Weekend Potus Flotus DE STEM DE STEM En! Engel het ver upper midd lower r „En daarom is hij in feite een racist." Met die unieke parlementaire uitspraak heeft het Tweede-Kamerlid Peter Lankhorst van Groen Links geschiedenis geschreven. Zijn uitval aan het adres van het Janmaat (Centrum-Democraten) extreem-rechtse Kamerlid onderstreept het einde van een tijdperk: het negeren van Janmaat in de Tweede Kamer is voorbij. Dat negeren bleek niet aan te slaan. Opinie-peilingen geven al maanden steevast aan dat de aanhang van de Centrum-Democraten groeit. Lankhorst gooide daarop als eerste de redenering als wapen in de strijd. En hij kreeg veel bijval, niet zozeer tijdens, als wel de dagen na de Algemene Beschouwingen. 'Het nadeel van het negeren is dat je niks terug kunt - zeggen' 'Wat ik hem zo kwalijk neem, is dat hij mensen tegen elkaar op zet' ZATERDAG 9 OKTOBER 1993 E] De correspondenten in de slan genkuil van. het Witte Huis begonnen oneerbiedig over Potus en Flotus te spreken als ze het hadden over de President of the United States en de First Lady of the US. Zo diep waren ze in de achting en de waardering van de pers gezonken. Brit Hume van ABC-televisie, Andrea Mitchell van NBC en Ann Devroy van de Washington Post streden met verve om de eer om te worden erkend als vinnigste pit buil onder de reporters die het Witte Huis bewaken. 'Het Beest' zoals het collectief van Witte Huis-correspondenten door de door Clinton benoemde domp teur George Stephanopoulos werd genoemd, was niet langer bereid om uit de hand te eten. Het begon te bijten en lappen vlees van het imago van de presi dent af te rukken. Een omslag van Time toonde Clinton als 'de won derbaarlijk krimpende president' en het begon er op te lijken dat hij bij de pers al zijn krediet had verspeeld. Er waren wel eens andere tijden geweest. Een van de grootvor sten uit de Amerikaanse politieke journalistiek, Arthur Krock, was in de jaren twintig correspondent in het Witte Huis van Calvin Coo- lidge, met vier of vijf schrijvende collega's. Er was niet veel werk aan de winkel, want 'Silent Cal' was bui tengewoon zwijgzaam. Hij zat ganse dagen stilletjes uit de ven- .sters van zijn Oval Office naar buiten te loeren en bij tijd en wijle riep hij Krock binnen voor een babbeltje. Bij al die gelegenheden probeerde Krock hem een van zijn dure sigaren af te troggelen, maar Coolidge, even gierig als zwijgzaam, liet de man van de Times smachten. Ook Franklin Roosevelt kon de Witte Huis-pers rond zijn bureau verzamelen en Truman nam dë pers mee op zijn snelle ochtend wandelingen door Washington, waarbij zware rokers zich hoes tend en in halve looppas voortbe wogen. Nu zitten er een paar honderd in de nabijheid van de president op een kluifje nieuws te wachten. Daar is de 83-jarige Sarah McC- lendon, wier stem vergeleken wordt met het loeien van een koe, de 73-jarige Helen Thomas van het vrijwel bankroete UPI, die als doyenne van het perscorps na afloop van presidentiële perscon ferenties 'Thank you. Mister Pre sident' mag roepen en June Lock- hart, 'de moeder van Lassie', die haar perskaart tijdens de rege- ring-Eisenhower van perschef Joe Hagerty zou hebben gekre gen. Er zitten, tussen de mandarijnen en grootvorsten van het vak, we duwen van vroegere correspon denten, die in een vreemd Ka- bukiritueel van net doen alsof, troost zoeken in het voormalig werkterrein van hun- dode gelief den. Een van die vrouwen liep tijdens een buitenlandse reis acht