Weekend
DE STEM
E3
Enkel een
Engelsman kent
het verschil tussen
upper middle class,
middle class en
lower middle class
Voetbal is geen Engelse uitvinding. Maar de
Engelsen hebben het wel de spelregels gegeven en
ontwikkeld. Desondanks zal de Engelse natie niet
in rouw gedompeld zijn als het nationale
voetbalteam woensdag tegen Nederland het
onderspit delft en uitgesloten wordt van het WK
in de Verenigde Staten. Voetbal is geen kwestie
van de Engelse natie, voetbal is de sport van een
gedeelte van de Engelsen, de working class. De
rest, de upperclass, de upper middleclass, de
middleclass en de lower middleclass, heeft meer
aandacht voor cricket, rugby, horse-racing of
tennis en nog een aantal andere sporten waarvan
de Engelsen wél de uitvinders zijn. Een verhaal
over de Engelsen in hun klassemaatschappij.
De wereld
verandert
voortdurend,
Engeland en de
Engelsen
veranderen
nauwelijks
9 OKTOBER 1993
at
ZATERDAG 9 OKTOBER 1993
zie dat niet zo. Bij het toelatei
vluchtelingen zitten we aai
Kragen vast. En gelukkig maai
Iwat gezinsvorming en gezins
betreft, daar hebben wi
prpe wetten voor. Er is geei
Ike van dat er per jaar honder-
vluchtelingen naar Ne-,
land komen. Het dwaze is dal
hsen dat blijkbaar wel denken
mensen denken dat iedere
|k of Marokkaan die dat wil hiel
laar kan binnenwandelen. Dal
hiet zo. En als mensen hiei
baal zijn, dan horen ze uitgezet
[worden. Daarover geen enkel
Verstand. Daar zit iets vreselijk
I Het betekent dat we muren
pekken om ons land en de ar
de economische vluchtelin
I. eruit gooien."
lat rechtvaardig?
la, wat is rechtvaardig? Je kunt
l zeggen dat het niét rechtvaar-
I is. Maar we hebben natuurlijk
l nog andere middelen om hen te
ben: ontwikkelingshulp geven,
slechten. Maar, er
Ift iets afschuwelijks inzitten."
tarom verlaat u volgend jaar de
\eede Kamer?
I zit er al 12 jaar. Dat is lang
Na zoveel jaren gaat het
Itijpolitieke een beetje op je
|kken. Je levert telkens iets van
rijheid in. Als lid van een partij
let je water in de wijn moet
In. Je kunt wel veel zeggen maar
"t alles."
In behoefte gehad om de nieuwe
itrefcfcer te worden?
lurlijk wel eens over gedacht
de eerder genoemde redenen
lik er echter niets in om via een
Irendum binnen een partij een
Itrekker aan te wijzen, zoals dat
lonze partij gebeurt. Je moet
fen je eigen mensen knokken,
br houd ik niet van. Tegen zo'n
kan ik uit democra-
ph oogpunt niets inbrengen
|ar ik heb wel het recht om er
t aan mee te doen. Als ik overi
Is echt heel graag lijsttrekker
B willen worden, had ik me wel
Ir die bezwaren wel heengezet.
|f gaat u doen na het vertrek uit
Kamer. Lonkt een burgemees
schap?
Ff, er zijn niet zoveel gemeenten
ar ik wil wonen. Ik ben een
Isjongen. Er moet echt
Islucht hangen. Steden a la
ddoorn, dat is toch verschrikke-
F. Dat is een groot dorp. Echte
4èn, dat zijn: Amsterdam, Haar-
Groningen, Dordrecht of
lastricht. Maar voor zulke grote
den kom ik sowieso niet in aan-
rking, dus er blijven niet veel
latsen over om burgemeester te
rden. In die functie zitten zeker
nenten die ik leuk vind. Het
przitten van de raad bijvoor-
pld. Je hebt dan wat minder dat
rtijpolitieke en meer de brug-
Ictie naar mensen, groepen en
panisaties toe. Dat vind ik inte-
sant. Het burgemeesterschap is
iets waar ik voorzichtig naar
Over een typische Brit
Een land van klassen
Welshman is een Brit, maar geen
typische. Alleen de Engelsman dus
is een typische Brit en Schotten en
Welshmen vinden het niet prettig
Brit genoemd te worden.
Nu dit misverstand is opgeruimd
kan een andere misvatting aan de
orde komen. Een public school is
niet, zoals we zouden mogen den
ken, een openbare school, nee, een
public school is een privé school.
