DE STEM -a ft 35 3 4 32 30 a ÉjN wmi WW3 m mm it 9 g 3B 6 w De expositie van de culturele hap Het beestenleven van Arafat De corruptie van Limburg We zitten gehurkt rond een reddingsvlot op het dek van een Griekse bulkcarrier in de Botlek. De scheepvaartinspecteur: „Stuurman, als je dit vlot overboord gooit, moet die lijn breken." „Yes..yes" „Maar deze lijn is te dik. Die breekt niet. Een gezicht vol vraagtekens, dan een glimlach. „Als uw schip zinkt en u dobbert met twintig man in dit vlot dan gaat u mee." Stilte... Dan een vragend „yes?" „Uw vlot zinkt mee, stuurman." De scheepvaartinspecteur wijst omlaag naar het donkere water: „Down..down..jullie allemaal down." De stuurman lacht onnozel. 1 O 3 2 Er vallen honderden doden op volle zee In vijf jaar zonken er 76 tankers en 82 bulkcarriers :TOBER 1993 D4 per' (RTL4, 20 uur). FOTO NOB notarissen en accoun- van de georganiseerde I Verbakel minister Piet Irlandse landbouw kan van de georganiseerde pver de kleine criminali- en geweldsdelicten is l'Lopende zaken' volgde jhet Bureau Slachtoffer slachtoffers met vaak over het toenemend ëre 'sluipmoord' op het keer en Waterstaat geeft actualiteitenrubriek het ker Ajax-Feyenoord. It Clinton de handelsboy- jengd. De VPRO-rubriek Maarten Schmidt en dat graag zaken doet peelfilm uit 1956. Regie: Bardot, Daniel Gelin, I een degelijke generaals- pchreven en haar vader is twee journalisten haar 1 in de problemen en uit liptease concours. lanse speelfilm uit 1969. Bronson, Marlène 1 getrouwde vrouw wordt elfverdediging vermoordt ngeving zal zeggen durft |e laat het lijk dan ook ven. Groot is haar schrik zinnige Amerikaan. Deze uit 1988. Regie: Peter D.B. Sweeney, Randy Is een jonge agent in Los laie, krachtige sportauto's. |p auto's en beschikt over [lijke wijze aan te komen, luidelijkheid probeerde te k werd vermoord terugge- bpdracht de zaak grondig Erfenis), Tsjechische speel- Hoofdrollen: Bolek Polivka Idt samen met zijn moeder loot vermogen erft en met ngt. 17^ Weekend ZATERDAG 23 OKTOBER 1993 DEEL Veel drijvende doodskisten Wat we tegenkomen: veiligheidssystemen die niet werken, veelvoudige lekka ges in de machine kamer, bluspompen die weigeren, roest in de ballast- tanks, rottige trossen, versleten staaldraad waarmee sloepen moe ten zakken. Drijvende doodskisten heb je erbij. Ze varen tot ze zin ken." Goon Scheres, de scheepvaart-in specteur, haalt een uitspraak van een buitenlandse collega aan: „Die zei: van alle bedrijfstakken heeft de scheepvaartindustrie de laagste veiligheidstandaard in de wereld. Dat terwijl de kwaliteit van de schepen er niet beter op wordt." Scheres kan het weten. Nog kort geleden stampte hij dwars door een voordek van een zeeschip, doorge roest en verend als een trampoline. Een ander schip, een chemicaliën- tanker 'van een gerenommeerde re derij', verwees hij rechtsstreeks naar de sloop, omdat zelfs de span ten al gescheurd waren: „En lekke tanks en lekke dubbele bodem." Later kwam hij de kapitein nog een keer tegen. „Die was me heel dank baar, want ja, zo'n man ziet wat er mis is, maar hij staat onder druk van de reder om met zo'n wrak te Het aantal weggooi-schepen neemt toe. Een gevolg van de inzakkende wereldeconomie weet de maritieme wereld. De Nederlandse Scheepvaartin spectie legde dit jaar al 220 sche pen een vaarverbod op. De scheepvaart-industrie blijkt niet in staat enige zelfcontrole uit te oefenen. Het probleem zit vooral in de vijfhonderd verouderde en ZIE WEEKEND 2 ZIE WEEKEND 3 ZIE WEEKEND 4 Eindredacatie: Hein Sluijter Vormgeving: Leo van Bijnen T£LÖ? rl v i Door Paul de Schipper roestende tankers en bulkcarriers die op de wereldzeeën rondvaren. Honderd van die schepen zijn meer dan vijfentwintig jaar oud. Het is de treurige erfenis van een hausse in de scheepsbouw tijdens de jaren '70. Coördinator Scheepvaartinspectie ing. W.M.K. Janssen zal dat later die dag bevestigen: „De conditie van de schepen gaat achteruit. Ab soluut. In Rotterdam heeft dit jaar al 10 procent meer schepen een vaarverbod gekregen. Waar reders het eerst op bezuinigen? Op men sen, op onderhoud en op reddings middelen." We zijn aan boord van de Nea Elpis, een in Griekenland geregis treerde bulkcarrier van 180 meter en vijftien jaar oud. Een bulkcar rier is een schip dat gebouwd is voor het vervoer van massagoed zoals erts, kolen of graan. De Nea Elpis ligt erts te lossen aan i .