Mexicanen een sloot in. Toch lijkt de perszaal van het Witte Huis, als men daar in de hoop op exploderend nieuws gaat zitten, op de beste plek in Washington om het verzamelde werk van Tolstoi en Proust te gaan zitten lezen. John Kennedy had over de Witte Huis-pers niet te klagen. Robert Pierpoint van CBS trof de president in flagrante delicto aan met een jonge vrouw in een regeringslimousine en hij besloot daar geen melding van te maken. Door Vietnam en Watergate wer den de betrekkingen tussen de president en de pers grondig ver stoord en zelfs Jimmy Carter heeft daar onevenredig zwaar on der geleden. Bush en Reagan za gen er op toe dat 'het Beest' in de slangenkuil op tijd werd gevoed en zich redelijk koest hield. Met Potus Flotus ging het aan vankelijk zeer goed. Kandidaat Clinton belde verslaggevers op om advies, citeerde uit hun ge schriften en maakte aldus vele vrienden. Maar eenmaal in het Witte Huis zag hij de pers niet meer staan. Gevolg: het Beest rebelleerde. Potus Flotus kre gen er aan alle kanten van langs. Potus spreekt journalisten thans weer aan als 'my friend' en ze mogen af en toe komen eten. Het gaat alweer stukken beter. Oi tyj Welshman is typische. Allei is een typischi Welshmen vir Brit genoemd Nu dit misve| kan een ande: orde komen, niet, zoals wel ken, een openl public school Millfield in hl zo'n public scl dank zij het gc ja opgericht di van een typisc ons bijzonder 'Elk mens h< weerde Meyei liggen in wi: maar het kan in een kunstsi als hij blijkt gen, zet hem d De toegangsei .Millfield-scho queboek. Wie mag 60.000 zijn kind n< houdt wel in dan gratis m; gens leraar het concept maar ook dat talent. „Onze blinde kinder formidabel." een machinep leerlingen naa servatoria, toif kunstacademi automatisch intellectuele 1 stek, want de siteit wordt paald door universiteit e: laatstejaars rechten stuc want, zegt hi; cricket is." Leerlingen v niet te verget vol andere p een old boy schouwd mat de peilers wa rust. En zo kome tisch bij dq waarmee de onderscheiden ,ropa. George in 'Animal F gelijk maar meer gelijk c Engelsen heb Twee klasse herkenbaar, i working clas| bij geboorte geen mogelij wringen. Be nooit met el het moet zi; werkgever-w Lord of Lady heid onder c drijven. Mei1 hebben, niet» Behoren tot kwestie van wordt gevori Zo zagen land, de En\ hoed en nu hoed is inn beeld verdu Lankhorst contra Janmaat Het was een spontane opwelling. Ik heb geen moment spijt gehad van mijn uitspraak. Ik had mijn woorden ook niet zo maar terugge nomen als Kamervoorzitter Deet- man daarop aangedrongen zou hebben. Buiten de Tweede Kamer negeer ik Janmaat nog steeds. Het is niet iemand die ik een handje geef." Janmaat is van huis uit geen racist, weet zijn oude studievriend Lank- horst. Maar na allerlei politieke omzwervingen heeft Janmaat het gat in de markt ontdekt: de buiten landers als zondebok. „Wat ik hem buitengewoon kwalijk neem, is dat hij mensen tegen el kaar op zet. Zoals met zijn boude bewering in de Kamer dat ouderen uit de bejaardenoorden moeten verdwijnen om plaats te maken voor asielzoekers. Ouderen zijn on gerust over een dreigende sluiting van verzorgingstehuizen, en Jan maat gooit olie op het vuur. Hij zet iü3Ë Door Hans van den Broek en Harry Coerver twee kwetsbare groepen tegen el kaar op." Lankhorst verwijt minister-presi dent Lubbers laksheid op dat punt. „Ik neem het Lubbers zeer kwalijk dat hij niet ingaat tegen zo'n uit spraak. Ik vind het raar dat hij dat Janmaat