Millfield in het gehucht Street is
zo'n public school. Ze werd in 1935
dank zij het geld van een maharad-
ja opgericht door R. Meyer, die zich
van een typische Britse en dus voor
ons bijzondere filosofie bediende.
'Elk mens heeft een talent,' be
weerde Meyer, 'en dat talent kan
liggen in wiskunde of een taal,
maar het kan zich óók openbaren
in een kunstsector of de sport. En
als hij blijkt nergens voor te deu
gen, zet hem dan op een paard.'
De toegangseis voor de middelbare
Millfield-school is die van het che
queboek. Wie wat te missen heeft
mag 60.000 gulden per jaar voor
zijn kind neertellen, maar dat
houdt wel in dat een ander kind
dan gratis mag studeren. En vol
gens leraar Chris Harding werkt
het concept van het chequeboek,
maar ook dat van de jacht op het
talent. „Onze resultaten met lees-
blinde kinderen zijn bij voorbeeld
formidabel." Met de regelmaat van
een machinepistool schiet Millfield
leerlingen naar universiteiten, con
servatoria, toneelscholen en andere
kunstacademies. De keus is niet
automatisch Oxford of Cambridge,
intellectuele broedplaatsen bij uit
stek, want de keus voor de univer
siteit wordt niet in het minst be
paald door de sport waarin de
universiteit excelleert. Jamie Hart,
laatstejaars aan Millfield, gaat
rechten studeren aan St.Paul's,
want, zegt hij: „Daar weten ze wat
cricket is."
Leerlingen van Millfield, Harrow,
niet te vergeten Eton en een hand
vol andere public schools vormen
een old boy's network, dat be
schouwd mag worden als een van
de peilers waarop de Engelse natie
rust.
En zo komen we vrijwel automa
tisch bij de klassemaatschappij,
waarmee de Engelsen zich ook al
onderscheiden van de rest van Eu-
,ropa. George Orwell schreef het al
in 'Animal Farm': alle dieren zijn
gelijk maar het ene dier is wat
meer gelijk dan het andere. En de
Engelsen hebben daar vrede mee.
Twee klassen zijn overduidelijk
herkenbaar, de upper class en de
working class. Beide klassen zijn
bij geboorte bepaald en dus is er
geen mogelijkheid je daar in te
wringen. Beide klassen komen
nooit met elkaar in aanraking of
het moet zijn in de verhouding
werkgever-werknemer of als een
Lord of Lady besluit wat liefdadig
heid onder de armen te gaan be
drijven. Men moet wat te doen
hebben, nietwaar?
Behoren tot de upper class is geen
kwestie van geld. De upper class
wordt gevormd door de oude adel,
Door Aad Jongbloed
een kwestie van erfenis dus. Over
geld wordt niet gesproken - that's
not done - en als je geen geld meer
hebt open je je kasteel voor het
publiek. De oudste zoon van de
Lord erft de titel. En zo kan het
gebeuren dat Lord Humpelford een
wettige broer heeft die William
Bottomfield heet. Maar beiden
spreken een stiff upperlip Engels
en gebruiken een compleet ander
vocabulair dan andere Engelsen.
De geërfde titel geeft recht op
zitting in het Hogerhuis, waar de
echte adel in aanraking komt met
volk dat voor zijn verdiensten be
loond is met een adellijke titel,
maar dan alleen gedurende het le
ven (Lady Thatcher). De werkelijke
upper class heeft moeite met die
ontmoeting en oude en nieuwe adel
zullen elkaar niet gemakkelijk op
eikaars feestjes vragen. Maar wat
wil je? In elk normaal land wil een
socialist de adel afschaffen en in
Engeland laat een socialist zich
zonder moeite verheffen tot vis
count, baron of count.
De adel drukt zich graag uif
in understatements, stelt
de zaken graag iets minder
fraai voor dan ze zijn.
Maar ook hier heeft de verwarring
toegeslagen en niet in het minst
door gebrek aan geld. Vroeger kon
een Lord zeggen 'ergens een hutje
op de hei' te hebben en hij bedoel
de dan een kasteel op een groot
landgoed. Tegenwoordig kan het
voorkomen dat het hutje inderdaad
een hutje is.
Misschien ook omdat adeldom niet
direct wil zeggen dat je barst van
de talenten, houdt die adel zich
graag met bezig met alle vormen
van paardesport. Cricket is een
goede tweede en met voetbal wil de
echte adel niets te maken hebben.