- 6 De krakkemikkige boeg van een schip in de haven van Sluiskil. de kade in de Rotterdamse Lau- renshaven bij het overslagbedrijf Frans Swarttouw. Het is er een herrie van scharnierende wielen, halende kabels en op staal schra pende grijpers. De Griek is een van de acht a tien die de Nederlandse Scheepvaartinspectie dagelijks controleert op zeewaardigheid. In de kapiteinshut van de Nea Elpis buigt inspecteur Scheres zich over de scheepspapieren, zoekt: „Ik wil weten waar dat schip uitgehan gen heeft." Hij bladert in een lijvig boekwerk, de bundel certificaten. Tien centimeter papieren met stempels die moeten bewijzen dat alles aan het schip deugt. Officieel moet zo'n schip op alle onderdelen regelmatig gekeurd worden. Maar het is met keuringen in de scheepvaart net als bij de APK. Je kiest en betaalt je eigen controleur. In de scheepvaart is dat een op commerciële basis werkend classificatie-bureau, kortweg 'klasse' genoemd. De reder wiens schip wordt afge keurd, stapt naar een ander bu reau. Reders die hun winst mede halen uit lage lonen en het nalaten van onderhoud zijn wel zo slim dat ze soepele keurmeesters zoeken. In veel gevallen zijn dat klasse-bu reaus, waarvan een aantal als min der integer bekend staat. En wie controleert de controleurs? De Scheepvaartinspectie, onder meer, want ligt een schip in de haven dan struikel je aan boord over de inspecteurs en controleurs: de een voor de lading, de ander voor de verzekering, eentje voor 'de klasse', de douane, de havendienst, iemand voor de radio. En daar tussendoor: de Scheepvaartinspec tie die constateert dat er 'een wild groei aan controlerende instanties plaatsvindt'. Voor een leek is dat hele keursys- teem een warboel. Neem de Nea Elpis. Een Zuidafrikaanse inspecteur in Durban keurde het schip op 30 maart 1993 op waterdichtheid. In Pireus zette het American Bureau of Shipping (ABS) een stempel op het certificaat voor algehele zee waardigheid. Als inspecteur Scheres de Griekse naam van de keurmeester ziet, fronst hij even. Hij zegt het niet hardop, maar dat stempel zegt hem niets. Het kan net zo goed tijdens een borrel met de kapitein gezet zijn. De andere papieren. Controle van de sloepen in mei van dit jaar in Antwerpen, de radio-in stallatie gekeurd in Sluiskil, een reddingsvlot in Engeland, de ande re twee door ene meneer Tsai in Taiwan. „Dat is toch een chaos?" „Inderdaad," knikt Scheres. „Het maakt deze schepen ongrijp baar?" "Ja, dat mag je wel zeggen." In de afgelopen vijf jaar zonken er 76 tankers en 82 bulkcarriers. Al leen voor de bulkcarriers beteken de dat al vierhonderd slachtoffers. Tussen 1989 en 1992 ging er gemid deld iets meer dan één bulkcarrier per maand verloren. Zwijgend keek de wereld toe. Ver drinkende zeelieden uit Derde We reldlanden zijn geen concurrentie voor een paar met olie bedekte vogels op de Shetland-eilanden. Bulkcarriers en tankers controle ren is eigenlijk een ondoenlijke taak. Veel van die schepen zijn gebouwd uit een staalsoort met een hoge trekbelasting, maar daardoor extra gevoelig voor metaalmoeheid en roest. De schepen hebben ruimen als ka thedralen. Kleine keiharde ertsko- geitjes worden daar met 150 tot 200 ton per minuut ingespoten. Bij het lossen dreunen de stalen grij pers op het scheepsstaal, terwijl neergelaten bulldozers jaar in jaar uit weinig zachtzinnig de restjes lading bij elkaar schuiven. Scheepvaart-inspecteur Scheres: „Zo'n schip krijgt enorme opdon ders." Voor een Engelse onderzoekscom missie verklaarde een getuige on langs: „We rammen de wanden en bodems uit die schepen." Onder druk van krappe vaarsche- ma's dreunen de zwaargeladen bulkcarriers door hoge zeeën. Het zijn deze weggooischepen die vol gens experts een nuttige levens duur van tien jaar hebben, maar die desondanks nog steeds rondva ren en die daarmee een haast mis dadig risico