ongestraft laat zeggen. Ik vind het raar dat de minister-presi dent, met zijn gezag, hem niet eens een keer goed in de hoek plaatst. Lubbers zou die onzin van Janmaat eens een keer moeten tegenspre ken". Het Kamerlid van Groen Links heeft zelf ook jarenlang veel heil verwacht van het negeren van Jan maat. „Ik heb zelf een omslag ge maakt toen ik fractievoorzitter werd (na het vertrek van Ria Beckers april dit jaar). De opinie peilingen spelen daarbij zeker een rol. Het is beter om nu duidelijk te maken waar Janmaat voor staat, dan te wachten tot na de kamer verkiezingen van 3 mei. En dan verbijsterd tegen elkaar zeggen: 'Het is toch verschrikkelijk dat er nu al drie of vier Centrum-Demo craten in dé Tweede Kamer zit ten.'" „Ik denk ook dat mensen in de huiskamer mijn uitspraak over Janmaat wel begrijpen, of ze het er nu mee eens waren of niet. Maar achter mijn betoog hoef je verder niets te zoeken, hoor. Anders krijgt het meteen weer zo'n vreselijk ge wicht. Je moet het ook in zijn proporties blijven zien. Het is niet zo dat de Kamer de volgende keer uit een meerderheid bruinhemden bestaat," relativeert Lankhorst. Wot vindt U van de houding van de Tweede Kamer tegenover Janmaat? „Ik vind dat de Kamer wat actiever zou kunnen zijn. Maar niet zo dat we nu ons allemaal op die Janmaat moeten werpen. Dat zou dwaas zijn. Andere partijen moeten hun houding zelf bepalen. Wat was het nadeel van het nege ren van Janmaat? „Het nadeel van het negeren is dat je niks terug kunt zeggen. Dan zegt de aanhang van Janmaat: ze vinden het blijkbaar goed. De ene strategie is niet 100 procent beter dan de andere. Kijk, ik wil het liefst dis cussiëren met andere politici. Daarvoor zit ik hier. Je bent het niet met elkaar eens, maar in de- discussie zoek je oplossingen. Maar dat vind ik zo jammerlijk bij Jan maat. Daar erger ik me zo aan en daarom ben ik boos op hem, hij zoekt niet naar oplossingen. Hij jaagt mensen de stuipen op het lijf en zet ze tegen elkaar op. Hoezeer ik met WD-fractievoorzitter Bol- kestein van mening kan verschillen over het minderhedenvraagstuk, met hem kun je in ieder geval discussiëren. Want hij heeft een volstrekt andere intentie dan Jan maat." Speelt het een rol dat u hem van vroeger kent? „In het begin heeft me het negeren heel veel moeite gekost. Het ligt helemaal niet in mijn aard om straal langs mensen heen te lopen. Ik ken hem van de Universiteit van Amsterdam. Wij studeerden een paar jaar samen politicologie. We kwamen bij elkaar over de vloer. Ik ken hem behoorlijk goed. En dan is het des te ellendiger als je de man zo ziet afglijden en verkeerde standpunten ziet innemen." Waarover spraken jullie in die ja ren met elkaar? „Wij spraken uiteraard veel over politiek, maar ook over voetbal. We speelden samen voetbal in het Von delpark. Het minderhedenvraag stuk was in die tijd, eind jaren zestig, nog niet aan de orde. Hij was altijd al wel een stuk rechtser dan ik. Janmaat had altijd al de ambitie om in de Kamer te komen. Daar is op zich niets op tegen. Ik zit er zelf immers ook. Maar hij, wilde dat kost wat kost. Hij mis bruikte de minderheden om in Den Haag een poot tussen de deur te krijgen." Hoe verklaart u de groeiende popu lariteit van Janmaat? „Vreemdelingenhaat zien we ook in andere landen. Mensen worden on zeker en vinden dat de politiek geen goed antwoord geeft op de dramatische veranderingen in de samenleving. Mensen keren de po litiek de rug toe. Men ziet dan kennelijk toch