Voetbal is dus de sport bij uitstek
voor de working class. Net als met
de upper class is er met de onderste
klasse in de Engelse maatschappij
iets merkwaardigs aan de hand. De
leden ervan zijn trots op hun klasse
(I'm a working class man) en heb
ben geen behoefte zich eraan te
ontworstelen. Van de working class
gaat slechts 2 procent naar de
universiteit, een percentage dat
sinds de oorlog niet veranderd is.
De mogelijkheden zijn er wél. Wie
op zijn eindexamen een gemiddelde
haalt van 7,5 kan een beurs krij
gen. Waarom de arbeiderskinderen
dan niet verder studeren? Het is
een raadsel dat zelfs door J.B.
Priestley in diens standaardwerk
'The English' niet opgelost kon
worden.
Volgens Priestley is de grote wor
king class in Engeland onder ande
re het gevolg van traditie. Grootou
ders vertellen hun kleinkinderen
dat een penny nooit een pond kan
worden. En wat zeker geldt: de
working class heeft geen enkel res
pect voor de leefwijze van de hoge
re klassen en is daar niet jaloers
op. Misschien is dat de reden waar
om Engeland nooit een revolutie
heeft gekend als Frankrijk en
waarom het communisme er geen
poot aan de grond kreeg. Commu
nisme was iets voor warrige intel
lectuelen, maar niet voor de Engel
se arbeiders.
Eén revolutie heeft in Engeland
een veel grotere rol gespeeld dan
elders, de industriële revolutie. De
arbeidende klasse bestond voor
dien in een traditionele verhouding
van landheer tegenover landarbei
der, waarbij de laatste zich een
betrekkelijk grote vrijheid verwor
ven had. Met de komst van de
industrie werden de arbeiders sa
men gepakt in fabrieken en figuur
lijk bijeen gedreven in sloppenwij
ken van groeiende steden. Geen
betere methode dan dit om klasse-
bewustzijn te kweken.
Maar de vrijheid die zij van het
land kenden, de vrijheid om hun
eigen leven in te richten gaven zij
niet prijs. Daar waar elders de
clerus de armeren tevreden hield,
waren het hier de arbeiders zelf,
die ondanks de miserabele omstan
digheden bang waren voor veran
deringen, ook al zouden die gunstig
voor hen uit kunnen pakken.
De vakbonden speelden daarop in
door zich tegen veranderingen te
weer te stellen. Het meest bekende
voorbeeld daarvan is dat de bon
den vasthielden aan stokers op de
treinen toen die elektrisch werden
voortgedreven. Ontevredenheid die
geuit moest worden kreeg via de
bonden een uitlaadklep in stakin
gen, langduriger dan waar ook en
met minieme resultaten en altijd in
geld en nooit in werkomstandighe
den.
De vrijheid die de arbeider wilde
handhaven uitte zich in een breed
spectrum. De kerk - de Church of
England - bleef niet meer dan het
instituut waarin gedoopt of ge
trouwd werd, soms een sociaal
trefpunt vooral voor vrouwen. De
woning bleef de plek waar gegeten
en geslapen werd, maar nooit een
centrum van ontmoetingen met an
deren. Daar was de pub voor, het
café, waar de vrienden getroffen
werden en waar boven een glas
bier het leven doorgenomen werd.
»e werkgever bleef de vij
and, want van een andere
klasse, en dus moest er
zorgvuldig gewaakt wor
den voor uitsloverij. De vrije zater
dag die in Engeland werd geïntro
duceerd, was niet anders bedoeld
dan om de arbeider gelegenheid te
geven zijn sport actief of passief te
bedrijven, voetbal én omdat de
kerk zich verzet had tegen voetbal
op zondag, want dan kwam de
arbeider helemaal nooit meer in de
kerk.
Bovenal is het feit dat de werkende
klasse tot working class werd vol
gens Priestley en Mitchell (A Histo
ry of the English People), typisch
Engels. En dat typische Engels
houdt een alles verdringend besef
in dat het leven in al zijn facetten
een spel is met regels. Omdat aan
de bovenkant van de werkende
klasse ontsnappen geen gewoonte
is, is er voor de ontevredenen maar
één weg: naar beneden. En hier
door deed voor het eerst in Enge
land zich het fenomeen voor van
het hooliganisme, ontevreden, on
geschoolde, meestal werkloze jon
geren die aan hun sport bij uitstek
het vandalisme toevoegden. Zij zijn
het ook die van menige Spaanse
badplaats een slagveld maken.
