanbevelingen inderdaad
in de praktijk worden gebracht,
lost dat niet alle, maar wel veel
fietsongemak op.
Exameneis
Het is een taak van de
brancheorganisaties, aldus de
ENFB, om kennis en vaardighe
den over het afstellen van fietsen
zo snel mogelijk over te brengen
op de fietsenmakers. Deze des
kundigheid moet onderdeel wor
den van de exameneisen voor
gediplomeerd rijwielhersteller.
„In de opleiding is daar nu nog
geen aandacht voor," meent
ENFB-woordvoerster mevrouw
A. de Jong.
Aanbevelingen
De fietser zelf oogst eveneens
kritiek. Hij is volgens haar te
gauw tevreden met de nieuwe
fiets. In het fietserswereldje is
deze houding overigens niets bij
zonders. Een slecht wegdek, een
nog steeds gebrekkige infra
structuur, geen ruimte op straat
en schots en scheef geparkeerde
auto's op rijwielstroken worden
immers ook voor lief genomen.
Er zijn nauwelijks fietsers die
daar tegen te hoop lopen.
De aanleiding van de bond om
met de aanbevelingen aan de
fietsenbranche te komen, waren
de ervaringen tijdens afgelopen
zomer georganiseerde 'fietse'naf-
stelacties'. In onder meer Den
Bosch, Uden, Oosterbeek, Roer
mond en Maastricht adviseerden
leden van de bond fietsers over
de juiste afstelling van de fiets.
Deze adviezen bleken voor een
groot aantal fietsers de oplossing
voor klachten. De adviezen had
den betrekking op de hoogte en
de stand van stuur en zadel, de
afstand tussen stuur en zadel,
het soort zadel en soms de kle
ding.
Voor een relatief groot aantal
fietsers waren de adviezen ech
ter niet toereikend omdat ze op
een verkeerde maat fiets reden.
„En dat waren geen toevallig
verworven tweedehandsfietsen,
maar dure fietsen die bij de
deskundig geachte fietsendetail-
handel waren aangeschaft," al
dus De Jong.
Ze gaat er overigens niet van uit
dat fietsenhandelaren de fietser
bewust een verkeerde maat aan
praten. De opleiding schiet vol
gens haar op dat punt te kort.
De Jong: „We doen een beroep
op alle fietsers om dit soort
klachten niet langer te accepte
ren."
De fietser zelf krijgt van de ENFB eveneens kritiek. Hij is volgens de organisatie te i
tevreden met de nieuwe fiets. foto de jong en