geen andere weg dan bij Janmaat terecht te komen: Maar ik weet zeker dat, als Jan maat straks met een paar van die kornuiten in de Kamer komt, het „Ik ken Janmaat van de Uni versiteit van Amsterdam. We kwamen bij elkaar over de vloer. Ik ken hem behoorlijk goed. En dan is het des te ellendiger als je de man zo ziet afglijden en ver keerde standpunten ziet inne men. FOTO FOTOPERSBUREAU HENDRIKSEN- VALK een gigantische puinbak wordt. Binnen de korste keren krijgen die ruzie en heb je drie, vier nieuwe fracties. Veel mensen die op Jan maat gaan stemmen, beseffen niet dat ze zich daar zelf mee .pakken. Hij komt in de Kamer juist hele maal niet op voor de zwakkere groepen, voor mensen met een uit kering of mensen die op zoek zijn naar een betaalbare woning." Hoe groot is de invloed van Jan maat op de politieke partijen? „De uitspraken van Janmaat in de Kamer hebben weinig directe in vloed op de politieke partijen. Daarvoor zijn die uitspraken te beroerd en te warrig. Meestal is hij er trouwens gewoonweg niet. Par tijen zien dat veel mensen achter hem aanlopen. Daardoor komen ze tot bepaalde uitspraken. Je ziet schuivende standpunten. De nieu we Vreemdelingenwet is een voor beeld. In die wet wordt aan asiel zoekers het recht ontnomen om tegen een uitspraak van de rechter in beroep te gaan. Dat vind ik een paar bruggen te ver. Zo'n wet wordt dan met een ruime meerder heid in de Tweede Kamer goedge keurd. Dat vind ik erg. En als Janmaat dan in z'n handjes wrijft van: 'Nou, zie je wel, ze schuiven mijn kant op.' Ja, dat is dan mis schien wel zo." Door Janmaat aan te pakken in de Kamer of daarbuiten, geef je hem ook bekendheid. Speelt u hem daarmee niet in de kaart? „Je moet inderdaad steeds oppas sen dat het niet in zijn voordeel omslaat. Door hem aan te vallen, zou je een martelaar van hem kun nen maken. Je geeft hem een po dium om dingen te kunnen doen. Hij vindt dat prettig. Het blijft een dilemma: negeren of aanvallen." De vooroordelen in de maatschap pij worden talrijker. De buitenlan ders zouden onze banen en onze huizen inpikken. „Dat is natuurlijk allemaal grote onzin. Kijk maar eens wat voor banen migranten hebben. Zij doen nog steeds vaak het smerige werk. Er wonen nu veel minder mensen in één huis. Dat heeft veel tneer voor het woningtekort gezorgd dan^ de komst van migranten en asiel zoekers. Het oordeel is vaak: 'Zij zijn vreemdelingen, ze moeten er buiten blijven.' Er wordt niet be seft en erkend dat het ook mensen zijn. Ik snap ook wel dat mensen het er moeilijk mee hebben als ze in een hoek zitten waar de klappen vallen. Als je niet aan de bak kunt komen of een lage uitkering hebt. Maar daarvoor biedt Janmaat geen oplossingen. Integendeel." „Ik zie dat niet zo. Bij het van vluchtelingen zitten we verdragen vast. En gelukkig En wat gezinsvorming en hereniging betreft, daar scherpe wetten voor. Er is sprake van dat er per jaar duizenden vluchtelingen naar derland komen. Het dwaze is mensen dat blijkbaar wel De acceptatie van buitenlanders bij jongeren lijkt te verminderen? „Daarom ga ik ook zoveel mogelijk naar jongeren toe. In buurthuizen en op scholen. Het beeld is trou wens gevarieerd. Het hangt van de leeftijd af. Op een leeftijd van 17 of 18 jaar wil men nog wel eens stoer doen. Dan heeft men wat meer de neiging om te zeggen: 'We motten die buitenlanders niet.' Als ze wat jonger zijn of juist wat ouder, den ken ze er milder over. De school heeft op dit punt een belangrijke taak." vangen, dat