vormen. Blijkens de statistieken van de Scheepvaartinspectie zijn het goedkope vlagschepen die er het slechtst aan toe zijn. Schepen uit Cyprus, de Bahama's, Panama, Griekenland en Malta krijgen re gelmatig een vaarverbod opgelegd. Daarnaast blijkt ook de conditie van de vloot van de Russische Fe deratie te verpauperen: vorig jaar gingen er zestien Russische sche pen in Rotterdam met een vaarver bod tegen de wal. „Chief," roept Scheres naar de eer ste stuurman van de Nea Elpis, „mag ik de kaarten zien? En dan zachter: „Ik noem iedereen 'chief, dan krijg je meer gedaan." De stuurman gaat ons voor naar de brug. Het is een morsig geklede Griek die Engels spreekt op het niveau van een kind dat een week MTV heeft gekeken. Die man in dat vettige jasje stuur man? Ik dacht even dat het hulpje van de machinist was of de 'wiper', de schoonmaker die ook op de beman- ningslijst staat. „Kijk kaart 131, de aanlooproute naar Rotterdam en de Nieuwe Wa terweg. Die is bijgewerkt tot 2 januari 1991." Slordig zeemanschap? Scheres: „Ja, hij komt met een schip van bijna tweehonderd meter een drukke wereldhaven binnen op informatie die twee jaar oud is. Weet hij veel of er nieuwe wrakken of banken op die route liggen." De inspecteur checkt de boordlich- ten op een controlepaneel, morrelt wat aan de knoppen. „Chief, wat doe je als je een black out hebt, als alles uitvalt?" De stuurman haalt niet begrijpend zijn schouders op. Scheres: „Dan moeten er boven twee rondschijnende rode lampen branden om iederen te laten zien dat het schip stuurloos is." „Chief...red lights..waar zitten die?" De man lacht onnozel. „Zie je, hij snapt het niet." „Red lights...black out." Geen reactie. Toch is dit de man die op de Noordzee, bij storm, op het moment dat van de andere kant een tanker nadert, het gezag kan hebben over een ronddrijvend bijna-mammoetschip. En de man die via de radio moet communice ren. Maar hij weet geen weg met 'de panieklampen' en spreekt nau welijks Engels. God zegene de greep. De zuurstofmaskers en de brand weer-uitrusting. De stuurman, een en al bereidwil ligheid, gaat voor, zoekt naar sleu tels van een kast, komt minuten later terug en haalt een paar zuur- stofflessen tevoorschijn met een koppelstuk, dat niet past op het FOTO CAMILE SCHELSTRAETE masker. Hij begint nu toch langzaam te zweten, praat met Scheres via de yes-yes-no-no-procedure, loopt weg, komt met een andere fles terug, rommelt wat met koppelin gen en drukt op een knop. 'Psst', doet het ventiel. Hij lacht voldaan. „Knap Engels hè," zegt Scheres. En doelend op de lage gages: „Zo goed als de piloten dat voor elkaar hebben, zo slecht is het bij de zeelui, maar ja," vertaalt hij een Engels spreekwoord: „Wie met pin da's betaalt, krijgt apen in dienst." Aan dek speelt zich vervolgens de scène met het reddingsvlot en het breeklijntje af. Scheres krijgt de stuurman nauwelijks aan z'n ver stand gepraat dat hij een ticket naar Neptunus in zijn handen heeft. Boven de afwerpplaats van het vlot hoort noodverlichting te branden. Die doet het niet. Dat wordt ver zuipen in het donker. Dan de con trole van de overlevingspakken, waarmee de bemanningsleden in geval van nood in ijskoud water kunnen springen. Mooi spul uit de VS. Helaas ontbreken de lampjes die erop horen te zitten. „Light..oh..oh," reageert de stuur man. Wie in zo'n pak overboord springt, moet het hebben van een paar weesgegroetjes en een iel fluitje aan zijn zwemvest. De machinekamer, dat moet ge zegd, ziet eruit als een ziekenhuis je. Een buikige kleine machinist demonstreert trots de brandblus- pompen. Scheres: „Er zijn van die makkers die rustig het koelwater van de motor durven omleiden en dan zeggen dat het bluswater is, maar dat voel je, want dat water is heet." Voor de Griek aan de Swarttouw- kade, ligt de Redhunter, een al drie keer van naam veranderde roestige Liberiaan. De verslonsde kolen- schuit van dik tweehonderdvijftig meter heeft een vaarverbod. „Lek kende brandstofpompen," staat er in het rapport van de Scheepvaar tinspectie. VERVOLG OP WEEKEND E3

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 25