Er is in de loop van de jaren veel
gepraat over opheffing van de klas
semaatschappij in Engeland. Tot
dusver heeft dat geen resultaat op
geleverd, niet in het minst doordat
een niet gering aantal labourleiders
van een public school komt en ook
niet staat te trappelen om een aan
tal priviliges op te geven. Enige
beweging doet zich voor in het
middenveld tussen upper class en
working class, waarin zich kleine
en grote ondernemers, bankemplo-
yees, beursspeculanten, (hooglera
ren en - vooruit - journalisten be
vinden.
Alleen een Engelsman weet feilloos
het onderscheid tussen de upper
middle class, de middle class en de
lower middle class. Het is een
kwestie van opleiding, status, sala
ris, woonomstandigheden én ac
cent. In die klassen is verschuiving
mogelijk, hoewel de upper middle
class bijzonder moeilijk te bereiken
is.
Gezien de recessie die in Engeland
wel heel erg te keer gaat waardoor
huizenbezitters de aflossing van
hun hypotheek en betaling van hun
rente weer moesten lenen is een
niet gering aantal Britten in vrije
val terechtgekomen in de lower
middleclass.
Politiek in Engeland is, zoals dus
vrijwel alles, een spel. Volgens de
regels trappen de partijen steeds
Zo zagen wij in Europa tijden
land de Engelsman, met zijn bol
hoed en met zijn Times. De bol
hoed is inmiddels uit het straat
beeld verdwenen. foto ap
venijnig naar elkaar, maar mag de
partij die regeert niet veel afwijken
van haar voorganger. Labourleider
Harold Wilson hield zich tijdens
zijn regering even niet aan de spel
regels. Hij nationaliseerde bedrij
ven, maar de nationalisatie werd
ogenblikkelijk ongedaan gemaakt
door de conservatieve Margaret
Thatcher zonder dat er een opstand
uitbrak.
Met een leidende klasse die geen
leiding geeft en een werkende klas
se die niet werkt is het snel bergaf
waarts gegaan met het land dat
ooit de wereld regeerde. Een aardig
voorbeeld daarvan is de eens zo
florisante industrie. Bedrijven die
het slecht gaat, willen niet veran
deren, omdat ze zich dat financieel
niet zeggen te kunnen permitteren,
bedrijven waarmee het op het oog
redelijk gaat vernieuwen niet, want
waarom zouden ze? De enige club
waarvan iets te verwachten zou
zijn, zijn de liberale democraten
van Paddy Ashdown, maar omdat
ook het districtenstelsel bij verkie
zingen niet veranderd wordt, krij
gen ze geen poot aan de grond.
Engeland heeft, zo schreef iemand
vorige week in de toch nog wat
deftige Times, een voorkeur voor
vulgariteit. En, schreef George Mi
kes in 'How to be a Brit', het
seksleven van de Engelsman is in
volkomen tegenspraak met diens
temperament. In alles is de Engels
man gereserveerd, tolerant en ge
disciplineerd, maar in de benade
ring van seks is hij grof en geweld
dadig. Dat komt, concludeert Mi
kes spottend, omdat de Europeaan
met een vrouw in bed ligt en de
Engelsman met een waterkruik.
Hoe dan ook: cabaretteksten
en die in sommige Britse
tv-series zijn vettig ordi
nair en er is nog steeds
geen groter plezier te beleven dan
met een grappenmaker in travestie.
Het succes van een schandaalblad
als News of the World (oplage 4,2
miljoen, deze week 150 jaar op de
markt) is dan ook geschoold op de
formule: seks en dood, seks en
misdaad en seks.
De wereld verandert voortdurend,
Engeland en de Engelsen verande
ren nauwelijks. Het spel blijft ge
speeld ook al leidt het tot een
bankroet. Er zijn natuurlijk prach
tige, typisch Engelse regels die ei
genlijk nooit zouden móeten veran
deren. Zoals het queuen bij de
bushalte, een bijna nationale pas
sie. Zoals de regels van de kleding:
ogenschijnlijk niet bij elkaar pas
sende kledingstukken die een har
monieus geheel blijken te vormen.
De wijze van converseren: 'Mooie
dag vandaag, is het niet?' 'Ik ben
bang dat u gelijk hebt, het is rede
lijk goed.'
Engeland, het lijkt in de verste
verte niet op Europa. De bolhoed is
uit het stadsbeeld verdwenen, de
sluitingstijden van de pubs zijn
veranderd. Maar het klassesysteem
is gebleven. De natie treurt nog
steeds om de slechte resultaten van
het nationale cricketteam tijdens
de testmatches van deze zomer,
maar ze zal geen traan laten als de
working class verliest in het Feye-
noordstadion te Rotterdam.