is evident. Maar ik vind wel dat Nederland zijn aan deel moet nemen. Natuurlijk is er een grens. Maar ik kan daar geen getal voor geven. De grens ligt in ieder geval niet bij de huidige ge tallen, als je naar de nood in de wereld kijkt. Mensen moeten zich realiseren dat we zelf ook in die omstandigheden terecht kunnen komen. Dat we hier gelukvogels zijn. Eerst wilden we allemaal dat die muur tussen Oost en West weg ging. Wat waren we blij. Nu zijn we alweer nieuwe muren aan het opbouwen." Veel mensen denken dat Turk of Marokkaan die dat zomaar kan binnenwandelen, is niet zo. En als mensen illegaal zijn, dan horen ze te worden. Daarover geen misverstand. Daar zit iets in. Het betekent dat we optrekken om ons land en de men, de economische gen, eruit gooien." Waarom verlaat u volgend jaar Tweede Kamer? „Ik zit er al 12 jaar. Dat is Ian genoeg. Na zoveel jaren gaat het partijpolitieke een beetje op je drukken. Je levert telkens iets van je vrijheid in. Als lid van een moet je water in de wijn moei doen. Je kunt wel veel zeggen maai niet alles." Wat gaat u doen na het vertrek uil de Kamer. Lonkt een burgemees terschap? „Pff, er zijn niet zoveel gemeenten waar ik wil wonen. Ik ben een stadsjongen. Er moet echt stadslucht hangen. Steden a la Apeldoorn, dat is toch verschrikke lijk. Dat is een groot dorp. Echte stedèn, dat zijn: Amsterdam, Haar lem, Groningen, Dordrecht of Maastricht. Maar voor zulke grote steden kom ik sowieso niet in aan merking, dus er blijven niet veel plaatsen over om burgemeester te worden. In die functie zitten zeker elementen die ik leuk vind. Het voorzitten van de raad bijvoor beeld. Je hebt dan wat minder dat partijpolitieke en meer de brug functie naar mensen, groepen en organisaties toe. Dat vind ik inte ressant. Het burgemeesterschap is wel iets waar ik voorzichtig naar kijk." Moet er niet aan het toelaten van vreemdelingen grenzen gesteld worden? Is Nederland niet vol? „Als de politiek laat doorklinken dat we te veel asielzoekers hebben, en dat gebeurt, vergroot je de ac ceptatie van buitenlanders in de maatschappij niet. Je hoort van politici dat ons land zo vreselijk vol is. Je proeft de sfeer van: we zijn ze liever kwijt dan rijk. Ik vind dat juist de politiek het vaak slecht doet. 'Vol' is een subjectief begrip. We hebben tijden gehad dat we dachten dat we 20 miljoen inwo ners zouden krijgen in Nederland. Toen kon dat wel. Nederland zal natuurlijk niet alle vluchtelingen van de hele wereld op kunnen Mensen willen duidelijkheid over het toelaten van vreemdelingen. Voedt onduidelijkheid niet de angst? Is dat rechtvaardig? „Tja, wat is rechtvaardig? Je kun ook zeggen dat het niét rechtvaar dig is. Maar we hebben natuurlij ook nog andere middelen om hen t helpen: ontwikkelingshulp geven handelsbarrières slechten. Maar, e blijft iets afschuwelijks inzitten." Geen behoefte gehad om de nieuvit lijsttrekker te worden? „Tuurlijk wel eens over gedacht. Naast de eerder genoemde redenen zie ik er echter niets in om via een referendum binnen een partij een lijsttrekker aan te wijzen, zoals dat in onze partij gebeurt. Je moet tegen je eigen mensen knokken. Daar houd ik niet van. Tegen zo'n referendum kan ik uit democra tisch oogpunt niets inbrengen. Maar ik heb wel het recht om er niet aan mee te doen. Als ik overi gens echt heel graag lijsttrekkei had willen worden, had ik me wel over die bezwaren wel heengezet."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 30